Etaamb.openjustice.be
Wet van 19 juni 2008
gepubliceerd op 27 januari 2016

Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, met de Bijlagen 1 en 2, en met de Aanhangsels I, II, III, IV en V, gedaan te Straatsburg op 9 september 1996. - Addendum

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2016015010
pub.
27/01/2016
prom.
19/06/2008
ELI
eli/wet/2008/06/19/2016015010/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING


19 JUNI 2008. - Wet houdende instemming met het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart, met de Bijlagen 1 en 2, en met de Aanhangsels I, II, III, IV en V, gedaan te Straatsburg op 9 september 1996. - Addendum (1)


Besluit CDNI 2015-II-2 Deel A - Instandhouding van het tarief van de verwijderingsbijdrage inzake het olie- en vethoudend scheepsbedrijfsafval op € 7,50 De Conferentie van Verdragsluitende Partijen, onder verwijzing naar haar Besluit 2014-I-2 waarin het Internationaal Verevenings- en Coördinatieorgaan (IVC) wordt uitgenodigd om een aanvullende financiële analyse te maken; gezien het Verdrag inzake de Verzameling, Afgifte en Inname van Afval in de Rijn- en Binnenvaart (CDNI) en met name gezien artikel 6 en artikel 3.03 van de Uitvoeringsregeling van genoemd Verdrag, gezien het voorstel van het IVC van 9 november 2015 dat krachtens artikel 4.01, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling van het eerder genoemde Verdrag is voorgelegd; gezien het verslag van het IVC van 9 november 2015 inzake het beheer van het financieringssysteem overeenkomstig artikel 6 van het CDNI en het voorstel om het tarief van de verwijderingsbijdrage op € 7,50 te houden; besluit het tarief van de verwijderingsbijdrage op € 7,50 per 1000 l accijnsvrije gasolie te houden.

Besluit CDNI 2015-II-3 Deel B - Verantwoordelijkheid voor de reiniging van schepen Wijziging van artikel 7.04, tweede lid, en van artikel 7.02, tweede lid De Conferentie van Verdragsluitende Partijen, overwegende dat het voorkomen van afval vanwege de bescherming van het milieu een belangrijke vereiste is, in de overtuiging dat de verzameling, afgifte, inname en verwijdering van scheepsafval op basis van het beginsel "de vervuiler betaalt" gefinancierd moet worden, overwegende dat het overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) principieel verboden is delen van de lading in de in Bijlage 1 genoemde vaarwegen te brengen of te lozen en dat uitzonderingen uitsluitend in overeenstemming met de Uitvoeringsregeling zijn toegestaan, overwegende dat de Uitvoeringsregeling inzake de reiniging van de schepen moet voldoen aan de eerder genoemde principes en een verduidelijking noodzakelijk is gebleken, ernaar strevend de voorschriften inzake het wassen nog beter hanteerbaar te maken, zonder enige wijziging van de rechten en plichten van de betrokken partijen, gezien de artikelen 14 en 19 van het Verdrag, besluit tot de wijzigingen van artikelen 7.04 en 7.02, die in de bijlage worden opgevoerd.

Dit besluit treedt op 1 juli 2016 in werking.

Bijlage CDNI 2015-II-3 a) Herziening van artikel 7.02, tweede lid Artikel 7.02, tweede lid, komt als volgt te luiden: "(2) Een hogere losstandaard of het wassen kan vooraf schriftelijk worden overeengekomen. Een kopie van deze overeenkomst moet ten minste tot de losverklaring is ingevuld na het lossen en het reinigen van het schip aan boord van het schip bewaard worden." b) Herziening van artikel 7.04, tweede lid Artikel 7.04, tweede lid, komt als volgt te luiden: "(2) Bij droge lading is de ladingontvanger, bij vloeibare lading is de verlader verplicht voor een wasschoon laadruim respectievelijk wasschone ladingtank te zorgen, indien het schip goederen heeft vervoerd waarvan de ladingrestanten overeenkomstig de losstandaarden en afgifte- en innamevoorschriften van Aanhangsel III niet met het waswater in het water geloosd mogen worden.

Voorts moeten de verantwoordelijke personen krachtens de eerste zin voor een wasschoon laadruim respectievelijk wasschone ladingtank zorgen wanneer dit laadruim of deze ladingtank vóór de belading krachtens een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7.02, tweede lid, gewassen was." _______ Nota (1) Zie het Belgisch Staatsblad d.d. 22 oktober 2009, 9 maart 2010, 3 augustus 2010, 27 september 2010, 13 december 2011, 21 november 2012, 23 april 2014 en 15 september 2015.

^