19 JANUARI 2001. - Wet tot wijziging van de wet van 11 april 1999 betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 3, § 2, van de wet van 11 april 1999 betreffende de overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen, na het woord « verkrijger », vervallen de woorden « die zijn gewone verblijfplaats in België heeft op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst ».

Art. 3.Artikel 5, 13°, van dezelfde wet, wordt opgeheven.

Art. 4.In de titel « Hoofdstuk IV - Inschrijving en waarborgen », vervallen de woorden « en waarborgen ».

Art. 5.Artikel 12, § 2, van dezelfde wet, wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 13 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 17, § 1, 1°, van dezelfde wet, worden de woorden « van de artikelen 5 tot 12 » vervangen door de woorden « van de artikelen 4 tot 12 ».

Art. 8.In artikel 23 van dezelfde wet, worden de woorden « van de artikelen 12 en 13 » vervangen door de woorden « van artikel 12 ».

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 19 januari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Economie, Ch. PICQUE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 1999-2000 : Kamer van volksvertegenwoordigers. Parlementaire stukken . - Wetsontwerp, nr. 855/1. - Amendement, nr. 855/2. - Verslag, nr. 855/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 855/4.

Parlementaire Handelingen. - 30 november 2000.

Senaat Parlementaire stukken. - Wetsontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-589/1;

Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 2-589/2.