Etaamb.openjustice.be
Wet van 18 juli 2001
gepubliceerd op 19 juni 2002

Wet houdende instemming met de uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Noorwegen, ondertekend te Oslo op 9 mei 1997 en te Brussel op 25 juli 1997, gebaseerd op de Verordening nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen en op de Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 (1) (2)

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
2001015108
pub.
19/06/2002
prom.
18/07/2001
ELI
eli/wet/2001/07/18/2001015108/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JULI 2001. - Wet houdende instemming met de uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Noorwegen, ondertekend te Oslo op 9 mei 1997 en te Brussel op 25 juli 1997, gebaseerd op de Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen en op de Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De uitwisseling van brieven tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Noorwegen, ondertekend te Oslo op 9 mei 1997 en te Brussel op 25 juli 1997, gebaseerd op de Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen en op de Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van de Verordening (EEG) nr. 1408/71, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 18 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS Gezien en met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Zitting 1999-2000. Senaat.

Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 16 juni 2000, nr. 2-479/1.

Verslag, nr. 2-479/2.

Zitting 2000-2001.

Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 2-479/3.

Parlementaire handelingen. - Bespreking, vergadering van 9 november 2000.

Stemming vergadering van 9 november 2000.

Kamer.

Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 50-945/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-945/2.

Parlementaire handelingen.

Bespreking vergadering van 14 december 2000.

Stemming, vergadering van 14 december 2000. (2) Dit verdrag is op 1 december 2001 in werking getreden. Aan de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk België Geachte Mevrouw, Met verwijzing naar vorige onderhandelingen terzale stel ik, uit naam van de bevoegde Noorse autoriteiten in de zin van artikel 1 (1) van verordening (EEG) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese Gemeenschappen, betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (hierna « de verordening » genoemd), zoals bedoeld in bijlage 1 van verordening (EEG) nr. 574/72 van 21 maart 1972 van de Raad van de Europese Gemeenschappen, wijzigingen inbegrepen, de volgende bepalingen voor : 1. Op basis van de bepalingen van artikel 36, paragraaf 3 en artikel 63, paragraaf 3 van de verordening zal wederzijds worden verzaakt aan de terugbetaling van de kosten voor verstrekkingen in natura gemaakt door de instellingen van de ene staat voor rekening van de instellingen van de andere staat inzake ziekte en moederschap, zoals bedoeld in hoofdstuk 1, uitgezonderd artikel 22, paragraaf 1 c) en inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten, zoals bedoeld in artikel 55, paragraad 1, c) van titel III van de verordening.2. De bepalingen hieronder zijn niet van toepassing op de kosten voor verstrekkingen in natura die zijn toegediend nadat een recht is verstreken krachtens de bovenvermelde bepalingen en voordat het verstrijken van dat recht door de bevoegde instelling is medegedeeld aan de bevoegde instelling van de woonplaats, volgens de procedures van verordening (EEG) nr.574/72, wijzigingen inbegrepen. De verantwoordelijkheid van de eerste instelling geldt tot het ogenblik waarop de instelling van de woonplaats het bericht krijgt dat het recht is verstreken. 3. Op basis van de bepalingen van artikel 105, paragraaf 2 van verordening (EEG) nr.574/72, zal wederzijds worden verzaakt aan de terugbetaling van kosten voor medische en administratieve controle die voortvloeien uit artikel 105, paragraaf 1 van verordening (EEG) nr. 574/72. 4. In verband met de gezinsbijslag is artikel 10bis , paragraaf 1, d) van verordening (EEG) nr.574/72 van toepassing op werknemers en zelfstandigen met een referentieperiode van een kalendermaand in de betrekkingen tussen het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk België.

Indien de bepalingen hierboven door de bevoegde autoriteiten van België kunnen worden goedgekeurd, dan stel ik voor dat de ermee gepaard gaande uitwisseling van de brieven geldt als een overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Noorwegen.

De verdragsluitende partijen brengen elkaar schriftelijk en langs diplomatieke weg op de hoogte wanneer de grondwettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding van dit verdrag zijn vervuld. Het verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de laatste van die kennisgevingen werd ontvangen, met terugwerkende kracht tot 1januari 1994, de datum waarop het verdrag op de Europese Economische Ruimte van kracht is geworden. In afwachting dat dit verdrag in werking treedt, wordt het voorlopig al toegepast vanaf de ondertekeningsdatum, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1994.

Dit verdrag wordt gesloten voor een periode van één jaar en zal daarna jaarlijks stilzwijgend worden verlengd, tenzij de in overleg optredende bevoegde Noorse of Belgische autoriteiten minstens zes maanden vóór het verstrijken van elke termijn meedelen eraan te willen verzaken. » Met de meeste hoogachting, Voor de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk Noorwegen, De Minister van Sociale Zaken, H.M. SOLBERG

AAN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN HET KONINKRIJK NOORWEGEN Geachte Mevrouw, Hierbij bevestig ik u dat wij uw brief van 9 mei 1997 goed hebben ontvangen, met als inhoud : « Aan de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk België Geachte Mevrouw, Met verwijzing naar vorige onderhandelingen terzake stel ik, uit naam van de bevoegde Noorse autoriteiten in de zin van artikel 1 (1) van verordening (EEG) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 van de Raad van de Europese Gemeenschappen, betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (hierna « de verordening » genoemd), zoals bedoeld in bijlage 1 van verordening (EEG) nr. 574/72 van 21 maart 1972 van de Raad van de Europese Gemeenschappen, wijzigingen inbegrepen, de volgende bepalingen voor : 1. Op basis van de bepalingen van artikel 36, paragraaf 3 en artikel 63, paragraaf 3 van de verordening zal wederzijds worden verzaakt aan de terugbetaling van de kosten voor verstrekkingen in natura gemaakt door de instellingen van de ene staat voor rekening van de instellingen van de andere staat inzake ziekte en moederschap, zoals bedoeld in hoofdstuk 1, uitgezonderd artikel 22, paragraaf 1 c) en inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten, zoals bedoeld in artikel 55, paragraaf 1, c) van titel III van de verordening.2. De bepalingen hieronder zijn niet van toepassing op de kosten voor verstrekkingen in natura die zijn toegediend nadat een recht is verstreken krachtens de bovenvermelde bepalingen en voordat het verstrijken van dat recht door de bevoegde instelling is medegedeeld aan de bevoegde instelling van de woonplaats, volgens de procedures van verordening (EEG) nr.574/72, wijzigingen inbegrepen. De verantwoordelijkheid van de eerste instelling geldt tot het ogenblik waarop de instelling van de woonplaats het bericht krijgt dat het recht is verstreken. 3. Op basis van de bepalingen van artikel 105, paragraaf 2 van verordening (EEG) nr.574/72, zal wederzijds worden verzaakt aan de terugbetaling van kosten voor medische en administratieve controle die voortvloeien uit artikel 105, paragraaf 1 van verordening (EEG) nr. 574/72. 4. In verband met de gezinsbijslag is artikel 10bis, paragraaf 1, d) van verordening (EEG) nr.574/72 van toepassing op werknemers en zelfstandigen met een referentieperiode van een kalendermaand in de betrekkingen tussen het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk België.

Indien de bepalingen hierboven door de bevoegde autoriteiten van België kunnen worden goedgekeurd, dan stel ik voor dat de ermee gepaard gaande uitwisseling van de brieven geldt als een overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Noorwegen.

De verdragsluitende partijen brengen elkaar schriftelijk en langs diplomatieke weg op de hoogte wanneer de grondwettelijke formaliteiten voor de inwerkingtreding van dit verdrag zijn vervuld. Het verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de laatste van die kennisgevingen werd ontvangen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1994, de datum waarop het verdrag op de Europese Economische Ruimte van kracht is geworden. In afwachting dat dit verdrag in werking treedt, wordt het voorlopig al toegepast vanaf de ondertekeningsdatum, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1994.

Dit verdrag wordt gesloten voor een periode van één jaar en zal daarna jaarlijks stilzwijgend worden verlengd, tenzij de in overleg optredende bevoegde Noorse of Belgische autoriteiten minstens zes maanden vóór het verstrijken van elke termijn meedelen eraan te willen verzaken. » Uit naam van de bevoegde Belgische autoriteiten in de zin van artikel 1 (1) van verordening (EEG) nr. 1408/71, zoals bedoeld in bijlage 1 van verordening (EEG) nr. 574/72, aanvaard ik de voorstellen die in uw brief worden opgesomd.

Met de meeste hoogachting, Voor de bevoegde autoriteiten van het Koninkrijk België : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^