gepubliceerd op 01 februari 2007
Bekrachtiging door het Verenigd College van de ordonnantie tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1978 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn om bijstand te verlenen aan het gehandicapte lid van de raad voor maatschappelijk welzijn
18 JANUARI 2007. - Bekrachtiging door het Verenigd College van de ordonnantie tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1978 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn om bijstand te verlenen aan het gehandicapte lid van de raad voor maatschappelijk welzijn (1)
Het Verenigd College,
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 20 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, worden de woorden « en de vertrouwenspersonen bedoeld in artikel 20ter » ingevoegd na de woorden « de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn ».
Art. 3.In de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wordt een artikel 20ter ingevoegd, luidend : «
Art. 20ter.Het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn dat wegens een handicap zijn mandaat niet zelfstandig kan uitoefenen, kan zich voor de uitoefening van dit mandaat laten bijstaan door een vertrouwenspersoon die gekozen wordt uit de kiezers van de gemeente, voldoet aan de verkiesbaarheidsvereisten voor het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn en geen personeelslid is van de gemeentediensten of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de desbetreffende gemeente.
Voor de toepassing van het eerste lid, stelt het Verenigd College de criteria vast waaraan het gehandicapte raadslid moet voldoen.
Bij het verlenen van de bijstand, heeft de vertrouwenspersoon dezelfde verplichtingen en krijgt hij dezelfde middelen ter beschikking als het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, met inbegrip van het ontvangen van presentiegeld.
Het Verenigd College stelt de soorten handicaps vast die het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn recht geven op de bijstand van een specifiek opgeleide persoon, alsook de wijze en het bedrag van de vergoeding van deze persoon voor rekening van het centrum. Deze persoon hoeft niet noodzakelijk te worden gekozen uit de kiezers van de gemeente, te voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voor het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn en de eed af te leggen als bedoeld in artikel 20ter. De eventuele steun van andere overheden in het kader van de bijstand aan personen met een handicap wordt van zijn vergoeding afgetrokken. ».
Art. 4.Deze ordonnantie treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 18 januari 2007.
Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid en het Openbaar Ambt, B. CEREXHE Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen , en Openbaar Ambt P. SMET Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota (1) Documenten van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : Gewone zitting 2005-2006 B-63/1.Ontwerp van ordonnantie.
Gewone zitting 2006-2007 B-63/2. Verslag.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van vrijdag 22 december 2006.