gepubliceerd op 30 november 2006
Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, ondertekend te Sydney op 19 november 2002, en met de uitwisseling van nota's, gedagtekend op 4 april 2005 en op 29 augustus 2005 (2)
17 OKTOBER 2006. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, ondertekend te Sydney op 19 november 2002, en met de uitwisseling van nota's, gedagtekend op 4 april 2005 en op 29 augustus 2005 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, ondertekend te Sydney op 19 november 2002, en de uitwisseling van nota's, gedagtekend op 4 april 2005 en op 29 augustus 2005, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 17 oktober 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN Met 's Lands zegel gezegeld : De minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Senaat.
Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 5 mei 2006, nr. 3-1700/1. - Verslag, nr. 3-1700/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 6 juli 2006.
Kamer.
Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-2605/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-2605/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking en stemming. Vergadering van 13 juli 2006. (2) Deze Akten treden in werking op 25 november 2006. Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel.
De Regering van het Koninkrijk België, en De Regering van Australië, Geleid door de wens een overeenkomst te sluiten teneinde het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het personeel van de zendingen van de Zendstaat dan wel van consulaire posten die deze heeft op het grondgebied van de Ontvangende Staat, te vergemakkelijken.
Zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 Toepassingsgebied van de Overeenkomst 1. Mogen op grond van wederkerigheid betaalde werkzaamheden verrichten in de Ontvangende Staat : a) de echtgeno(o)te van de diplomatieke ambtenaren of van de andere personeelsleden van de zending van de Zendstaat, als bepaald in artikel 1 van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961), bij (i) de Ontvangende Staat, dan wel (ii) eventuele internationale organisaties in de Ontvangende Staat;b) de echtgeno(o)te van de consulaire ambtenaren of van de andere leden van de consulaire post van diezelfde Staat, als bepaald in artikel 1 van het Verdrag van Wenen inzake consulair verkeer (1963);c) andere gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van de ambtenaren, functionarissen en personeelsleden van de zending of consulaire post van de Zendstaat, voor zover de interne wetgeving van de Ontvangende Staat zulks toelaat.In voorkomend geval wordt bij latere briefwisseling tussen de Partijen bij deze Overeenkomst bepaald wie onder deze categorie valt. 2. De toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten wordt verleend door de autoriteiten van de Ontvangende Staat overeenkomstig de aldaar van kracht zijnde voorschriften en overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst.3. Deze toestemming geldt niet de ingezetenen van de Ontvangende Staat of de vaste verblijfhouders op zijn grondgebied.4. Tenzij de Ontvangende Staat anderszins beslist, wordt geen toestemming verleend aan de begunstigde die, na betaalde werkzaamheden te hebben aanvaard, niet langer deel uitmaakt van het gezin van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen.5. De toestemming is geldig voor de periode dat de in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen zijn aangesteld bij de diplomatieke zending of de consulaire post van de Zendstaat op het grondgebied van de Ontvangende Staat, en vervalt wanneer de aanstelling eindigt (dan wel binnen een redelijke termijn na de beëindiging). Artikel 2 Procedures 1. Verzoeken om toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden worden uit naam van de begunstigde door de ambassade van de Zendstaat naar het ministerie of de overheidsdienst van de Ontvangende Staat die bevoegd is voor Buitenlandse Zaken, gestuurd.2. De gevolgde procedures worden dusdanig toegepast dat de begunstigde van de toestemming zo snel mogelijk betaalde werkzaamheden kan verrichten;alle voorschriften inzake werkvergunningen en soortgelijke formaliteiten worden welwillend toegepast. 3. Toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten betekent niet dat de begunstigde wordt vrijgesteld van de vereisten of voorschriften die gewoonlijk van toepassing zijn op persoonsgegevens, professionele of andere kwalificaties waarvan de werknemer het bewijs dient te leveren voor het verrichten van de betaalde werkzaamheden Artikel 3 Civiel- en administratiefrechtelijke voorrechten en immuniteiten Ingeval de begunstigde van een toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht geniet in de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer, dan wel enig ander internationaal verdrag, zal afstand worden gedaan van deze immuniteit ten aanzien van de handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden welke onder het burgerlijk en administratief recht van de Ontvangende Staat vallen. De Zendstaat doet ook afstand van de immuniteit van tenuitvoerlegging van vonnissen die met betrekking tot dergelijke handelingen worden uitgesproken.
Artikel 4 Immuniteit ten aanzien van strafzaken Ingeval de begunstigde van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Ontvangende Staat overeenkomstig de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen, dan wel van enig ander internationaal verdrag : a) doet de Zendstaat afstand van de immuniteit van de rechtsmacht die de begunstigde ten aanzien van de Ontvangende Staat geniet in strafzaken met betrekking tot elk handelen of nalaten dat voortvloeit uit de betaalde werkzaamheden, behalve in bijzondere gevallen wanneer de Zendstaat van mening is dat het doen van afstand in strijd is met zijn belangen;b) het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken wordt niet geacht mede betrekking te hebben op de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het vonnis, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan.In dergelijk geval neemt de Zendstaat het verzoek van de Ontvangende Staat ernstig in overweging.
Artikel 5 Belasting- en sociale zekerheidsstelsels In overeenstemming met de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen dan wel krachtens enig ander toepasselijk internationaal verdrag zijn de begunstigden van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden onderworpen aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de Ontvangende Staat, ten aanzien van alles wat verband houdt met het verrichten van bedoelde werkzaamheden in deze Staat.
Artikel 6 Duur en beëindiging Deze Overeenkomst blijft van kracht voor onbepaalde duur, met dien verstande dat elk van de Partijen ze te allen tijde kan beëindigen door hiervan zes maanden van te voren schriftelijk kennis te geven aan de andere Partij.
Artikel 7 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking een maand na de datum waarop de laatste kennisgeving dat aan de grondwettelijke en wettelijke voorschriften is voldaan, werd uitgewisseld.
Ten blijke waarvan de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Sydney, op 19 november 2002 in twee originele exemplaren, in de Franse, de Nederlandse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in uitlegging, is de Engelse tekst doorslaggevend.
Aan de Ambassade van Australië te Brussel De federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking biedt de Ambassade van Australië haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en Australië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, ondertekend te Sydney op 19 november 2002.
Het artikel 1, § 1, c), van de wederkerigheidsovereenkomst voorziet dat bij een latere uitwisseling van brieven de andere gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van de ambtenaren, functionarissen en personeelsleden van de zending of consulaire post van de Zendstaat die eveneens genieten van deze Overeenkomst overeenkomstig de interne wetgeving van de Ontvangende Staat, zullen bepaald worden.
Overeenkomstig de van kracht zijnde interne Belgische reglementering bepaalt het Koninkrijk België dat de begunstigden voorzien in artikel 1, § 1, c), de ongehuwde kinderen ten laste jonger dan 18 jaar van de diplomatieke of consulaire ambtenaren van de Zendstaat zoals omschreven in artikel 1 van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer van 1961 en 1963, zijn.
De federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft de eer de Ambassade van Australië voor te stellen dat deze nota en het antwoord van de Ambassade van Australië een akkoord ter uitlegging van de in de rand vermelde Overeenkomst vormen.
De federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking neemt deze gelegenheid te baat om de Ambassade van Australië opnieuw zijn bijzondere hoogachting te betuigen.
Gedaan te Brussel op 4 april 2005.
Note No. 99/2005 The Australian Embassy presents its compliments to the Federal Public Service Foreign Affairs, Foreign Trade and Development Cooperation of the Kingdom of Belgium and has the honour to refer to the Agreement between Australia and the Kingdom of Belgium on the Gainful Employment of Certain Dependants of Diplomatic and Consular Personnel, done at Sydney on 19 November 2002.
The Australian Embassy has the further honour to acknowledge receipt of the Federal Public Service Foreign Affairs, Foreign Trade and Development Cooperation of the Kingdom of Belgium's note of 4 April 2005. The text of that note is attached to this document. The Australian Embassy has the honour to confirm the proposals set forth in the note of 4 April; as attached..
The Australian Embassy avails itself of this opportunity to renew to the Federal Public Service Foreign Affairs, Foreign Trade and Development Cooperation the assurances of its highest consideration.
Nota nr. 99/2005 De Ambassade van Australië biedt de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van het Koninkrijk België haar complimenten aan en heeft de eer te verwijzen naar de Overeenkomst tussen Australië en het Koninkrijk België inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, ondertekend te Sydney op 19 november 2002.
De Ambassade van Australië heeft verder de eer de ontvangst te melden van de nota van 4 april 2005 van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De tekst van deze nota is gehecht aan dit document.
De Ambassade van Australië heeft de eer de voorstellen uiteengezet in de nota van 4 april, zoals toegevoegd, te bevestigen.
De Ambassade van Australië neemt deze gelegenheid te baat om de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking opnieuw zijn bijzondere hoogachting te betuigen.
Gedaan te Brussel, 29 augustus 2005.