Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 maart 2024
gepubliceerd op 02 april 2024

Wet betreffende de termijnen en de sancties voor de verzekeringsprestaties

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2024002961
pub.
02/04/2024
prom.
17/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MAART 2024. - Wet betreffende de termijnen en de sancties voor de verzekeringsprestaties (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen

Art. 2.In de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen wordt een artikel 73/1 ingevoegd, luidende: "Betaling van een verzekeringsprestatie en sancties

Art. 73/1.§ 1. Dit artikel geldt bij gebreke van andere specifieke wetsbepalingen met betrekking tot bepaalde soorten schadegevallen, met name de artikelen 111/1, 121, 145/1 tot 145/5, 197/1 en 197/2 van deze wet, alsook de artikelen 13 en 14 van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. § 2. Wanneer een persoon naar aanleiding van een schadegeval een verzoek tot betaling van een verzekeringsprestatie indient maar de verzekeraar de dekking van dit schadegeval door de verzekeringsovereenkomst betwist, geeft de verzekeraar een met redenen omkleed antwoord op de elementen die in het verzoek worden vermeld binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop dit verzoek werd ingediend.

Indien geen met redenen omkleed antwoord is gegeven binnen de termijn van drie maanden bedoeld in het eerste lid is de verzekeraar van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro ten voordele van de begunstigde van de verzekeringsprestatie.

Wanneer de begunstigde van de verzekeringsprestatie, na het verstrijken van de termijn van drie maanden bedoeld in het eerste lid, bij aangetekende zending of met om het even welk ander gelijkgesteld middel een herinnering aan de verzekeraar heeft verzonden, is deze van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro per dag vertraging ten voordele van de begunstigde van de verzekeringsprestatie vanaf de dag van de verzending van de herinnering indien hij niet binnen elf dagen op de herinnering heeft geantwoord. De Koning kan de communicatiemiddelen die als gelijkgesteld met de aangetekende zending worden beschouwd, nader bepalen.

De termijn van elf dagen bedoeld in het derde lid gaat in op de derde werkdag na de dag waarop de begunstigde van de verzekeringsprestatie de herinnering heeft verzonden, tenzij de verzekeraar het tegendeel bewijst.

Het bedrag bedoeld in het derde lid is niet meer verschuldigd de dag volgend op de dag van de ontvangst, door de begunstigde van de verzekeringsprestatie, van het met redenen omklede antwoord of het gemotiveerde betalingsvoorstel.

De in het tweede en derde lid bedoelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari automatisch geïndexeerd op basis van het meest recent beschikbare indexcijfer van de consumptieprijzen. De indexering gebeurt voor de eerste maal op 1 januari van het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van deze wet, met als referentie-index de consumptieprijsindex van de maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet. Het basisjaar dat gebruikt wordt voor de consumptieprijsindex is 2013 = 100. § 3. De verzekeraar voert de overeengekomen verzekeringsprestatie uit binnen de termijn bepaald in paragraaf 6 te rekenen vanaf het moment waarop: 1° hij over alle hiertoe redelijkerwijs benodigde elementen beschikt; en 2° er geen enkele betwisting meer bestaat betreffende: a) de dekking van het schadegeval door de verzekeringsovereenkomst;b) het bedrag van de verschuldigde verzekeringsprestatie. § 4. Wanneer het definitieve bedrag van de verzekeringsprestatie betwist wordt, betaalt de verzekeraar het gedeelte van de verzekeringsprestatie dat zonder betwisting bij onderling akkoord tussen de verzekeraar en de begunstigde van de verzekeringsprestatie is vastgesteld binnen de termijn bepaald in paragraaf 6. § 5. De voorstellen tot voorschot mogen in geen geval een kwijting voor saldo van rekening bevatten, zelfs geen gedeeltelijke kwijting. § 6. De verschuldigde bedragen worden betaald binnen dertig dagen na hun vaststelling.

Het gedeelte van de verzekeringsprestatie dat niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn wordt betaald, brengt van rechtswege een interest op die gelijk is aan tweemaal de wettelijke interestvoet, te rekenen vanaf de dag die volgt op die waarop de termijn verstrijkt tot op de dag van de daadwerkelijke betaling, tenzij de verzekeraar bewijst dat de vertraging niet te wijten is aan hemzelf of aan een van zijn gemachtigden. § 7. Verzoeken van de verzekeraar in verband met documenten en inlichtingen die hem in staat moeten stellen om te bepalen of het schadegeval dat zich voordeed door de waarborg gedekt is, alsook om het bedrag van de verzekeringsprestatie te bepalen, moeten redelijk en relevant zijn. § 8. De termijnen waarin paragraaf 2 en 6 voorzien, worden opgeschort wanneer de verzekeraar de begunstigde van de verzekeringsprestatie schriftelijk de redenen duidelijk heeft gemaakt die, buiten zijn wil en die van zijn gemachtigden om, de goede uitvoering van zijn verplichtingen binnen de genoemde termijnen onmogelijk maken. § 9. Dit artikel is van toepassing wanneer de betaling of de betalingen door de verzekeraar rechtstreeks aan de begunstigde van de verzekeringsverzekeringsprestatie worden gedaan. Het geldt niet: 1° voor gesubrogeerde derden; 2° wanneer de verzekeringsprestatie aan een dienstverlenende derde wordt betaald volgens een met die dienstverlener overeengekomen mechanisme, binnen de grenzen van deze verzekeringsprestatie."

Art. 3.In deel 4, titel III, hoofdstuk 2, afdeling I, onderafdeling 4, van dezelfde wet wordt een artikel 111/1 ingevoegd, luidende: "Betaling van een verzoek tot schadevergoeding en sancties

Art. 111/1.§ 1. Dit artikel geldt bij gebreke van andere specifieke wetsbepalingen met betrekking tot bepaalde soorten schadegevallen, met name artikel 121. § 2. Wanneer de verzekerde een verzoek tot schadevergoeding indient maar de verzekeraar de dekking van het schadegeval door de verzekeringsovereenkomst betwist, geeft de verzekeraar een met redenen omkleed antwoord op de elementen die in het verzoek tot schadevergoeding worden vermeld binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop dit verzoek werd ingediend.

Indien geen met redenen omkleed antwoord is gegeven binnen de termijn van drie maanden bedoeld in het eerste lid is de verzekeraar van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro ten voordele van de begunstigde van de verzekeringsprestatie.

Wanneer de begunstigde van de verzekeringsprestatie, na het verstrijken van de termijn van drie maanden bedoeld in het eerste lid, bij aangetekende zending of met om het even welk ander gelijkgesteld middel een herinnering aan de verzekeraar heeft verzonden, is deze van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro per dag vertraging ten voordele van de begunstigde van de verzekeringsprestatie vanaf de dag van de verzending van de herinnering indien hij niet binnen elf dagen op de herinnering heeft geantwoord. De Koning kan de communicatiemiddelen die als gelijkgesteld met de aangetekende zending worden beschouwd, nader bepalen.

De termijn van elf dagen bedoeld in het derde lid gaat in op de derde werkdag na de dag waarop de begunstigde van de verzekeringsprestatie de herinnering heeft verzonden, tenzij de verzekeraar het tegendeel bewijst.

Het bedrag bedoeld in het derde lid is niet meer verschuldigd de dag volgend op de dag van de ontvangst door de verzekerde van het met redenen omklede antwoord of het gemotiveerde voorstel tot schadevergoeding.

De in het tweede en derde lid bedoelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari automatisch geïndexeerd op basis van het meest recent beschikbare indexcijfer van de consumptieprijzen. De indexering gebeurt voor de eerste maal op 1 januari van het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van deze wet, met als referentie-index de consumptieprijsindex van de maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet. Het basisjaar dat gebruikt wordt voor de consumptieprijsindex is 2013 = 100. § 3. Voor zover de dekking van het schadegeval door de overeenkomst niet wordt betwist, betaalt de verzekeraar het gedeelte van de vergoeding dat zonder betwisting bij onderling akkoord tussen de partijen is vastgesteld binnen dertig dagen die volgen op dit akkoord.

In geval van betwisting van het bedrag van de schadevergoeding stelt de verzekerde een expert aan die in samenspraak met de door de verzekeraar aangewezen expert het bedrag van de schadevergoeding zal vaststellen. Indien er geen akkoord bereikt wordt, stellen beide experten een derde expert aan. De definitieve beslissing over het bedrag van de schadevergoeding wordt dan door de experten genomen met meerderheid van de stemmen. De kosten van de door de verzekerde aangestelde expert en in voorkomend geval de derde expert worden voorgeschoten door de verzekeraar en zijn ten laste van de in het ongelijk gestelde partij.

De beëindiging van de expertise of de vaststelling van het schadebedrag vindt plaats binnen negentig dagen die volgen op de datum waarop de verzekerde de verzekeraar op de hoogte heeft gebracht van de aanstelling van zijn expert.

De schadevergoeding wordt betaald binnen dertig dagen die volgen op de datum van de beëindiging van de expertise of, bij gebrek daaraan, op de datum van de vaststelling van het schadebedrag. § 4. De termijnen bepaald in de paragrafen 2 en 3 worden opgeschort in de volgende gevallen: 1° de verzekerde heeft op de datum van de beëindiging van de expertise niet alle verplichtingen vervuld die de verzekeringsovereenkomst hem oplegt;2° er bestaan vermoedens dat het schadegeval opzettelijk veroorzaakt kan zijn door de verzekerde of de verzekeringsbegunstigde;3° de verzekeraar heeft de verzekerde schriftelijk de redenen duidelijk gemaakt die, buiten zijn wil en die van zijn gemachtigden om, de beëindiging van de expertise of de vaststelling van het schadebedrag bedoeld in paragraaf 3 beletten. In het geval bedoeld in het eerste lid, 1°, beginnen de termijnen pas te lopen vanaf de dag die volgt op de dag waarop de verzekerde de genoemde contractuele verplichtingen is nagekomen.

In het geval bedoeld in het eerste lid, 2°, kan de verzekeraar zich het recht voorbehouden vooraf kopie van het strafdossier te nemen. Het verzoek om kennis ervan te mogen nemen wordt door de verzekeraar geformuleerd zodra dit mogelijk is, en in het geval van een expertise uiterlijk binnen dertig dagen na de beëindiging ervan. Indien de verzekerde of de begunstigde die om vergoeding vraagt niet strafrechtelijk wordt vervolgd, gebeurt de eventuele betaling binnen dertig dagen nadat de verzekeraar kennis heeft genomen van de conclusies van het genoemde dossier. § 5. In geval van niet-eerbiediging van de termijnen bedoeld in paragraaf 3, brengt het gedeelte van de vergoeding dat niet wordt betaald binnen de termijnen van rechtswege een interest op die gelijk is aan tweemaal de wettelijke interestvoet, te rekenen vanaf de dag die volgt op het verstrijken van de termijn tot op de dag van de daadwerkelijke betaling, tenzij de verzekeraar bewijst dat de vertraging niet te wijten is aan hemzelf of aan een van zijn gemachtigden. § 6. Verzoeken van de verzekeraar in verband met documenten en inlichtingen die hem in staat moeten stellen om te bepalen of het schadegeval dat zich voordeed door de waarborg gedekt is, alsook om het bedrag van de verzekeringsprestatie te bepalen, moeten redelijk en relevant zijn. § 7. De voorstellen tot voorschot mogen in geen geval een kwijting voor saldo van rekening bevatten, zelfs geen gedeeltelijke kwijting. § 8. Dit artikel is van toepassing wanneer de betaling of de betalingen door de verzekeraar rechtstreeks aan de begunstigde van de verzekeringsprestatie worden gedaan. Het geldt niet: 1° voor gesubrogeerde derden; 2° wanneer de verzekeringsprestatie aan een dienstverlenende derde wordt betaald volgens een met die dienstverlener overeengekomen mechanisme, binnen de grenzen van deze verzekeringsprestatie."

Art. 4.In artikel 121 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, 2°, worden de woorden "Het gaat over een diefstal of er" vervangen door het woord "Er";2° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 8, 9 en 10, luidende: " § 8.Wanneer de verzekerde een verzoek tot schadevergoeding indient maar de verzekeraar de dekking van het schadegeval door de verzekeringsovereenkomst betwist, geeft de verzekeraar een met redenen omkleed antwoord op de elementen die in het verzoek tot schadevergoeding worden vermeld binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop dit verzoek werd ingediend.

Indien geen met redenen omkleed antwoord is gegeven binnen de termijn van drie maanden bedoeld in het eerste lid is de verzekeraar van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro ten voordele van de begunstigde van de verzekeringsprestatie.

Wanneer de begunstigde van de verzekeringsprestatie, na het verstrijken van de termijn van drie maanden bedoeld in het eerste lid, bij aangetekende zending of met om het even welk ander gelijkgesteld middel een herinnering aan de verzekeraar heeft verzonden, is deze van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro per dag vertraging ten voordele van de begunstigde van de verzekeringsprestatie vanaf de dag van de verzending van de herinnering indien hij niet binnen elf dagen op de herinnering heeft geantwoord. De Koning kan de communicatiemiddelen die als gelijkgesteld met de aangetekende zending worden beschouwd, nader bepalen.

De termijn van elf dagen bedoeld in het derde lid gaat in op de derde werkdag na de dag waarop de begunstigde van de verzekeringsprestatie de herinnering heeft verzonden, tenzij de verzekeraar het tegendeel bewijst.

Het bedrag bedoeld in het derde lid is niet meer verschuldigd de dag volgend op de dag van de ontvangst door de verzekerde van het met redenen omklede antwoord of het gemotiveerde voorstel tot schadevergoeding.

De in het tweede en derde lid bedoelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari automatisch geïndexeerd op basis van het meest recent beschikbare indexcijfer van de consumptieprijzen. De indexering gebeurt voor de eerste maal op 1 januari van het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van deze wet, met als referentie-index de consumptieprijsindex van de maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet. Het basisjaar dat gebruikt wordt voor de consumptieprijsindex is 2013 = 100.

Deze paragraaf is niet van toepassing op de eenvoudige risico's die de Koning overeenkomstig paragraaf 2 heeft bepaald. § 9. Verzoeken van de verzekeraar in verband met documenten en inlichtingen die hem in staat moeten stellen om te bepalen of het schadegeval dat zich voordeed door de waarborg gedekt is, alsook om het bedrag van de verzekeringsprestatie te bepalen, moeten redelijk en relevant zijn. § 10. De voorstellen tot voorschot mogen in geen geval een kwijting voor saldo van rekening bevatten, zelfs geen gedeeltelijke kwijting."

Art. 5.In dezelfde wet wordt een artikel 145/1 ingevoegd, luidende: "Toepassingsgebied van de betaling van een verzoek tot schadevergoeding en sancties in het geval van de aansprakelijkheidsdekking

Art. 145/1.De artikelen 145/2 tot en met 145/5 zijn van toepassing voor schade geleden door benadeelden die natuurlijke personen of rechtspersonen zijn.

Zij gelden bij gebreke van andere specifieke wetsbepalingen met betrekking tot bepaalde soorten schadegevallen, met name de artikelen 13 en 14 van de wet van 21 november 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/11/1989 pub. 23/12/2009 numac 2009000839 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen."

Art. 6.In dezelfde wet wordt een artikel 145/2 ingevoegd, luidende: "Betaling van een verzoek tot schadevergoeding en sancties

Art. 145/2.§ 1. Binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop de benadeelde een verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend, moet de verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt van degene aan wie het schadegeval wordt toegerekend, of zijn mandataris voor de regeling van het schadegeval, een met redenen omkleed voorstel tot schadevergoeding voorleggen wanneer aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de dekking van de aansprakelijkheid door de verzekeringsovereenkomst wordt niet betwist, 2° de aansprakelijkheid wordt niet betwist, 3° en de schade wordt niet betwist en werd gekwantificeerd. Wanneer de schade niet volledig gekwantificeerd is, moet de verzekeraar of zijn mandataris voor de regeling van het schadegeval een voorstel tot voorschot voorleggen. Wat de lichamelijke schade betreft, heeft het voorschot ten minste betrekking op de reeds gemaakte kosten en op het zonder betwisting verschuldigde bedrag in het licht van de reeds gekende gevolgen van de geleden schade en, in het bijzonder, de periodes van tijdelijke ongeschiktheid en invaliditeit die al zijn verstreken of nog te verwachten zijn op basis van de beschikbare, al dan niet tegensprekelijke, verslagen van de medische expertise. Het in aanmerking te nemen toekomstige nadeel mag beperkt worden tot de drie maanden na de datum waarop de benadeelde zijn verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend.

In voorkomend geval deelt de verzekeraar aan de benadeelde de conclusies mee van het voorlopig eenzijdig verslag van de medische expertise, waarbij hij verduidelijkt dat het om een voorlopig medisch verslag gaat en de benadeelde aanbeveelt zich te informeren over waar hij recht op heeft. § 2. De benadeelde aan wie een voorstel tot voorschot wordt gericht, kan ten vroegste zes maanden na het vorige verzoek een nieuw verzoek indienen op basis van later verzamelde aanvullende informatie over de schade en de evolutie hiervan. § 3. Indien geen voorstel is voorgelegd binnen de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde termijn van drie maanden is de verzekeraar van rechtswege gehouden ten voordele van de benadeelde tot betaling van een bijkomend bedrag dat overeenkomt met de wettelijke interestvoet, toegepast op de vergoeding of het voorschot door de verzekeraar voorgesteld of door de rechter aan de benadeelde toegewezen, en dit gedurende een termijn die ingaat op de dag waarop de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde termijn van drie maanden verstrijkt en die loopt tot de dag volgend op de dag van ontvangst van het voorstel door de benadeelde of, in voorkomend geval, tot de dag waarop het vonnis of arrest waarbij de vergoeding wordt toegewezen in kracht van gewijsde is gegaan.

Dezelfde sanctie is van toepassing wanneer het bedrag vermeld in het in paragraaf 1 bedoelde voorstel niet betaald wordt binnen dertig werkdagen die volgen op de datum van de ontvangst door de verzekeraar van de aanvaarding van dit voorstel door de benadeelde. In dit geval loopt de termijn vanaf de dag van de ontvangst van de aanvaarding tot de dag waarop het bedrag aan de benadeelde is gestort.

Dezelfde sanctie is van toepassing wanneer het bedrag vermeld in het in paragraaf 1 bedoelde voorstel kennelijk ontoereikend is. De interest wordt berekend op het verschil tussen het bedrag vermeld in het voorstel en het bedrag vermeld in het vonnis of arrest dat verband houdt met dit voorstel en dat kracht van gewijsde heeft. De termijn loopt vanaf de dag na het verstrijken van de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde termijn van drie maanden tot de dag van het vonnis of het arrest. § 4. De voorstellen tot voorschot mogen in geen geval een kwijting voor saldo van rekening bevatten, zelfs geen gedeeltelijke kwijting. § 5. Verzoeken van de verzekeraar in verband met documenten en inlichtingen die hem in staat moeten stellen om te bepalen of het schadegeval dat zich voordeed door de waarborg gedekt is, alsook om het bedrag van de verzekeringsprestatie te bepalen, moeten redelijk en relevant zijn."

Art. 7.In dezelfde wet wordt een artikel 145/3 ingevoegd, luidende: "Sancties in het geval van ontbreken van een met redenen omkleed antwoord in het geval van betwisting

Art. 145/3.§ 1. Wanneer de benadeelde een verzoek tot schadevergoeding indient maar: 1° de dekking van de aansprakelijkheid door de verzekeringsovereenkomst wordt betwist, 2° de aansprakelijkheid wordt betwist of niet duidelijk wordt vastgesteld, of 3° de schade wordt betwist of niet gekwantificeerd is, geeft de verzekeraar die de aansprakelijkheid dekt van degene aan wie het schadegeval wordt toegerekend, of zijn mandataris voor de regeling van het schadegeval, een met redenen omkleed antwoord op de elementen die in het verzoek worden vermeld, en dit binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop dit verzoek werd ingediend. § 2. Indien geen met redenen omkleed antwoord is gegeven binnen de termijn van drie maanden bedoeld in paragraaf 1 is de verzekeraar van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro ten voordele van de benadeelde.

Wanneer de benadeelde, na het verstrijken van de termijn van drie maanden bedoeld in paragraaf 1, bij aangetekende zending of met om het even welk ander gelijkgesteld middel een herinnering aan de verzekeraar heeft verzonden, is deze van rechtswege gehouden tot betaling van een forfaitair bedrag van 300 euro per dag vertraging ten voordele van de benadeelde vanaf de dag van de verzending van de herinnering indien hij niet binnen elf dagen op de herinnering heeft geantwoord. De Koning kan de communicatiemiddelen die als gelijkgesteld met de aangetekende zending worden beschouwd, nader bepalen.

De termijn van elf dagen bedoeld in het tweede lid gaat in op de derde werkdag na de dag waarop de benadeelde de herinnering heeft verzonden, tenzij de verzekeraar het tegendeel bewijst.

Het bedrag bedoeld in het tweede lid is niet meer verschuldigd de dag volgend op de dag van de ontvangst door de benadeelde van het met redenen omklede antwoord of het gemotiveerde voorstel tot schadevergoeding.

De in het eerste en tweede lid bedoelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari automatisch geïndexeerd op basis van het meest recent beschikbare indexcijfer van de consumptieprijzen. De indexering gebeurt voor de eerste maal op 1 januari van het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van deze wet, met als referentie-index de consumptieprijsindex van de maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet. Het basisjaar dat gebruikt wordt voor de consumptieprijsindex is 2013 = 100."

Art. 8.In dezelfde wet wordt een artikel 145/4 ingevoegd, luidende: "Opschorting van de termijnen

Art. 145/4.De termijnen bepaald in de artikelen 145/2 en 145/3 worden opgeschort wanneer de verzekeraar de benadeelde schriftelijk de redenen duidelijk heeft gemaakt die, buiten zijn wil en die van zijn gemachtigden om, de goede uitvoering van zijn verplichtingen binnen de genoemde termijnen onmogelijk maken."

Art. 9.In dezelfde wet wordt een artikel 145/5 ingevoegd, luidende: "Beperkingen van het toepassingsgebied

Art. 145/5.De artikelen 145/2 en 145/3 zijn van toepassing wanneer de betaling of de betalingen door de verzekeraar rechtstreeks aan de benadeelde worden gedaan. Zij gelden niet: 1° voor gesubrogeerde derden; 2° wanneer de verzekeringsprestatie aan een dienstverlenende derde wordt gestort volgens een met deze dienstverlener overeengekomen mechanisme, binnen de grenzen van deze verzekeringsprestatie." HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding

Art. 10.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Zij is van toepassing op de verzoeken tot schadevergoeding die vanaf deze datum zijn ingediend.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 17 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 55-3749 (2023/2024) Integraal Verslag : 14 maart 2024

^