Etaamb.openjustice.be
Wet van 17 maart 1999
gepubliceerd op 06 juli 1999

Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 7 juli 1997

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1999015126
pub.
06/07/1999
prom.
17/03/1999
ELI
eli/wet/1999/03/17/1999015126/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 MAART 1999. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 7 juli 1997 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen, ondertekend te Brussel op 7 juli 1997, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 17 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Justitie, T. VAN PARYS Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 : Senaat. Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 20 januari 1999, nr. 1-1236/1. - Verslag, nr. 1-1236/2. - Tekst aangenomen in vergadering en overgezonden aan de Kamer, nr. 1-1236/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 11 februari 1999.- Stemming. Vergadering van 11 februari 1999.

Kamer.

Documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 49-1990/1. - Verslag, nr. 49-1990/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking. Vergadering van 25 februari 1998.- Stemming. Vergadering van 25 februari 1999.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko inzake bijstand aan gedetineerde personen en overbrenging van gevonniste personen Het Koninkrijk België en Het Koninkrijk Marokko Ernaar strevend de vriendschappelijke betrekkingen en de samenwerking tussen beide Staten, inzonderheid de gerechterlijke samenwerking tussen beiden te bevorderen, Ernaar strevend in gemeen overleg de aangelegenheden betreffende de overbrenging van gevonniste personen te regelen, Ernaar strevend gevonniste personen de mogelijkheid te bieden hun vrijheidsberovende straf te ondergaan in het land waarvan zij onderdaan zijn, teneinde hun resocialisatie te vergemakkelijken, Vastbesloten elkaar, volgens de regels en onder de voorwaarden bepaald in deze Overeenkomst, de ruimst mogelijke samenwerking te verlenen zowel betreffende bijstand aan gedetineerde personen, als betreffende de overbrenging van personen veroordeeld tot vrijheidsberovende straffen, Zijn overeengekomen als volgt : TITEL I. - Bijstand van consuls aan gedetineerde personen Artikel 1 a) Tenzij betrokkene zich daartegen uitdrukkelijk verzet, geven de bevoegde autoriteiten van elke Staat de bevoegde Consul onverwijld kennis van de aanhouding, de opsluiting of een andere vorm van detentie waaraan een onderdaan van de andere Staat onderworpen is, van de feiten die hem ten laste worden gelegd alsmede van de wettelijke bepalingen welke als grondslag dienen voor de vervolging.Deze kennisgeving moet zo spoedig mogelijk geschieden en, uiterlijk, voor het verstrijken van een termijn van zes dagen te rekenen van de dag waarop bovengenoemde onderdaan aangehouden of opgesloten, dan wel aan een andere vorm van detentie onderworpen is. Hetzelfde geldt zodra een definitieve veroordeling is uitgesproken; b) Tenzij betrokkene zich daartegen uitdrukkelijk verzet, heeft de Consul het recht zich te begeven naar een van zijn onderdanen die aangehouden of opgesloten, dan wel aan een andere vorm van detentie onderworpen is, of een vrijheidsberovende straf ondergaat in de Staat van verblijf, zich met hem te onderhouden en met hem in briefwisseling te zijn, alsmede erin te voorzien dat hij in rechte wordt vertegenwoordigd.Het recht zich naar deze onderdaan te begeven wordt de Consul zo spoedig mogelijk toegekend en, uiterlijk, voor het verstrijken van een termijn van acht dagen te rekenen van de dag waarop de betrokkene aangehouden, opgesloten of aan een andere vorm van detentie onderworpen is. De bezoeken worden op gezette tijden en met redelijke tussentijden toegestaan. c) Behoudens andersluidend advies van de rechterlijke autoriteit, stellen de bevoegde autoriteiten de Consul onverwijld in het bezit van de briefwisseling en de mededelingen die aan hem zijn gericht door de onderdaan van de andere Staat, die in de Staat van verblijf aangehouden, opgesloten of aan een andere vorm van detentie onderworpen is, dan wel een vrijheidsberovende straf ondergaat. Artikel 2 Ingeval een onderdaan van een van beide Staten wordt aangehouden wegens een onopzettelijk misdrijf begaan in de andere Staat, streven de bevoegde autoriteiten ernaar, in het kader van hun wetgeving, de nodige voorzieningen te treffen, inzonderheid maatregelen betreffende gerechtelijk toezicht of het stellen van een borg, zodat betrokkene in vrijheid kan worden gesteld. Aan de bevoegde Consul wordt kennis gegeven van de maatregelen die aan zijn onderdaan werden opgelegd.

TITEL II. - Overbrenging van gevonniste en gedetineerde personen HOOFDSTUK I. - Algemene beginselen Artikel 3 Voor de toepassing deze Overeenkomst wordt verstaan onder : a) de uitdrukking "Staat van veroordeling" de Staat waarin de veroordeling werd uitgesproken en waaruit de persoon wordt overgebracht;b) de uitdrukking "Staat van tenuitvoerlegging" de Staat waarnaar de gevonniste persoon wordt overgebracht teneinde zijn straf te ondergaan;c) de term " gedetineerde veroordeelde" de persoon die op het grondgebied van een van beide Staten rechterlijk werd veroordeeld, een vrijheidsberovende straf moet ondergaan en in hechtenis is genomen;d) de vrijheidsberovende veiligheidsmaatregelen die door een rechter wegens een misdrijf worden uitgesproken worden eveneens als een veroordeling beschouwd. Artikel 4 De bevoegde autoriteiten van de Staat van veroordeling geven aan definitief veroordeelde onderdanen van de andere Staat kennis van de mogelijkheid om, krachtens deze Overeenkomst, te worden overbracht naar hun land van herkomst met het oog op de tenuitvoerlegging van hun straf.

Artikel 5 Deze Overeenkomst is van toepassing onder de volgende voorwaarden : a) het misdrijf dat aan het verzoek ten grondslag ligt, moet in de wetgeving van beide Staten strafbaar zijn gesteld;b) de rechterlijke beslissing moet definitief en uitvoerbaar zijn;c) de veroordeelde moet een onderdaan zijn van de Staat waarnaar hij wordt overgebracht;d) de veroordeelde of zijn wettelijk vertegenwoordiger, gelet op zijn leeftijd of op zijn lichamelijke of op zijn geestelijke toestand, moet met de overbrenging instemmen, vrijwillig en zich volledig bewust van de daaruit voortvloeiende juridische gevolgen, inzonderheid de gevolgen bedoeld in artikel 14, tweede lid;e) op het tijdstip van het verzoek tot overbrenging, moet de gevonniste persoon nog ten minste een jaar van de straf ondergaan;in uitzonderingsgevallen kunnen beide Staten zich akkoord verklaren met de overbrenging zelfs wanneer de duur van de alsnog te ondergane straf lager is dan een jaar; d) de Overeenkomstsluitende Partijen moeten het over de overbrenging eens zijn. Artikel 6 De overbrenging van de gevonniste persoon wordt geweigerd : a) wanneer de aangezochte Staat van oordeel is dat de overbrenging zou kunnen leiden tot een aantasting van zijn soevereiniteit, van zijn veiligheid, van zijn openbare orde, van de grondbeginselen van zijn rechtsorde of van zijn wezenlijke belangen;b) wanneer er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat in geval van tenuitvoerlegging van de straf in de Staat van tenuitvoerlegging, de toestand van de gevonniste persoon zou kunnen verslechteren wegens zijn ras, godsdienst of politieke overtuiging;c) wanneer de straf volgens de wet van een van beide Staten verjaard is. Artikel 7 De overbrenging kan worden geweigerd : a) wanneer het misdrijf uitsluitend bestaat uit het niet-nakomen van militaire verplichtingen;b) wanneer de veroordeling die aan het verzoek ten grondslag lag, gegrond is op feiten die in de Staat van tenuitvoerlegging definitief zijn berecht;c) wanneer de bevoegde autoriteiten van de Staat van tenuitvoerlegging beslist hebben geen vervolgingen in te stellen of de vervolgingen te beëindigen die zij voor dezelfde feiten hebben ingesteld;d) wanneer de feiten die aan de veroordeling ten grondslag liggen het voorwerp zijn van vervolgingen in de Staat van tenuitvoerlegging;e) wanneer de gevonniste persoon de hem opgelegde geldsommen, boetes, gerechtskosten, schadevergoedingen en geldelijke veroordelingen van welke aard ook, niet in de door de Staat van veroordeling bevredigend geachte mate gekweten heeft;f) wanneer de gevonniste persoon de nationaliteit heeft van de Staat van veroordeling. Artikel 8 De tenuitvoerlegging van een vrijheidsberovende straf wordt beheerst door het recht van de Staat van tenuitvoerlegging onder de voorwaarden bedoeld in de hiernavolgende artikelen.

Artikel 9 Indien deze straf naar aard en duur onverenigbaar is met de wet van de Staat van tenuitvoerlegging, kan deze Staat de sanctie aanpassen aan de straf of maatregel door zijn eigen wet voor een soortgelijk strafbaar feit voorgeschreven. Wat de aard betreft, stemt de straf of maatregel voor zover mogelijk overeen met die welke door de ten uitvoer te leggen veroordeling is opgelegd. De door de Staat van veroordeling opgelegde sanctie wordt hierdoor naar aard en duur niet verzwaard en evenmin mag het door de wet van de Staat van tenuitvoerlegging voorgeschreven maximum hierdoor worden overschreden.

Artikel 10 De Staat van tenuitvoerlegging geeft de Staat van tenuitvoerlegging onverwijld kennis van enige beslissing of akte van rechtspleging op zijn grondgebied die het recht van tenuitvoerlegging beëindigt.

De bevoegde autoriteiten van de Staat van tenuitvoerlegging dienen de tenuitvoerlegging van de straf te beëindigen zodra zij in kennis zijn gesteld van enige beslissing of maatregel ten gevolge waarvan de veroordeling niet meer voor tenuitvoerlegging vatbaar is.

Artikel 11 Slechts de Staat van veroordeling, met uitsluiting van de Staat van tenuitvoerlegging, is bevoegd om te beslissen over een verzoek tot herziening van het vonnis.

Artikel 12 Slechts de Staat van veroordeling is bevoegd om ten aanzien van de gevonniste persoon beslissingen te nemen betreffende strafvermindering en, meer in het algemeen, om de wijze van tenuitvoerlegging van de straf te bepalen.

Artikel 13 Met de daadwerkelijke overname van de gevonniste persoon door de autoriteiten van de Staat van tenuitvoerlegging wordt de tenuitvoerlegging van de veroordeling in de Staat van veroordeling geschorst. Indien de gevonniste persoon zich aan de tenuitvoerlegging onttrekt zodra hij naar de Staat van tenuitvoerlegging is overgebracht, heeft de Staat van veroordeling opnieuw het recht de duur van de alsnog te ondergane straf ten uitvoer te leggen.

Artikel 14 § 1. Een ingevolge de bepalingen van deze Overeenkomst overgebrachte persoon kan in de Staat van tenuitvoerlegging niet opnieuw worden gevonnist of veroordeeld op grond van de feiten die in de Staat van veroordeling tot de veroordeling aanleiding hebben gegeven. § 2. De overgebrachte persoon kan in de Staat van tenuitvoerlegging evenwel worden gedetineerd, gevonnist en veroordeeld voor andere feiten dan die welke aanleiding hebben gegeven tot de veroordeling in de Staat van veroordeling, wanneer die feiten door de wetgeving van de Staat van tenuitvoerlegging strafrechtelijk worden bestraft.

Artikel 15 De Staat van tenuitvoerlegging geeft de Staat van veroordeling kennis ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de veroordeling : a) wanneer eerstgenoemde de veroordeling beschouwt als geheel ten uitvoer gelegd;b) indien de gevonniste persoon uit de detentie ontsnapt is voor beëindiging van de tenuitvoerlegging van de veroordeling;of c) indien de Staat van veroordeling om een bijzonder rapport verzoekt. Artikel 16 Deze Overeenkomst is van toepassing op de tenuitvoerlegging van veroordelingen die hetzij voor, hetzij na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zijn uitgesproken. HOOFDSTUK II. - Procedure Artikel 17 Het verzoek tot overbrenging kan worden ingediend : a) hetzij door de gevonniste persoon zelf of door zijn wettelijke vertegenwoordiger die, te dien einde, bij een van beide Staten een verzoekschrift indient;b) hetzij door de Staat van veroordeling;c) hetzij door de Staat van tenuitvoerlegging. Artikel 18 Het verzoek wordt schriftelijk geformuleerd. Het vermeldt de naam van de gevonniste persoon en zijn verblijfplaats in de Staat van veroordeling en in de Staat van tenuitvoerlegging. Het gaat vergezeld van een door een rechterlijke autoriteit verworven verklaring houdende de instemming van de gevonniste persoon.

Artikel 19 § 1. Ter ondersteuning van zijn verzoek, dan wel in antwoord op het verzoek geformuleerd door de Staat van veroordeling, verstrekt de Staat van tenuitvoerlegging : a) Een document waaruit blijkt dat de gevonniste persoon een onderdaan is van die Staat;b) de tekst van het toepasselijke recht dat straf stelt op het feit dat aanleiding heeft gegeven tot de veroordeling in de Staat van veroordeling, alsmede nuttige inlichtingen over de wijze van tenuitvoerlegging van de sanctie in de Staat van tenuitvoerlegging, en over de rechtsgevolgen van de veroordeling in de Staat van veroordeling. § 2. Ter ondersteuning van zijn verzoek, dan wel in antwoord op het verzoek geformuleerd door de Staat van tenuitvoerlegging, verstrekt de Staat van veroordeling : a) Het origineel of een authentiek afschrift van de beslissing houdende veroordeling van de delinquent, waarin wordt bevestigd dat de beslissing uitvoerbaar is en, voor zover zulks mogelijk is, een nadere omschrijving wordt gegeven van de omstandigheden van het misdrijf, van het tijdstip waarop en van de plaats waar het werd gepleegd, de wettelijke omschrijving ervan en de duur van de alsnog te ondergane straf;b) Een document waarop de naam van de gevonniste persoon en zijn verblijfplaats in de Staat van veroordeling en in de Staat van tenuitvoerlegging zijn vermeld;c) Een opgave betreffende het reeds ondergane gedeelte van de veroordeling, na toerekening van de duur van de eventuele voorlopige hechtenis en rekening houdend met elke andere voor de tenuitvoerlegging van de veroordeling ter zake dienende handeling;d) Nuttige inlichtingen over de wijze van tenuitvoerlegging van de sanctie in de Staat van veroordeling; § 3. Wanneer een van beide Staten van oordeel is dat de inlichtingen verstrekt door de andere Staat niet volstaan om de toepassing van deze Overeenkomst mogelijk te maken, vraagt deze partij de nodige aanvullende inlichtingen. § 4. De gevonniste persoon dient van de evolutie van zijn dossier in kennis te worden gesteld, alsmede van elke door een van beide Staten over zijn verzoek tot overbrenging genomen beslissing.

Artikel 20 Behoudens in uitzonderingsgevallen, worden de verzoeken door het Ministerie van Justitie van de verzoekende Staat aan het Ministerie van Justitie van de aangezochte Staat gericht. De antwoorden worden onverwijld langs dezelfde weg gegeven.

De aangezochte Staat stelt de verzoekende Staat onverwijld in kennis van zijn beslissing of al dan niet met de verzochte overbrenging wordt ingestemd.

Artikel 21 Elke van beide Staten kan zich het recht voorbehouden te eisen dat de hem toegestuurde verzoeken en de bijlagen vergezeld gaan van een vertaling in de of in een der officiële talen van de verzoekende Staat.

Artikel 22 De bescheiden en documenten die met toepassing van deze Overeenkomst worden overgezonden, zijn vrijgesteld van legalisatie.

Artikel 23 De kosten van overbrenging worden gedragen door de Staat van tenuitvoerlegging, tenzij beide Staten ter zake anders hebben bepaald.

De Staat die de kosten van overbrenging draagt, voorziet in de begeleiding.

De Staat van tenuitvoerlegging kan in geen geval de terugbetaling eisen van de kosten die hij heeft gemaakt voor de tenuitvoerlegging van de straf en de bewaking van de gevonniste persoon.

TITEL III. - Tijdelijke overbrenging Artikel 24 § 1. In het kader van een aan de gang zijnde overbrengingsprocedure en in afwachting van een definitieve beslissing, kunnen de Overeenkomstsluitende Partijen om belangrijke humanitaire redenen, inzonderheid ernstige redenen die verband houden met de gezondheid van de gevonniste persoon of van zijn naaste familieleden, en op voorwaarde dat daartegen wegens bijzondere overwegingen geen bezwaar is, in onderlinge overeenstemming akkoord gaan met de tijdelijke overbrenging van de gevonniste persoon naar de Staat van tenuitvoerlegging.

De gezondheidstoestand van de betrokken persoon moet worden verantwoord aan de hand van getuigschriften en attesten afgeleverd door personen of organismen die daartoe wettelijk bevoegd zijn.

De Staat van veroordeling kan de voorwaarden inzake en de wijze van de overbrenging bepalen.

Het verzoekschrift en de instemming van de gevonniste persoon worden verworven bij een proces-verbaal opgemaakt voor een lid van de rechterlijke autoriteit die de betrokkene vooraf moet voorlichten over de voorwaarden van de tijdelijke overbrenging en over de verplichtingen die de Overeenkomstsluitende Partijen moeten naleven op grond van de toepassing van dit artikel. § 2. De overgebrachte persoon blijft in detentie op het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging, tenzij de Staat van veroordeling met zijn invrijheidstelling instemt. § 3. De Staat van tenuitvoerlegging is gehouden de terugkeer van de overgebrachte persoon naar de Staat van veroordeling te waarborgen zodra de redenen die aan de tijdelijke overbrenging ten grondslag liggen, ophouden te bestaan.

De detentie op het grondgebied van de Staat van tenuitvoerlegging wordt toegerekend op de duur van de vrijheidsberovende straf die de overgebrachte persoon alsnog moet ondergaan op het grondgebied van de Staat van veroordeling. § 4. Ingeval de overgebrachte persoon voortvluchtig is, neemt de Staat van tenuitvoerlegging maatregelen met het oog op zijn aanhouding. § 5. De bepalingen van artikel 23 zijn van toepassing op de tijdelijke overbrenging.

TITEL IV. - Regeling van geschillen Artikel 25 Geschillen die voortvloeien uit de uitlegging of uit de toepassing van deze Overeenkomst, worden langs diplomatieke weg opgelost.

Er wordt een gemengde raadgevende commissie ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie, die op geregelde tijdstippen vergadert op verzoek van een van beide Staten, teneinde de regeling van de problemen die uit de toepassing van deze Overeenkomst kunnen voortvloeien, te vergemakkelijken.

TITEL IV. - Slotbepalingen Artikel 26 § 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij geeft aan de andere Partij kennis van de vervulling van de luidens haar grondwet vereiste procedures betreffende de inwerkingtreding van deze Overeenkomst. Deze Overeenkomst gaat in de eerste dag van de tweede maand na die volgt op de laatste kennisgeving. § 2. Deze Overeenkomst is gesloten voor onbeperkte duur. § 3. Elke Overeenkomstsluitende Partij kan de Overeenkomst te allen tijde opzeggen, welke opzegging van kracht wordt een jaar na het tijdstip waarop de andere Overeenkomstsluitende Partij de betekening van de opzegging heeft ontvangen.

Ten blijke waarvan, de vertegenwoordigers van beide Staten, deze Overeenkomst hebben ondertekend en eraan hun zegel hebben gehecht.

Gedaan te Brussel, op 7 juli 1997, in twee exemplaren, in de Nederlandse, de Franse en de Arabische taal, de drie teksten zijnde gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk België : S. DE CLERCK, Minister van Justitie Voor het Koninkrijk Marokko : A. AMALOU, Minister van Justitie

Overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst, is dit op 1 juni 1999 in werking getreden..

^