gepubliceerd op 06 oktober 2004
Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen , en met het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Tirana op 17 april 2001 (1) (2)
14 JULI 2004. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (Overnameakkoord), en met het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Tirana op 17 april 2001 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (Overnameakkoord), en het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Tirana op 17 april 2001, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 14 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2003-2004 Senaat : Documenten.- Ontwerp van wet ingediend op 8 maart 2004, nr. 3-548/1. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 3-548/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 1 april 2004.
Stemming, vergadering van 1 april 2004.
Kamer : Documenten - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 51-1000/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-1000/2.
Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 6 mei 2004. - Stemming, vergadering van 6 mei 2004. (2) Overeenkomstig zijn artikel 13, treedt deze Overeenkomst in werking op 1 november 2004. Overeenkomst tussen de Regering van Het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (overnameakkoord) De Regering van het Koninkrijk België en De Regering van de Republiek Albanië hierna genoemd « de Overeenkomstsluitende Partijen », ernaar strevend de overname van personen die zich illegaal op het grondgebied van de Staat van een andere Overeenkomstsluitende Partij ophouden, d.w.z. die niet of niet meer voldoen aan de geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, en de doorgeleiding van te repatriëren personen in een geest van samenwerking en op basis van wederkerigheid te vergemakkelijken, zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 Definities en werkingssfeer 1. In deze Overeenkomst dient te worden verstaan onder grondgebied van : 1) België : het grondgebied van het Koninkrijk België;2) Albanië : het grondgebied van de Republiek Albanië.2. In deze Overeenkomst dient te worden verstaan : 1) onder « derde landen » : elk land dat het Koninkrijk België en de Republiek Albanië niet is;2) onder « onderdaan van een derde land » : eenieder die geen onderdaan van het Koninkrijk België of van de Republiek Albanië is;3) onder « buitengrenzen » : a) de eerst overschreden grens die niet een gemeenschappelijke grens van de Overeenkomstsluitende Partijen is;b) iedere binnen het Koninkrijk België of op het grondgebied van de Republiek Albanië gelegen lucht- of zeehaven, waar personenverkeer van of naar een derde land plaatsvindt. Artikel 2 Overname van eigen onderdanen 1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt op verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zonder formaliteiten de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, wanneer kan worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat hij de nationaliteit van de Staat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij heeft.Hetzelfde geldt voor personen wie na binnenkomst op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij de nationaliteit van de Staat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ontnomen is en die niet ten minste een naturalisatietoezegging van de kant van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij hebben ontvangen. 2. De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verstrekt op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij en overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, onverwijld de voor de terugleiding van de over te nemen persoon noodzakelijke reisdocumenten.3. De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt dat deze op het moment van het verlaten van het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet de nationaliteit van de Staat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij had.Dit geldt niet wanneer de verplichting tot overname volgt uit het feit dat de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij deze persoon na binnenkomst op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij de eigen nationaliteit heeft ontnomen, zonder ten minste een naturalisatietoezegging van de kant van de verzoekende Overeenkomst- sluitende Partij te hebben ontvangen.
Artikel 3 Identiteit en nationaliteit 1. De identiteit en de nationaliteit van een overeenkomstig de in lid 1 van artikel 2 en de artikelen 3 en 4 opgenomen procedures over te nemen persoon kunnen worden aangetoond door middel van de volgende documenten : -een geldig nationaal identiteitsbewijs; - een geldig paspoort of paspoortvervangend reisdocument met foto (laissez-passer); - een geldig militair identiteitsbewijs of een ander identiteitsbewijs van het personeel van de strijdkrachten met een foto van de houder; - een document, zoals hiervoor beschreven, waarvan de geldigheidsduur is verstreken op de dag van ontvangst van het verzoek om overname. 2. De identiteit en de nationaliteit kunnen aannemelijk worden gemaakt aan de hand van de volgende documenten : - een officieel document anders dan zoals beschreven in het vorige lid, aan de hand waarvan de identiteit van de betrokkene kan worden vastgesteld (rijbewijs e.d.); - een document waaruit een consulaire inschrijving blijkt, een nationaliteitsbewijs of een bewijs van de burgerlijke stand. 3. Het vermoeden van identiteit en nationaliteit kan tevens worden ondersteund door middel van één van de volgende elementen : - een betrouwbare getuigenverklaring, opgesteld door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij; - andere documenten waaruit de identiteit van de betrokkene blijkt; - afschriften van bovengenoemde documenten; - de verklaring van de betrokkene zelf, behoorlijk opgesteld door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij; - de taal waarin de betrokkene zich uitdrukt.
Artikel 4 Indiening van het verzoek om overname 1. Een verzoek om overname vindt schriftelijk plaats en omvat : a) de personalia van de betrokkene (naam, voornaam, eventueel vroegere naam, bijnaam en pseudoniem, alias, geboortedatum en -plaats, geslacht en laatste verblijfplaats);b) de beschrijving van het paspoort of het paspoortvervangend reisdocument (onder meer volgnummer, plaats en datum van afgifte, geldigheidsduur, afgevende autoriteit) en/of enig ander bewijs waaruit de nationaliteit van de betrokkene blijkt of door middel waarvan zijn nationaliteit kan worden aangetoond of vermoed;c) twee pasfoto's.2. De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij kan elke andere voor de overnameprocedure dienstige inlichting aan de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verstrekken.3. Het verzoek om overname wordt bij de bevoegde diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ingediend en omvat de in het verzoek om overname opgesomde documenten.Er wordt een verslag van indiening/ontvangst van het verzoek en van de bij het verzoek gevoegde stukken opgesteld.
Artikel 5 Termijnen 1. De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij beantwoordt onverwijld, doch uiterlijk binnen een termijn van vijf dagen, de tot haar gerichte verzoeken om overname.2. De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij neemt de persoon wiens overname werd aanvaard onverwijld, doch uiterlijk binnen een termijn van een maand, over.Deze termijn kan op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij worden verlengd voor de tijd dat er nog juridische of praktische belemmeringen zijn.
Artikel 6 Verval van de verplichting tot overname Het verzoek om overname van een onderdaan van de Staat van één der Overeenkomstsluitende Partijen kan te allen tijde worden ingediend.
Artikel 7 Doorgeleiding 1. Onverminderd artikel 14 staan de Overeenkomstsluitende Partijen de doorgeleiding van onderdanen van derde landen over het grondgebied van hun Staat toe, indien een andere Overeenkomstsluitende Partij daarom verzoekt en de doorreis door eventuele derde Staten en de toelating tot de Staat van bestemming verzekerd is.2. Het is niet absoluut noodzakelijk dat de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij een transitvisum afgeeft.3. Ondanks verleende toestemming kunnen voor doorgeleiding overgenomen personen aan de andere Overeenkomstsluitende Partij worden teruggeven, indien zich later omstandigheden als bedoeld in artikel 14 voordoen of bekend worden, die doorgeleiding in de weg staan, of indien de verdere reis of de overname door de Staat van bestemming niet meer verzekerd is.4. De Overeenkomstsluitende Partijen doen het nodige om doorgeleidingen, zoals beschreven in lid 1 hierboven, te beperken tot onderdanen van derde landen voor wie de rechtstreekse teruggeleiding naar het land van herkomst niet mogelijk is. Artikel 8 Gegevensbescherming Voorzover voor de uitvoering van deze Overeenkomst persoonsgegevens moeten worden verstrekt, mogen de betrokken inlichtingen uitsluitend betrekking hebben op : 1) de personalia van de over te dragen persoon en in voorkomend geval van hun naaste verwanten (naam, voornaam, eventueel vroegere namen, bijnamen en pseudoniemen, aliassen, geboortedatum en -plaats, geslacht, huidige en, in voorkomend geval, vorige nationaliteit); 2) paspoort, identiteitsbewijs, andere identiteitspapieren of reisdocumenten en laissez-passer (nummer, geldigheidsduur, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte, enz.); 3) andere voor identificatie van de over te dragen personen dienstige gegevens;4) verblijfplaatsen en reisroutes;5) verblijfsvergunningen of door één van de Overeenkomstsluitende Partijen afgegeven visa. Artikel 9 Kosten 1. De kosten verbonden aan het overbrengen van personen die volgens de artikelen 2, 3 en 4 worden overgenomen komen tot aan de grens van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ten laste van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij.2. De kosten verbonden aan de doorgeleiding tot aan de grens van de Staat van bestemming, alsmede de eventueel uit de terugleiding voortvloeiende kosten, komen overeenkomstig artikel 10 ten laste van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij. Artikel 10 Comité van deskundigen 1. De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze Overeenkomst.Daartoe stellen zij een Comité van deskundigen in dat : a) de toepassing van deze Overeenkomst volgt;b) voorstellen doet om vraagstukken in verband met de toepassing van deze Overeenkomst op te lossen;c) wijzigingen van en aanvullingen op deze Overeenkomst voorstelt;d) passende maatregelen ter bestrijding van illegale immigratie uitwerkt en aanbeveelt.2. De Overeenkomstsluitende Partijen behouden zich het recht voor om de voorgestelde maatregelen al dan niet goed te keuren.3. Het Comité bestaat uit één vertegenwoordiger voor het Koninkrijk België en één vertegenwoordiger voor de Republiek Albanië.De Overeenkomstsluitende Partijen wijzen daarin de voorzitter en zijn plaatsvervangers aan; tegelijkertijd worden plaatsvervangende leden benoemd. Bij het overleg kunnen nog andere deskundigen worden betrokken. 4. Het Comité komt op voorstel van één der Overeenkomstsluitende Partijen ten minste eenmaal per jaar bijeen. Artikel 11 Betrekking tot andere verdragen De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichtingen die voortvloeien uit : 1) het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, als gewijzigd bij het Protocol van 31 januari 1967;2) verdragen inzake uitlevering en doorgeleiding;3) het Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;4) het Europees gemeenschapsrecht voor het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden;5) het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen en de op 19 juni 1990 gesloten Overeenkomst ter uitvoering van genoemd Akkoord van Schengen;6) internationale asielovereenkomsten, met name de Overeenkomst van Dublin van 15 juni 1990 betreffende de vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat bij één van de Lidstaten van de Europese Unie wordt ingediend;7) internationale conventies en overeenkomsten betreffende de overname van vreemde onderdanen. Artikel 12 Uitvoeringsprotocol Alle nodige praktische bepalingen voor de uitvoering van deze Overeenkomst worden in het Uitvoeringsprotocol vastgelegd.
Artikel 13 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kennisgeving dat de voor de inwerkingtreding vereiste interne formaliteiten werden nageleefd.
Artikel 14 Schorsing, opzegging 1. Deze Overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.2. De Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië kunnen deze Overeenkomst, na kennisgeving aan de Regering van het Koninkrijk België, die de overige Overeenkomstsluitende Partijen hiervan in kennis stelt, om ernstige redenen, met name in verband met de bescherming van de staatsveiligheid, de openbare orde of de volksgezondheid, schorsen. Wat betreft de intrekking van een dergelijke maatregel, brengen de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar onverwijld via diplomatieke weg op de hoogte. 3. De Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië kunnen deze Overeenkomst, na mededeling, om ernstige redenen opzeggen.4. De schorsing of opzegging van deze Overeenkomst wordt van kracht op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarin de kennisgeving bedoeld in respectievelijk lid 2 en lid 3 is van een Overeenkomstsluitende Partij door de andere Overeenkomstsluitende Partij ontvangen. Ten blijke waarvan de vertegenwoordigers van de Overeenkomstsluitende Partijen, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Tirana, op 17 april 2001, in de Franse, Nederlandse en Albanese taal, zijnde de teksten
Uitvoeringsprotocol van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (overnameakkoord) De Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië met het oog op de toepassing van de Overeenkomst van 17 april 2001 tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen, zijn het volgende overeengekomen : Artikel 1 Verzoek 1. De aanvragen tot overname worden gedaan, wanneer de identiteit en de nationaliteit van de over te nemen persoon zijn aangetoond of aannemelijk gemaakt krachtens artikel 6 van de Overeenkomst.Deze aanvragen dienen te worden ingediend conform artikel 7 van de Overeenkomst. 2. De verzoekende Staat richt een aanvraag tot de bevoegde instantie van de aangezochte Staat.3. Het verzoek bevat : - naam en adres van de bevoegde instantie van de verzoekende Staat, nummer van het dossier en de datum van het verzoek; - naam en adres van de bevoegde instantie van de aangezochte Staat; - de inleidende tekst die luidt : « Wij vragen dat de persoon ten aanzien van wie kan worden aangenomen dat voor hem/haar de overnameverplichting conform de artikelen 2, 3 en 4 van de Overeenkomst bestaat, op het grondgebied van het Koninkrijk België/de Republiek Albanië) wordt overgenomen »; - de gegevens inzake de over te nemen persoon; - zo nodig, de gegevens betreffende de minderjarige kinderen; - de handtekening van de vertegenwoordiger en de officiële stempel van de bevoegde instantie van de verzoekende staat. 4. De te verstrekken gegevens over de over te nemen persoon zijn de volgende : 4.1. Persoonlijke gegevens : - naam en voornamen; - geboortedatum; - geboorteplaats en -land; - geslacht; - plaats van de laatste woonplaats op het grondgebied van de aangezochte Staat; - zo nodig, vroegere naam, pseudoniem of bijnaam. 4.2. Beschrijving van het paspoort of vervangend reisdocument (met name het nummer van de serie, plaats en datum van uitgifte, geldigheidsduur, afgevende instantie) en/of elk ander document dat het mogelijk maakt om de nationaliteit van de betrokken persoon vast te stellen of aannemelijk te maken. 4.3. Twee pasfoto's. 5. Gegevens betreffende de minderjarige kinderen : - naam en voornamen; - verwantschap met de houder van het reisdocument; - geboortedag, -maand en -jaar; - geboorteplaats.
Bijgevoegd worden : - geboorteakte voor een op het grondgebied van de verzoekende Staat geboren kind; - zo mogelijk, de geboorteakte voor een op het grondgebied van een andere Staat geboren kind; - een foto voor elk kind van vijf (5) jaar of ouder.
Artikel 2 Antwoord op het verzoek 1. Het antwoord op het verzoek wordt door de bevoegde instantie van de aangezochte Staat aan de bevoegde instantie van de verzoekende Staat conform de in artikel 8 van de Overeenkomst gestelde termijnen overgemaakt.2. Het antwoord op het verzoek bevat : - naam en adres van de bevoegde instantie van de aangezochte Staat, dossiernummer en de datum van het antwoord op het verzoek; - naam en adres van de bevoegde instantie van de verzoekende Staat; - naam en voornamen, geboorteplaats en -datum van de betrokken persoon; - verklaring ter bevestiging dat er voor de betrokken persoon een overname- verplichting bestaat conform de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 4 van de Overeenkomst of - in geval van een negatief antwoord een verklarende nota waarin wordt aangegeven waarom voor de onderzochte persoon de identiteit niet kon worden vastgesteld en/of dat de overnameverplichting conform de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 4 niet op hem/haar van toepassing is.
Artikel 3 Reisdocument 1. De bevoegde instantie van de verzoekende Staat overhandigt de diplomatiek-consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Staat het positieve antwoord op het verzoek met het oog op de afgifte van het reisdocument.2. De diplomatiek-consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Staat geeft op grond van het positieve antwoord op het verzoek het reisdocument af voor de persoon van wie de overname is toegestaan.3. Het reisdocument heeft een geldigheidsduur van tenminste zes (6) maanden.4. Wanneer de bevoegde instantie van de verzoekende Staat niet in staat is een persoon vóór de datum waarop het reisdocument verloopt over te dragen, dient zij de betrokken bevoegde instantie van de aangezochte Staat daarvan in kennis te stellen.Zodra de effectieve terugname van de betrokkene kan plaatsvinden dient de bevoegde instantie van de aangezochte Staat een nieuw reisdocument te verstrekken met opnieuw een geldigheidsduur van zes (6) maanden en dit binnen de vijf (5) werkdagen die volgen op een aanvraag daartoe van de bevoegde instantie van de verzoekende Staat.
Artikel 4 Overnameprocedure 1. De bevoegde instantie van de verzoekende Staat zal de bevoegde instantie van de aangezochte Staat van de teruggeleiding van de betrokken persoon drie (3) werkdagen vóór de geplande teruggeleiding in kennis stellen.2. Deze inkennisstelling geschiedt schriftelijk met opgave van de onderstaande gegevens : - naam en adres van de bevoegde instantie van de verzoekende Staat, het nummer van het dossier en de datum van de inkennisstelling van de teruggeleiding; - naam en adres van de bevoegde instantie van de aangezochte Staat : a) ingeval van vervoer met een vliegtuig dient de inleidende tekst als volgt te luiden : "Wij hebben de eer u mede te delen dat de persoon die aan de onderstaande gegevens beantwoordt naar het Koninkrijk België/de Republiek Albanië) op........ (dag, maand, jaar), van het vliegveld............ met de vlucht.......... van....... uur, aankomst op het vliegveld........... om......... uur zal worden teruggestuurd. "; b) indien het vervoer om gegronde medische redenen over de weg plaatsvindt, dan luidt de inleidende tekst van de inkennisstelling over de teruggeleiding van de persoon als volgt : "Wij hebben de eer u mede te delen dat de persoon die aan de onderstaande gegevens beantwoordt naar het Koninkrijk België / de Republiek Albanië op........ (dag, maand, jaar), via de internationale grenspost van........... zal worden teruggestuurd; - naam, voornamen, geboortedatum en -plaats van de persoon; - dossiernummer en datum van het antwoord van het verzoek; - aanwijzing over een persoon die om redenen van gezondheidstoestand of leeftijd een behandeling of specifieke zorg behoeft; - aanwijzing over een persoon die incidenten zou kunnen veroorzaken en voor wie de nodige begeleiding moet worden verzorgd. 3. Indien de bevoegde instantie van de verzoekende Staat in de onmogelijkheid verkeert de in artikel 8, § 2, van de Overeenkomst vermelde termijn ten aanzien van de terugname van de betrokken persoon in acht te nemen, dient zij de bevoegde instantie van de aangezochte Staat daarvan onverwijld in kennis te stellen.Zodra de effectieve terugname van de betrokkene kan plaatsvinden, dient de bevoegde instantie van de verzoekende Staat de bevoegde instantie van de aangezochte Staat daarvan binnen de onder punt 1 van het onderhavige artikel gestelde termijnen in kennis te stellen.
Artikel 5 Grensovergangen De plaatsen waar personen daadwerkelijk kunnen worden overdragen en overgenomen krachtens de Overeenkomst zijn : 1. Voor het Koninkrijk België : - via de lucht : de luchthaven Brussel Nationaal. - over de weg : de door de Dienst Vreemdelingenzaken te bepalen grensposten. 2. Voor de Republiek Albanië : - via de lucht : de luchthaven Rinas. - over de weg : de door de Albanese autoriteiten te bepalen grensposten.
Artikel 6 Bevoegde instanties 1. De bevoegde instanties aan Belgische zijde zijn : 1.1. voor het voorleggen van de verzoeken aan de bevoegde instanties van de Republiek Albanië, de ontvangst van de antwoorden op de verzoeken, het verkrijgen bij de Ambassade van de Republiek Albanië van de nodige reisdocumenten evenals voor het toezenden van de inkennisstellingen van de teruggeleiding van de betrokken personen : - het Ministerie van Binnenlandse Zaken van het Koninkrijk België Algemeen Bestuur Dienst Vreemdelingenzaken WTC II, Antwerpsesteenweg, 59b, 1000 Brussel Telefoon : ++ 32 2 206 15 93 cel "teruggeleiding" ++ 32 2 206 15 92 cel « teruggeleiding » ++ 32 2 203 88 22 permanentie (18u tot 8u) Fax : ++ 32 2 206 14 07 cel « teruggeleiding » ++ 32 2 201 00 06 permanentie 1.2. voor de ontvangst van de verzoeken afkomstig van de bevoegde Albanese instanties, het antwoord op de verzoeken evenals voor de ontvangst van de inkennisstellingen van de teruggeleiding van de betrokken personen : - het Ministerie van Binnenlandse Zaken van het Koninkrijk België Algemeen Bestuur Dienst Vreemdelingenzaken WTC II, Antwerpsesteenweg, 59b, 1000 Brussel Telefoon : ++ 32 2 206 19 50 à 55 grensinspectie Fax : ++ 32 2 206 14 70 grensinspectie 2. De bevoegde instantie aan de Albanese zijde is : - het Ministerie van Publieke Orde van de Republiek Albanië Sheshi « Skenderbej », Nr.3 Tirane - Albanie Telefoon : 00355 42 28317 Fax : 00355 42 63607 Artikel 7 Comité van deskundigen De bevoegde instanties van de Overeenkomstsluitende Partijen stellen elkaar binnen de dertig (30) dagen na de inwerkingtreding van de Overeenkomst in kennis van de samenstelling van hun delegatie in het krachtens artikel 13 van de Overeenkomst bepaalde Comité van deskundigen.
Artikel 8 Slotbepaling Het onderhavige Protocol zal van toepassing zijn vanaf de dag van de inwerkingtreding van de Overeenkomst, gesloten tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Albanië betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen.
Gedaan te Tirana, op 17 april 2001, in drie originele exemplaren in de Franse, Nederlandse en Albanese taal, zijnde de teksten in de drie talen gelijkelijk authentiek.