gepubliceerd op 22 oktober 2010
Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Quebec, ondertekend te Quebec op 28 maart 2006 (2)
11 MAART 2010. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Quebec, ondertekend te Quebec op 28 maart 2006 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Quebec, ondertekend te Quebec op 28 maart 2006, zal volkomen gevolg hebben.
Art. 3.De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 10 van de Overeenkomst, voorzien in artikel 11 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Pensioenen, M. DAERDEN De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justicie, S. DE CLERCK ______ Nota Zitting 2008-2009 en 2009-2010 : Senaat : Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 9 juli 2009, nr. 4-1391/1. - Verslag, nr. 4-1391/2. - Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 12 november 2009. - Stemming, vergadering van 12 november 2009. Kamer van volksvertegenwoordigers : Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 52-2242/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd nr. 52-2242/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 3 december 2009. - Stemming, vergadering van 3 december 2009. Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 november 2010, overeenkomstig haar artikel 46.
Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Québec De Regering van het Koninkrijk België en de Regering van Québec, Verlangend om aan hun respectievelijke verzekerden de voordelen te verschaffen van de coördinatie van hun wetgevingen inzake sociale zekerheid, hebben besloten de volgende Overeenkomst af te sluiten : TITEL I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst : a) verstaat ment onder « onderdaan » : voor België : een persoon van Belgische nationaliteit; voor Québec : een persoon van Canadese nationaliteit die onderworpen is aan de wetgeving bedoeld in artikel 2, paragraaf 1, b), of die onderworpen werd aan deze wetgeving en krachtens deze wetgeving rechten heeft verworven; b) verstaat men onder « wetgeving » : de wetten en verordeningen bedoeld in artikel 2;c) verstaat men onder « bevoegde autoriteit » : de Minister die, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in artikel 2;d) verstaat men onder « orgaan » : de instelling, de organisatie of de autoriteit die ermee belast de in artikel 2 bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen;e) verstaat men onder « verzekeringstijdvak » : voor België : elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving wordt erkend als gelijkgesteld aan een verzekeringstijdvak; voor Québec : elk jaar waarvoor bijdragen werden betaald of waarvoor een invaliditeitsrente werd uitbetaald krachtens de « Loi sur le régime de rentes du Québec » (Wet betreffende de rentenregeling van Québec) of elk ander jaar dat als gelijkgesteld wordt beschouwd; voor de toepassing van hoofdstuk 3 van Titel III, de toelaatbaarheidsperioden krachtens de wetgeving betreffende de ziekteverzekering van Québec; verstaat men onder « pensioen » : alle pensioenen, renten, forfaitaire bedragen of andere uitkeringen, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2; g) verstaat men onder « prestatie » : gelijk welke verstrekking of uitkering waarin is voorzien bij de wetgeving van elk van de Partijen, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2;h) verstaat men onder « gezinslid » : voor België : iedere persoon die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid ingevolge de Belgische wetgeving, of, in het geval bedoeld in artikel 24, ingevolge de wetgeving van Québec; voor Québec : de echtgenoot en de personen ten laste, zoals bepaald bij de wetgeving betreffende ziekteverzekering van Québec, of, in het geval bedoeld in artikel 24, zoals bepaald bij de Belgische wetgeving; i) verstaat men onder « staatloze » : iedere persoon die als staatloze wordt aangemerkt ingevolge artikel 1 van het Verdrag van 28 september 1954 betreffende de status van staatlozen;j) verstaat men onder « vluchteling » : iedere persoon aan wie het statuut van vluchteling is toegekend met toepassing van het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchteling en het aanvullend protocol van 31 januari 1967.2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heeft de betekenis die daaraan in de toepasselijke wetgeving wordt gegeven. Artikel 2 Materiële werkingssfeer 1. Deze Overeenkomst is van toepassing : in België, op de wetgevingen betreffende : (i) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen; (ii) de invaliditeitsuitkeringen van werknemers, mijnwerkers, zeelieden ter koopvaardij en zelfstandigen; (iii) de verzekering inzake geneeskundige verzorging van werknemers en zelfstandigen; (iv) arbeidsongevallen en beroepsziekten; en, met betrekking tot Titel II, op de wetgevingen betreffende : (v) de sociale zekerheid der werknemers; (vi) het sociaal statuut van de zelfstandigen; b) in Québec, op de wetgevingen betreffende : (i) de Rentenregeling van Québec; (ii) de ziekteverzekering, de hospitalisatieverzekering, de geneesmiddelenverzekering en de andere gezondheidsdiensten; (iii) arbeidsongevallen en beroepsziekten. 2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire akten die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen, aanvullen of vervangen. Zij is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden of tot nieuwe pensioenen uitgebreid zullen worden, indien de Partij die haar wetgeving heeft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere Partij betekend worden.
Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de Partijen een akkoord wordt getroffen.
Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer 1. Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst voor België van toepassing op : a) de personen op wie de Belgische wetgeving van toepassing is of geweest is en die onderdaan zijn van één van de Partijen, alsmede op hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen;b) op de nagelaten betrekkingen en de gezinsleden van de personen op wie de Belgische wetgeving van toepassing is geweest, ongeacht de nationaliteit van deze laatsten, wanneer deze nagelaten betrekkingen of gezinsleden onderdaan zijn van één van de Partijen.2. Worden voor de toepassing van paragraaf 1 gelijkgesteld aan onderdanen van één van de Partijen, voor zover ze verblijven op het grondgebied van één van de Partijen : de vluchtelingen, de staatlozen, hun gezinsleden en hun nagelaten betrekkingen.3. Behoudens andersluidende bepaling, is deze Overeenkomst voor Québec van toepassing op de personen op wie de wetgeving van Québec van toepassing is of geweest is, alsmede op de personen te hunnen last, hun nagelaten betrekkingen en hun rechthebbenden.4. Behoudens andersluidende bepaling zijn artikelen 7 tot 11 van toepassing zonder voorwaarde van nationaliteit. Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, hebben de in artikel 3 bedoelde personen de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van één van beide Partijen onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van deze Partij.
Artikel 5 Uitvoer van pensioenen en prestaties 1. Tenzij er in de Overeenkomst anders over bepaald is, mogen de rust-, overlevings- en invaliditeitspensioenen en de uitkeringen voor arbeidsongevallen en beroepsziekten, verworven ingevolge de wetgeving van een Partij of ingevolge de Overeenkomst, niet verminderd, gewijzigd, geschorst, afgeschaft of geconfisqueerd worden, enkel op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere Partij;deze pensioenen en prestaties zijn betaalbaar op het grondgebied van de andere Partij. 2. De rust- en overlevingspensioenen en de uitkeringen voor arbeidsongevallen en beroepsziekten die krachtens de Overeenkomst door een Partij betaalbaar zijn op het grondgebied van de andere Partij, zijn dit eveneens buiten het grondgebied van de beide Partijen, onder dezelfde voorwaarden zoals de eerstgenoemde Partij ze toepast ten aanzien van haar onderdanen krachtens haar interne wetgeving. Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules De bepalingen inzake vermindering of schorsing waarin de wetgeving van een Partij voorziet in geval van samenloop van een pensioen of een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met inkomsten verworven door het feit van de uitoefening van beroepsarbeid, zijn op de rechthebbenden van toepassing, zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere Partij zijn verkregen of om inkomsten verworven door beroepsarbeid op het grondgebied van de andere Partij.
Deze regel is evenwel niet van toepassing op de samenloop van twee gelijkaardige pensioenen of prestaties.
TITEL II. - Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving Artikel 7 Algemene regel Onder voorbehoud van artikelen 8 tot 11, zijn diegene die een beroepsactiviteit uitoefenen op het grondgebied van een Partij onderworpen aan de wetgeving van deze Partij.
Artikel 8 Bijzondere regels 1. De werknemers die, in dienst zijn van een onderneming die op het grondgebied van één van de Partijen een vestiging heeft waaronder ze normaal ressorteren, door deze onderneming gedetacheerd worden naar het grondgebied van de andere Partij om er voor haar rekening een werk uit te voeren, blijven, samen met de leden van hun gezin die hen vergezellen, onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Partij, alsof ze werkzaam bleven op het grondgebied van deze Partij, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hen uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt.2. De bepalingen van paragraaf 1 zijn van toepassing, zelfs indien het werk uitgevoerd op het grondgebied van de andere Partij onder de wetgeving van deze Partij beschouwd wordt als een zelfstandige activiteit.3. De zelfstandigen die een beroepsactiviteit uitoefenen op het grondgebied van zowel de ene als de andere Partij, zijn enkel onderworpen aan de wetgeving van de Partij op het grondgebied waarvan ze hun gewone verblijfplaats hebben. Voor de vaststelling van het bedrag van de bijdragen verschuldigd onder de wetgeving van deze Partij, kan er rekening worden gehouden met de beroepsinkomsten uit de zelfstandige activiteit verworven op het grondgebied van de beide Partijen.
In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid in België en loonarbeid in Québec, wordt de activiteit uitgeoefend in Québec, voor de vaststelling van de verplichtingen voortvloeiend uit de Belgische wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen, gelijkgesteld met loonarbeid in België.
Artikel 9 Werknemers tewerkgesteld door een internationale vervoeronderneming 1. De werknemers die op het grondgebied van de beide partijen werken als reizend personeel van een onderneming die internationaal vervoer van passagiers of goederen door de lucht of over zee verricht en wier maatschappelijke zetel gevestigd is op het grondgebied van één van de Partijen, zijn, wat dit werk betreft, enkel onderworpen aan de wetgeving van de Partij op het grondgebeid waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is.2. Wanneer de onderneming echter een filiaal of een permanente vertegenwoordiging heeft op het grondgebied van de andere Partij, zijn de werknemers die ze tewerkstelt onderworpen aan de wetgeving van de Partij op het grondgebied waarvan dit filiaal of deze permanente vertegenwoordiging zich bevindt, met uitzondering van de werknemers die er niet blijvend naartoe worden gestuurd.3. Wanneer de werknemers overwegend werken op het grondgebied van de Partij waar ze verblijven, zijn ze, wat dit werk betreft, enkel onderworpen aan de wetgeving van deze Partij, zelfs wanneer de vervoeronderneming die hen tewerkstelt geen zetel, noch een filiaal of een permanente vertegenwoordiging heeft op dit grondgebied. Artikel 10 Personen tewerkgesteld voor rekening van een openbare overheid 1. Een persoon die tewerkgesteld is voor rekening van een openbare overheid van een Partij en aangesteld is voor een werk op het grondgebeid van de andere Partij is wat dit werk betreft enkel onderworpen aan de wetgeving van de eerste Partij.2. Een persoon die permanent op het grondgebied van een Partij verblijft en tewerkgesteld is voor rekening van een openbare overheid van de andere Partij is wat dit werk betreft enkel onderworpen aan de wetgeving die van toepassing is op dit grondgebied.Wanneer deze persoon echter een onderdaan is van de Partij die hem tewerkstelt, kan hij, binnen een termijn van zes maanden vanaf het begin van zijn tewerkstelling of vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst, kiezen om enkel onderworpen te worden aan de wetgeving van deze Partij. 3. Voor Québec verstaat men onder « openbare overheid » : de regering van Québec. Artikel 11 Afwijkingen De bevoegde autoriteiten kunnen, na gemeen overleg, ten aanzien van een werknemer of een categorie van werknemers, afwijken van de bepalingen van artikelen 7 tot 10.
TITEL III. - Bepalingen betreffende de pensioenen en de prestaties HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de Belgische pensioenen Afdeling A. - Rust- en overlevingspensioenen
Artikel 12 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op pensioenen, de tijdvakken bedoeld in paragraaf 4, a) en b), in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen, met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken.2. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde pensioenen afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze pensioenen, slechts de tijdvakken samengeteld bedoeld in paragraaf 4 a), en b), tijdens dewelke hetzelfde beroep werd uitgeoefend in Québec.3. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde pensioenen afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze pensioenen hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de pensioenen waarin is voorzien in de algemene regeling van de werknemers.4. Wanneer het bevoegde orgaan overgaat tot de samentelling, gaat het als volgt te werk : a) het erkent twaalf maanden uitkering volgens de Belgische wetgeving voor elk verzekeringstijdvak geattesteerd door het bevoegde orgaan van Québec;b) in het geval waarin het recht op een pensioen niet wordt geopend ondanks de toepassing van du littera a), erkent het een maand bijdrage volgens de Belgische wetgeving, wanneer deze maand wordt beschouwd als een maand verblijf in de zin van de « Loi sur la sécurité de la vieillesse » (Wet betreffende de ouderdomszekerheid) die van toepassing is op het grondgebied van Québec, op voorwaarde dat deze maand niet overlapt met een verzekeringstijdvak vervuld onder de wetgeving van Québec;c) overeenkomstig paragraaf 1 of 2 telt het de verzekeringstijdvakken vervuld volgens haar wetgeving en de maanden erkend krachtens littera a) en b) samen. Artikel 13 1. Wanneer een persoon voldoet aan de voorwaarden die bij de Belgische wetgeving zijn vereist om recht te hebben op de pensioenen zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent het Belgische orgaan het recht op het pensioen rechtstreeks op basis van de in België vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de Belgische wetgeving. Dit orgaan berekent ook het bedrag van het pensioen dat zou bekomen worden na toepassing van de regelen voorzien in paragraaf 2 a) en b).
Er wordt enkel rekening gehouden met het hoogste bedrag. 2. Indien een persoon aanspraak kan maken op een pensioen krachtens de Belgische wetgeving, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling voorzien in artikel 12, zijn de volgende regelen van toepassing : a) het Belgisch orgaan berekent het theoretisch bedrag van het pensioen dat verschuldigd zou zijn indien alle tijdvakken samengeteld krachtens artikel 12 enkel vervuld zouden zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die het toepast;b) het Belgisch orgaan berekent vervolgens het verschuldigde bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in littera a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig zijn wetgeving tot de duur van de verzekeringstijdvakken samengeteld onder a). Afdeling B. - Invaliditeit
Artikel 14 Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op invaliditeitspensioenen zijn de bepalingen van artikel 12 naar analogie toepasselijk.
Artikel 15 1. Indien het recht op Belgische invaliditeitspensioenen ontstaat enkel door samentelling van de tijdvakken van Québec en België overeenkomstig artikel 14, wordt het bedrag van het verschuldigde pensioen vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald bij artikel 13, paragraaf 2.2. Wanneer het recht op de Belgische invaliditeitspensioenen ontstaat zonder dat een beroep moet worden gedaan op de bepalingen van artikel 14, en het bedrag opgeleverd door de samentelling van het pensioen van Québec met het Belgische pensioen berekend volgens paragraaf 1 van dit artikel kleiner is dan het bedrag van het pensioen verschuldigd op basis van enkel de Belgische wetgeving, kent de bevoegde Belgische instelling een supplement toe, dat gelijk is aan het verschil tussen de som van beide voormelde pensioenen en het bedrag verschuldigd krachtens enkel de Belgische wetgeving. Artikel 16 Niettegenstaande de bepalingen van artikel 14, in de gevallen bedoeld in artikel 15, paragraaf 1, is geen enkel invaliditeitspensioen verschuldigd door België wanneer de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de Belgische wetgeving vóór de realisatie van het risico in hun geheel geen jaar bereiken.
Artikel 17 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 12, paragraaf 1 en artikel 16, worden de rechten op invaliditeitspensioenen van de werknemers tewerkgesteld in de mijnen of steengroeven met ondergrondse ontginning in België en in Québec vastgesteld volgens de regels bepaald in artikel 13, wanneer, rekening houdend met de hiertoe samengetelde tijdvakken, deze werknemers voldoen aan de voorwaarden voorzien bij de bijzondere Belgische wetgeving betreffende de invaliditeit van de mijnwerkers en gelijkgestelden.2. Voor de toepassing van paragraaf 1 worden, zowel voor het verwerven als voor het vaststellen van het recht, de tijdvakken van effectieve tewerkstelling in de Belgische mijnen of steengroeven met ondergrondse ontginning of de ermee gelijkgestelde tijdvakken samengeteld met de tijdvakken bedoeld in artikel 12, paragraaf 4, tijdens dewelke hetzelfde beroep werd uitgeoefend in Québec.3. Wanneer, rekening houdend met de aldus samengetelde tijdvakken, de betrokkene niet voldoet aan de voorwaarden vereist om te genieten van de pensioenen voorzien bij de bijzondere Belgische wetgeving betreffende de invaliditeit van de mijnwerkers en gelijkgestelden, dan worden de tijdvakken van effectieve tewerkstelling in de Belgische mijnen of steengroeven met ondergrondse ontginning of de ermee gelijkgestelde tijdvakken in aanmerking genomen voor de toekenning van de pensioenen van de invaliditeitsverzekeringsregeling voor werknemers. Artikel 18 In geval van overbrenging van woonplaats naar en in geval van tijdelijk verblijf op het grondgebied van Québec, zal de bevoegde Belgische autoriteit kunnen eisen dat de gerechtigde op een invaliditeitspension de toelating krijgt van het bevoegde Belgische orgaan. Deze toelating zal dan enkel kunnen worden geweigerd indien de verplaatsing van de betrokkene af te raden is op grond van medische redenen. Afdeling C. - Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 19 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, van de variatie van het loonpeil of om andere aanpassingsredenen de pensioenen van Québec worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet niet overgegaan worden tot een nieuwe berekening van de Belgische pensioenen.2. Daarentegen, in geval van verandering van de wijze van vaststelling of van de berekeningsregelen van de pensioenen van Québec, word het Belgische pensioen opnieuw berekend overeenkomstig artikel 13. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de pensioenen van Québec Artikel 20 1. Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op pensioenen van Québec, worden de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig de wetgeving van elk van de Partijen in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen.2. Wanneer een persoon die onderworpen is geweest aan de wetgeving van zowel de ene als de andere Partij voldoet aan de voorwaarden vereist voor het openen, voor zichzelf, de personen te zijnen laste, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechthebbenden, van het recht op een pensioen krachtens de wetgeving van Québec, zonder over te gaan tot de samentelling voorzien in paragraaf 1, bepaalt het bevoegde orgaan van Québec het bedrag van het pensioen volgens de bepalingen van de wetgeving die het toepast.3. Wanneer de persoon bedoeld in paragraaf 2 niet voldoet aan de voorwaarden vereist voor het openen van het recht op een pensioen zonder over te gaan tot de samentelling, gaat het bevoegde orgaan van Québec als volgt te werk : a) het erkent een jaar bijdrage wanneer het bevoegde Belgische orgaan bevestigt dat er een verzekeringstijdvak van minstens 1 kwartaal of 78 dagen in een kalenderjaar werd gecrediteerd krachtens de Belgische wetgeving, mits dit jaar begrepen is in het aan bijdragen onderworpen tijdvak bepaald in de wetgeving van Québec;b) overeenkomstig paragraaf 1 telt het de jaren erkend krachtens littera a) en de perioden vervuld volgens de wetgeving van Québec samen.4. Wanneer het recht op een pensioen is verworven ingevolge de samentelling voorzien in paragraaf 3, bepaalt het bevoegde orgaan van Québec het bedrag van het te betalen pensioen door de bedragen op te tellen berekend overeenkomstig littera a) en b) die volgen : a) het bedrag van het deel van het pensioen verbonden aan de geldelijke verdiensten wordt berekend volgens de bepalingen van de wetgeving van Québec;b) het bedrag van het deel met een vast percentage van het pensioen betaalbaar ingevolge de bepalingen van deze Overeenkomst wordt bepaald door het bedrag van het pensioen met een vast percentage vastgesteld volgens de bepalingen van de Rentenregeling van Québec te vermenigvuldigen met de breuk die de verhouding uitdrukt tussen de tijdvakken waarvoor bijdragen werden betaald aan de Rentenregeling van Québec en het tijdvak waarvoor bijdragen moeten betaald worden vastgesteld in de wetgeving betreffende deze Regeling. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de geneeskundige verstrekkingen Artikel 21 Samentellingsprincipe Voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op verstrekkingen, worden de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van elk van de Partijen samengeteld voor zover ze elkaar niet overlappen.
Artikel 22 Overbrenging van de woonplaats 1. Een persoon verzekerd overeenkomstig de Belgische wetgeving die zijn woonplaats van België naar Québec overbrengt, geniet, evenals de leden van zijn gezin die hem vergezellen, vanaf de dag van aankomst, van de verstrekkingen voorzien bij de wetgeving van Québec. Hetzelfde geldt voor de verzekerde persoon die in Québec verblijft om er te werken en de leden van zijn gezin die hem vergezellen, en dit ongeacht de duur van het verblijf, op voorwaarde dat deze persoon beschikt over het immigratiedocument vereist om er te werken. 2. Een persoon verzekerd overeenkomstig de wetgeving van Québec die zijn woonplaats van Québec naar België overbrengt, geniet, evenals de leden van zijn gezin die hem vergezellen, van de verstrekkingen voorzien bij de Belgische wetgeving, overeenkomstig de voorwaarden voorzien bij deze wetgeving. Artikel 23 Gezinsleden die op het grondgebied van de andere Partij verblijven 1. De gezinsleden van een persoon die onderworpen is aan de wetgeving van een Partij en die op het grondgebied van de andere Partij verblijven, genieten verstrekkingen op het grondgebied van deze andere Partij.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen van de wetgeving die het toepast.3. Paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing op de gezinsleden wanneer ze recht hebben op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de Partij op het grondgebied waarvan ze verblijven. Artikel 24 Gedetacheerde werknemers of zelfstandigen 1. De persoon die krachtens artikelen 8 en 11 onderworpen is aan de wetgeving van een Partij geniet, evenals de leden van zijn gezin die hem vergezellen, verstrekkingen voor de volledige duur van het verblijf op het grondgebied van de andere Partij.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de verblijfplaats volgens de bepalingen van de wetgeving die het toepast. Artikel 25 Pensioengerechtigden 1. De gerechtigden op de ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitspensioenen verschuldigd ingevolge de wetgevingen van de beide Partijen, genieten voor zichzelf en hun gezinsleden verstrekkingen overeenkomstig de wetgeving van de Partij op het grondgebeid waarvan ze verblijven en voor rekening van het bevoegde orgaan van deze Partij.2. De gerechtigden op een ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitspensioen uitsluitend verschuldigd krachtens de wetgeving van één van de Partijen, die op het grondgebied van de andere Partij verblijven, genieten verstrekkingen voor zichzelf en hun gezinsleden. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de woonplaats volgens de bepalingen van de wetgeving die het toepast.
Artikel 26 Studenten, onderzoekers en stagiairs 1. Voor zover zijn recht op verstrekkingen niet geopend is op het grondgebied van verblijf, geniet een persoon die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een Partij en studeert op het grondgebied van de andere Partij, evenals zijn hem vergezellende gezinsleden, verstrekkingen voor de volledige duur van de studies op het grondgebied van de andere Partij.2. Paragraaf 1 is naar analogie toepasselijk op de personen die stage lopen in het kader van studies op hogeschool- of universitair niveau of die onderzoek doen op universitair of postuniversitair niveau.3. Voor de toepassing van paragraaf 1 verstaat men onder « studeren » : voltijds ingeschreven zijn in een schoolinrichting, hogeschool of universiteit, voor een minimumduur van drie maanden, met het oog op het behalen van een diploma erkend door het Ministerie van Onderwijs van Québec of de Belgische bevoegde instanties.4. Voor de toepassing van paragraaf 2 verstaat men onder « stage in het kader van studies » : elke stage, ongeacht de aard van de gastinstelling, uitgevoerd in het kader van een studieprogramma en als dusdanig erkend door de onderwijsinstelling waaraan de stagiair verbonden is.5. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de verblijfplaats volgens de bepalingen van de wetgeving die het toepast. Artikel 27 Terugbetaling tussen organen 1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikelen 23, 24, 25, paragraaf 2 en 26 verleende verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende de prestaties inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten Artikel 28 Verblijven of wonen op het grondgebied van de andere Partij 1. De persoon die ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte het recht op verstrekkingen verkrijgt of heeft krachtens de wetgeving van een Partij, geniet verstrekkingen wanneer hij verblijft of woont op het grondgebied van de andere Partij.2. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verleend door het orgaan van de verblijf- of woonplaats volgens de bepalingen die het toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld is bij de wetgeving van de bevoegde Partij.3. Uitkeringen worden betaald door het bevoegde orgaan volgens de bepalingen van de wetgeving die het toepast. Artikel 29 Terugbetaling tussen organen 1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens artikel 28 verleende verstrekkingen wordt door het bevoegde orgaan terugbetaald aan het orgaan dat deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling. Artikel 30 Bepaling van de graad van ongeschiktheid Indien de wetgeving van een Partij expliciet of impliciet voorziet dat de vroeger overkomen arbeidsongevallen of beroepsziekten in aanmerking worden genomen om de graad van ongeschiktheid te bepalen, worden de vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten onder de wetgeving van de andere Partij beschouwd als zijnde overkomen onder de wetgeving van de eerstgenoemde Partij.
Artikel 31 Blootstelling onder de wetgeving van beide Partijen Wanneer de persoon getroffen door een beroepsziekte een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen onder de wetgeving van beide Partijen, worden de prestaties waarop de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen kunnen aanspraak maken uitsluitend toegekend krachtens de wetgeving onder dewelke deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend en onder voorbehoud dat de betrokkene voldoet aan de bij deze wetgeving gestelde eisen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van artikel 32.
Artikel 32 Uitbreiding van de toekenningsvoorwaarden Indien het toekennen van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een Partij afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de bewuste ziekte medisch voor het eerst op haar grondgebied werd vastgesteld, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer deze ziekte voor het eerst werd vastgesteld op het grondgebied van de andere Partij. 2. Indien het toekennen van prestaties wegens een beroepsziekte afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de ziekte medisch werd vastgesteld binnen een bepaalde termijn na het stopzetten van de laatste beroepsbezigheid als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen, houdt het bevoegde orgaan, wanneer het onderzoekt op welk moment deze laatste beroepsbezigheid werd uitgeoefend, in de nodige mate rekening met de beroepsbezigheid van dezelfde aard uitgeoefend onder de wetgeving van de andere Partij, alsof deze werd uitgeoefend onder de wetgeving die het toepast.3. Indien het toekennen van prestaties wegens een beroepsziekte afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat een beroepsbezigheid als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen voor een bepaalde duur werd uitgeoefend, houdt het bevoegde orgaan in de nodige mate rekening met de periodes tijdens dewelke een dergelijke beroepsbezigheid werd uitgeoefend onder de wetgeving van de andere Partij, alsof deze werd uitgeoefend onder de wetgeving die het toepast. Artikel 33 Verergering van een beroepsziekte In geval van verergering van een beroepsziekte waarvoor een persoon prestaties geniet of genoten heeft krachtens de wetgeving van een Partij, zijn de volgende regelen van toepassing : indien de persoon onder de wetgeving van de andere Partij geen beroep heeft uitgeoefend waardoor de beroepsziekte kon verergeren, is het bevoegde orgaan van de eerste Partij ertoe gehouden de last van de uitkeringen op zich te nemen, rekening houdend met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast; indien de persoon onder de wetgeving van de andere Partij dergelijk beroep heeft uitgeoefend, is het bevoegde orgaan van de eerste Partij ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, zonder rekening te houden met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast; het bevoegde orgaan van de andere Partij kent de persoon een supplement toe, waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die het toepast en dat gelijk is aan het verschil tussen het bedrag van de na de verergering verschuldigde prestatie en het bedrag van de prestatie die vóór de verergering zou verschuldigd geweest zijn.
TITEL IV. - Diverse bepalingen Artikel 34 Verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten : a) nemen alle nodige administratieve maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsorganen aan;b) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;c) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;d) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 35 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van elk van beide Partijen elkaar hun bemiddeling aan.Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos; de bevoegde autoriteiten kunnen eventueel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van één van beide Partijen voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Partij overlegd moeten worden, wordt verruimd tot gelijkaardige voor de toepassing van de wetgeving van de andere Partij over te leggen stukken en documenten.3. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden.4. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten en de bevoegde organen van de Partijen ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar alsmede met enig welke persoon te corresponderen, welke ook diens woonplaats.Het corresponderen mag geschieden in één van de officiële talen van de Partijen.
Artikel 36 Bescherming van persoonlijke gegevens 1. In dit artikel verstaat men onder « informatie » : alle gegevens aan de hand waarvan de identiteit van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon makkelijk kan worden vastgesteld.2. Tenzij de bekendmaking vereist is krachtens de wetgeving van een Partij, is alle informatie die door een orgaan van een Partij meegedeeld wordt aan een orgaan van de andere Partij vertrouwelijk en wordt ze uitsluitend gebruikt met het oog op de toepassing van deze Overeenkomst.3. De toegang tot een dossier dat informatie bevat is onderworpen aan de wetgeving van de Partij op het grondgebied waarvan dit dossier zich bevindt. Artikel 37 Aanvraag van een pensioen of een prestatie 1. Om te kunnen genieten van een pensioen of een prestatie krachtens deze Overeenkomst, moet een persoon een aanvraag indienen volgens de modaliteiten voorzien in de Administratieve Schikking.2. Een aanvraag voor een pensioen of een prestatie krachtens de wetgeving van een Partij ingediend na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in de volgende gevallen beschouwd als zijnde een aanvraag voor het pensioen of de overeenkomstige prestatie krachtens de wetgeving van de andere Partij : a) wanneer een persoon zijn intentie aangeeft dat zijn aanvraag wordt beschouwd als een aanvraag krachtens de wetgeving van de andere Partij;b) wanneer een persoon op het ogenblik van de aanvraag aangeeft dat er verzekeringstijdvakken werden vervuld krachtens de wetgeving van de andere Partij. De datum van ontvangst van een dergelijke aanvraag wordt verondersteld als zijnde de datum waarop de aanvraag werd ontvangen krachtens de wetgeving van de eerste Partij. 3. De veronderstelling van de vorige paragraaf belet niet dat een persoon kan vragen om zijn pensioenaanvraag krachtens de wetgeving van de andere Partij uit te stellen. Artikel 38 Verklaringen en rechtsmiddelen Verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een Partij, binnen een bepaalde termijn ingediend hadden moeten worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van deze Partij, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn ingediend worden bij een autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere Partij. In dit geval laat de/het aldus aangezochte autoriteit, orgaan of rechtscollege van de eerste Partij, ofwel rechtstreeks ofwel door toedoen van de bevoegde autoriteiten van de Partijen. De datum waarop deze verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechtscollege van de andere Partij wordt beschouwd als datum van indiening bij de/het bevoegde autoriteit, orgaan of rechtscollege van de andere Partij.
Artikel 39 Correspondentietaal Aanvragen of documenten mogen niet van de hand worden gewezen omdat ze opgesteld zijn in een officiële taal van de andere partij.
Artikel 40 Uitbetaling van de pensioenen en de prestaties De uitbetalingsorganen van pensioenen of prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in de munteenheid van hun Staat, zonder enige aftrek voor hun administratiekosten.
Overdrachten ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst worden verricht overeenkomstig de tussen beide Partijen ter zake van kracht zijnde akkoorden.
De bepalingen van de wetgeving van een Partij inzake controle op de wisseloperaties mogen geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst.
Artikel 41 Bijleggen van geschillen Geschillen in verband met de interpretatie en de toepassing van deze Overeenkomst zullen, in de mate van het mogelijke, bijgelegd worden door de bevoegde autoriteiten.
TITEL V. - Overgangs- en slotbepalingen Artikel 42 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.2. Deze Overeenkomst doet geen enkel recht ontstaan op pensioenen of prestaties voor een tijdvak dat haar datum van inwerkingtreding voorafgaat, noch op een overlijdensprestatie die betrekking heeft op een gebeurtenis die deze datum voorafgaat.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van één van de Partijen werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen pensioen.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door toekenning van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 43 Herziening, verjaring, verval 1. Elk pensioen of elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de belanghebbende of wegens diens woonplaats op het grondgebied van de andere Partij dan die waar het uitbetalingsorgaan zich bevindt, wordt, op verzoek van de belanghebbende, vereffend of hervat met ingang van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbenden die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de vaststelling van een pensioen of een prestatie hebben bekomen, worden op hun verzoek herzien, rekening gehouden met de bepalingen van deze Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroeger rechten van de betrokkenen verminderd worden. 3. Indien het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst, zijn de overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van de ene of van de andere Partij betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen belanghebbende mogen ingeroepen worden.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, worden de rechten die niet vervallen noch verjaard zijn slechts verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken Partij. Wanneer een pensioen betaalbaar is ingevolge de toepassing van artikel 12, paragraaf 1, of van artikel 20, paragraaf 1, en de aanvraag voor dit pensioen is ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst van kracht wordt, zijn de rechten, ontstaan overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst, verworven met ingang van deze datum of met ingang van de datum van de gebeurtenis die het recht op het pensioen doet ontstaan wanneer deze later valt, niettegenstaande de bepalingen van de wetgeving van de ene of de andere Partij betreffende het verval of de verjaring van de rechten.
Artikel 44 Duur Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door één van de Partijen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere Partij, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.
Artikel 45 Waarborg voor verworven rechten of rechten in wording In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitbetalingen van pensioenen verworven krachtens deze Overeenkomst gehandhaafd. De Partijen nemen de nodige schikkingen met betrekking tot de rechten in wording.
Artikel 46 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de twee Partijen de andere Partij zal medegedeeld hebben dat de wettelijk vereiste formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst vervuld zijn.
Ten blijke waarvan de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.
Opgemaakt te Québec, op 28 maart 2006, in tweevoud, in de Franse en Nederlandse taal, elke tekst zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.