Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 december 2016
gepubliceerd op 18 september 2017

Wet houdende instemming met het Protocol, ondertekend te Mexico-Stad op 26 augustus 2013, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Mexicaanse Staten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Mexico op 24 november 1992 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2017013128
pub.
18/09/2017
prom.
11/12/2016
ELI
eli/wet/2016/12/11/2017013128/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

11 DECEMBER 2016. - Wet houdende instemming met het Protocol, ondertekend te Mexico-Stad op 26 augustus 2013, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Mexicaanse Staten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Mexico op 24 november 1992 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Protocol, ondertekend te Mexico-Stad op 26 augustus 2013, tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Mexicaanse Staten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Mexico op 24 november 1992, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 december 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1930 Integraal verslag : 20/10/2016 (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/Vlaams Gewest van 03/06/2016 (Belgisch Staatsblad van 08/07/2016), Decreet van de Franse Gemeenschap van 26/01/2017 (Belgisch Staatsblad van 09/02/2017), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 26/09/2016 (Belgisch Staatsblad van 14/10/2016), Decreet van het Waalse Gewest van 16/10/2015 (Belgisch Staatsblad van 29/10/2015), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 23/06/2017 (Belgisch Staatsblad van 06/07/2017).(3) Inwerkingtreding : 19/08/2017

Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Verenigde Mexicaanse Staten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Mexico op 24 november 1992 Het Koninkrijk België door : de Belgische Federale Regering, de Vlaamse Regering, de Regering van de Franse Gemeenschap, de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, de Regering van het Waalse Gewest, en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, enerzijds, en De Verenigde Mexicaanse Staten, anderzijds, Wensende de Overeenkomst te wijzigen tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Mexico op 24 november 1992 (hierna te noemen "de Overeenkomst"), Zijn het volgende overeengekomen : ARTIKEL I Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "1.Deze Overeenkomst is van toepassing op belastingen naar het inkomen die worden geheven ten behoeve van een overeenkomstsluitende Staat alsook, in het geval van België, op belastingen naar het inkomen die worden geheven ten behoeve van zijn staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen, en dit ongeacht de wijze van heffing. 2. Als belastingen naar het inkomen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven van het gehele inkomen of van bestanddelen van het inkomen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van vermogen.3. De bestaande belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is, zijn : a) in Mexico : 1° de inkomstenbelasting ("el impuesto sobre la renta");2° de forfaitaire bedrijfsbelasting ("el impuesto empresarial a tasa ·nica"); (hierna te noemen "Mexicaanse belasting"); b) in België : 1° de personenbelasting;2° de vennootschapsbelasting;3° de rechtspersonenbelasting;en 4° de belasting van niet-inwoners; met inbegrip van de voorheffingen en de opcentiemen op die belastingen en voorheffingen; (hierna te noemen "Belgische belasting"). 4. De Overeenkomst is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van de ondertekening van deze Overeenkomst naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven.De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten delen elkaar alle belangrijke wijzigingen mee die in hun respectieve belastingwetten zijn aangebracht." ARTIKEL II 1. Paragraaf 1, h), 2°, van artikel 3 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2° in het geval van België, naargelang het geval, de Minister van Financiën van de federale Regering en/of van de Regering van een Gewest en/of van een Gemeenschap, of zijn gemachtigde vertegenwoordiger;" 2. Na paragraaf 1, h) worden de volgende subparagrafen i), j), k) en l) opgenomen in artikel 3 van de Overeenkomst : "i) heeft de uitdrukking "onderneming" betrekking op het uitoefenen van eender welk bedrijf;j) omvat de uitdrukking "uitoefenen van een bedrijf" het uitoefenen van een vrij beroep en het uitoefenen van andere werkzaamheden van zelfstandige aard;k) betekent de uitdrukking "pensioenfonds" elke persoon, entiteit of trust, wat Mexico betreft daaronder begrepen de "Afores y Siefores", die in een overeenkomstsluitende Staat gevestigd is en die : 1° pensioenstelsels beheert of pensioenuitkeringen verschaft;of 2° inkomsten verwerft ten voordele van een of meer personen die zich bezighouden met het beheren van pensioenstelsels of het verschaffen van pensioenuitkeringen;en op voorwaarde dat die persoon, entiteit of trust ofwel : 1° wat Mexico betreft, onder toezicht staat van een of meer van volgende autoriteiten, de "Comisión Nacional del Sistema de Ahorro para el Retiro" (CONSAR), de "Comisión Nacional de Seguros y Fianzas" (CNSF), de "Comisión Nacional Bancaria y de Valores" (CNBV) of het Ministerie van Financiën en Openbaar Krediet;of 2° wat België betreft, onder toezicht staat van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) of door de Nationale Bank van België of geregistreerd is bij de Belgische belastingadministratie;l) betekent de uitdrukking "erkende effectenbeurs" : 1° wat Mexico betreft, elke effectenbeurs die voldoet aan de voorwaarden voorzien door de Beurswet ("Ley del Mercado de Valores") van 30 december 2005;2° wat België betreft, elke effectenbeurs die voldoet aan de materiële vereisten van artikel 4 van de richtlijn 2004/39/EG van het Europese Parlement en van de Raad van 21 april 2004; 3° elke andere effectenbeurs die door de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Staten erkend is." 3. Paragraaf 2 van artikel 3 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2 Voor de toepassing van de Overeenkomst op enig tijdstip door een overeenkomstsluitende Staat heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke niet erin omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens het recht van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.Elke betekenis overeenkomstig het belastingrecht van die Staat heeft voorrang op een betekenis die aan die uitdrukking wordt gegeven overeenkomstig andere rechtsgebieden van die Staat." ARTIKEL III Paragraaf 3 van artikel 4 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "3. Indien een andere dan een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel inwoner is van beide overeenkomstsluitende Staten, bepalen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten in onderlinge overeenstemming, en binnen vier jaar vanaf de datum waarop de zaak aan de bevoegde autoriteit van een overeenkomstsluitende Staat werd voorgelegd, van welke Staat de persoon geacht wordt inwoner te zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst." ARTIKEL IV Paragraaf 3 van artikel 5 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "3. de uitdrukking "vaste inrichting" omvat tevens : a) de plaats van uitvoering van een bouwwerk, van constructie-, assemblage- of installatiewerkzaamheden of van werkzaamheden van toezicht daarop, doch alleen indien de duur van dat bouwwerk of die werkzaamheden zes maanden te boven gaat;b) het verstrekken van diensten door een onderneming door middel van werknemers of ander personeel die de onderneming daarvoor heeft in dienst genomen, doch alleen indien zodanige werkzaamheden (voor dezelfde of ermede verband houdende werkzaamheden) in een overeenkomstsluitende Staat worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal 183 dagen in enig tijdvak van twaalf maanden dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk, te boven gaat; c) voor een natuurlijke persoon, het verlenen van diensten in een overeenkomstsluitende Staat door die natuurlijke persoon, maar enkel wanneer die natuurlijke persoon in die Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal 183 dagen in enig tijdvak van twaalf maanden dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk, te boven gaat." ARTIKEL V Paragraaf 4 van artikel 6 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 3 zijn ook van toepassing op inkomsten uit onroerende goederen van een onderneming." ARTIKEL VI De paragrafen 2, 4 en 5 van artikel 10 van de Overeenkomst worden opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2. Deze dividenden mogen echter ook in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan 10 percent van het brutobedrag van de dividenden.

Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van deze paragraaf worden dividenden niet belast in de overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden : a) een vennootschap is die inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat en die gedurende een ononderbroken tijdvak van ten minste twaalf maanden aandelen bezit die onmiddellijk ten minste 10 percent vertegenwoordigen van het kapitaal van de vennootschap die de dividenden betaalt;b) een pensioenfonds is dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat de aandelen of andere rechten ter zake waarvan die dividenden worden betaald, in bezit worden gehouden voor het uitoefenen van een in artikel 3, paragraaf 1, k), 1° of 2° bedoelde activiteit. Deze paragraaf laat onverlet de belastingheffing van de vennootschap ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald." "4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waarvan de vennootschap die de dividenden betaalt inwoner is, een bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, wezenlijk is verbonden met die vaste inrichting. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing. 5. Indien een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat winst of inkomsten verkrijgt uit de andere overeenkomstsluitende Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen van de door de vennootschap betaalde dividenden, behalve voor zover die dividenden aan een inwoner van die andere Staat worden betaald of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald wezenlijk is verbonden met een in die andere Staat gelegen vaste inrichting.Die andere Staat mag evenmin de niet uitgedeelde winst van de vennootschap onderwerpen aan een belasting op niet uitgedeelde winst van de vennootschap, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit winst of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn." ARTIKEL VII 1. De paragrafen 2, 3, 4, 5, 6 en 7 van artikel 11 van de Overeenkomst worden opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2.Deze interest mag echter ook in de overeenkomstsluitende Staat waaruit hij afkomstig is overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet hoger zijn dan : a) 5 percent van het brutobedrag van de interest : 1° die is betaald uit hoofde van een lening van welke aard ook, toegestaan door een bank of door een andere financiële instelling, daaronder begrepen investerings- en spaarbanken en verzekeringsmaatschappijen;2° die is betaald uit hoofde van obligaties en effecten die geregeld en in belangrijke mate op een erkende effectenbeurs verhandeld worden;b) 10 percent van het brutobedrag van de interest in alle andere gevallen.3. Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf 2 wordt interest zoals bedoeld in paragraaf 1 niet belast in de overeenkomstsluitende Staat waaruit hij afkomstig is wanneer : a) de uiteindelijk gerechtigde tot de interest een pensioenfonds is dat inwoner is van de andere overeenkomstsluitende Staat, op voorwaarde dat de schuldvordering ter zake waarvan die interest betaald wordt in bezit wordt gehouden voor het uitoefenen van een in artikel 3, paragraaf 1, k), 1° of 2° bedoelde activiteit;b) de uiteindelijk gerechtigde een overeenkomstsluitende Staat of een staatkundig onderdeel, plaatselijke gemeenschap of openbare entiteit daarvan is;c) de interest afkomstig is uit Mexico en betaald wordt uit hoofde van een lening die is toegestaan, gewaarborgd of verzekerd door België, door een van zijn staatkundige onderdelen, door de Nationale Delcrederedienst in het kader van de bevordering van de uitvoer, of door enige andere instelling waaromtrent tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten op bepaalde tijdstippen overeenstemming is bereikt; d) de interest afkomstig is uit België en betaald wordt uit hoofde van een lening die is toegestaan, gewaarborgd of verzekerd door "Nacional Financiera S.N.C.", "Financiera Rural S.N.C.", "Banco Nacional de Comercio Exterior S.N.C.", "Banco Nacional de Obras y Servicios P·blicos S.N.C." of door enige andere instelling waaromtrent tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten op bepaalde tijdstippen overeenstemming is bereikt. 4. De uitdrukking "interest", zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet gewaarborgd door hypotheek en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen of obligaties, alsmede inkomsten die door de wetgeving van de Staat waaruit de inkomsten afkomstig zijn op dezelfde wijze in de belastingheffing worden betrokken als inkomsten van geleend geld.Inkomsten zoals bedoeld in artikel 10 vallen niet onder de uitdrukking "interest". 5. De bepalingen van de paragrafen 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de interest, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waaruit de interest afkomstig is, een bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting en de schuldvordering uit hoofde waarvan de interest is verschuldigd wezenlijk is verbonden met die vaste inrichting.In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing. 6. Interest wordt geacht uit een overeenkomstsluitende Staat afkomstig te zijn indien de schuldenaar die Staat zelf, een staatkundig onderdeel, een plaatselijke gemeenschap of een inwoner van die Staat is.Indien evenwel de schuldenaar van de interest, ongeacht of hij inwoner van een overeenkomstsluitende Staat is of niet, in een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarvoor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald is aangegaan, en die interest ten laste komt van die vaste inrichting, wordt die interest geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting gevestigd is." 2. Paragraaf 8 van artikel 11 van de Overeenkomst wordt hernummerd en wordt paragraaf 7. ARTIKEL VIII De paragrafen 4 en 5 van artikel 12 van de Overeenkomst worden opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "4. De bepalingen van de paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat waaruit de royalty's afkomstig zijn, een bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting en het recht of het goed uit hoofde waarvan de royalty's verschuldigd zijn wezenlijk is verbonden met die vaste inrichting. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing. 5. Royalty's worden geacht uit een overeenkomstsluitende Staat afkomstig te zijn indien de schuldenaar die Staat zelf, een staatkundig onderdeel, een plaatselijke gemeenschap of een inwoner van die Staat is.Indien evenwel de schuldenaar van de royalty's, ongeacht of hij inwoner van een overeenkomstsluitende Staat is of niet, in een overeenkomstsluitende Staat een vaste inrichting heeft waarvoor de verbintenis uit hoofde waarvan de royalty's worden betaald is aangegaan en die de last van de royalty's draagt, worden die royalty's geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd." ARTIKEL IX 1. De paragrafen 2 en 4 van artikel 13 van de Overeenkomst worden opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2.Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende goederen die deel uitmaken van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat in de andere overeenkomstsluitende Staat heeft, daaronder begrepen voordelen verkregen uit de vervreemding van die vaste inrichting (alleen of met de gehele onderneming), mogen in die andere Staat worden belast." "4. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 5 mogen voordelen verkregen uit de vervreemding van aandelen van een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat in die Staat worden belast. De aldus geheven belasting mag evenwel niet hoger zijn dan 10 percent van de belastbare voordelen." 2. Volgende nieuwe paragraaf 5 wordt ingevoegd in artikel 13 van de Overeenkomst : "5.Voordelen die door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat worden verkregen uit de vervreemding van aandelen waarvan meer dan 50 percent van de waarde onmiddellijk of middellijk bestaat uit in de andere overeenkomstsluitende Staat gelegen onroerende goederen, mogen in die andere Staat worden belast. Onroerende goederen waarin de vennootschap haar bedrijf uitoefent zullen hierbij niet in aanmerking worden genomen." 3. Paragraaf 5 van artikel 13 van de Overeenkomst wordt hernummerd en wordt paragraaf 6. ARTIKEL X Artikel 14 van de Overeenkomst wordt opgeheven.

ARTIKEL XI Paragraaf 2, c) van artikel 15 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "c) de beloningen niet ten laste komen van een vaste inrichting, die de werkgever in de andere Staat heeft".

ARTIKEL XII Paragraaf 2 van artikel 17 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2. Wanneer inkomsten uit werkzaamheden die een artiest of een sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verricht, niet worden toegekend aan de artiest of aan de sportbeoefenaar zelf maar aan een andere persoon, mogen die inkomsten, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7 en 15, worden belast in de overeenkomstsluitende Staat waar de werkzaamheden van de artiest of de sportbeoefenaar worden verricht." ARTIKEL XIII Paragraaf 2 van artikel 21 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2. De bepalingen van paragraaf 1 zijn niet van toepassing op inkomsten, niet zijnde inkomsten uit onroerende goederen als omschreven in artikel 6, paragraaf 2, indien de verkrijger van die inkomsten, die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat, in de andere overeenkomstsluitende Staat een bedrijf uitoefent met behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting en het recht of het goed dat de inkomsten oplevert wezenlijk is verbonden met die vaste inrichting. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing." ARTIKEL XIV Paragraaf 2 van artikel 22 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "2. In België : a) Indien een inwoner van België inkomsten verkrijgt, niet zijnde dividenden, interest of royalty's, die ingevolge de bepalingen van deze Overeenkomst in Mexico zijn belast, stelt België die inkomsten vrij van belasting, maar om het bedrag van de belasting op het overige inkomen van die inwoner te berekenen mag België het belastingtarief toepassen dat van toepassing zou zijn indien die inkomsten niet waren vrijgesteld.Indien een natuurlijke persoon inkomsten verkrijgt, niet zijnde dividenden, interest of royalty's, die ingevolge de bepalingen van de Overeenkomst in Mexico zijn belast, stelt België, niettegenstaande de vorige bepaling, die inkomsten alleen vrij van belasting voor zover ze effectief in Mexico belast zijn. b) De vrijstelling waarin subparagraaf a) voorziet, wordt eveneens verleend met betrekking tot inkomsten die overeenkomstig het Belgische recht als dividenden worden beschouwd en die door een inwoner van België worden behaald uit een deelneming in een entiteit waarvan de plaats van de werkelijke leiding gelegen is in Mexico en die niet als dusdanig werd belast in Mexico, op voorwaarde dat de inwoner van België, naar rata van zijn deelneming in zulke entiteit, in Mexico is belast op de inkomsten waaruit de inkomsten die overeenkomstig het Belgische recht als dividenden worden beschouwd, zijn betaald.De vrijgestelde inkomsten zijn de inkomsten die zijn verkregen na aftrek van de kosten die in België of elders zijn gemaakt en die betrekking hebben op het beheer van de deelneming in de entiteit. c) De uitdrukking "belast", zoals gebruikt in de eerste zin van subparagraaf a) en in subparagraaf b), betekent dat het inkomensbestanddeel onderworpen is aan het belastingstelsel dat normaal op dat inkomensbestanddeel van toepassing is overeenkomstig de Mexicaanse interne belastingwetgeving.d) Niettegenstaande de bepalingen van subparagrafen a) en b) en elke andere bepaling van de Overeenkomst, houdt België, voor het berekenen van de aanvullende belastingen die worden geheven door de Belgische gemeenten en agglomeraties, rekening met de beroepsinkomsten die in België overeenkomstig subparagrafen a) en b) vrijgesteld zijn van belasting.Die aanvullende belastingen worden berekend op de belasting die in België verschuldigd zou zijn indien de desbetreffende beroepsinkomsten uit Belgische bronnen waren behaald. e) De bepalingen van subparagrafen a) en b) zijn niet van toepassing op inkomsten verkregen door een inwoner van België indien Mexico de bepalingen van de Overeenkomst toepast om zulke inkomsten van belasting vrij te stellen of de bepalingen van artikel 10, paragraaf 2 of artikel 11, paragraaf 2 of 3 toepast om de belastingheffing van die inkomsten te beperken.f) Dividenden die een vennootschap die inwoner is van België verkrijgt van een vennootschap die inwoner is van Mexico, worden in België vrijgesteld van de vennootschapsbelasting op de voorwaarden en binnen de grenzen die in de Belgische wetgeving zijn bepaald.g) Wanneer een vennootschap die inwoner is van België van een vennootschap die inwoner is van Mexico dividenden verkrijgt die niet vrijgesteld zijn overeenkomstig subparagraaf f), worden die dividenden in België toch vrijgesteld van de vennootschapsbelasting indien de vennootschap die inwoner is van Mexico daadwerkelijk betrokken is bij de actieve uitoefening van een bedrijf in Mexico.In dat geval worden die dividenden vrijgesteld op de voorwaarden en binnen de grenzen die in de Belgische wetgeving zijn bepaald, met uitzondering van die welke verband houden met de belastingregeling die van toepassing is op de vennootschap die inwoner is van Mexico of op de inkomsten waaruit de dividenden worden betaald. Deze bepaling is slechts van toepassing op dividenden die worden betaald uit winst die wordt voortgebracht door de actieve uitoefening van een bedrijf. h) Wanneer een vennootschap die inwoner is van België van een vennootschap die inwoner is van Mexico dividenden verkrijgt die deel uitmaken van haar samengetelde inkomen dat aan de Belgische belasting is onderworpen en die niet vrijgesteld zijn van de vennootschapsbelasting ingevolge subparagraaf f) of g), brengt België de Mexicaanse belasting die overeenkomstig artikel 10 van die dividenden werd geheven en de Mexicaanse belasting die werd geheven van de winst waaruit deze dividenden worden betaald, in mindering van de Belgische belasting die betrekking heeft op die dividenden.Dit in mindering te brengen bedrag mag het deel van de Belgische belasting dat evenredig betrekking heeft op die dividenden, niet te boven gaan. i) Onder voorbehoud van de bepalingen van de Belgische wetgeving betreffende de verrekening van in het buitenland betaalde belastingen met de Belgische belasting wordt, indien een inwoner van België inkomsten verkrijgt die deel uitmaken van zijn samengetelde inkomen dat aan de Belgische belasting is onderworpen en bestaan uit interest of royalty's, de van die inkomsten geheven Mexicaanse belasting in mindering gebracht van de Belgische belasting met betrekking tot die inkomsten. j) Indien verliezen geleden door een onderneming die door een inwoner van België in een in Mexico gelegen vaste inrichting wordt gedreven, voor de belastingheffing van die onderneming in België overeenkomstig de Belgische wetgeving werkelijk in mindering van de winst van die onderneming zijn gebracht, is de vrijstelling ingevolge subparagraaf a) in België niet van toepassing op de winst van andere belastbare tijdperken die aan die inrichting kan worden toegerekend, in zoverre als die winst ook in Mexico van belasting is vrijgesteld door de verrekening van die verliezen." ARTIKEL XV 1. Paragraaf 4 van artikel 23 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "4.Behalve indien de bepalingen van artikel 9, artikel 11, paragraaf 7, of artikel 12, paragraaf 6, van toepassing zijn, worden interest, royalty's en andere uitgaven die door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat worden betaald, bij het bepalen van de belastbare winst van die onderneming op dezelfde voorwaarden in mindering gebracht als wanneer zij aan een inwoner van de eerstgenoemde Staat zouden zijn betaald." 2. Paragraaf 6 van artikel 23 van de Overeenkomst wordt opgeheven. ARTIKEL XVI Artikel 25 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "1. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten wisselen de inlichtingen uit die naar verwachting relevant zullen zijn voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of voor de toepassing of de tenuitvoerlegging van de nationale wetgeving met betrekking tot belastingen van elke soort of benaming die worden geheven ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan, voor zover de belastingheffing waarin die nationale wetgeving voorziet niet in strijd is met de Overeenkomst. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2. 2. De door een overeenkomstsluitende Staat ingevolge paragraaf 1 verkregen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden als inlichtingen die onder de nationale wetgeving van die Staat zijn verkregen en worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten (daaronder begrepen rechterlijke instanties en administratieve lichamen) die betrokken zijn bij de vestiging of invordering van de in paragraaf 1 bedoelde belastingen, bij de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake van die belastingen, bij de beslissing in beroepszaken die betrekking hebben op die belastingen, of bij het toezicht daarop.Deze personen of autoriteiten gebruiken die inlichtingen slechts voor die doeleinden. Zij mogen deze inlichtingen kenbaar maken tijdens openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen. Niettegenstaande hetgeen voorafgaat, mogen de door een overeenkomstsluitende Staat verkregen inlichtingen voor andere doeleinden worden gebruikt indien ze overeenkomstig de wetgeving van beide Staten voor die andere doeleinden mogen worden gebruikt en indien de bevoegde autoriteit van de Staat die de inlichtingen verstrekt, de toestemming geeft voor dat gebruik. 3. In geen geval mogen de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 aldus worden uitgelegd dat aan een overeenkomstsluitende Staat de verplichting wordt opgelegd : a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;b) inlichtingen te verstrekken die niet verkrijgbaar zijn volgens de wetgeving of in de normale gang van de administratieve werkzaamheden van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;c) inlichtingen te verstrekken die een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of een handelswerkwijze zouden onthullen, dan wel inlichtingen waarvan het verstrekken in strijd zou zijn met de openbare orde.4. Wanneer op basis van de bepalingen van dit artikel door een overeenkomstsluitende Staat om inlichtingen is verzocht, gebruikt de andere overeenkomstsluitende Staat de middelen voor het verzamelen van inlichtingen waarover hij beschikt om de gevraagde inlichtingen te verkrijgen, zelfs al heeft die andere Staat die inlichtingen niet nodig voor zijn eigen belastingdoeleinden.De verplichting die in de vorige zin is vervat, is onderworpen aan de beperkingen waarin paragraaf 3 van dit artikel voorziet, maar die beperkingen mogen in geen geval aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel omdat die Staat geen binnenlands belang heeft bij die inlichtingen. 5. In geen geval mogen de bepalingen van paragraaf 3 van dit artikel aldus worden uitgelegd dat ze een overeenkomstsluitende Staat toestaan om het verstrekken van inlichtingen te weigeren enkel en alleen omdat de inlichtingen in het bezit zijn van een bank, een andere financiële instelling, een trust, een gevolmachtigde of een persoon die werkzaam is in de hoedanigheid van een vertegenwoordiger of een vertrouwenspersoon of omdat de inlichtingen betrekking hebben op eigendomsbelangen in een persoon.Voor zover zulks nodig is om die inlichtingen te verkrijgen heeft de belastingadministratie van de aangezochte overeenkomstsluitende Staat de bevoegdheid om te vragen inlichtingen kenbaar te maken en om een onderzoek en verhoren in te stellen, niettegenstaande andersluidende bepalingen in de binnenlandse belastingwetgeving van die Staat." ARTIKEL XVII Artikel 26 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "1. De overeenkomstsluitende Staten verlenen elkaar bijstand voor de invordering van belastingvorderingen. Deze bijstand wordt niet beperkt door de artikelen 1 en 2. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten kunnen in onderlinge overeenstemming de wijze van uitvoering van dit artikel bepalen. 2. De uitdrukking "belastingvordering" zoals gebezigd in dit artikel, betekent elk bedrag dat verschuldigd is met betrekking tot belastingen van elke soort en benaming die worden geheven ten behoeve van de overeenkomstsluitende Staten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan, voor zover de daarmee overeenstemmende belastingheffing niet in strijd is met deze Overeenkomst of met enig ander instrument waarbij de overeenkomstsluitende Staten partij zijn, alsmede de met dat bedrag verband houdende interest, administratieve boetes en kosten van invordering of van bewarende maatregelen.3. Wanneer een belastingvordering van een overeenkomstsluitende Staat ingevolge de wetgeving van die Staat voor tenuitvoerlegging vatbaar is en verschuldigd is door een persoon die op dat ogenblik op grond van de wetgeving van die Staat de invordering ervan niet kan beletten, aanvaardt de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat om die belastingvordering op verzoek van de bevoegde autoriteit van eerstgenoemde Staat in te vorderen.Die belastingvordering wordt door die andere Staat geïnd overeenkomstig de bepalingen van zijn wetgeving die van toepassing zijn op het vlak van de tenuitvoerlegging en de invordering van zijn eigen belastingen alsof de desbetreffende vordering een belastingvordering van die andere Staat was. 4. Wanneer een belastingvordering van een overeenkomstsluitende Staat een vordering is ter zake waarvan die Staat overeenkomstig zijn wetgeving bewarende maatregelen kan nemen om de invordering ervan te verzekeren, gaat de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat ermee akkoord om, op verzoek van de bevoegde autoriteit van eerstgenoemde Staat, ter zake van die belastingvordering bewarende maatregelen te nemen.Die andere Staat neemt ter zake van die belastingvordering bewarende maatregelen overeenkomstig de bepalingen van zijn wetgeving alsof de belastingvordering een belastingvordering van die andere Staat was, zelfs indien de belastingvordering in de eerstgenoemde Staat op het ogenblik waarop die maatregelen worden toegepast niet voor tenuitvoerlegging vatbaar is of verschuldigd is door een persoon die het recht heeft de invordering ervan te beletten. 5. De verjaringstermijnen en de voorrechten die overeenkomstig de wetgeving van een overeenkomstsluitende Staat van toepassing zijn op een belastingvordering wegens de aard van die vordering als zodanig, gelden niet voor een belastingvordering die door die Staat voor de toepassing van paragraaf 3 of 4 wordt aanvaard, dit niettegenstaande de bepalingen van voornoemde paragrafen.Ter zake van een belastingvordering die voor de toepassing van paragraaf 3 of 4 door een overeenkomstsluitende Staat wordt aanvaard, kan in die Staat bovendien geen enkel voorrecht worden verleend dat overeenkomstig de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Staat op die belastingvordering van toepassing zou zijn. 6. Procedures inzake het bestaan, de geldigheid of het bedrag van een belastingvordering van een overeenkomstsluitende Staat, worden niet voorgelegd aan de rechterlijke instanties of administratieve lichamen van de andere overeenkomstsluitende Staat.7. Wanneer een belastingvordering op enig tijdstip nadat door een overeenkomstsluitende Staat een verzoekschrift werd ingediend overeenkomstig paragraaf 3 of 4, en vooraleer de andere overeenkomstsluitende Staat de desbetreffende belastingvordering heeft ingevorderd en aan de eerstgenoemde Staat heeft overgemaakt, ophoudt : a) een belastingvordering te zijn van de eerstgenoemde Staat die overeenkomstig de wetgeving van die Staat vatbaar is voor tenuitvoerlegging en die verschuldigd is door een persoon die op dat ogenblik overeenkomstig de wetgeving van die Staat de invordering ervan niet kan beletten, (in het geval van een verzoekschrift overeenkomstig paragraaf 3), of b) een belastingvordering te zijn van de eerstgenoemde Staat ter zake waarvan die Staat ingevolge zijn wetgeving conservatoire maatregelen mag nemen om de invordering ervan te verzekeren (in het geval van een verzoekschrift overeenkomstig paragraaf 4), brengt de bevoegde autoriteit van de eerstgenoemde Staat de bevoegde autoriteit van de andere Staat hiervan onmiddellijk op de hoogte en, naar keuze van de andere Staat, schorst de eerstgenoemde Staat zijn verzoekschrift of trekt het in.8. In geen geval mogen de bepalingen van dit artikel aldus worden uitgelegd dat zij een overeenkomstsluitende Staat de verplichting opleggen : a) administratieve maatregelen te nemen die afwijken van de wetgeving en de administratieve praktijk van die of van de andere overeenkomstsluitende Staat;b) maatregelen te nemen die in strijd zouden zijn met de openbare orde;c) bijstand te verlenen indien de andere overeenkomstsluitende Staat niet alle redelijke invorderings- of conservatoire maatregelen, naar het geval, heeft genomen waarover die Staat overeenkomstig zijn wetgeving of zijn administratieve praktijk beschikt; d) bijstand te verlenen in de gevallen waar de administratieve last die er voor die Staat uit voortvloeit duidelijk niet in verhouding staat tot het voordeel dat er door de andere overeenkomstsluitende Staat uit kan worden behaald." ARTIKEL XVIII Artikel 27 van de Overeenkomst (Diplomatieke vertegenwoordigers en consulaire ambtenaren) wordt opgeheven en vervangen door de volgende tekst : "Artikel 27 Diverse bepalingen 1. De bepalingen van deze Overeenkomst tasten in geen enkel opzicht de fiscale voorrechten aan die diplomatieke vertegenwoordigers of consulaire ambtenaren ontlenen aan de algemene regels van het internationaal recht of aan bijzondere overeenkomsten.2. Een vennootschap [00e2][0094][0080] niet zijnde een pensioenfonds [00e2][0094][0080] die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat en waarin personen die inwoner zijn van de andere overeenkomstsluitende Staat onmiddellijk of middellijk een belang van meer dan 50 percent bezitten in de vorm van een deelname of anders, mag enkel vermindering vragen van de belastingen welke die andere overeenkomstsluitende Staat heft van dividenden, interest of royalty's dewelke ze uit die andere overeenkomstsluitende Staat verkrijgt wanneer die dividenden, die interest of die royalty's in eerstgenoemde overeenkomstsluitende Staat onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en daarbij geen vrijstelling, speciale vermindering, aftrek of andere tegemoetkoming of voordeel genieten die andere inwoners van die overeenkomstsluitende Staat niet kunnen genieten.3. Niettegenstaande de bepalingen van elk ander artikel van de Overeenkomst wordt geen enkele belastingvermindering of belastingvrijstelling waarin de Overeenkomst voorziet toegepast voor inkomsten die zijn betaald in verband met een volstrekt kunstmatige constructie.Een constructie wordt niet geacht volstrekt kunstmatig te zijn wanneer bewijzen worden voorgelegd waaruit blijkt dat de constructie de uitdrukking is van de economische realiteit." ARTIKEL XIX 1. De volgende nieuwe paragraaf 1 wordt ingevoegd in het Protocol bij de Overeenkomst : "1.Met betrekking tot artikel 4, paragraaf 1 : Er is overeengekomen dat de uitdrukking "inwoner van een overeenkomstsluitende Staat" een in die Staat gevestigd pensioenfonds omvat." 2. De paragrafen 2 en 5 van het Protocol bij de Overeenkomst worden opgeheven.3. De paragrafen 1 en 6 van het Protocol bij de Overeenkomst worden hernummerd en worden respectievelijk paragrafen 2 en 5.4. De volgende nieuwe paragraaf 6 wordt ingevoegd in het Protocol bij de Overeenkomst : "6.Met betrekking tot artikel 13, paragraaf 4 en 5 : Voor de toepassing van artikel 13, paragraaf 4 en 5, zijn voordelen die zijn verkregen uit de vervreemding van aandelen van een vennootschap die inwoner is van een overeenkomstsluitende Staat door een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat slechts in die andere Staat belastbaar indien : A. de vervreemding van de aandelen gebeurt tussen leden van dezelfde groep van vennootschappen in de mate waarin de door de vervreemder ontvangen beloning bestaat uit aandelen of andere rechten in het kapitaal van de verkrijger of van een andere vennootschap, die middellijk of onmiddellijk 80 percent of meer bezit van de stemrechten en van de waarde van de verkrijger en inwoner is van één van de overeenkomstsluitende Staten of van een land waarmee de overeenkomstsluitende Staat die de vrijstelling toekent een akkoord inzake de uitwisseling van inlichtingen heeft dat minstens even ver strekt als de uitwisseling van inlichtingen waarin artikel 26 voorziet, maar enkel wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn : a) de verkrijger is een vennootschap die inwoner is van één van de overeenkomstsluitende Staten of van een land waarmee de overeenkomstsluitende Staat die de vrijstelling toekent een akkoord inzake de uitwisseling van inlichtingen heeft dat minstens even ver strekt als de uitwisseling van inlichtingen waarin artikel 26 voorziet;b) vóór en onmiddellijk na de vervreemding, bezit de vervreemder of de verkrijger middellijk of onmiddellijk minstens 80 percent van de stemrechten en van de waarde van de andere, of bezit een vennootschap die inwoner is van één van de overeenkomstsluitende Staten of van een land waarmee de overeenkomstsluitende Staat die de vrijstelling toekent een akkoord inzake de uitwisseling van inlichtingen heeft dat minstens even ver strekt als de uitwisseling van inlichtingen waarin artikel 26 voorziet, middellijk of onmiddellijk (via vennootschappen die inwoner zijn van één van die Staten) 80 percent of meer van de stemrechten en van de waarde van elk van hen;en c) voor het vaststellen van het voordeel uit elke volgende vervreemding, 1° wordt de aanvankelijke kostprijs van de aandelen voor de verkrijger vastgesteld op grond van de kostprijs van die aandelen voor de vervreemder, vermeerderd met elk betaald bedrag in geld of elke betaalde andere beloning, niet zijnde aandelen of andere rechten;of 2° wordt het voordeel gemeten volgens een andere werkwijze die in wezen hetzelfde resultaat oplevert. Indien geld of een andere beloning, niet zijnde aandelen of andere rechten, wordt ontvangen, mag het bedrag van het voordeel (beperkt tot het geld of de andere beloning, niet zijnde aandelen of andere rechten, die of dat wordt ontvangen) niettegenstaande het voorafgaande worden belast door de Staat waarvan de vennootschap waarvan de aandelen worden vervreemd inwoner is.

B. De voordelen zijn verkregen door een verzekeringsmaatschappij, een bank of een pensioenfonds.

C. De vervreemding gebeurt via een erkende effectenbeurs. Maar : a) wanneer een inwoner van één van de Staten middellijk of onmiddellijk minstens 10 percent bezat van de aandelen van een vennootschap die inwoner is van de andere Staat en die inwoner in een tijdvak van vierentwintig maanden minstens 10 percent van de aandelen vervreemdt middels een of meer gelijktijdige of opeenvolgende transacties via een erkende effectenbeurs;of b) wanneer de vervreemding binnen de erkende effectenbeurs gebeurt via enigerlei transactie dewelke die inwoner belet om een ander aanbod te aanvaarden dan die welke hij kreeg vóór en tijdens het tijdvak waarin de vervreemding plaatsvindt, mag het voordeel dat voortkomt uit die vervreemding belast worden in de Staat waarvan de vennootschap waarvan de aandelen vervreemd worden een inwoner is." 5. De volgende nieuwe paragraaf 7 wordt ingevoegd in het Protocol bij de Overeenkomst : "7.Met betrekking tot artikel 15, paragraaf 1 en 2 : Er is overeengekomen dat een dienstbetrekking uitgeoefend wordt in een overeenkomstsluitende Staat wanneer de werkzaamheid waarvoor de lonen, salarissen en andere soortgelijke beloningen worden betaald, daadwerkelijk in die Staat wordt uitgeoefend. De werkzaamheid wordt daadwerkelijk in die Staat uitgeoefend wanneer de werknemer fysiek in die Staat aanwezig is voor het uitoefenen van de werkzaamheid, ongeacht de plaats waar de arbeidsovereenkomst werd opgemaakt, de woonplaats van de werkgever of van de persoon die de beloningen betaalt, de plaats of het tijdstip van betaling van de beloningen, of de plaats waar de resultaten van het werk van de werknemer worden geëxploiteerd. Indien een werkzaamheid daadwerkelijk in een overeenkomstsluitende Staat wordt uitgeoefend, mag slechts het gedeelte van de beloningen dat aan die werkzaamheid kan worden toegerekend in die Staat worden belast." 6. Paragraaf 7 van het Protocol bij de Overeenkomst wordt hernummerd en wordt paragraaf 8.7. De volgende nieuwe paragrafen 9 en 10 worden ingevoegd in het Protocol bij de Overeenkomst : "9.Met betrekking tot artikel 24 : A. Wanneer Mexico na ondertekening van dit Protocol met een derde Staat een akkoord zou sluiten dat voorziet in een verplichte arbitrageprocedure, zullen volgende bepalingen van toepassing zijn vanaf de datum waarop het akkoord tussen Mexico en die derde Staat van toepassing is : "Indien, a) een persoon overeenkomstig artikel 24, paragraaf 1 een geval heeft voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van een overeenkomstsluitende Staat omdat de maatregelen van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten voor hem geleid hebben tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van de Overeenkomst, en b) de bevoegde autoriteiten er niet in slagen om binnen een termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de dag waarop het geval werd voorgelegd aan de bevoegde autoriteit van de andere overeenkomstsluitende Staat, over dat geval overeenstemming te bereiken conform paragraaf 2, worden alle onopgeloste punten die voortkomen uit dat geval aan arbitrage onderworpen wanneer die persoon een verzoek daartoe indient binnen een termijn van twee jaar vanaf de eerste dag dat om arbitrage kan worden verzocht.Die onopgeloste punten worden evenwel niet aan arbitrage onderworpen indien daaromtrent reeds een beslissing werd uitgesproken door een rechterlijke instantie of een administratieve rechtbank van de ene of de andere overeenkomstsluitende Staat. Tenzij een rechtstreeks bij het geval betrokken persoon de overeengekomen regeling waardoor de beslissing na arbitrage wordt uitgevoerd, niet aanvaardt binnen een termijn van drie maanden vanaf de mededeling van de beslissing, is die beslissing bindend. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten regelen de wijze van toepassing van deze paragraaf in onderlinge overeenstemming." B. Wanneer Mexico na ondertekening van dit Protocol met een derde Staat een akkoord zou sluiten dat voorziet in een vrijwillige arbitrageprocedure, zullen de bepalingen van die procedure automatisch van toepassing zijn tussen Mexico en België vanaf de datum waarop het akkoord tussen Mexico en die derde Staat van toepassing is en zolang de bepalingen van voorgaande subparagraaf A niet van toepassing zijn. 10. Met betrekking tot artikel 27 : Wanneer Mexico na ondertekening van dit Protocol met een derde Staat een akkoord zou sluiten waarin specifieke bepalingen zijn opgenomen inzake het toekennen van verdragsvoordelen aan instrumenten voor collectieve beleggingen die als dusdanig niet aan de belasting onderworpen zijn in de overeenkomstsluitende Staat waar ze gevestigd zijn, plegen de overeenkomstsluitende Staten overleg met elkaar teneinde de Overeenkomst dermate te wijzigen dat ze verdragsvoordelen toekent aan die instrumenten voor collectieve beleggingen." ARTIKEL XX 1. Elke overeenkomstsluitende Staat zal de andere overeenkomstsluitende Staat in kennis stellen van de voltooiing van de procedures die door zijn wetgeving voor de inwerkingtreding van dit Protocol vereist zijn.Het Protocol zal in werking treden op de dertigste dag na de datum waarop de laatste van die kennisgevingen werd ontvangen. 2. De bepalingen van het Protocol zullen van toepassing zijn : a) met betrekking tot de bij de bron verschuldigde belastingen, op inkomsten die zijn toegekend of betaalbaar gesteld op of na de 1ste januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking is getreden;b) met betrekking tot de andere belastingen, op inkomsten van belastbare tijdperken die beginnen op of na de 1ste januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking is getreden;c) met betrekking tot alle andere belastingen die worden behandeld in de artikelen 25 en 26 van de Overeenkomst, op elke andere belasting die verschuldigd is ter zake van belastbare feiten die zich voordoen op of na de 1ste januari van het jaar dat onmiddellijk volgt op dat waarin het Protocol in werking is getreden. Met betrekking tot strafrechtelijke fiscale aangelegenheden zal artikel 25 van de Overeenkomst van toepassing zijn op belastbare tijdperken die aanvangen op of na de 1ste januari 2006 of, wanneer er geen belastbaar tijdperk is, op alle belastingvorderingen die op of na de 1ste januari 2006 ontstaan. 3. Het Protocol zal een integrerend deel van de Overeenkomst uitmaken en zal van kracht blijven zolang de Overeenkomst zelf van kracht blijft. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

Ondertekend in tweevoud te Mexico-Stad, op 26 augustus 2013, in de Spaanse, Franse en Nederlandse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek.

^