Etaamb.openjustice.be
Wet van 11 december 2002
gepubliceerd op 02 april 2003

Wet houdende instemming met de Samenwerkingsovereenkomst in het kader van de Ruimtevaartactiviteiten tussen de Nationale Commissie voor Ruimteactiviteiten en de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden, ter uitvoering van de Verklaring van belangstelling betreffende de Samenwerking met betrekking tot Ruimtevaart die op 1 april 1997 door de Regeringen van het Koninkrijk België en van de Republiek Argentinië werd ondertekend, ondertekend te Luik op 3 oktober 1997 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2003015009
pub.
02/04/2003
prom.
11/12/2002
ELI
eli/wet/2002/12/11/2003015009/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 DECEMBER 2002. - Wet houdende instemming met de Samenwerkingsovereenkomst in het kader van de Ruimtevaartactiviteiten tussen de Nationale Commissie voor Ruimteactiviteiten en de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden, ter uitvoering van de Verklaring van belangstelling betreffende de Samenwerking met betrekking tot Ruimtevaart die op 1 april 1997 door de Regeringen van het Koninkrijk België en van de Republiek Argentinië werd ondertekend, ondertekend te Luik op 3 oktober 1997 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.De Samenwerkingsovereenkomst in het kader van de Ruimtevaartactiviteiten tussen de Nationale Commissie voor Ruimteactiviteiten en de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden, ter uitvoering van de Verklaring van belangstelling betreffende de Samenwerking met betrekking tot Ruimtevaart die op 1 april 1997 door de Regeringen van het Koninkrijk België en van de Republiek Argentinië werd ondertekend, ondertekend te Luik op 3 oktober 1997, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Wetenschapsbeleid, Ch. PICQUE Gezien en met's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Zitting 2001-2002 Senaat. Documenten : Ontwerp van wet ingediend op 12 juni 2002, nr. 2-1203/1. - Verslag namens de commissie, nr. 2-1203/2.

Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 16 juli 2002. - Stemming, vergadering van 17 juli 2002.

Kamer.

Documenten : Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 50-1982/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 50-1982/2.

Parlementaire Handelingen : Bespreking, vergadering van 16 oktober 2002. - Stemming, vergadering van 17 oktober 2002.(2) Deze Overeenkomst is op 1 maart 2003 in werking getreden. SAMENWERKINGSOVEREENKOMST IN HET KADER VAN DE RUIMTEVAARTACTIVITEITEN TUSSEN DE NATIONALE COMMISSIE VOOR RUIMTEVAARTACTIVITEITEN EN DE FEDERALE DIENSTEN VOOR WETENSCHAPPELIJKE, TECHNISCHE EN CULTURELE AANGELEGENHEDEN, TER UITVOERING VAN DE VERKLARING VAN BELANGSTELLING BETREFFENDE DE SAMENWERKING MET BETREKKING TOT RUIMTEVAART DIE OP 1 APRIL 1997 DOOR DE REGERINGEN VAN HET KONINKRIJK BELGI" EN VAN DE REPUBLIEK ARGENTINI" WERD ONDERTEKEND De Regering van het Koninkrijk België, vertegenwoordigd bij beslissing van de Minister van Wetenschapsbeleid door deFederale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele aangelegenheden (DWTC), vertegenwoordigd door hun secretaris-generaal, de heer Jacques Wautrequin, en De Regering van de Republiek Argentinië, vertegenwoordigd conform de bepalingen van bovenvermelde verklaring van belangstelling, door de Nationale Commissie voor Ruimtevaartactivitein (CONAE - Argentijns ruimtevaartbureau), vertegenwoordigd door haar uitvoerend en technisch Directeur, de heer Conrado Franco Varotto, hierna te noemen de Partijen, Overwegende de activiteiten die beide organen thans opzetten en van plan zijn op te zetten met betrekking tot ruimtevaart, Overwegende de mogelijkheden tot samenwerking met betrekking tot ruimtevaart, en meer bepaald op het gebied van de ruimtevaartwetenschappen, de aardobservatie en de op de telecommunicatie toegepaste ruimtevaarttechnologieën, Erkennende het wederzijds belang van de exploitatie van de ruimte voor vreedzame doeleinden en overtuigd van de positieve gevolgen van de ruimtevaarttoepassingen voor de economische en wetenschappelijke ontplooiing, Geleid door de wens de gemeenschappelijke samenwerking aan te moedigen tussen de bedrijven uit beide landen die werkzaam zijn in de ruimtevaartsector, Beslissen wat volgt : Artikel 1 De Partijen besluiten een samenwerkingsverband op te zetten op het gebied van de civiele ruimtevaartactiviteit, met de mogelijkheid daarbij, indien de kans zich voordoet, een beroep te doen op wetenschappelijke en/of industriële entiteiten van hun keuze.

Artikel 2 Die samenwerking betreft in het bijzonder de volgende gebieden : 1. Ruimtevaartwetenschappen en -technologieën (wetenschappelijke en technologische missies, activiteiten in verband met wetenschappelijke en technologische opleiding);2. Aardobservatie (bescherming van het leefmilieu, systemen voor gegevensverwerving, -verwerking en -opslag, activiteiten in verband met wetenschappelijke en technologische opleiding);3. Op de telecommunicatie toegepaste ruimtevaarttechnologieën. Artikel 3 De Partijen kiezen in gemeen overleg de specifieke gebieden en thema's waarop de in deze Overeenkomst omschreven samenwerking betrekking heeft. Voor elk van die thema's worden specifieke regelingen getroffen wat de wetenschappelijke en technische aspecten ervan betreft.

Artikel 4 Die samenwerking wordt gecoördineerd door een Gemengd comité dat belast is met de toepassing van deze Overeenkomst. Dat Comité is samengesteld uit vier leden, te weten twee vertegenwoordigers voor elk van beide Partijen. Het Comité belegt jaarlijkse vergaderingen tijdens welke de specifieke regelingen worden getroffen waarin in detail zijn opgenomen het exacte voorwerp van de gemeenschappelijk te verrichten studies/werkzaamheden, de respectieve verplichtingen van elk van beide partijen en het op de intellectuele eigendom toepasselijk rechtsstelsel. Na afloop van elk van die vergaderingen worden door de hoogste gezagsdragers van beide Partijen goedgekeurde notulen opgesteld.

Artikel 5 5.1. De in deze Overeenkomst vastgelegde samenwerkingsactiviteiten geven geen aanleiding tot enige uitwisseling van financiële middelen.

Elk betrokken orgaan neemt dientengevolge de door de uitvoering van de werkzaamheden gemaakte kosten op zich en is er verantwoordelijk voor.

Met het exclusieve akkoord van beide Partijen, kan evenwel uitzonderlijk en in bijzondere gevallen van dat beding worden afgeweken. 5.2. De Partijen verbinden zich ertoe de verplichtingen na te leven met verwijzing naar de in artikel 2 vastgelegde thema's, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van financiële middelen en overeenkomstig de bij elk van beide Partijen van toepassing zijnde begrotingsvoorschriften. 5.3. Conform de op het grondgebied van beide Staten toepasselijke wetten en regelgevingen, verbinden de Partijen zich ertoe, voor zover mogelijk, de vrijstelling te verkrijgen van de douanerechten en -heffingen, alsmede van de invoer-/uitvoerkosten voor de uitrusting die vereist is voor hun samenwerkingsactiviteiten.

Artikel 6 Elk geschil aangaande de interpretatie of de toepassing van deze Overeenkomst wordt in gemeen overleg opgelost tussen de hoogste gezagsdragers van de Partijen.

Artikel 7 Op verzoek van deze of gene Partij kunnen de bepalingen van deze Overeenkomst in gemeen overleg worden gewijzigd en aangevuld door het uitwisselen van nota's tussen de ondertekenaars van deze Overeenkomst.

Artikel 8 In het kader van deze samenwerking blijft elk van beide Partijen houder van alle intellectuele eigendomsrechten die voorheen werden verworven of die voortvloeien uit onafhankelijk onderzoek.

Artikel 9 De uitgewisselde informatie in het kader van de in deze Overeenkomst vastgelegde samenwerking kan niet onder derden worden verspreid zonder toestemming van elk van beide Partijen.

Artikel 10 De Partijen brengen elkaar op de hoogte, schriftelijk en via diplomatieke weg, van het vervullen van de vereiste constitutionele formaliteiten voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

Deze wordt van kracht de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van ontvangst van de laatste van die mededelingen.

De Overeenkomst blijft gedurende vier jaar van kracht en wordt nadien jaarlijks stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door een van de Partijen, mits een minimale opzeggingstermijn van zes maanden wordt in acht genomen.

Gedaan te Luik, op 3 oktober 1997, in 2 originele exemplaren in het Frans, het Nederlands en het Spaans, de drie teksten zijnde gelijkelijk rechtsgeldig.

^