gepubliceerd op 24 november 2017
Wet houdende instemming met het Multilateraal Akkoord tussen bevoegde autoriteiten inzake de uitwisseling van landenrapporten, ondertekend te Parijs op 27 januari 2016 (2)
11 AUGUSTUS 2017. - Wet houdende instemming met het Multilateraal Akkoord tussen bevoegde autoriteiten inzake de uitwisseling van landenrapporten, ondertekend te Parijs op 27 januari 2016 (1)(2)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Het Multilateraal Akkoord tussen bevoegde autoriteiten inzake de uitwisseling van landenrapporten, ondertekend te Parijs op 27 januari 2016, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 11 augustus 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-2482.
Integraal verslag : 22/06/2017 (2) Inwerkingtreding : 01/12/2016 http:www.oecd.org/tax/beps/country-by-country-exchange-relationship.htm
MULTILATERAAL AKKOORD TUSSEN BEVOEGDE AUTORITEITEN INZAKE DE UITWISSELING VAN LANDENRAPPORTEN Overwegend dat de rechtsgebieden van de ondertekenaars van het Multilateraal akkoord tussen bevoegde autoriteiten inzake de uitwisseling van landenrapporten (hierna "het Akkoord" genoemd) partij zijn bij, of gebieden zijn die onder de toepassing vallen van, de Overeenkomst inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden of bij/van de Overeenkomst inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden zoals gewijzigd door het Protocol (hierna "de Overeenkomst" genoemd) - of die de Overeenkomst hebben ondertekend of hun intentie hebben uitgedrukt om de Overeenkomst te ondertekenen - en erkennen dat de Overeenkomst ten aanzien van hen in werking moet zijn en uitwerking moet hebben vooraleer de automatische uitwisseling van landenrapporten plaatsvindt;
Overwegend dat een land dat de Overeenkomst heeft ondertekend, of zijn intentie heeft uitgedrukt om de Overeenkomst te ondertekenen, pas een rechtsgebied wordt zoals omschreven in sectie 1 van dit Akkoord wanneer het Partij bij de Overeenkomst geworden is;
Overwegend dat de rechtsgebieden wensen om via de automatische uitwisseling van jaarlijkse landenrapporten de fiscale transparantie op internationaal vlak te vergroten en voor hun respectieve belastingautoriteiten de toegang te verbeteren tot informatie over de globale toerekening van opbrengsten, de betaalde belastingen en tot bepaalde aanwijzingen betreffende de inplanting van de economische activiteit over de fiscale rechtsgebieden binnen dewelke multinationale groepen opereren, om zodoende grote verrekenprijsrisico's en andere risico's die verband houden met de uitholling van de belastbare grondslag en winstverschuiving te kunnen beoordelen en, waar aangewezen, ook een economische en statistische analyse te kunnen maken;
Overwegend dat de wetten van de respectieve rechtsgebieden aan de rapporterende entiteit van een multinationale groep de verplichting opleggen, of zouden moeten opleggen, om jaarlijks een landenrapport in te dienen;
Overwegend dat het landenrapport samen met een globaal groepsdossier en een lokaal dossier deel zal uitmaken van een drieledige structuur, die in haar geheel moet zorgen voor een gestandaardiseerde aanpak van de documentatie over verrekenprijzen die het mogelijk zal maken om aan de belastingadministraties relevante en betrouwbare informatie te verstrekken die nodig is om een efficiënte en degelijke analyse te verrichten van de beoordeling van de risico's die verbonden zijn aan de verrekenprijzen;
Overwegend dat hoofdstuk III van de Overeenkomst de uitwisseling van inlichtingen voor fiscale doeleinden toestaat, met inbegrip van de automatische uitwisseling van inlichtingen, en de bevoegde autoriteiten van de rechtsgebieden machtigt om overeen te komen over de draagwijdte en de toepassingsregels van die automatische uitwisseling;
Overwegend dat artikel 6 van de Overeenkomst bepaalt dat twee of meer Partijen onderling kunnen overeenkomen om automatisch inlichtingen uit te wisselen, met dien verstande dat de feitelijke uitwisseling van inlichtingen op bilaterale basis tussen de bevoegde autoriteiten plaatsvindt;
Overwegend dat de rechtsgebieden tegen de tijd dat de eerste uitwisseling van landenrapporten plaatsvindt gezorgd hebben, of zouden moeten gezorgd hebben, voor : (i) passende beveiliging die moet verzekeren dat de overeenkomstig dit Akkoord ontvangen inlichtingen vertrouwelijk blijven en gebruikt worden voor het beoordelen van grote verrekenprijsrisico's en andere risico's die verband houden met de uitholling van de belastbare grondslag en winstverschuiving en, waar aangewezen, voor het maken van een economische en statistische analyse, overeenkomstig sectie 5 van dit Akkoord, (ii) de vereiste infrastructuur voor een doeltreffende uitwisseling (daaronder begrepen vastgelegde procedures die moeten zorgen voor een tijdige, nauwkeurige en vertrouwelijke uitwisseling van inlichtingen, een doeltreffende en betrouwbare communicatie en voor middelen die het mogelijk maken vragen en bezorgdheden rond uitwisselingen of vragen om uitwisseling snel op te lossen en de bepalingen van sectie 4 van dit Akkoord toe te passen), en (iii) de vereiste wetgeving die de rapporterende entiteiten verplicht om het landenrapport in te dienen; Overwegend dat de rechtsgebieden zich ertoe verbonden hebben om besprekingen te voeren teneinde een oplossing te zoeken voor gevallen die ongewenste economische resultaten hebben, ook voor afzonderlijke ondernemingen, overeenkomstig artikel 24, paragraaf 2 van de Overeenkomst en sectie 6, paragraaf 1 van dit Akkoord;
Overwegend dat de procedures voor onderling overleg, bijvoorbeeld op grond van een dubbelbelastingverdrag dat tussen de rechtsgebieden van de bevoegde autoriteiten gesloten werd, van toepassing blijven in gevallen waarin het landenverslag uitgewisseld werd op grond van dit Akkoord;
Overwegend dat de bevoegde autoriteiten van de rechtsgebieden de intentie hebben om dit Akkoord te sluiten, onverminderd de nationale wetgevende procedures (indien van toepassing), en onder voorbehoud van de vertrouwelijkheid en andere beveiligingen waarin de Overeenkomst voorziet, daaronder begrepen de bepalingen die het gebruik beperken van de inlichtingen die krachtens de Overeenkomst worden uitgewisseld;
Zijn de bevoegde autoriteiten het volgende overeengekomen : Afdeling 1. - Begripsbepalingen
1. Voor de toepassing van dit Akkoord hebben de volgende uitdrukkingen de betekenis zoals hierna omschreven : a) onder "Rechtsgebied" wordt verstaan een land of een territorium voor hetwelk de Overeenkomst in werking is en uitwerking heeft - hetzij door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring overeenkomstig artikel 28, hetzij door territoriale uitbreiding overeenkomstig artikel 29 - en dat dit Akkoord ondertekend heeft;b) onder "Bevoegde Autoriteit" wordt voor elk respectief Rechtsgebied verstaan de personen en autoriteiten die in Bijlage B van de Overeenkomst opgesomd zijn;c) onder "Groep" wordt verstaan een verzameling ondernemingen die door eigenaarschap of controle op zulkdanige wijze verbonden zijn dat ze ofwel op grond van de geldende boekhoudkundige regels een geconsolideerde jaarrekening moet opmaken voor de financiële verslaggeving, ofwel dit zou moeten doen indien aandelenbelangen in een van de ondernemingen zouden verhandeld worden op een gereglementeerde markt;d) onder "Multinationale Groep" wordt verstaan elke groep die : (i) twee of meer ondernemingen omvat die van een verschillend rechtsgebied inwoner zijn, of die een onderneming omvat die inwoner is van het ene rechtsgebied en in een ander rechtsgebied aan belasting onderworpen is ter zake van de werkzaamheden die met behulp van een vaste inrichting worden uitgeoefend, en (ii) geen vrijgestelde multinationale groep is.e) onder "Vrijgestelde Multinationale Groep" wordt verstaan een groep die geen landenrapport moet indienen wegens het feit dat zijn jaarlijkse geconsolideerde groepsopbrengsten voor de rapporteringsperiode dat onmiddellijk voorafgaat aan de te rapporteren rapporteringsperiode, zoals die tot uiting komen in de geconsolideerde jaarrekening van die groep voor die voorafgaande rapporteringsperiode, minder bedragen dan het drempelbedrag dat door het rechtsgebied in zijn nationale wetgeving bepaald is en dat moet overeenstemmen met het drempelbedrag dat is vastgelegd in het Verslag 2015, dat kan gewijzigd worden als gevolg van de daarin geplande herziening van 2020;f) onder "Groepsentiteit" wordt verstaan : (i) elke afzonderlijke entiteit van een multinationale groep die opgenomen is in de geconsolideerde jaarrekening voor de financiële verslaggeving, of die in die jaarrekening zou opgenomen worden indien aandelenbelangen in dergelijke entiteit van een multinationale groep op een gereglementeerde markt zouden verhandeld worden; (ii) elke afzonderlijke entiteit die enkel op grond van omvang of materieel belang niet opgenomen is in de geconsolideerde jaarrekening van de multinationale groep; en (iii) elke vaste inrichting van elke afzonderlijke entiteit van de multinationale groep die onder punt (i) of (ii) hierboven valt, op voorwaarde dat de entiteit voor die vaste inrichting een afzonderlijke jaarrekening opmaakt met het oog op de financiële verslaggeving, op het naleven van de reglementering, op het aangeven van de belastingen of op interne beheerscontrole. g) onder "Rapporterende Entiteit" wordt verstaan de groepsentiteit die krachtens de nationale wetgeving van het rechtsgebied van haar fiscale woonplaats het landenrapport indient op grond van de machtiging die ze heeft om dit namens de multinationale groep te doen;h) onder "Landenrapport" wordt verstaan het landenrapport dat de rapporterende entiteit jaarlijks moet indienen in overeenstemming met de wetgeving van het rechtsgebied van haar fiscale woonplaats en dat de inlichtingen bevat die ingevolge die wetgeving moeten gerapporteerd worden met vermelding van de punten en in het formaat zoals aangegeven in het Verslag 2015, dat kan gewijzigd worden als gevolg van de daarin geplande herziening van 2020;i) onder "Verslag 2015" wordt verstaan het geconsolideerde verslag met als titel "Transfer Pricing Documentation and Country-by-Country Reporting, on Action 13 of the OECD/G20 Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting";j) onder "Coördinerend Lichaam" wordt verstaan het coördinerend lichaam van de Overeenkomst dat ingevolge artikel 24, paragraaf 3 van de Overeenkomst samengesteld is uit vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van de Partijen bij de Overeenkomst;k) onder "Secretariaat van het Coördinerend Lichaam" wordt verstaan het secretariaat van de OESO dat het coördinerend lichaam ondersteunt;l) Onder "Akkoord dat uitwerking heeft" wordt voor twee bevoegde autoriteiten, ongeacht dewelke, verstaan dat ze beiden hun intentie te kennen gegeven hebben om automatisch inlichtingen met elkaar uit te wisselen en de andere voorwaarden vervuld hebben waarin sectie 8, paragraaf 2 voorziet.Een lijst met de bevoegde autoriteiten voor dewelke dit Akkoord uitwerking heeft, zal gepubliceerd worden op de website van de OESO. 2. Voor de toepassing van dit Akkoord op enig tijdstip door een bevoegde autoriteit van een rechtsgebied, en tenzij de context anders vereist of de bevoegde autoriteiten een gemeenschappelijke betekenis zijn overeengekomen (zoals het nationale recht voorziet), heeft elke uitdrukking die niet anders omschreven wordt in dit Akkoord de betekenis welke die uitdrukking op het desbetreffende tijdstip heeft volgens de wetgeving van het rechtsgebied dat dit Akkoord toepast, waarbij elke betekenis onder de van toepassing zijnde belastingwetgeving van dat rechtsgebied voorrang heeft op de betekenis welke die uitdrukking heeft onder andere wetten van datzelfde rechtsgebied. Afdeling 2. - Uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot
multinationale groepen 1. Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 6, 21 en 22 van de Overeenkomst, wisselt elke bevoegde autoriteit elk jaar automatisch het landenrapport uit dat ze heeft ontvangen van elke rapporterende entiteit die fiscaal inwoner is van haar rechtsgebied, en dit met alle andere bevoegde autoriteiten van rechtsgebieden voor dewelke dit Akkoord uitwerking heeft en waarin, volgens de inlichtingen in het landenrapport, één of meer groepsentiteiten van de multinationale groep van de rapporterende entiteit ofwel fiscaal inwoner zijn ofwel aan belasting onderworpen zijn ter zake van het bedrijf dat met behulp van een vaste inrichting wordt uitgeoefend.2. De bevoegde autoriteiten van de rechtsgebieden die in de kennisgeving die ze ingevolge sectie 8, paragraaf 1, b) gedaan hebben, hebben aangegeven dat zij moeten opgenomen worden in de lijst met rechtsgebieden waarvoor geen wederkerigheid geldt, verzenden de landenrapporten zoals bedoeld in paragraaf 1, maar, ongeacht de vorige paragraaf, ontvangen zelf geen landenrapporten in het kader van dit Akkoord.De bevoegde autoriteiten van rechtsgebieden die niet opgenomen zijn in de lijst met rechtsgebieden waarvoor geen wederkerigheid geldt, verzenden én verkrijgen de in paragraaf 1 bedoelde inlichtingen. Bevoegde autoriteiten sturen die inlichtingen evenwel niet naar bevoegde autoriteiten van de rechtsgebieden die zijn opgenomen in voornoemde lijst met rechtsgebieden waarvoor geen wederkerigheid geldt. Afdeling 3. - Timing en toepassingsregels voor de uitwisselingen van
inlichtingen 1. Voor de toepassing van de uitwisseling van inlichtingen waarin sectie 2 voorziet, wordt duidelijk vermeld in welke munteenheid de in het landenrapport opgenomen bedragen zijn uitgedrukt.2. Met betrekking tot sectie 2, paragraaf 1, moet een landenrapport voor de eerste keer uitgewisseld worden voor de rapporteringsperiode van de multinationale groep dat begint op of na de datum die de bevoegde autoriteit vermeld heeft in de kennisgeving die ze ingevolge sectie 8, paragraaf 1, a) heeft gedaan, zo spoedig mogelijk en niet later dan 18 maanden na de laatste dag van die rapporteringsperiode. Ongeacht het voorafgaande, is de verplichting om een landenrapport uit te wisselen enkel van toepassing indien dit Akkoord uitwerking heeft tussen de twee bevoegde autoriteiten en er in hun respectieve rechtsgebieden wetgeving van kracht is die bepaalt dat er landenrapporten moeten ingediend worden voor de rapporteringsperiode waarop het landenrapport betrekking heeft en die overeenstemt met de draagwijdte van de uitwisseling zoals bepaald in sectie 2. 3. Onder voorbehoud van paragraaf 2, moet het landenrapport zo spoedig mogelijk uitgewisseld worden en niet later dan 15 maanden na de laatste dag van de rapporteringsperiode van de multinationale groep waarop het landenrapport betrekking heeft.4. De bevoegde autoriteiten wisselen de landenrapporten automatisch uit volgens een gemeenschappelijk schema en in Extensible Markup Language-formaat.5. De bevoegde autoriteiten streven naar, en bereiken overeenstemming over, één of meer methodes voor elektronische gegevensoverdracht, met inbegrip van versleutelingsstandaarden, om de standaardisatie te maximaliseren en de complexiteit en de kosten tot een minimum te beperken en zij brengen het secretariaat van het coördinerend lichaam op de hoogte van die gestandaardiseerde uitwisselings- en versleutelingsmethodes. Afdeling 4. - Samenwerking inzake de toepassing en uitvoering van het
Akkoord Wanneer een bevoegde autoriteit redenen heeft om aan te nemen dat een fout bij een rapporterende entiteit die fiscaal inwoner is van het rechtsgebied van de andere bevoegde autoriteit mogelijk geleid heeft tot het mededelen van onjuiste of onvolledige inlichtingen, of dat een rapporterende entiteit niet voldoet aan haar verplichting om een landenrapport in te dienen, brengt zij die andere bevoegde autoriteit daarvan op de hoogte. De aldus geïnformeerde bevoegde autoriteit past alle passende bepalingen van haar intern recht toe om de fouten te verbeteren of de gebreken te verhelpen die in de kennisgeving beschreven zijn. Afdeling 5. - Vertrouwelijkheid, bescherming van de gegevens en
passend gebruik 1. Alle uitgewisselde inlichtingen zijn onderworpen aan de verplichtingen inzake vertrouwelijkheid en aan de andere beschermingsmaatregelen die zijn bepaald in de Overeenkomst, daaronder begrepen de bepalingen die het gebruik van de uitgewisselde inlichtingen beperken.2. Naast de beperkingen waarin paragraaf 1 voorziet, zal het gebruik van de inlichtingen verder beperkt worden tot het in deze paragraaf beschreven toegestane gebruik.Meer in het bijzonder zullen de via een landenrapport ontvangen inlichtingen gebruikt worden voor het beoordelen van grote risico's die verband houden met verrekenprijzen, uitholling van de belastbare grondslag en verschuiving van de winst en, waar aangewezen, voor het maken van een economische en statistische analyse. De inlichtingen zullen niet gebruikt worden ter vervanging van een gedetailleerde verrekenprijsanalyse die gemaakt wordt ter zake van afzonderlijke transacties en prijzen en die gebaseerd is op een volledige functionele analyse en op een volledige vergelijkbaarheidsanalyse. Er wordt erkend dat de inlichtingen in het landenrapport op zichzelf geen afdoende bewijs zijn dat verrekenprijzen al dan niet correct zijn, en bijgevolg zullen verrekenprijsaanpassingen ook niet gebaseerd worden op het landenrapport. Door plaatselijke belastingadministraties gemaakte ongepaste aanpassingen, die in strijd zijn met deze paragraaf, zullen buiten beschouwing gelaten worden in elke procedure die door bevoegde autoriteiten ingesteld wordt. Onafgezien van het bovenstaande is het niet verboden om in het kader van een belastingcontrole gebruik te maken van de gegevens uit het landenrapport als basis voor het voeren van verder onderzoek naar de verrekenprijsafspraken van de multinationale groep of naar andere belastingaangelegenheden, en bijgevolg mogen de belastbare opbrengsten van een groepsentiteit op passende wijze aangepast worden. 3. Voor zover dit is toegestaan door de geldende wetgeving, brengt een bevoegde autoriteit het secretariaat van het coördinerend lichaam onmiddellijk op de hoogte van elke inbreuk op de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 van deze sectie, daaronder begrepen alle corrigerende acties en alle maatregelen die in verband met de inbreuk op voornoemde paragrafen genomen zijn.Het secretariaat van het coördinerend lichaam geeft hiervan kennis aan alle bevoegde autoriteiten voor dewelke dit Akkoord een Akkoord is dat uitwerking heeft met de eerstgenoemde bevoegde autoriteit. Afdeling 6. - Overleg
1. Wanneer de belastbare opbrengsten van een groepsentiteit aangepast worden als gevolg van bijkomend onderzoek dat gebaseerd is op de gegevens die opgenomen zijn in het landenrapport, en die aanpassing tot ongewenste economische resultaten leidt, ook wanneer het om een specifieke onderneming gaat, plegen de bevoegde autoriteiten van de rechtsgebieden waarvan de groepsentiteiten inwoner zijn overleg met elkaar en voeren ze besprekingen om tot een oplossing voor dat geval te komen.2. Indien er moeilijkheden rijzen rond de toepassing of interpretatie van dit Akkoord, kan een bevoegde autoriteit verzoeken om overleg te plegen met één of meer bevoegde autoriteiten, teneinde passende maatregelen uit te werken om de uitvoering van dit Akkoord te garanderen.Een bevoegde autoriteit moet in het bijzonder overleg plegen met de andere bevoegde autoriteit vooraleer ze besluit dat er bij de andere bevoegde autoriteit sprake is van systematische nalatigheid bij de uitwisseling van landenrapporten. Wanneer eerstgenoemde bevoegde autoriteit tot zulk besluit komt, moet ze dat melden aan het secretariaat van het coördinerend lichaam, dat daarvan kennis geeft aan alle bevoegde autoriteiten, na eerst de andere betrokken bevoegde autoriteit op de hoogte gebracht te hebben. Voor zover dit is toegestaan door de geldende wetgeving, mag elke bevoegde autoriteit, desgewenst door bemiddeling van het secretariaat van het coördinerend lichaam, een beroep doen op andere bevoegde autoriteiten waarvoor dit Akkoord in werking is om tot een aanvaardbare oplossing voor het probleem te komen. 3. De bevoegde autoriteit die om overleg gevraagd heeft overeenkomstig paragraaf 2, moet er in voorkomend geval voor zorgen dat het secretariaat van het coördinerend lichaam geïnformeerd wordt over alle beslissingen die werden genomen en alle maatregelen die werden uitgewerkt, met inbegrip van het ontbreken van zulke beslissingen of maatregelen, en het secretariaat van het coördinerend lichaam brengt al de bevoegde autoriteiten, zelfs die welke niet hebben deelgenomen aan het overleg, op de hoogte van die beslissingen of maatregelen. Inlichtingen die specifiek betrekking hebben op de belastingplichtige, daaronder begrepen de inlichtingen die de identiteit van de betrokken belastingplichtige onthullen, moeten niet medegedeeld worden. Afdeling 7. - Wijzigingen
Dit Akkoord kan bij consensus gewijzigd worden door middel van een schriftelijk akkoord van alle bevoegde autoriteiten voor dewelke het Akkoord uitwerking heeft. Tenzij anders overeengekomen, krijgt dergelijke wijziging uitwerking op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een tijdvak van een maand na de datum van de laatste ondertekening van dergelijk schriftelijk akkoord. Afdeling 8. - Looptijd van het Akkoord
1. Op het tijdstip van de ondertekening van dit Akkoord, of zo spoedig mogelijk erna, moet een bevoegde autoriteit een kennisgeving bezorgen aan het secretariaat van het coördinerend lichaam : a) waarin vermeld is dat haar rechtsgebied gezorgd heeft voor de wetgeving die nodig is om de rapporterende entiteiten te verplichten een landenrapport in te dienen en dat haar rechtsgebied de verplichting zal opleggen om landenrapporten in te dienen met betrekking tot verslagjaren van rapporterende entiteiten die beginnen op of na de in de kennisgeving vastgestelde datum;b) waarin duidelijk aangegeven is of het rechtsgebied moet opgenomen worden in de lijst met rechtsgebieden waarvoor geen wederkerigheid geldt;c) waarin één of meer methodes voor elektronische gegevensoverdracht, daaronder begrepen de versleuteling, worden vermeld;d) waarin wordt aangegeven dat zij gezorgd heeft voor het wettelijk kader en de infrastructuur die nodig zijn om de vereiste vertrouwelijkheid en het naleven van de normen inzake de bescherming van gegevens, zoals bedoeld in artikel 22 van de Overeenkomst en in sectie 5, paragraaf 1 van dit Akkoord, te waarborgen, en om het passend gebruik te verzekeren, zoals omschreven in sectie 5, paragraaf 2 van dit Akkoord, van de in de landenrapporten opgenomen inlichtingen, onder toevoeging van de ingevulde vragenlijst over de vertrouwelijkheid en de gegevensbescherming die in bijlage bij dit Akkoord gaat;en e) (i) die een lijst bevat met de rechtsgebieden van de bevoegde autoriteiten ten aanzien waarvan zij wenst dat dit Akkoord uitwerking krijgt na afloop van de nationale wettelijke procedures voor de inwerkingtreding (in voorkomend geval), of (ii) een verklaring bevat van de bevoegde autoriteit waarin deze haar voornemen kenbaar maakt om dit Akkoord uitwerking te laten krijgen met alle andere bevoegde autoriteiten die een kennisgeving zoals bedoeld in sectie 8, paragraaf 1, e) toezenden.Bevoegde autoriteiten moeten het secretariaat van het coördinerend lichaam onverwijld in kennis stellen van alle latere wijzigingen die ze aan de hierboven vermelde inhoud van de kennisgeving willen aanbrengen. 2. Dit Akkoord zal uitwerking krijgen tussen twee bevoegde autoriteiten op de laatste van de volgende data : (i) de datum waarop de tweede van beide bevoegde autoriteiten aan het secretariaat van het coördinerend lichaam de in paragraaf 1 bedoelde kennisgeving heeft bezorgd waarin het rechtsgebied van de andere bevoegde autoriteit wordt vermeld, zoals bedoeld in paragraaf 1, alinea e), en, (ii) de datum waarop de Overeenkomst in werking getreden is en uitwerking heeft voor de twee rechtsgebieden.3. Het secretariaat van het coördinerend lichaam bewaart een lijst van de bevoegde autoriteiten die het Akkoord ondertekend hebben en tussen dewelke dit Akkoord een Akkoord vormt dat uitwerking heeft, en publiceert die lijst op de website van de OESO.Daarnaast publiceert het secretariaat van het coördinerend lichaam de inlichtingen die door bevoegde autoriteiten overeenkomstig de alinea's a) en b) van paragraaf 1 werden verstrekt, op de website van de OESO. 4. De inlichtingen die overeenkomstig de alinea's c) tot e) van paragraaf 1 worden verstrekt, worden ter beschikking gesteld van andere ondertekenaars, na schriftelijk verzoek daartoe aan het secretariaat van het coördinerend lichaam.5. Een bevoegde autoriteit kan de door dit Akkoord beoogde uitwisseling van inlichtingen tijdelijk opschorten door een andere bevoegde autoriteit schriftelijk te laten weten dat ze vastgesteld heeft dat laatstgenoemde bevoegde autoriteit een ernstige inbreuk pleegt of gepleegd heeft op dit Akkoord.Vooraleer ze zulke vaststelling doet, moet eerstgenoemde bevoegde autoriteit overleg plegen met de andere bevoegde autoriteit. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder ernstige inbreuk verstaan het niet naleven van de bepalingen van de paragrafen 1 en 2 van sectie 5 en van paragraaf 1 van sectie 6 van dit Akkoord en/of van de daarmee overeenstemmende bepalingen van de Overeenkomst, alsmede het feit dat de bevoegde autoriteit niet de door dit Akkoord vereiste tijdige of passende inlichtingen meedeelt. Een opschorting heeft onmiddellijke uitwerking en duurt tot laatstgenoemde bevoegde autoriteit op een voor beide bevoegde autoriteiten aanvaardbare manier aantoont dat er geen ernstige inbreuk gepleegd werd of dat ze relevante maatregelen genomen heeft om die ernstige inbreuk te verhelpen. Voor zover dit is toegestaan door de geldende wetgeving, mag elke bevoegde autoriteit, desgewenst door bemiddeling van het secretariaat van het coördinerend lichaam, een beroep doen op andere bevoegde autoriteiten waarvoor dit Akkoord in werking is, om tot een aanvaardbare oplossing voor het probleem te komen. 6. Een bevoegde autoriteit kan haar deelneming aan dit Akkoord of ten aanzien van een bepaalde bevoegde autoriteit beëindigen door een schriftelijke opzegging toe te zenden aan het secretariaat van het coördinerend lichaam.Deze beëindiging krijgt uitwerking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van twaalf maanden vanaf de datum van de opzegging. In geval van beëindiging blijven alle krachtens dit Akkoord reeds ontvangen inlichtingen vertrouwelijk en onderworpen aan de bepalingen van de Overeenkomst. Afdeling 9. - Secretariaat van het Coördinerend lichaam
Behoudens andersluidende bepalingen in het Akkoord, brengt het secretariaat van het coördinerend lichaam alle bevoegde autoriteiten op de hoogte van elke kennisgeving die zij ontvangt krachtens dit Akkoord en geeft zij kennis aan alle ondertekenaars van het Akkoord van de ondertekening van het Akkoord door een nieuwe bevoegde autoriteit.
Gedaan in het Engels en het Frans, zijnde de twee talen gelijkelijk authentiek.