gepubliceerd op 18 juli 2017
Wet houdende instemming met het Internationaal Verdrag van Nairobi inzake de verwijdering van wrakken, gedaan te Nairobi op 18 mei 2007 (2)
8 JANUARI 2017. - Wet houdende instemming met het Internationaal Verdrag van Nairobi inzake de verwijdering van wrakken, gedaan te Nairobi op 18 mei 2007 (1)(2)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Het Internationaal Verdrag van Nairobi inzake de verwijdering van wrakken, gedaan te Nairobi op 18 mei 2007, zal volkomen, gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 8 januari 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Leefmilieu, M.-Ch. MARGHEM De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT De Staatssecretaris voor de Noordzee, Ph. DE BACKER Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-2017.
Integraal verslag: 20/10/2016. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 12/07/2013 (Belgisch Staatsblad van 13/08/2013), Decreet van het Waalse Gewest van 12/03/2015 (Belgisch Staatsblad van 24/03/2015), Ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20/11/2015 (Belgisch Staatsblad van 27/11/2015). Internationaal Verdrag van Nairobi inzake de verwijdering van wrakken De Staten die Partij zijn bij dit Verdrag, Zich bewust van het feit dat wrakken, indien ze niet verwijderd worden, een gevaar kunnen opleveren voor de scheepvaart of voor het marien milieu, Overtuigd van de noodzaak om eenvormige internationale regels en procedures aan te nemen die de snelle en doeltreffende verwijdering van wrakken en de betaling van de vergoeding voor de kosten hieraan verbonden waarborgen, Vaststellend dat vele wrakken zich kunnen bevinden op het grondgebied van de Staten, met inbegrip van hun territoriale zee, De voordelen erkennend die verkregen worden uit eenvormigheid in rechtsstelsels die de aansprakelijkheid en verbintenissen ten opzichte van de verwijdering van gevaarlijke wrakken regelen, Zich bewust van de belangrijkheid van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee, gedaan te Montego Bay op 10 december 1982, en van het internationaal gewoonterecht van de zee, en van de daaruit voortvloeiende noodzaak om dit Verdrag in overeenstemming met die bepalingen te implementeren, Zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1.Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van dit Verdrag betekent : 1 "Verdragsgebied" de exclusieve economische zone van een Staat die Partij is, gevestigd in overeenstemming met het internationaal recht of, indien een Staat die Partij is, geen dergelijke zone gevestigd heeft, een gebied buiten en grenzend aan de territoriale zee van die Staat, en dat door die Staat in overeenstemming met het internationaal recht bepaald werd en dat zich niet verder uitstrekt dan 200 zeemijl vanaf de basislijnen vanwaar de breedte van zijn territoriale zee gemeten wordt. 2 "schip" een zeegaand vaartuig van gelijk welk type, met inbegrip van draagvleugelboten, luchtkussen-vaartuigen, duikboten, drijvende vaartuigen en drijvende platformen, behalve wanneer die platformen ter plaatse worden ingezet voor het onderzoek, de ontginning of de productie van de minerale rijkdommen van de zeebodem; 3 "ongeval op zee" een aanvaring van schepen, het stranden of ander navigatie-incident, of een andere gebeurtenis aan boord van een schip of daarbuiten, resulterend in materiële schade of zeer nabije dreiging van materiële schade aan een schip of zijn lading; 4 "wrak" ten gevolge van een ongeval op zee: a) een gezonken of gestrand schip;of b) gelijk welk deel van een gezonken of gestrand schip, met inbegrip van gelijk welk voorwerp dat aan boord van dat schip is of was;of c) gelijk welk op zee verloren en van een schip afkomstig voorwerp dat gestrand, gezonken of op drift is;of d) een schip dat op het punt staat te zinken of te stranden, of waarvan redelijkerwijze mag worden verwacht dat het zal zinken of stranden, indien nog geen enkele doeltreffende maatregel om hulp te verlenen aan het schip of gelijk welk in gevaar zijnde goed, genomen werd; 5 "gevaar" gelijk welke toestand of bedreiging : a) die een gevaar of hindernis vormt voor de scheepvaart;of b) die naar redelijkerwijze mag verwacht worden ernstige schadelijke gevolgen voor het marien milieu zal hebben of schade aan de kustlijn of aan de daarmee samenhangende belangen van één of meer Staten zal toebrengen. 6 "daarmee samenhangende belangen" de belangen van een kuststaat die rechtstreeks getroffen of bedreigd wordt door een wrak, zoals: a) de maritieme kust-, haven- of estuaire activiteiten, met inbegrip van de visserij, die essentiële middelen van bestaan vormen voor de betrokken personen;b) de toeristische attracties en andere economische belangen van het betrokken gebied;c) de gezondheid van de kustbevolking en het welzijn van het betrokken gebied, met inbegrip van het behoud van de levende mariene rijkdommen en van de fauna en flora;en d) de offshore- en onderwaterinfrastructuur. 7 "Verwijdering" betekent gelijk welke vorm van preventie, vermindering of uitschakeling van het gevaar door een wrak gecreëerd.
De begrippen "verwijdering", "verwijderd" en "het verwijderen" worden overeenkomstig deze definitie uitgelegd. 8 "Geregistreerde eigenaar" betekent de persoon of personen die als eigenaar van het schip werd of werden geregistreerd of, bij gebreke van registratie, de persoon of personen die het schip in eigendom hebben op het ogenblik van het ongeval op zee. Wanneer een schip echter eigendom is van een Staat en beheerd wordt door een bedrijf dat in die Staat geregistreerd staat als de exploitant van het schip, dan betekent "geregistreerde eigenaar" dat bedrijf; 9 "exploitant van het schip" de eigenaar van het schip of gelijk welke andere organisatie of persoon zoals de manager, of de rompbevrachter, die de verantwoordelijkheid van de eigenaar voor de exploitatie van het schip op zich genomen heeft en die zodoende aanvaard heeft om alle verplichtingen en verantwoordelijkheden bepaald in de Internationale Veiligheidscode, zoals gewijzigd, over te nemen; 10 "getroffen Staat" de Staat in wiens Verdragsgebied het wrak zich bevindt; 11 "Staat van registratie van het schip" ingeval van een geregistreerd schip, de Staat waar het schip geregistreerd werd, en ingeval van een niet-geregistreerd schip, de Staat onder wiens vlag het schip mag varen; 12 "Organisatie" de Internationale Maritieme Organisatie ; 13 "Secretaris-generaal" de Secretaris-generaal van de Organisatie.
Art. 2.Doelstellingen en algemene beginselen 1 Een Staat die Partij is, kan maatregelen nemen overeenkomstig dit Verdrag met betrekking tot het verwijderen van een wrak dat een gevaar vormt in het Verdragsgebied. 2 De maatregelen genomen door de getroffen Staat overeenkomstig paragraaf 1, moeten in verhouding tot het gevaar staan. 3 Dergelijke maatregelen mogen niet verder reiken dan wat redelijkerwijze nodig is om een wrak dat een gevaar vormt, te verwijderen en moeten eindigen zodra het wrak verwijderd is. Ze mogen de rechten en belangen van andere Staten waaronder de Staat van registratie van het schip, en van gelijk welke betrokken natuurlijke of rechtspersoon, niet onnodig schaden. 4 De toepassing van dit Verdrag in het Verdragsgebied geeft een Staat die Partij is, geen recht om soevereiniteit of soevereiniteitsrechten over gelijk welk deel van de volle zee op te eisen of uit te oefenen. 5 De Staten die Partij zijn, spannen zich in om samen te werken als de gevolgen van een ongeval op zee dat een wrak tot gevolg heeft, ook een andere Staat dan de getroffen Staat treffen.
Art. 3.Toepassingsgebied 1 Behoudens andersluidende bepaling in dit Verdrag, is dit Verdrag van toepassing op wrakken die zich bevinden in het Verdragsgebied. 2 Een Staat die Partij is, kan het toepassingsgebied van dit Verdrag uitbreiden tot wrakken die zich binnen zijn grondgebied, met inbegrip van de territoriale zee, bevinden onder voorbehoud van paragraaf 4 van artikel 4. In dat geval zal hij daarvan kennisgeving doen aan de Secretaris-generaal op het ogenblik dat hij zijn instemming betuigt om door dit Verdrag gebonden te zijn of op gelijk welk ogenblik nadien.
Als een Staat die Partij is, kennisgeving doet om het Verdrag toe te passen op wrakken die zich bevinden binnen zijn grondgebied, met inbegrip van de territoriale zee, dan doet deze kennisgeving geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen van die Staat om met betrekking tot de wrakken die zich bevinden op zijn grondgebied, met inbegrip van de territoriale zee, maatregelen te nemen andere dan de plaatsbepaling, markering en verwijdering overeenkomstig dit Verdrag.
De bepalingen van de artikelen 10, 11 en 12 van dit Verdrag zijn niet van toepassing op aldus genomen maatregelen andere dan deze bepaald in de artikelen 7, 8 en 9 van dit Verdrag. 3 Als een Staat die Partij is, op grond van paragraaf 2 kennisgeving gedaan heeft, omvat het "Verdragsgebied" van de getroffen Staat het grondgebied, inclusief de territoriale zee, van de betreffende Staat die Partij is . 4 Indien een kennisgeving op grond van de voormelde paragraaf 2 wordt gedaan vóór de inwerkingtreding van dit Verdrag ten aanzien van die Staat die Partij is, dan wordt ze van kracht ten aanzien van die Staat die Partij is, op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit Verdrag. Indien de kennisgeving wordt gedaan na de inwerkingtreding van dit Verdrag ten opzichte van diezelfde Staat die Partij is, wordt ze van kracht zes maanden na de ontvangst daarvan door de Secretaris-generaal. 5 Een Staat die Partij is, die een kennisgeving op grond van paragraaf 2 gedaan heeft, kan deze op elk ogenblik intrekken door middel van een kennisgeving van intrekking gericht aan de Secretaris-generaal. Deze kennisgeving van intrekking wordt van kracht zes maanden na de ontvangst daarvan door de Secretaris-generaal, tenzij de kennisgeving een latere datum vermeldt.
Art. 4.Uitsluitingen 1 Dit Verdrag is niet van toepassing op maatregelen genomen op grond van het Internationaal Verdrag van 1969 betreffende maatregelen in volle zee ingeval van een ongeval dat verontreiniging door olie tot gevolg heeft of kan hebben, zoals gewijzigd, of van het Protocol van 1973 betreffende de maatregelen in volle zee in geval van verontreiniging door stoffen, andere dan oliën, zoals gewijzigd. 2 Dit Verdrag is niet van toepassing op oorlogsschepen of andere schepen die eigendom zijn van of geëxploiteerd worden door een Staat zolang hij ze uitsluitend voor niet-commerciële en regeringsdoeleinden gebruikt, tenzij die Staat er anders over beslist. 3 Wanneer een Staat die Partij is, besluit dit Verdrag toe te passen op haar oorlogsschepen of andere schepen zoals bedoeld in paragraaf 2, dan doet hij daarvan kennisgeving aan de Secretaris-generaal met vermelding van de modaliteiten en voorwaarden van die toepassing. 4 a) Wanneer een Staat die Partij is, kennisgeving gedaan heeft zoals bedoeld in paragraaf 2 van artikel 3, zijn de volgende bepalingen van dit Verdrag niet van toepassing op zijn grondgebied, met inbegrip van de territoriale zee: (i) artikel 2, paragraaf 4; (ii) artikel 9, paragrafen 1, 5, 7, 8, 9 en 10; en (iii) artikel 15. b) Artikel 9, paragraaf 4 voor zover van toepassing op het grondgebied, met inbegrip van de territoriale zee, van een Staat die Partij is, luidt als volgt: Onder voorbehoud van de nationale wetgeving van de getroffen Staat kan de geregistreerde eigenaar een overeenkomst sluiten met gelijk welke hulpverlener of andere persoon om het wrak waarvan bepaald werd dat het een gevaar vormt, voor rekening van de eigenaar te verwijderen. Voordat dergelijke verwijdering begint, kan de getroffen Staat voorwaarden voor de verwijdering vaststellen, enkel in de mate dat zij nodig zijn om te verzekeren dat de verwijdering verloopt op een wijze die verenigbaar is met de overwegingen inzake de veiligheid en bescherming van het marien milieu.
Art. 5.Aangifte van wrakken 1. Een Staat die Partij is, moet van de kapitein en van de exploitant van een schip dat onder zijn vlag vaart, eisen dat ze onverwijld verslag uitbrengen aan de getroffen Staat als dat schip betrokken is geraakt bij een ongeval op zee dat een wrak tot gevolg had.In de mate dat de verplichting om verslag uit te brengen op grond van dit artikel door een van beide vervuld werd, is de ander er niet meer toe gehouden. 2 Die verslagen moeten de naam en hoofdzetel van de geregistreerde eigenaar bevatten, alsook alle relevante inlichtingen die de getroffen Staat nodig heeft om te bepalen of het wrak een gevaar vormt overeenkomstig artikel 6, met inbegrip van: a) de precieze plaatsbepaling van het wrak;b) het type, de grootte en de constructie van het wrak;c) de aard van de schade aan het wrak en de toestand waarin het zich bevindt;d) de aard en de hoeveelheid van de lading, in het bijzonder van alle schadelijke en potentieel gevaarlijke stoffen;en e) de hoeveelheid en de types oliën die zich aan boord bevinden, inclusief bunkerolie en smeeroliën.
Art. 6.Vaststelling van het gevaar Om te bepalen of een wrak een gevaar vormt, houdt de getroffen Staat rekening met de volgende criteria: a) het type, de grootte en de constructie van het wrak;b) de diepte van het water in de zone;c) het getijdenverschil en de stromingen in de zone;d) bijzonder kwetsbare zeegebieden zoals vastgesteld en, in voorkomend geval, aangeduid in overeenstemming met de Richtsnoeren aangenomen door de Organisatie, of een duidelijk bepaald gebied van de exclusieve economische zone waarin bijzondere, verplichte maatregelen werden genomen overeenkomstig artikel 211, paragraaf 6 van het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee;e) de nabijheid van scheepvaartroutes of vastgelegde verkeerroutes;f) de dichtheid en frequentie van het verkeer;g) het soort verkeer;h) de aard en hoeveelheid van de lading van het wrak, de hoeveelheid en types oliën (zoals bunkerolie en smeerolie) aan boord van het wrak en, in het bijzonder, de schade die zou kunnen ontstaan door het vrijkomen van de lading of de olie in het marien milieu;i) de kwetsbaarheid van de haveninstallaties;j) de heersende meteorologische en hydrografische omstandigheden;k) de onderzeese topografie van het gebied;l) de hoogte van het wrak boven of onder het wateroppervlak bij het laagste astronomische getijde;m) de akoestische en magnetische profielen van het wrak;n) de nabijheid van offshore installaties, pijpleidingen, telecommunicatiekabels en gelijkaardige structuren;en o) gelijk welke andere omstandigheid die de verwijdering van het wrak noodzakelijk kan maken.
Art. 7.Plaatsbepaling van wrakken 1 Zodra de getroffen Staat van het bestaan van een wrak kennis neemt, zet hij alle mogelijke middelen in, met inbegrip van de bijstand van Staten en organisaties, om dringend de zeelieden en de betrokken Staten over de aard en de plaats van het wrak te waarschuwen. 2 Indien de getroffen Staat redenen heeft om aan te nemen dat het wrak een gevaar vormt, zorgt hij ervoor dat alle mogelijke maatregelen genomen worden om de precieze plaats van het wrak te bepalen.
Art. 8.Markering van wrakken 1 Indien de getroffen Staat vaststelt dat het wrak een gevaar vormt, moet hij ervoor zorgen dat alle redelijke maatregelen worden genomen om het wrak te markeren. 2 Bij de markering van het wrak dient er met alle mogelijke middelen voor gezorgd worden dat de gebruikte markeringen in overeenstemming zijn met het internationaal aanvaarde bebakeningsysteem dat van kracht is in de wateren waar het wrak zich bevindt. 3 De getroffen Staat maakt de gegevens van de markering van het wrak bekend met behulp van alle gepaste middelen, met inbegrip van de relevante nautische publicaties.
Art. 9.Maatregelen om de verwijdering van wrakken te bevorderen 1 Als de getroffen Staat vaststelt dat het wrak een gevaar vormt, moet die Staat onmiddellijk: a) de Staat van registratie van het schip en de geregistreerde eigenaar ervan inlichten;en b) met de Staat van registratie van het schip en de andere Staten die door het wrak getroffen zijn, overleggen over de te nemen maatregelen met betrekking tot het wrak . 2 De geregistreerde eigenaar moet een wrak waarvan is vastgesteld dat het een gevaar vormt, verwijderen. 3 Als vastgesteld is dat een wrak een gevaar vormt, moet de geregistreerde eigenaar of andere betrokken partij aan de bevoegde overheid van de getroffen Staat het bewijs leveren van de verzekering of andere financiële zekerheid vereist door artikel 12. 4 De geregistreerde eigenaar mag met gelijk welke hulpverlener of andere persoon een overeenkomst sluiten om het wrak, waarvan is vastgesteld dat het een gevaar vormt, te verwijderen voor rekening van de eigenaar. Vóór de verwijdering aanvangt, kan de getroffen Staat de voorwaarden ervan opleggen, uitsluitend voor zover noodzakelijk om zeker te stellen dat de verwijdering verloopt op een manier die rekening houdt met overwegingen inzake de veiligheid en de bescherming van het marien milieu . 5 Eens de verwijdering zoals bedoeld in de paragrafen 2 en 4 begonnen is, kan de getroffen Staat enkel tussenkomen voor zover noodzakelijk om zeker te stellen dat de verwijdering gebeurt op een manier die rekening houdt met overwegingen inzake de veiligheid en de bescherming van het marien milieu. 6 De getroffen Staat moet: a) een redelijke termijn bepalen waarbinnen de geregistreerde eigenaar het wrak moet verwijderen, rekening houdende met de aard van gevaar zoals bepaald overeenkomstig artikel 6;b) de geregistreerde eigenaar schriftelijk inlichten over de opgelegde termijn met de verduidelijking dat, indien hij het wrak niet binnen die termijn verwijdert, hijzelf het wrak op kosten van de geregistreerde eigenaar zal kunnen verwijderen;en c) de geregistreerde eigenaar schriftelijk inlichten van zijn voornemen om onverwijld op te treden ingeval het gevaar bijzonder ernstig zou worden. 7 Indien de geregistreerde eigenaar het wrak niet verwijdert binnen de termijn bepaald overeenkomstig artikel 6 (a), of indien de geregistreerde eigenaar niet kan gecontacteerd worden, mag de getroffen Staat het wrak verwijderen op de meest praktische en meest snelle manier mogelijk, met inachtneming van overwegingen inzake de veiligheid en bescherming van het marien milieu. 8 Wanneer de omstandigheden een onmiddellijk ingrijpen vereisen en de getroffen Staat de Staat van registratie van het schip en de geregistreerde eigenaar hierover heeft ingelicht, mag de getroffen Staat het wrak verwijderen op de meest praktische en meest snelle manier mogelijk, met inachtneming van overwegingen inzake de veiligheid en bescherming van het marien milieu. 9 De Staten die Partij zijn, nemen de gepaste maatregelen in het kader van hun nationale wetgeving om ervoor te zorgen dat hun geregistreerde eigenaars de bepalingen van de paragrafen 2 en 3 naleven. 10 De Staten die Partij zijn, stemmen ermee in dat de getroffen Staat handelt overeenkomstig de bepalingen van de paragrafen 4 en 8, als dit nodig is. 11 De informatie bedoeld in dit artikel moet door de getroffen Staat bezorgd worden aan de geregistreerde eigenaar, geïdentificeerd in de verslagen bedoeld in paragraaf 2 van artikel 5.
Art. 10.Aansprakelijkheid van de eigenaar 1 Onder voorbehoud van artikel 11 is de geregistreerde eigenaar gehouden tot betaling van de kosten van de plaatsbepaling, de markering en de verwijdering van het wrak, gemaakt in toepassing van respectievelijk de artikelen 7, 8 en 9, tenzij hij bewijst dat het ongeval op zee dat het wrak tot gevolg heeft: a) voortvloeit uit een oorlogsdaad, vijandelijkheden, een burgeroorlog, een opstand of een natuurverschijnsel van uitzonderlijke, onvermijdelijke en onweerstaanbare aard;b) volledig voortvloeit uit een opzettelijke handeling of verzuim van een derde partij met het oogmerk om te schaden t;of c) volledig voortvloeit uit de nalatigheid of een andere onrechtmatige daad van een regering of andere overheid verantwoordelijk voor het onderhoud van de lichten of andere navigatiehulpmiddelen in de uitoefening van deze functie. 2 Geen enkele bepaling van dit Verdrag tast het recht van de geregistreerde eigenaar aan om zijn aansprakelijkheid te beperken overeenkomstig een toepasselijk nationaal of internationaal stelsel, zoals het Verdrag van 1976 inzake de beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, zoals gewijzigd. 3 Geen enkele vordering tot terugbetaling van de kosten zoals bedoeld in paragraaf 1, mag tegen de geregistreerde eigenaar ingesteld worden op basis van andere bepalingen dan van dit Verdrag. Dit doet geenszins afbreuk aan de rechten en verplichtingen andere dan de plaatsbepaling, de markering en de verwijdering overeenkomstig dit Verdrag, van een Staat die Partij is, die kennisgeving gedaan heeft krachtens paragraaf 2 van artikel 3 met betrekking tot wrakken die zich op zijn grondgebied bevinden, met inbegrip van zijn territoriale zee. 4 Geen enkele bepaling van dit artikel doet afbreuk aan het recht van verhaal jegens derden.
Art. 11.Uitzonderingen op de aansprakelijkheid 1 De geregistreerde eigenaar is op grond van dit Verdrag niet gehouden tot betaling van de kosten vermeld in paragraaf 1 van artikel 10, indien en in de mate dat de verplichting tot betaling van die kosten onverenigbaar is met: a) het Internationaal Verdrag van 1969 inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, zoals gewijzigd;b) het Internationaal Verdrag van 1996 inzake de aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, zoals gewijzigd;c) het Verdrag van 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals gewijzigd of het Verdrag van Wenen van 1963 inzake wettelijke aansprakelijkheid voor kernschade, zoals gewijzigd, of de nationale wetgeving die de beperking van aansprakelijkheid voor nucleaire schade regelt of verbiedt;of d) het Internationaal Verdrag van 2001 inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door bunkerolie, zoals gewijzigd; op voorwaarde dat het relevante verdrag van toepassing en van kracht is. 2 In de mate dat de maatregelen genomen op grond van dit Verdrag, als hulpverlening beschouwd worden uit hoofde van de toepasselijke nationale wetgeving of een internationaal verdrag, is die wetgeving of dat verdrag van toepassing op de vragen over de vergoeding of schadeloosstelling van de hulpverleners, met uitsluiting van de regels van dit Verdrag.
Art. 12.Verplichte verzekering of andere financiële zekerheid 1 De geregistreerde eigenaar van een schip dat een bruto tonnenmaat van of meer dan 300 heeft, en dat de vlag voert van een Staat die Partij is, is gehouden een verzekering of een andere financiële zekerheid te onderschrijven, zoals een garantie van een bank of andere gelijksoortige financiële instelling, teneinde zijn aansprakelijkheid op grond van dit Verdrag te dekken ten belopen van een bedrag gelijk aan de aansprakelijkheidsgrenzen bepaald in het toepasselijke nationale of internationale stelsel van beperking van aansprakelijkheid, maar in geen enkel geval hoger dan het bedrag berekend overeenkomstig artikel 6, 1) b) van het Verdrag van 1976 inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen, zoals gewijzigd. 2 Een certificaat houdende verklaring dat een verzekering of een andere financiële zekerheid van kracht is in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag, wordt voor ieder schip met een bruto tonnenmaat van of meer dan 300 afgeleverd door de bevoegde overheid van een Staat die Partij is, nadat die heeft vastgesteld dat de voorwaarden van paragraaf 1 nageleefd worden. Als het een schip betreft dat geregistreerd werd in een Staat die Partij is, wordt dat certificaat afgeleverd of gewaarmerkt door de bevoegde overheid van de Staat van registratie van het schip; ingeval een schip niet geregistreerd werd in een Staat die Partij is, kan het certificaat afgeleverd of gewaarmerkt worden door de bevoegde overheid van gelijk welke Staat die Partij is . Dit certificaat van verplichte verzekering moet conform zijn met het in de bijlage van dit Verdrag opgenomen model en moet de volgende gegevens vermelden: a) naam van het schip, onderscheidingsnummer of -letters en haven van registratie;b) bruto tonnenmaat van het schip;c) naam en adres van de hoofdvestiging van de geregistreerde eigenaar;d) IMO-scheepsidentificatienummer;e) aard en duur van de zekerheid;f) naam en adres van de hoofdvestiging van de verzekeraar of van gelijk welke andere persoon die de zekerheid stelt en, in voorkomend geval, het adres van de vestiging waar de verzekering of de zekerheid onderschreven werd;en g) geldigheidsduur van het certificaat, dewelke niet langer zal zijn dan deze van de verzekering of van de zekerheid. 3 a) Een Staat die Partij is, mag een door hem erkende instelling of organisatie machtigen tot aflevering van het in paragraaf 2 vermelde certificaat. Die instelling of organisatie moet die Staat in kennis stellen van elk afgeleverd certificaat. In alle gevallen staat de Staat die Partij is, in het geheel in voor de volledigheid en nauwkeurigheid van het aldus afgegeven certificaat, en verbindt hij zich ertoe de nodige maatregelen te treffen om aan deze verplichting te voldoen. b) Een Staat die Partij is, stelt de Secretaris-generaal in kennis van: i) de bijzondere verantwoordelijkheden en voorwaarden van de machtiging die hij aan een door hem erkende instelling of organisatie verleent; ii) de intrekking van zulke machtiging ; en iii) de datum met ingang waarvan de machtiging of intrekking daarvan van kracht wordt .
De machtiging wordt niet eerder van kracht dan na het verstrijken van een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop kennisgeving aan de Secretaris-generaal gedaan werd. c) De instelling of de organisatie die overeenkomstig deze paragraaf gemachtigd is om certificaten af te leveren, is tenminste gemachtigd om die certificaten in te trekken indien de voorwaarden overeenkomstig dewelke ze uitgegeven werden, niet meer vervuld zijn.In alle gevallen meldt de instelling of organisatie die intrekking bij de Staat namens dewelke het certificaat afgeleverd werd. 4 Het certificaat wordt gesteld in de officiële taal of talen van de Staat die het aflevert. Indien de gebruikte taal niet het Engels, het Frans of het Spaans is, moet in de tekst een vertaling in een van deze talen worden opgenomen, en, indien di Staat hierover aldus beslist, kunnen zijn officiële taal of talen niet gebruikt worden. 5 Het certificaat moet aan boord van het schip gehouden worden en een afschrift ervan moet neergelegd worden bij de overheidsinstantie die het register houdt waarin het schip ingeschreven staat of, indien het schip niet geregistreerd is in een Staat die Partij is, bij de overheidsinstantie van de Staat die het certificaat afgeleverd of gewaarmerkt heeft. 6 Een verzekering of andere financiële zekerheid voldoet niet aan de voorschriften van dit artikel indien ze om andere redenen dan het verstrijken van haar geldigheidstermijn zoals vermeld in het certificaat overeenkomstig paragraaf 2, kan ophouden gevolgen te sorteren voordat drie maanden zijn verlopen vanaf de datum waarop het opgezegd werd bij de overheidsinstantie bedoeld in paragraaf 5, tenzij het certificaat aan deze overheidsinstantie teruggegeven werd of een nieuw certificaat vóór het beëindigen van de opzegtermijn afgeleverd werd. De bovenstaande bepalingen zijn eveneens van toepassing op gelijk welke wijziging die tot gevolg heeft dat de verzekering of financiële zekerheid niet langer aan de voorschriften van dit artikel voldoet. 7 De Staat van registratie van het schip stelt de voorwaarden vast voor de aflevering en de geldigheid van het certificaat, onder voorbehoud van de bepalingen van dit artikel en rekening houdend met de richtsnoeren die de Organisatie zou kunnen aannemen met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid van de geregistreerde eigenaars. 8 Geen enkele bepaling van dit Verdrag mag worden uitgelegd in de zin dat het een Staat die Partij is, belet om te vertrouwen op inlichtingen verkregen van andere Staten, of van de Organisatie of van andere internationale organisaties met betrekking tot de financiële toestand van de verzekeraars of van andere personen die de financiële zekerheid stellen in het kader van dit Verdrag. In dat geval is de Staat die Partij is, en die op die inlichtingen vertrouwt, niet ontslagen van zijn verantwoordelijkheid als Staat die het op grond van paragraaf 2 vereiste certificaat heeft afgeleverd. 9 Certificaten die afgeleverd of gewaarmerkt worden onder het gezag van een Staat die Partij is, worden door de overige Staten die Partij zijn, voor de toepassing van dit Verdrag erkend en worden door hen beschouwd als hebbende dezelfde waarde zoals deze die door henzelf afgeleverd of gewaarmerkt worden, zelfs indien het een schip betreft dat niet geregistreerd werd in een Staat die Partij is. Een Staat die Partij is, kan ten allen tijde verzoeken om overleg met de Staat die het certificaat afgeleverd of gewaarmerkt heeft, indien hij meent dat de in het certificaat genoemde verzekeraar of degene die de zekerheid heeft gesteld financieel niet in staat is te voldoen aan de hem door dit Verdrag opgelegde verplichtingen . 10 Gelijk welke vordering tot terugbetaling van de kosten voortvloeiend uit dit Verdrag, kan rechtstreeks worden ingesteld tegen de verzekeraar of andere persoon waarvan de financiële zekerheid die de aansprakelijkheid van de geregistreerde eigenaar dekt, uitgaat. In dat geval kan de verweerder zich beroepen op de verweermiddelen (met uitzondering van het faillissement of de in vereffeningstelling van de geregistreerde eigenaar) die de geregistreerde eigenaar zou mogen inroepen waaronder de beperking van de aansprakelijkheid op grond van een toepasselijk nationaal of internationaal stelsel. Daarenboven mag de verweerder, zelfs indien de geregistreerde eigenaar niet gerechtigd is om zijn aansprakelijkheid te beperken, zijn aansprakelijkheid beperken ten belope van een bedrag gelijk aan de waarde van de verzekering of andere financiële zekerheid tot onderschrijven waarvan hij verplicht is overeenkomstig paragraaf 1. Daarbij mag de verweerder zich beroepen op het feit dat het ongeval op zee het gevolg was van een opzettelijke fout van de geregistreerde eigenaar, maar hij kan zich niet beroepen op de andere verweermiddelen die hij zou hebben mogen inroepen in een geding ingeleid door de geregistreerde eigenaar tegen hem. De verweerder kan de geregistreerde eigenaar in elke stand van het geding verplichten tussen te komen. 11 Een Staat die Partij is, staat op geen enkel tijdstip toe toe dat een onder zijn vlag varende schip waarop de bepalingen van dit artikel van toepassing zijn, wordt geëxploiteerd, tenzij een certificaat werd afgeleverd op grond van paragrafen 2 of 14. 12 Onder voorbehoud van de bepalingen van dit artikel, ziet elke Staat die Partij is, er krachtens zijn nationale wetgeving op toe dat een verzekering of andere zekerheid die beantwoordt aan de vereisten van de paragraaf 1, dekking verleent voor elk schip met een bruto tonnenmaat van of meer dan 300, waar ook geregistreerd, en dat een haven op zijn grondgebied aandoet of verlaat dan wel aankomt in een offshore-installatie in de territoriale zee, of daaruit vertrekt. 13 Ongeacht de bepalingen van paragraaf 5 kan een Staat die Partij is, de Secretaris-generaal in kennis stellen van het feit dat, voor de toepassing van paragraaf 12, de schepen niet verplicht zijn om het certificaat bepaald in paragraaf 2 aan boord te houden of voor te leggen van zodra zij een haven gelegen binnen zijn grondgebied binnenvaren of deze verlaten, of in een offshore-installatie in de territoriale zee aankomen of deze verlaten, onder voorbehoud dat de Staat die Partij is, die het certificaat voorgeschreven in paragraaf 2 aflevert, aan de Secretaris-generaal gemeld heeft dat hij bij wijze van electronisch format, waartoe alle Staten die Partij zijn, toegang hebben, de gegevens bijhoudt die het bestaan van het certificaat bewijzen en aldus de Staten die Partij zijn, in staat stellen hun verplichtingen op grond van paragraaf 12 na te komen. 14 Indien een schip dat eigendom is van een Staat die Partij is, niet gedekt is onder een verzekering of andere financiële zekerheid, dan zijn de desbetreffende bepalingen van dit artikel niet op dit schip van toepassing; dat schip moet lniettemin beschikken over een certificaat dat is afgeleverd door de bevoegde overheidsinstantie van de Staat van registratie van het schip, die verklaart dat het schip eigendom is van die Staat en dat zijn aansprakelijkheid gedekt is ten belope van de in paragraaf 1 bepaalde grenzen. Dat certificaat stemt zo veel mogelijk overeen met het in paragraaf 2 voorgeschreven model.
Art. 13.Verjaringstermijnen De rechten op terugbetaling van de kosten overeenkomstig dit Verdrag, vervallen bij ontstentenis van een rechtsvordering ingesteld overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag binnen een termijn van drie jaar vanaf de datum waarop het bestaan van een gevaar vastgesteld werd overeenkomstig dit Verdrag. Niettemin kan geen enkele rechtsvordering meer worden ingesteld na een termijn van zes jaar vanaf de datum van het ongeval op zee dat het wrak tot gevolg heeft.
Wanneer dit ongeval op zee uit een reeks voorvallen bestaat, loopt de termijn van zes jaar vanaf de datum van het eerste van die voorvallen.
Art. 14.Bepalingen betreffende wijzigingen 1 Op vraag van ten minste een derde van de Staten die Partij zijn, wordt een conferentie bijeengeroepen door de Organisatie met het oog op de herziening of wijziging van dit Verdrag. 2 Gelijk welke instemming om door dit Verdrag te worden gebonden, betuigd na de inwerkingtreding van een wijziging aan dit Verdrag, wordt geacht van toepassing te zijn op dit Verdrag zoals gewijzigd.
Art. 15.Regeling van geschillen 1 Wanneer tussen twee of meer Staten die Partij zijn, een geschil ontstaat omtrent de interpretatie of toepassing van dit Verdrag, streven ze in de eerste plaats naar een regeling van hun geschil door onderhandeling, onderzoek, bemiddeling, verzoening, arbitrage, gerechtelijke schikking, of door beroep te doen op regionale instellingen of akkoorden, of door andere minnelijke middelen naar hun keuze. 2 Indien geen enkele regeling mogelijk is binnen een redelijke termijn die niet meer dan twaalf maanden bedraagt vanaf de datum waarop een Staat die Partij is, aan een andere Staat het bestaan van een geschil tussen hen gemeld heeft, zijn de bepalingen met betrekking tot de regeling van geschillen bepaald in Deel XV van het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee mutatis mutandis op dat geschil van toepassing, ongeacht of de Staten die bij het geschil partij zijn, al dan niet Staten zijn die Partij zijn bij het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee. 3 Elke procedure gekozen door een Staat die Partij is bij dit Verdrag en bij het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee, overeenkomstig artikel 287 van laatstgenoemd Verdrag, is van toepassing op de regeling van geschillen op grond van dit artikel, tenzij die Staat die Partij is, bij de bekrachtiging, de aanvaarding of de goedkeuring van dit Verdrag of de toetreding daartoe, of op gelijk welk tijdstip nadien, voor een andere procedure kiest overeenkomstig artikel 287 voor de regeling van de geschillen voortvloeiend uit dit Verdrag. 4 Een Staat die Partij is bij dit Verdrag, en die geen Partij is bij het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee, is bij de bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van dit Verdrag of de toetreding daartoe, of op gelijk welk tijdstip nadien, vrij om via een schriftelijke verklaring, te kiezen voor één of meer van de middelen van geschillenbeslechting opgesomd in paragraaf 1 van artikel 287 van het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee. Artikel 287 is van toepassing op deze verklaring, alsook op gelijk welk geschil waarbij deze Staat partij is en dat niet gedekt is door een van kracht zijnde verklaring. Met het oog op de verzoening en de bemiddeling overeenkomstig de Bijlagen V en VII van het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee is die Staat gemachtigd om de verzoeners en bemiddelaars aan te stellen die moeten opgenomen worden in de lijsten bedoeld in artikel 2 van Bijlage V en artikel 2 van Bijlage VII voor de regeling van geschillen voortvloeiend uit dit Verdrag. 5 Elke verklaring gedaan op grond van paragrafen 3 en 4, wordt neergelegd bij de Secretaris-generaal, die de afschriften hiervan bezorgt aan de Staten die Partij zijn.
Art. 16.Verhouding tot andere verdragen en internationale akkoorden Geen enkele bepaling van dit Verdrag doet afbreuk aan de rechten en plichten van gelijk welke Staat uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de Zee en krachtens het internationaal gewoonterecht voor de zee.
Art. 17.Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring en toetreding 1 Dit Verdrag staat open voor ondertekening op de zetel van de Organisatie van 19 november 2007 tot 18 november 2008 en blijft nadien open voor toetreding. a) De Staten kunnen hun instemming om gebonden te zijn door dit Verdrag, kenbaar maken door: i) ondertekening zonder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;of ii) ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; of iii) toetreding. b) De bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding gebeuren door neerlegging van een daartoe strekkende akte bij de Secretaris-generaal.
Art. 18.Inwerkingtreding 1 Dit Verdrag treedt in werking twaalf maanden na de datum waarop tien Staten hetzij het Verdrag hebben ondertekend zonder voorbehoud ten aanzien van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, hetzij een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding bij de Secretaris-generaal hebben neergelegd. 2 Voor elke Staat die dit Verdrag bekrachtigt, aanvaardt, goedkeurt of er tot toetreedt nadat de voorwaarden van inwerkingtreding bepaald in paragraaf 1 vervuld zijn, treedt dit Verdrag in werking drie maanden na de datum van neerlegging van de daartoe strekkende akte door die Staat, maar niet voordat dit Verdrag in werking getreden is volgens de voorwaarden voorzien in paragraaf 1.
Art. 19.Opzegging 1 Dit Verdrag kan door elke Staat die Partij is,op gelijk welk tijdstip opgezegd worden na verloop van een jaar na de datum waarop het Verdrag ten aanzien van die Staat in werking getreden is. 2 De opzegging geschiedt door de neerlegging van een daartoe strekkende akte bij de Secretaris-generaal. 3 De opzegging wordt van kracht een jaar na de datum waarop de Secretaris-generaal de akte van opzegging ontvangen heeft, of na het verstrijken van gelijk welke langere termijn zoals bepaald in de akte van opzegging.
Art. 20.Neerlegging 1. Dit Verdrag wordt neergelegd bij de Secretaris-generaal.2. De Secretaris-generaal: a) stelt alle Staten die dit Verdrag ondertekend hebben of er tot toegetreden zijn, in kennis van: i) elke nieuwe ondertekening of neerlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, en van de datum van die ondertekening of neerlegging; ii) de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag; iii) de neerlegging van elke akte van opzegging van dit Verdrag, alsook van de datum van de neerlegging en de datum waarop de opzegging van kracht wordt; iv) andere verklaringen en mededelingen ontvangen overeenkomstig dit Verdrag; en b) maakt de eensluidend verklaarde afschriften van dit Verdrag over aan alle Staten die het Verdrag ondertekend hebben of er tot toegetreden zijn. 3 Van zodra dit Verdrag in werking treedt, maakt de Secretaris-generaal een eensluidend verklaard afschrift over aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties met het oog op de registratie en publicatie ervan overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties.
Art. 21.Talen Dit Verdrag is opgesteld in een enkel origineel in de Engelse, Arabische, Chinese, Spaanse, Franse en Russische taal, waarbij alle teksten in gelijke mate rechtsgeldig zijn.
Gedaan te NAIROBI, achttien mei tweeduizend en zeven.
Ten blijke waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.
BIJLAGE CERTIFICAAT VAN VERZEKERING OF ANDERE FINANCI"LE ZEKERHEID INZAKE DEAANSPRAKELIJKHEID INGEVAL VAN VERWIJDERING VAN WRAKKEN Afgeleverd overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 van het Internationaal Verdrag van Nairobi inzake de Verwijdering van Wrakken, 2007
Naam van het schip
Bruto tonnenmaat
Onderscheidings-nummer of -letters
IMO-scheepsidentificatie-nummer
Haven van registratie
Naam en volledig adres van de hoofdvestiging van de geregistreerde eigenaar
Hiermee verklaart ondergetekende dat het bovengenoemde schip gedekt is door een verzekeringspolis of een andere financiële zekerheid die voldoen aan de vereisten van artikel 12 van het Internationaal Verdrag van Nairobi inzake de Verwijdering van Wrakken, 2007.
Aard van de zekerheid . . . . .
Duur van de zekerheid . . . . .
Naam en adres van de verzekeraar(s) en/of perso(o)n(en) die de zekerheid stelt (stellen) Naam . . . . .
Adres . . . . . . . . . .
Dit certificaat is geldig tot . . . . .
Afgeleverd of gewaarmerkt door de Regering van . . . . . . . . . . (Volledige aanduiding van de Staat) OF De volgende tekst moet worden gebruikt wanneer een Staat die Partij is,zich beroept op artikel 12, paragraaf 3: Dit certificaat is afgeleverd onder het gezag van de Regering van . . . . . (Volledige naam van de Staat) door . . . . . (Naam van de instelling of de organisatie) Te ...... . . . . . Op . . . . . (Plaats) (Datum) . . . . . (Handtekening en hoedanigheid van de ambtenaar die het Certificaat aflevert of waarmerkt) Toelichting: 1. Bij de aanduiding van de Staat kan, indien gewenst, een verwijzing worden opgenomen naar de bevoegde overheidsinstantie van het land waar het certificaat wordt afgeleverd.2. Indien het totale bedrag van de zekerheid door meer dan één persoon gesteld werd, moet het bedrag door elk van hen gesteld afzonderlijk vermeld worden.3. Indien de zekerheid onder meerdere vormen gesteld werd, moet elk daarvan vermeld worden. 4.Onder de hoofding "Duur van de zekerheid" moet de datum vermeld worden waarop deze zekerheid van kracht wordt. 5.Onder de hoofding "Adres van de verzekeraar(s) en/of perso(o)n(en) die de zekerheid stelt (stellen) " moet het adres worden vermeld van de hoofdvestiging van de verzekeraar (of de verzekeraars) en/of de persoon (of personen) die zekerheid stelt (stellen). In voorkomend geval moet het adres van de vestiging waar de verzekering of de zekerheid onderschreven respectievelijk gesteld werd, vermeld worden.
STATEN
DATUM AUTHENTIFICATIE
INSTEMMING
DATUM INSTEMMING
DATUM INWERKINGTREDING
ALBANIE
Toetreding
27/04/2015
27/07/2015
ANTIGUA ET BARBUDA
Toetreding
09/01/2015
14/04/2015
BAHAMAS, DE
Toetreding
05/06/2015
05/09/2015
BELGIE
Toetreding
17/01/2017
17/04/2017
BULGARIJE
Toetreding
08/02/2012
14/04/2015
CHINA (VOLKSREPUBLIEK)
Toetreding
11/11/2016
11/02/2017
CONGO (DEMOCRATISCHE REP.)
Toetreding
19/05/2014
14/04/2015
COOK(EIL.)
Toetreding
22/12/2014
14/04/2015
CYPRUS
Toetreding
22/07/2015
22/10/2015
DENEMARKEN
12/11/2008
Bekrachtiging
14/04/2014
14/04/2015
DUITSLAND
17/11/2008
Bekrachtiging
20/06/2013
14/04/2015
ESTLAND
28/03/2008
Bekrachtiging
FINLAND
Toetreding
27/10/2016
27/01/2017
FRANKRIJK
24/09/2008
Bekrachtiging
04/02/2016
04/05/2016
INDIA
Toetreding
23/03/2011
14/04/2015
IRAN
Toetreding
19/04/2011
14/04/2015
ITALIE
23/09/2008
Bekrachtiging
JORDANIE
Toetreding
16/09/2016
16/12/2016
KENIA
Toetreding
14/04/2015
14/07/2015
KOREA (NOORD)
Toetreding
08/05/2017
08/08/2017
LIBERIA
Toetreding
08/01/2015
14/04/2015
MALEISIE
Toetreding
28/11/2013
14/04/2015
MALTA
Toetreding
18/01/2015
18/04/2015
MAROKKO
Toetreding
13/06/2013
14/04/2015
MARSHALL (EIL.)
Toetreding
27/10/2014
14/04/2015
NEDERLAND
27/10/2008
Goedkeuring
19/01/2016
19/04/2016
NIGERIA
Toetreding
23/07/2009
14/04/2015
NIUE
Toetreding
27/04/2015
27/07/2015
PALAU
Toetreding
29/09/2011
14/04/2015
PANAMA
Toetreding
18/08/2015
18/11/2015
ROEMENIE
Toetreding
20/09/2016
20/12/2016
SAINT KITTS ET NEVIS
Toetreding
31/03/2016
30/06/2016
TONGA
Toetreding
20/03/2015
20/06/2015
TUVALU
Toetreding
17/02/2015
17/05/2015
VERENIGD KONINKRIJK
Toetreding
30/11/2012
14/04/2015
ZUID-AFRIKA
Toetreding
04/09/2015
04/12/2015
ZWITSERLAND
Toetreding
16/05/2016
16/08/2016