gepubliceerd op 10 juni 2024
Wet ter versterking van het federale beleid inzake handicap
7 MEI 2024. - Wet ter versterking van het federale beleid inzake handicap (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet, wordt begrepen onder: 1° het Federaal plan handicap: het door de Ministerraad aangenomen plan met de door de verschillende ministers en staatssecretarissen uit te voeren acties in verband met het federale beleid inzake handicap;2° persoon met een handicap: overeenkomstig artikel 1 van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, elke persoon met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving;3° de Nationale hoge raad: de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap, opgericht bij het koninklijk besluit van 9 juli 1981;4° VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap: Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, aangenomen te New York op 13 december 2006;5° het federaal contactpunt: federaal contactpunt voor het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, in de zin van artikel 33, lid 1, van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, ingericht bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid;6° de onafhankelijke instantie: onafhankelijke instantie om de uitvoering van dit Verdrag te bevorderen, te beschermen en op te volgen, in de zin van artikel 33, lid 2, van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, toegewezen aan Unia, het Interfederaal Gelijkekansencentrum. HOOFDSTUCK 2. - Federaal plan handicap
Art. 3.Binnen twaalf maanden na de installatie van een regering na de volledige vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt een Federaal plan handicap opgesteld.
Het Federaal plan handicap beschrijft de maatregelen die elke minister en staatssecretaris op federaal niveau moet nemen om het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap uit te voeren, alsook de verwezenlijking van het recht op inclusie van personen met een handicap zoals vervat in art 22ter van de Grondwet, in alle domeinen van het federale beleid.
Het Federaal plan handicap bevat het toezichtmechanisme dat is ingesteld om het plan te monitoren.
De genderdimensie wordt geïntegreerd in het Federaal plan handicap.
De actoren die actief betrokken worden bij de goedkeuring en uitvoering van het Federaal plan handicap, zijn minstens en op een niet-exhaustieve manier: a) De Nationale Hoge Raad;b) Het federaal netwerk handicap;c) Het federaal contactpunt;d) De onafhankelijke instantie. Voor de toepassing van het vorige lid bepaalt de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, wat onder het federaal netwerk handicap moet worden verstaan.
Art. 4.Het maatschappelijk middenveld van personen met een handicap, in het bijzonder de Nationale hoge raad, en de onafhankelijke instantie worden bevraagd over de prioriteiten voor het actieplan.
De deelstaten worden geraadpleegd tijdens de opmaak van het Federaal plan handicap ten einde mogelijke knelpunten te identificeren die onder de bevoegdheid van de federale regering vallen.
Het Federaal plan handicap wordt gezamenlijk opgesteld door de ministers en staatssecretarissen, die de maatregelen bepalen die in het kader van hun bevoegdheden moeten worden genomen.
De Nationale hoge raad en de onafhankelijke instantie worden gevraagd hun advies te geven over het voorontwerp.
De Ministerraad legt het Federaal plan handicap vast, na raadpleging van de Nationale Hoge Raad, het federaal netwerk handicap en de onafhankelijke instantie, in overeenstemming met artikel 3 van deze wet.
Art. 5.Het Federaal plan handicap wordt afgesloten voor de duur van de legislatuur, vanaf de datum waarop het plan wordt goedgekeurd door de Ministerraad.
HOOFDSTUK 3. - Coördinatie, monitoring en evaluatie van het federaal plan handicap
Art. 6.De algemene coördinatie van het Federaal plan handicap is de verantwoordelijkheid van de minister belast met personen met een handicap. Deze stelt samen met de verschillende ministers en staatssecretarissen het tijdschema op voor de uitvoering van elke maatregel en zorgt ervoor dat het algemene tijdschema wordt nageleefd.
Elke minister en staatssecretaris is verantwoordelijk voor de acties binnen zijn of haar bevoegdheid.
Art. 7.Zodra het Federaal plan handicap is goedgekeurd, legt de minister belast met personen met een handicap het voor aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Nationale hoge raad, de onafhankelijke instantie en de regeringen van de Gewesten en Gemeenschappen.
Art. 8.De Ministerraad houdt toezicht op de acties en wordt daarbij gezamenlijk ondersteund door het federaal contactpunt en het federaal netwerk handicap. Het federaal netwerk handicap komt minstens één keer per jaar samen om de algemene vooruitgang van het Federaal plan handicap te bespreken, waar ook de Nationale hoge raad en de onafhankelijke instantie worden uitgenodigd.
Art. 9.Uiterlijk twee jaar na de goedkeuring van het Federaal plan handicap en op initiatief van de minister belast met personen met een handicap, zal de federale regering, na goedkeuring door de Ministerraad een tussentijdse evaluatie van de uitvoering van het Federaal plan handicap voorleggen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, op basis van de ingevoerde opvolgingscriteria. Deze evaluatie wordt ook voor advies voorgelegd aan de Nationale Hoge Raad en de onafhankelijke instantie.
Art. 10.Tijdens de zes maanden die voorafgaan aan het einde van de legislatuur en op initiatief van de minister belast met personen met een handicap, zal de federale regering, na goedkeuring door de Ministerraad een eindevaluatie van de uitvoering van het Federaal plan handicap voorleggen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, op basis van de vastgelegde opvolgingscriteria. Deze evaluatie wordt ook voor advies voorgelegd aan de Nationale hoge raad en de onafhankelijke instantie.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 11.Deze wet treedt in werking bij de eerstvolgende hernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 7 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister belast met personen met een handicap, K. LALIEUX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) Stukken: 55/3930 Intergraal Verslag: 2 mei 2024