gepubliceerd op 10 september 2004
Wet houdende instemming met de wijziging van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, aangenomen te Montreal op 17 september 1997 (2)
7 JULI 2004. - Wet houdende instemming met de wijziging van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, aangenomen te Montreal op 17 september 1997 (1) (2)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De wijziging van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, aangenomen te Montreal op 17 september 1997, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 7 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX. De Minister van Leefmilieu, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE. Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2003-2004. Senaat.
Documenten.
Ontwerp van wet ingediend op 12 januari 2004, nr. 3-352/1.
Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 3-352/2.
Parlementaire Handelingen.
Bespreking, vergadering van 18 maart 2004.
Stemming, vergadering van 18 maart 2004.
Kamer Documenten Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 51-943/1.
Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning te bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-943/2.
Parlementaire Handelingen Bespreking, vergadering van 6 mei 2004.
Stemming, vergadering van 6 mei 2004. (2) Overeenkomstig zijn artikel 3, is de Wijziging in werking getreden op 10 november 1999. Wijziging van het Protocol van Montreal aangenomen door de Negende Vergadering van de Partijen ARTIKEL 1 Wijziging A. Artikel 4, lid 1, qua Na artikel 4, lid 1, ter, van het Protocol wordt het volgende lid toegevoegd : « 1, qua. Binnen een jaar na de datum van inwerkingtreding van dit lid verbiedt elke partij de invoer van de in bijlage E genoemde, aan uitworpbeheersing onderworpen stoffen uit staten die geen partij zijn bij dit Protocol. » B. Artikel 4, lid 2, qua Na artikel 4, lid 2, ter, van het Protocol wordt het volgende lid toegevoegd : « 2, qua. Een jaar na de datum van inwerkingtreding van dit lid verbiedt elke partij de uitvoer van de in bijlage E genoemde, aan uitworpbeheersing onderworpen stoffen naar staten die geen partij zijn bij dit Protocol. » C. Artikel 4, leden 5, 6 en 7 In artikel 4, leden 5, 6 en 7, van het Protocol worden de woorden « en in groep van bijlage C » vervangen door de woorden « in groep van bijlage C en in bijlage E ».
D. Artikel 4, lid 8 In artikel 4, lid 8, van het Protocol worden de woorden « artikel 2G » vervangen door de woorden « de artikelen 2G en 2H ».
E. Artikel 4A : Toezicht op handel met staten die partij zijn Het volgende artikel wordt aan het Protocol toegevoegd als artikel 4A : « 1. Wanneer een partij, na de voor de aan uitworpbeheersing onderworpen stof vastgestelde termijn voor de stopzetting van het gebruik, niet in staat is om ondanks alle praktische inspanningen te voldoen aan haar verplichting krachtens het Protocol om de productie van bedoelde stof voor binnenlandse consumptie, voor andere dan de door de partijen als fundamenteel aangemerkte behoeften, stop te zetten, verbiedt zij de uitvoer van gebruikte, gerecycleerde en teruggewonnen hoeveelheden van die stof, tenzij voor vernietigingsdoeleinden. 2. Lid 1 van dit artikel is van toepassing onverminderd het bepaalde in artikel 11 van het Verdrag en de procedure in verband met niet-naleving van artikel 8 van het Protocol.» F. Artikel 4B : Vergunning Het volgende artikel wordt aan het Protocol toegevoegd als artikel 4B : « 1. Elke partij legt uiterlijk op 1 januari 2000 of binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van dit artikel, wanneer deze laatste datum later valt, een systeem vast en legt het ten uitvoer voor het verlenen van vergunningen voor de in- en uitvoer van nieuwe, gebruikte, gerecycleerde en teruggewonnen, in de bijlagen A, B, C, en E genoemde, aan uitworpbeheersing onderworpen stoffen. 2. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 van dit artikel, mag een onder de werking van artikel 5, lid 1, vallende partij die besluit niet in staat te zijn een vergunningssysteem voor de in- en uitvoer van in de bijlagen C en E genoemde, aan uitworpbeheersing onderworpen stoffen vast te stellen en ten uitvoer te leggen, deze maatregelen opschorten tot 1 januari 2000, respectievelijk 1 januari 2002, de data van aanneming van deze maatregelen.3. Elke partij rapporteert aan het secretariaat binnen 3 maanden na de datum van invoering van dit vergunningssysteem over de totstandbrenging en de werking van het systeem.4. Op gezette tijden stelt het secretariaat een lijst op van de partijen die over hun vergunningssysteem hebben gerapporteerd, het stuurt deze lijst aan alle partijen toe en geeft deze informatie ook door aan het tenuitvoerleggingcomité zodat dit de lijst kan bekijken en de partijen geschikte aanbevelingen kan doen.» ARTIKEL 2 Verband met de Wijziging van 1992 Geen enkele staat of organisatie voor regionale economische integratie kan een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van, respectievelijk toetreding tot, deze wijziging neerleggen zonder hetzij vooraf hetzij tegelijk hiermee een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot de op de vierde vergadering van de partijen te Kopenhagen op 25 november 1992 aanvaarde wijziging, neder te leggen.
ARTIKEL 3 Inwerkingtreding 1. Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 1999, mits ten minste 20 akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot de wijziging zijn neergelegd door staten of organisaties voor regionale economische integratie die partij zijn bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken.Ingeval op genoemde datum niet aan deze voorwaarden is voldaan, treedt de wijziging in werking op de negentigste dag na de datum waarop daaraan is voldaan. 2. Voor de toepassing van lid 1, worden akten die door organisaties voor regionale economische integratie worden neergelegd, niet afzonderlijk meegerekend naast die welke door de lidstaten van die organisaties zijn neergelegd.3. Na de inwerkingtreding van deze Wijziging overeenkomstig het bepaalde in lid 1, treedt zij ten aanzien van elke andere partij bij het Protocol in werking op de negentigste dag na de datum van neerlegging van haar akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Wijziging van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, aangenomen te Montreal op 17 september 1997 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld