Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 juni 2002
gepubliceerd op 03 september 2009

Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, gedaan te Straatsburg op 9 november 1995 (2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2009015105
pub.
03/09/2009
prom.
06/06/2002
ELI
eli/wet/2002/06/06/2009015105/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

6 JUNI 2002. - Wet houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, gedaan te Straatsburg op 9 november 1995 (1) (2)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Aanvullend Protocol bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, gedaan te Straatsburg op 9 november 1995, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE. Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota's (1) Zitting 2001-2002. Senaat.

Documenten.- Ontwerp van wet ingediend op 19 oktober 2001, nr. 2-931/1. - Verslag namens de commissie, nr. 2-931/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 24 januari 2002. - Stemming, vergadering van 31 januari 2002. Kamer van volksvertegenwoordigers Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 50-1618/1. - Verslag namens de commissie, nr. 50-1618/2. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, Nr. 50-1618/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 27 maart 2002. - Stemming, vergadering van 28 maart 2002.(2) Zie decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 (Belgisch Staatsblad van 16 juli 2004), Decreet van de Franse Gemeenschap van 3 juli 2003 (Belgisch Staatsblad van 10 september 2003), decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 7 oktober 2002 (Belgisch Staatsblad van 20 november 2002), decreet van het Waalse Gewest van 13 november 2002 (Belgisch Staatsblad van 4 december 2002 (Ed.2), decreet van het Waalse Gewest van 13 november 2002 (Belgisch Staatsblad van 23 november 2002), ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 10 maart 2005 (Belgisch Staatsblad van 1 april 2005), ordonnantie van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 23 juni 2005 (Belgisch Staatsblad van 2 september 2005).

Aanvullend protocol bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten De Lidstaten van de Raad van Europa die dit Aanvullend Protocol bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten (hierna te noemen « de Kaderovereenkomst ») hebben ondertekend, Het belang bevestigend van grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten in grensgebieden;

Vastbesloten verdergaande maatregelen te treffen om de samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten te waarborgen;

Geleid door de wens grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten in grensgebieden te vergemakkelijken en te ontwikkelen;

Zich bewust zijnde van de noodzaak de Kaderovereenkomst aan de huidige situatie in Europa aan te passen;

Overwegende dat het opportuun is de Kaderovereenkomst aan te vullen met het oog op intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten;

Gelet op het Europees Handvest inzake de lokale autonomie;

Indachtig de Verklaring inzake grensoverschrijdende samenwerking in Europa afgelegd door het Comité van Ministers ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Raad van Europa waarin, onder meer, werd gepleit voor voortdurende maatregelen om geleidelijk obstakels in welke vorm dan ook bestuurlijke, juridische, politieke of psychologische die de ontwikkeling van grensoverschrijdende projecten in de weg staan, te verwijderen, Zijn de volgende aanvullende bepalingen overeengekomen : Artikel 1 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij erkent en eerbiedigt het recht van territoriale gemeenschappen of autoriteiten binnen haar rechtsmacht, waarnaar wordt verwezen in de artikelen 1 en 2 van de Kaderovereenkomst, om overeenkomsten tot grensoverschrijdende samenwerking te sluiten met territoriale gemeenschappen of autoriteiten van andere staten op vergelijkbare beleidsterreinen, overeenkomstig de in hun regelgeving neergelegde procedures, conform het nationale recht en voor zover deze overeenkomsten in overeenstemming zijn met de internationale verplichtingen van deze Partij.2. Een overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking heeft alleen betrekking op de verantwoordelijkheden van de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die die overeenkomst hebben gesloten. Artikel 2 Gezamenlijke beslissingen genomen ingevolge een overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking worden door de territoriale gemeenschappen of autoriteiten uitgevoerd binnen hun nationale rechtsstelsel, in overeenstemming met hun nationale recht. Aldus uitgevoerde beslissingen worden beschouwd als hebbende dezelfde rechtskracht en werking als maatregelen genomen door die gemeenschappen of autoriteiten krachtens hun nationale rechtsstelsel.

Artikel 3 Bij een door territoriale gemeenschappen of autoriteiten gesloten overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking kan een lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking in het leven worden geroepen, met of zonder rechtspersoonlijkheid. De overeenkomst vermeldt of het lichaam, gezien de hieraan overgedragen verantwoordelijkheden en de bepalingen van het nationale recht, moet worden beschouwd als een publiekrechtelijk of privaatrechtelijk lichaam binnen de nationale rechtsstelsels waartoe de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die de overeenkomst sluiten, behoren.

Artikel 4 1. Indien het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking rechtspersoonlijkheid bezit, wordt deze rechtspersoonlijkheid beheerst door het recht van de Overeenkomstsluitende Partij waarbinnen de zetel is gevestigd.De rechtspersoonlijkheid van het lichaam wordt erkend door de andere Overeenkomstsluitende Partijen waarvan de territoriale gemeenschappen of autoriteiten partij zijn bij de overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking, in overeenstemming met hun eigen nationale recht. 2. Het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking voert de door de territoriale gemeenschappen of autoriteiten overgedragen bevoegdheden uit in overeenstemming met zijn doelstellingen en op de wijze bepaald in het nationaal recht waaronder het valt.Dientengevolge : a. wordt het optreden van het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking beheerst door de instellingsregeling van dit lichaam en door het recht van de staat waarin de zetel is gevestigd;b. is het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking evenwel niet bevoegd algemeen verbindende voorschriften vast te stellen of maatregelen te nemen die de rechten en vrijheden van individuele burgers aantasten;c. wordt het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking gefinancierd uit de begrotingen van de territoriale gemeenschappen of autoriteiten.Het lichaam is niet bevoegd heffingen van fiscale aard op te leggen. Het lichaam mag, in voorkomend geval, inkomsten ontvangen voor door dit lichaam aan territoriale gemeenschappen of autoriteiten, aan gebruikers of aan derden verleende diensten; d. dient het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking over een geschatte jaarbegroting te beschikken en dient het een jaarrekening op te stellen, die moet worden goedgekeurd door accountants die onafhankelijk zijn van de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die partij zijn bij de overeenkomst. Artikel 5 1. De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen, indien hun nationale recht dit toestaat, beslissen dat het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking een publiekrechtelijk lichaam is en dat, binnen het rechtsstelsel van elke Overeenkomstsluitende Partij, door het lichaam genomen maatregelen dezelfde rechtskracht en werking hebben als waren deze maatregelen genomen door de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die de overeenkomst hebben gesloten.2. In de overeenkomst kan evenwel worden bepaald dat de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die de overeenkomst hebben gesloten, deze maatregelen moeten uitvoeren, in het bijzonder wanneer door deze maatregelen de rechten, vrijheden en belangen van individuele burgers worden aangetast.Voorts kan elke Overeenkomstsluitende Partij bepalen dat algemene verantwoordelijkheden niet kunnen worden overgedragen aan het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking en dat dit lichaam niet bevoegd is algemeen verbindende voorschriften vast te stellen.

Artikel 6 1. Maatregelen genomen door territoriale gemeenschappen of autoriteiten ingevolge een overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking zijn onderworpen aan hetzelfde toezicht als voorgeschreven door het recht van elke Overeenkomstsluitende Partij met betrekking tot maatregelen genomen door de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die de overeenkomst sluiten.2. Maatregelen genomen door een lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking dat is opgericht ingevolge een overeenkomst, zijn onderworpen aan het toezicht zoals voorzien in het recht van de staat waarin de zetel van het lichaam is gevestigd, waarbij bovendien rekening wordt gehouden met de belangen van de territoriale gemeenschappen of autoriteiten van andere staten.Het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking dient te voldoen aan verzoeken om informatie gedaan door de autoriteiten van de staten waartoe de territoriale gemeenschappen of autoriteiten behoren. De toezichthoudende autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen zoeken naar middelen voor een passende coördinatie en informatie. 3. Maatregelen genomen door een lichaam zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, zijn onderworpen aan hetzelfde toezicht als voorgeschreven door het recht van elke Overeenkomstsluitende Partij met betrekking tot maatregelen genomen door de territoriale gemeenschappen of autoriteiten die de overeenkomst sluiten. Artikel 7 Alle geschillen die uit de activiteiten van het lichaam voor grensoverschrijdende samenwerking voortvloeien, worden voorgelegd aan de krachtens het nationale recht of krachtens een verdrag bevoegde rechter.

Artikel 8 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij verklaart, bij ondertekening van dit Protocol, of bij nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of zij de bepalingen van zowel artikel 4 als artikel 5 zal toepassen ofwel slechts een van deze artikelen.2. Deze verklaring kan vervolgens te allen tijde worden gewijzigd. Artikel 9 Ten aanzien van de bepalingen van dit Protocol kunnen geen voorbehouden worden gemaakt.

Artikel 10 1. Dit Protocol staat open voor ondertekening voor de staten die de Kaderovereenkomst hebben ondertekend;zij kunnen aangeven of zij ermee instemmen gebonden te worden door middel van : a. ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;of b. ondertekening onder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.2. Een Lidstaat van de Raad van Europa kan dit Protocol niet ondertekenen zonder voorbehoud van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring nederleggen, indien deze Staat niet reeds een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de Kaderovereenkomst heeft nedergelegd of deze gelijktijdig nederlegt.3. De akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring wordt nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa. Artikel 11 1. Dit Protocol treedt in werking drie maanden na de datum waarop vier Lidstaten van de Raad van Europa hun instemming door het Protocol te worden gebonden tot uitdrukking hebben gebracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.2. Voor iedere Lidstaat die nadien zijn instemming door dit Protocol te worden gebonden tot uitdrukking brengt, treedt het in werking drie maanden na de datum van ondertekening of nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Artikel 12 1. Na de inwerkingtreding van dit Protocol kan iedere Staat die is toegetreden tot de Kaderovereenkomst tevens toetreden tot het Protocol.2. Toetreding geschiedt door middel van nederlegging van een akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa en wordt drie maanden na de datum van nederlegging daarvan van kracht. Artikel 13 1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan dit Protocol te allen tijde opzeggen door middel van een kennisgeving gericht aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.2. De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal. Artikel 14 De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa geeft de Lidstaten van de Raad van Europa en iedere Staat die tot dit Protocol is toegetreden, kennis van : a. iedere verklaring door de Overeenkomstsluitende Parijen ingediend ingevolge artikel 8;b. iedere ondertekening;c. de nederlegging van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding;d. iedere datum van inwerkingtreding van dit Protocol ingevolge de artikelen 11 en 12;e. iedere andere maatregel, kennisgeving of mededeling die op dit Protocol betrekking heeft. Ten blijke waarvan de ondergetekenden, hiertoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

Gedaan te Straatsburg, de negende november 1995, in de Engelse en Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in een enkel exemplaar dat zal worden nedergelegd in het archief van de Raad van Europa. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa doet een gewaarmerkt afschrift toekomen aan iedere Lidstaat van de Raad van Europa en aan iedere Staat die is uitgenodigd tot dit Protocol toe te treden.

Verklaring "Het Koninkrijk België verklaart dat het de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van het Protocol zal toepassen, overeenkomstig artikel 8, paragraaf 1 van het Aanvullende Protocol."

Aanvullend Protocol bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, gedaan te Straatsburg op 9 november 1995

Staten / Organisatie

Datum Authentificatie

Type instemming

Datum instemming

Datum interne inwerkingtreding

ALBANIE

07/05/1999

Bekrachtiging

11/12/2001

12/03/2002

ANDORRA

Onbepaald


ARMENIE

03/04/2002

Bekrachtiging

31/10/2003

01/02/2004

AZERBEIDZJAN

05/01/2004

Bekrachtiging

30/03/2004

01/07/2004

BOSNIE EN HERZEGOVINA

30/04/2004

Bekrachtiging

07/10/2008

08/01/2009

BULGARIJE

02/12/2004

Bekrachtiging

30/06/2005

01/10/2005

België

25/07/1997

Bekrachtiging

12/06/2009

13/09/2009

CYPRUS

Onbepaald


DENEMARKEN

Onbepaald


DUITSLAND

09/11/1995

Bekrachtiging

16/09/1998

17/12/1998

ESTLAND

Onbepaald


FINLAND

Onbepaald


FRANKRIJK

09/11/1995

Bekrachtiging

04/10/1999

05/01/2000

GEORGIE

02/11/2005

Onbepaald


GRIEKENLAND

Onbepaald


HONGARIJE

Onbepaald


IERLAND

Onbepaald


IJSLAND

15/06/1999

Onbepaald


ITALIE

05/12/2000

Onbepaald


KROATIE

Onbepaald


LETLAND

28/05/1998

Bekrachtiging

01/12/1998

02/03/1999

LIECHTENSTEIN

Onbepaald


LITOUWEN

30/03/2001

Bekrachtiging

26/11/2002

27/02/2003

LUXEMBURG

09/11/1995

Bekrachtiging

25/02/1997

01/12/1998

MACEDONIE

Onbepaald


(VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REP.)


MALTA

Onbepaald


MOLDAVIE

27/06/2001

Bekrachtiging

27/06/2001

28/09/2001

MONACO

18/09/2007

Bekrachtiging

18/09/2007

19/12/2007

MONTENEGRO

Onbepaald


NEDERLAND

09/12/1996

Bekrachtiging

09/05/1997

01/12/1998

NOORWEGEN

Onbepaald


OEKRAINE

01/07/2003

Bekrachtiging

04/11/2004

05/02/2005

OOSTENRIJK

28/02/2001

Bekrachtiging

17/03/2004

18/06/2004

POLEN

Onbepaald


PORTUGAL

09/05/1997

Bekrachtiging


ROEMENIE

05/05/1998

Onbepaald


RUSLAND

04/10/2006

Bekrachtiging

27/11/2008

28/02/2009

SAN MARINO

Onbepaald


SERVIE

Onbepaald


SLOVAKIJE

07/09/1998

Bekrachtiging


SLOVENIE

28/01/1998

Bekrachtiging

01/02/2000

02/05/2000

SPANJE

Onbepaald

17/09/2003

18/12/2003

TSJECHISCHE REP. Onbepaald


TURKIJE

Onbepaald


VERENIGD KONINKRIJK

Onbepaald


ZWEDEN

09/11/1995

Bekrachtiging

09/11/1995

01/12/1998

ZWITSERLAND

28/02/1997

Bekrachtiging

01/09/1998

01/12/1998

^