Etaamb.openjustice.be
Wet van 06 juli 2018
gepubliceerd op 04 november 2024

Wet houdende instemming met het Tweede Protocol tot wijziging en aanvulling van het Aanvullend Akkoord, gesloten te Straatsburg op 3 december 1974 tussen het Koninkrijk België en de Raad van Europa, bij het Algemeen Akkoord inzake de voorrechten en immuniteiten van de Raad van Europa, ondertekend te Parijs op 2 september 1949, gedaan te Brussel op 15 april 2016 (2)(3)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2019011315
pub.
04/11/2024
prom.
06/07/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 JULI 2018. - Wet houdende instemming met het Tweede Protocol tot wijziging en aanvulling van het Aanvullend Akkoord, gesloten te Straatsburg op 3 december 1974 tussen het Koninkrijk België en de Raad van Europa, bij het Algemeen Akkoord inzake de voorrechten en immuniteiten van de Raad van Europa, ondertekend te Parijs op 2 september 1949, gedaan te Brussel op 15 april 2016 (1)(2)(3)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Tweede Protocol tot wijziging en aanvulling van het Aanvullend Akkoord, gesloten te Straatsburg op 3 december 1974 tussen het Koninkrijk België en de Raad van Europa, bij het Algemeen Akkoord inzake de voorrechten en immuniteiten van de Raad van Europa, ondertekend te Parijs op 2 september 1949, gedaan te Brussel op 15 april 2016, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3.Deze wet heeft uitwerking met ingang van 15 april 2016.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 6 juli 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, D. REYNDERS De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K GEENS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: nr.54-3001 Integraal verslag: zonder verslag (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaamse Gewest van 31/03/2017 (Belgisch Staatsblad van 19/04/2017), Decreet van de Franse Gemeenschap van 24/02/2022 (Belgisch Staatsblad van 22/04/2022), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 13/12/2023 (Belgisch Staatsblad van 08/03/2024), Decreet van het Waalse Gewest van 16/11/2023 (Belgisch Staatsblad van 27/12/2023, Ed.2), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 08/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 28/12/2016). (3) Datum inwerkingtreding : 01/07/2024


Tweede Protocol tot wijziging en aanvulling van het aanvullend akkoord, gesloten te Straatsburg op 3 december 1974 tussen het Koninkrijk België en de Raad van Europa, bij het algemeen akkoord inzake de voorrechten en immuniteiten van de Raad van Europa, ondertekend te Parijs op 2 september 1949 HET KONINKRIJK BELGIE, hierna genoemd "België" vertegenwoordigd door : - de federale Regering, - de Vlaamse Regering, - de Franse Gemeenschapsregering, - de Waalse Regering, - de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, - de Duitstalige Gemeenschapsregering, EN DE RAAD VAN EUROPA, Gezien het Algemeen Akkoord inzake de voorrechten en immuniteiten van de Raad van Europa, ondertekend te Parijs op 2 september 1949, hierna genoemd "het Algemeen Akkoord"; Gezien het Aanvullend Akkoord, gesloten te Straatsburg op 3 december 1974 tussen het Koninkrijk België en de Raad van Europa, bij het Algemeen Akkoord inzake de voorrechten en immuniteiten van de Raad van Europa, ondertekend te Parijs op 2 september 1949, hierna genoemd "het Aanvullend Akkoord", zoals gewijzigd door het Protocol, ondertekend te Straatsburg op 9 december 1989, hierna genoemd "het Eerste Aanvullend Protocol";

Verlangend het stelsel van voorrechten en immuniteiten nauwkeuriger te omschrijven en te vervolledigen, die vereist zijn voor het functioneren van het Verbindingsbureau van de Raad van Europa te Brussel, hierna genoemd "het Bureau", ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT :

Artikel 1 De tekst van artikel 3 van het Aanvullend Akkoord wordt vervangen door de volgende tekst : 1. "Het Hoofd van het Bureau en diens adjunct genieten dezelfde voorrechten, immuniteiten en faciliteiten als de diplomatieke personeelsleden van de diplomatieke missies.Hun wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, genieten dezelfde voordelen als de echtgeno(o)t(e) en de minderjarige kinderen van de leden van het diplomatiek personeel." 2. "Onverminderd de bepalingen van artikel 18 van het Algemeen Akkoord is het bepaalde in het eerste lid niet van toepassing op Belgische onderdanen." 3. "Ingeval het Hoofd van het Bureau, of zijn adjunct, Belgisch onderdaan is, en middels het akkoord van de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken, kan een diplomaat, die door een Lidstaat van de Raad van Europa ter beschikking van het Bureau werd gesteld, genieten van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.Zijn wettige partner en inwonende minderjarige kinderen, beiden ten laste, genieten dezelfde voordelen als de echtgeno(o)t(e) en de minderjarige kinderen van de leden van het diplomatiek personeel. Deze bepalingen kunnen in geen geval worden toegepast op andere personeelsleden van het Bureau."

Artikel 2 1. Onverminderd de verplichtingen die voor België voortvloeien uit de verdragen betreffende de Europese Unie en de toepassing van de wetten en voorschriften, genieten de personeelsleden van de Raad van Europa, toegewezen aan het Bureau, behalve die als vermeld in artikel 1 van dit Protocol, het recht om tijdens een periode van twaalf maanden volgend op het tijdstip waarop zij voor de eerste maal hun functie hebben opgenomen, hun meubelen en hun persoonlijk voertuig vrij van douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde in te voeren of aan te kopen.2. De bevoegde Minister van Financiën legt de grenzen en toepassingsvoorwaarden van dit artikel vast.3. België is niet verplicht aan zijn onderdanen of permanente verblijfshouders en aan de personeelsleden van het Bureau die werden aangeworven voor een periode van minder dan één jaar de voordelen opgenomen in de eerste paragraaf van dit artikel toe te kennen. Artikel 3 1. Het Bureau stelt de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken in kennis van de aankomst en het vertrek van zijn personeelsleden en doet mededeling van alle hierna nader omschreven gegevens over zijn personeelsleden: a) naam en voornaam b) geboorteplaats en -datum c) geslacht d) nationaliteit e) hoofdverblijfplaats (gemeente, straat, nummer) f) burgerlijke staat g) samenstelling van het gezin h) het stelsel van sociale zekerheid gekozen door het personeelslid in toepassing van artikel 4 van het Aanvullend Akkoord.2. Elke wijziging van de bovenstaande gegevens moet binnen twee weken ter kennis worden gebracht van de Directie Protocol van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Artikel 4 1. Elke Partij stelt de andere Partij ervan in kennis dat aan de voor de inwerkingtreding van dit Protocol vereiste interne grondwettelijke en wettelijke procedures is voldaan.2. Het Protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van de laatste kennisgeving, met terugwerking tot de datum van ondertekening.3. Dit Protocol kan op verzoek van een Partij worden herzien. Ten blijke waarvan de respectievelijke Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

Gedaan te Brussel, op 15 april 2016, in tweevoud, in de Nederlandse en Franse taal, zijnde de twee teksten gelijkelijk rechtsgeldig.


^