gepubliceerd op 12 oktober 2017
Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, opgemaakt te Jerusalem op 24 maart 2014 (2)(3)
6 JULI 2016. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, opgemaakt te Jerusalem op 24 maart 2014 (1)(2)(3)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, opgemaakt te Jerusalem op 24 maart 2014, zal volkomen gevolg hebben.
Art. 3.De wijzigingen van de bepalingen van de artikelen 7 tot 9 van de Overeenkomst, bepaald in artikel 10 van de Overeenkomst, zullen volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 6 juli 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE De Minister van Zelfstandigen, W. BORSUS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1668.
Integraal verslag : 20/04/2016. (2) Zie Decreet van de Vlaamse Gemeenschap/ het Vlaamse Gewest van 08/07/2016 (Belgisch Staatsblad van 04/08/2016), Decreet van de Franse Gemeenschap van 26/01/2017 (Belgisch Staatsblad van 08/02/2017), Decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 07/11/2016 (Belgisch Staatsblad van 07/12/2016), Decreet van het Waalse Gewest van 21/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 05/01/2017), Ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest van 23/12/2016 (Belgisch Staatsblad van 02/02/2017) (3) Datum inwerkingtreding : 01/06/2017
OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGI" EN DE STAAT ISRA"L De Regering van het Koninkrijk België En De Regering van de Staat Israël, BEZIELD met het verlangen de wederzijdse betrekkingen tussen de beide Partijen op het gebied van de sociale Zekerheid te regelen, ZIJN de hierna volgende bepalingen overeengekomen : DEEL I.- Algemene bepalingen Artikel 1 Definities 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst : (a) Verstaat men onder "België" : het Koninkrijk België; Verstaat men onder "Israël" : de Staat Israël. (b) Verstaat men onder "onderdaan" : Voor België : een persoon van Belgische nationaliteit; Voor Israël : een persoon van Israëlische nationaliteit. (c) Verstaat men onder "wetgeving" : de wetten en verordeningen bedoeld in artikel 2.(d) Verstaat men onder "bevoegde autoriteit" : Voor België : de Ministers die, ieder wat hem betreft, belast zijn met de uitvoering van de wetgeving bedoeld in paragraaf 1 A van artikel 2; Voor Israël : de Minister verantwoordelijk voor de uitvoering van de wetgeving bedoeld in paragraaf 1 B van artikel 2. (e) Verstaat men onder "instelling" : de instelling, de organisatie of de autoriteit die ermee belast is de in paragraaf 1 van artikel 2 bedoelde wetgevingen geheel of gedeeltelijk toe te passen.(f) Verstaat men onder "verzekeringstijdvak" : elke periode die als dusdanig wordt erkend bij de wetgeving onder dewelke dit tijdvak werd vervuld, alsook elke periode die bij deze wetgeving als gelijkgestelde periode wordt erkend.(g) Verstaat men onder "prestatie" : gelijk welke verstrekking of uitkering waarin is voorzien bij de wetgeving van elk der overeenkomstsluitende Partijen, met inbegrip van alle aanvullingen of verhogingen die van toepassing zijn krachtens de wetgevingen bedoeld in artikel 2.(h) Verstaat men onder "gezinsbijslag" : Voor België : de periodieke uitkeringen in geld uitsluitend toegekend op grond van het aantal kinderen en hun leeftijd, met uitsluiting van andere aanvullingen. Voor Israël : de kinderbijslag toegekend overeenkomstig de wetgeving van Israël. (i) Verstaat men onder "gezinslid" : iedere persoon die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend.(j) Verstaat men onder "nagelaten betrekking" : iedere persoon die als dusdanig wordt aangemerkt of erkend ingevolge de wetgeving krachtens dewelke de prestaties worden verleend.(k) Verstaat men onder "staatloze" : elke persoon die als staatloze wordt aangemerkt in artikel 1 van het Verdrag van 28 september 1954 betreffende de status van staatlozen.(l) Verstaat men onder "vluchteling" : elke persoon van wie het statuut van vluchteling erkend is met toepassing van het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende het statuut van vluchtelingen, alsook van het aanvullend protocol van 31 januari 1967.(m) Verstaat men onder "persoonsgegevens" : iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon (`betrokkene');als identificeerbaar wordt beschouwd een persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificatienummer of van een of meer specifieke elementen die voor zijn fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit kenmerkend zijn. 2. Elke term die niet is gedefinieerd in paragraaf 1 van dit artikel heft de betekenis die daaraan in de toepasselijke wetgeving wordt gegeven. Artikel 2 Materiële werkingssfeer 1.Deze Overeenkomst is van toepassing : A. in België, op de wetgevingen betreffende : a) de arbeidsongevallen en beroepsziekten;b) de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en zelfstandigen;c) de invaliditeitsverzekering van werknemers, zeelieden ter koopvaardij en mijnwerkers alsook van zelfstandigen;d) de gezinsbijslag van werknemers en zelfstandigen, en, enkel met betrekking tot Deel II, op de wetgevingen betreffende : e) de sociale zekerheid voor werknemers;f) de sociale zekerheid voor zelfstandigen; B. in Israël, op de Nationale Verzekeringswet, (Geconsolideerde Versie) 5755 - 1995, voor zover deze wet van toepassing is op de volgende verzekeringstakken : a) de ouderdoms- en overlevingsverzekering;b) de invaliditeitsverzekering;c) de arbeidsongevallenverzekering;d) de verzekering voor kinderen, en, enkel met betrekking tot Deel II, op de Nationale Verzekeringswet, (Geconsolideerde versie) 5755 - 1995.2. Deze Overeenkomst is ook van toepassing op alle wetgevende of reglementaire taken die de in paragraaf 1 van dit artikel vermelde wetgevingen zullen wijzigen of aanvullen. Zij is ook van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten waarbij de bestaande regelingen tot nieuwe categorieën van gerechtigden uitgebreid zullen worden, indien de overeenkomstsluitende Partij die haar wetgeving heft gewijzigd zich daartegen niet verzet; in geval van verzet moet dit binnen een termijn van zes maanden met ingang van de officiële bekendmaking van bedoelde akten aan de andere overeenkomstsluitende Partij betekend moet worden.
Deze Overeenkomst is niet van toepassing op de wetgevende of reglementaire akten tot dekking van een nieuwe tak van de sociale zekerheid, behalve indien te dien einde tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten een akkoord wordt getroffen.
Artikel 3 Persoonlijke werkingssfeer Behoudens andersluidende bepaling is deze Overeenkomst van toepassing : a) op alle personen op wie de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Partijen van toepassing is of geweest is en die : (i) onderdaan zijn van een van de overeenkomstsluitende Partijen, (ii) onderdaan zijn van een van de lidstaten van de Europese Unie, (iii) onderdaan zijn van een derde staat waarmee beide overeenkomstsluitende Partijen verbonden zijn door een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid, (iv) staatlozen of vluchtelingen zijn, erkend door een van beide overeenkomstsluitende Partijen, en op alle andere personen met betrekking tot de rechten die ze afleiden van de hierboven beschreven persoon;b) op gezinsleden en nagelaten betrekkingen van personen die onderworpen zijn geweest aan de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Partijen, ongeacht de nationaliteit van laatstgenoemde personen, wanneer de gezinsleden of nagelaten betrekkingen onderdanen zijn van een van beide overeenkomstsluitende Partijen, van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een staat waarmee beide overeenkomstsluitende Partijen verbonden zijn door een overeenkomst betreffende de sociale zekerheid of staatlozen of vluchtelingen zijn, erkend door een van beide overeenkomstsluitende Partijen. Artikel 4 Gelijke behandeling Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, hebben de in artikel 3 bedoelde personen, wanneer ze op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Partij verblijven, de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van de overeenkomstsluitende Partij onder dezelfde voorwaarde als de onderdanen van deze Partij.
Artikel 5 Uitvoer van prestaties 1. Tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, mogen de uitkeringen wegens invaliditeit, ouderdom, nagelaten betrekkingen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, verworven ingevolge de wetgeving van een van beide overeenkomstsluitende Partijen, niet verminderd of gewijzigd worden op grond van het feit dat de gerechtigde verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij.2. De ouderdoms- en overlevingsprestaties en de prestaties wegens arbeidsongevallen en beroepsziekten die door een van de overeenkomstsluitende Partijen verschuldigd zijn, worden aan de onderdanen van de andere Partij die wonen op het grondgebied van een derde staat uitbetaald onder dezelfde voorwaarden als gold het onderdanen van eerstgenoemde Partij die wonen op het grondgebied van deze derde Staat. Artikel 6 Verminderings- of schorsingsclausules De bepalingen inzake vermindering of schorsing waarin de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen voorziet ingeval van samenloop van een prestatie met andere prestaties van sociale zekerheid of met andere inkomsten wegens de uitoefening van beroepsarbeid, zijn op de rechthebbenden van toepassing zelfs indien het gaat om prestaties die krachtens een regeling van de andere overeenkomstsluitende Partij zijn verkregen of indien de beroepsarbeid in kwestie wordt uitgeoefend op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij.
Deze bepaling is evenwel niet van toepassing op de samenloop van gelijkaardige prestaties, berekend naar verhouding tot de duur de verzekeringstijdvakken vervuld op het grondgebied van beide overeenkomstsluitende Partijen.
DEEL II. - Bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving Artikel 7 Algemene regels 1. Onder voorbehoud van artikel 8 tot 10, wordt de toepasselijke wetgeving bepaald overeenkomstig de hierna volgende bepalingen : a) tenzij er in deze Overeenkomst anders over bepaald is, is op de persoon die loonarbeid of een zelfstandige beroepsbezigheid uitoefent op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Partij, met betrekking tot deze loonarbeid of zelfstandige beroepsbezigheid, enkel de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Partij van toepassing, ongeacht de Partij op het grondgebied waarvan de werkgever zijn maatschappelijke zetel heeft en ongeacht de Partij op het grondgebied waarvan de zelfstandige zijn woonplaats heeft;b) op de persoon die als werknemer of zelfstandige werkt aan boord van een schip dat onder de vlag vaart van een overeenkomstsluitende Partij is de wetgeving van de overeenkomstsluitende Partij van toepassing op het grondgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft; op de persoon die als werknemer of zelfstandige werkt aan boord van een schip dat onder de vlag vaart van een derde staat, is de Israëlische wetgeving van toepassing wanneer zijn werkgever zijn zetel in Israël heeft en de betrokken persoon in Israël woont; c) op de personen die deel uitmaken van het reizend of vliegend personeel van een onderneming, die tegen betaling of vergoeding of voor eigen rekening internationaal vervoer van passagiers of goederen per spoor, over de weg of per lucht verricht en wier zetel gevestigd is op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Partij, is de wetgeving van deze Partij van toepassing. Evenwel, wanneer deze onderneming een filiaal of een permanente vertegenwoordiging heeft op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij, dan is op de werknemers die tewerkgesteld zijn door dit filiaal of deze vertegenwoordiging de wetgeving van toepassing van de overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan dit filiaal of deze vertegenwoordiging zich bevindt. 2. De persoon die een zelfstandige beroepsbezigheid uitoefent op het grondgebied van beide overeenkomstsluitende Partijen is enkel onderworpen aan de wetgeving van de overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan hij zijn normale woonplaats heeft.Voor de vaststelling van het bedrag van de inkomsten die in aanmerking moeten worden genomen voor de bijdragen verschuldigd krachtens de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Partij, wordt rekening gehouden met de beroepsinkomsten als zelfstandige opgeleverd op het grondgebied van beide Partijen. 3. In geval van gelijktijdige uitoefening van een zelfstandige beroepsbezigheid in België en loonarbeid in Israël, wordt de activiteit uitgeoefend in Israël, voor de vaststelling van de verplichtingen voortvloeiend uit de Belgische wetgeving betreffende het sociaal statuut van de zelfstandigen, gelijkgesteld met loonarbeid in België.4. De persoon die loonarbeid verricht op het grondgebied van de ene en van de andere overeenkomstsluitende Partij is enkel onderworpen aan de wetgeving van de overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan hij zijn woonplaats pleegt te hebben.Voor de vaststelling van het bedrag van de inkomsten die in aanmerking moeten worden genomen voor de bijdragen verschuldigd krachtens de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Staat, wordt rekening gehouden met de beroepsinkomsten als werknemer opgeleverd op het grondgebied van beide Partijen, overeenkomstig hun respectieve wetgevingen.
Artikel 8 Bijzondere regels 1. de werknemer die, in dienst zijnde van een onderneming die op het grondgebied van een van de overeenkomstsluitende Partijen een vestiging heeft waaronder hij normaal ressorteert, door deze onderneming gedetacheerd wordt naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij om er een werk voor haar rekening uit te voeren, blijft, samen met zijn hem vergezellende gezinsleden, onder de toepassing vallen van de wetgeving van de eerste Partij, alsof hij werkzaam bleef op het grondgebied van deze Partij, op voorwaarde dat de te verwachten duur van het door hem uit te voeren werk geen vierentwintig maanden overschrijdt en dat hij niet gezonden wordt ter vervanging van een andere persoon wiens detacheringsperiode is afgelopen.2. Paragraaf 1 b) van artikel 7 is niet van toepassing voor niet gewoonlijk op volle zee tewerkgestelde personen die binnen de territoriale wateren of in een haven van een van de overeenkomstsluitende Partijen tewerkgesteld zijn.Naar gelang van het geval is paragraaf 1 a) van artikel 7 of paragraaf 1 van dit artikel van toepassing. 3. Wanneer de detachering bedoeld in paragraaf 1 van dit artikel vierentwintig maanden overschrijdt, kunnen de bevoegde autoriteiten van de twee overeenkomstsluitende Partijen of de bevoegde instellingen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten overeenkomen dat op de werknemer enkel de wetgeving van de eerste overeenkomstsluitende Partij van toepassing blijft. Artikel 9 Ambtenaren, leden van diplomatieke missies en consulaire posten 1. Op ambtenaren en het gelijkgesteld personeel is de wetgeving van toepassing van de overeenkomstsluitende Partij waaronder de administratie valt die hen tewerkstelt.Deze personen en hun gezinsleden worden, met het oog hierop, beschouwd als wonend op het grondgebied van deze overeenkomstsluitende Partij, zelfs indien ze zich op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat bevinden. 2. a) De onderdanen van een overeenkomstsluitende Partij die als leden van een diplomatieke missie of een consulaire post door de regering van deze overeenkomstsluitende Partij worden gezonden naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij zijn onderworpen aan de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Partij.b) De personen die in dienst zijn genomen door een diplomatieke missie of een consulaire post van een van de overeenkomstsluitende Partijen en naar het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat worden gezonden, zijn onderworpen aan de wetgeving van laatstgenoemde overeenkomstsluitende Partij. De personen die onderdaan zijn van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Partij en die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst op basis van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, ondertekend te Brussel op 5 juli 1971, hebben gekozen voor de toepassing van de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Staat, blijven evenwel onderworpen aan deze wetgeving. c) Wanneer de diplomatieke missie of de consulaire post van een van de overeenkomstsluitende Partijen personen tewerkstelt die overeenkomstig subparagraaf b) onderworpen zijn aan de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Partij, houdt de missie of de post rekening met de verplichtingen die de wetgeving van deze overeenkomstsluitende Partij de werkgevers oplegt.d) De bepalingen van subparagrafen b) en c) zijn naar analogie toepasselijk op de personen die tewerkgesteld zijn in private dienst van een persoon bedoeld in subparagraaf a).e) De bepalingen van deze paragraaf zijn ook toepasselijk op de gezinsleden van de personen bedoeld in subparagrafen a) tot d), die thuis wonen, tenzij ze zelf loonarbeid of een zelfstandige beroepsbezigheid uitoefenen.f) De bepalingen van subparagrafen a) tot d) zijn niet van toepassing op de ereleden van een consulaire post noch op de personen tewerkgesteld in private dienst van deze personen. Artikel 10 Afwijkingen In het belang van bepaalde verzekerden of categorieën van verzekerden kunnen, wat België betreft, de bevoegde autoriteiten en, wat Israël betreft, de bevoegde instelling na wederzijds schriftelijk akkoord, voorzien in afwijkingen van de bepalingen van artikelen 7 tot 9, op voorwaarde dat de betrokken personen onderworpen zijn aan de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen.
DEEL III. - Bepalingen betreffende de prestaties HOOFDSTUK 1. - Arbeidsongevallen en beroepsziekten Artikel 11 De persoon die ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Partij geniet verstrekkingen, indien hij verblijft of woont op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Staat.
De verstrekkingen worden voor rekening van de bevoegde instellingen verleend door de instelling waar de persoon verblijft of woont volgens de wetgeving die ze toepast, waarbij de duur van de toekenning van de verstrekkingen evenwel geregeld is bij de wetgeving van de bevoegde Partij.
Artikel 12 1. Het daadwerkelijke bedrag van de krachtens de bepalingen van artikel 11 verleende verstrekkingen wordt door de bevoegde instelling terugbetaald aan de instelling die deze verstrekkingen heeft verleend, volgens de procedure voorzien in de Administratieve Schikking.2. De bevoegde autoriteiten of instellingen kunnen na gemeen overleg beslissen geheel of gedeeltelijk af te zien van de in paragraaf 1 voorziene terugbetaling of een andere wijze van terugbetaling onderling afspreken. Artikel 13 Indien de wetgeving van een overeenkomstsluitende Partij expliciet of impliciet bepaalt dat de vroeger overkomen arbeidsongevallen of beroepsziekten in aanmerking komen om de graad van ongeschiktheid te bepalen, worden de vroeger overkomen arbeidsongevallen en beroepsziekten onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Partij beschouwd als zijnde overkomen onder de wetgeving van eerstgenoemde Partij.
Artikel 14 1. Wanneer de persoon getroffen door een beroepsziekte een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend als gevolg waarvan deze ziekte zich kan voordoen onder de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Partijen, worden de prestaties waarop de getroffene of zijn nagelaten betrekkingen aanspraak kunnen maken uitsluitend toegekend krachtens de wetgeving van de Partij onder welke deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend en onder voorbehoud dat belanghebbende voldoet aan de bij deze wetgeving gestelde eisen, eventueel rekening houdend met de bepalingen van paragraaf 3.2. Evenwel, wanneer hij geen recht heeft op prestaties overeenkomstig de wetgeving van de overeenkomstsluitende Partij onder welke deze bezigheid laatstelijk werd uitgeoefend, dan wordt de aanvraag door de instelling van deze Partij overgemaakt aan de bevoegde instelling van de andere overeenkomstsluitende Partij, die de aanvraag zal onderzoeken onder haar wetgeving.3. Indien het toekennen van prestaties wegens een beroepsziekte krachtens de wetgeving van een overeenkomstsluitende Partij afhankelijk wordt gesteld van de voorwaarde dat de bewuste ziekte medisch voor het eerst op haar grondgebied werd vastgesteld, wordt geacht aan deze voorwaarde te zijn voldaan wanneer deze ziekte voor het eerst werd vastgesteld op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij. Artikel 15 Wanneer, bij verergering van een beroepsziekte, de persoon die prestaties geniet of genoten heeft krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen, voor een gelijkaardige beroepsziekte rechten op prestaties doet gelden krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Partij, zijn de volgende regelen van toepassing : a) indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Partij geen beroep heeft uitgeoefend waardoor de beroepsziekte kon veroorzaakt worden of verergeren, is de bevoegde instelling van de eerste Partij ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, rekening houdend met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die ze toepast;b) indien de persoon op het grondgebied van laatstgenoemde Partij dergelijk beroep heeft uitgeoefend, is de bevoegde instelling van de eerste Partij ertoe gehouden de last van de prestaties op zich te nemen, zonder rekening te houden met de verergering, overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving die ze toepast;de bevoegde instelling van de tweede Partij kent de persoon een supplement toe, waarvan het bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig de wetgeving van deze Partij en dat gelijk is aan het verschil tussen het bedrag van de na de verergering verschuldigde prestatie en het bedrag van de prestatie die vóór de verergering zou verschuldigd geweest zijn.
Artikel 16 Voor Israël zijn uitkeringen inzake beroepsopleiding en bestaansuitkeringen voor weduwen en wezen enkel verschuldigd aan de personen bedoeld in artikel 3 wanneer ze in Israël verblijven en voor zolang ze werkelijk in Israël aanwezig zijn. HOOFDSTUK 2. - Ouderdoms- en overlevingsprestaties Afdeling 1. - Bepalingen betreffende de Belgische prestaties
Artikel 17 1. Onder voorbehoud van de bepalingen van paragraaf 2 worden, voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties, de verzekeringstijdvakken en de gelijkgestelde tijdvakken vervuld overeenkomstig de Israëlische wetgeving betreffende de pensioensverzekering in de nodige mate samengeteld, op voorwaarde dat zij elkaar niet overlappen, met de onder de Belgische wetgeving vervulde verzekeringstijdvakken. Wanneer twee met een verzekeringstijdvak gelijkgestelde tijdvakken samenvallen, dan wordt enkel het tijdvak vervuld op het grondgebied van de Partij waar de betrokken persoon voor dit tijdvak werkte in aanmerking genomen. 2. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld, worden, voor het genieten van deze prestaties, slechts de verzekeringstijdvakken samengeteld die in hetzelfde beroep in Israël werden vervuld of als gelijkwaardig erkend zijn.3. Wanneer de Belgische wetgeving de toekenning van bepaalde prestaties afhankelijk stelt van de voorwaarde dat de verzekeringstijdvakken in een bepaald beroep werden vervuld en wanneer deze tijdvakken geen recht op deze prestaties hebben kunnen geven, worden deze tijdvakken beschouwd als geldig voor de vaststelling van de prestaties waarin is voorzien in de algemene regeling van de werknemers. Artikel 18 1. Wanneer de persoon krachtens de Belgische wetgeving recht heeft op de prestaties, zonder te moeten overgaan tot de samentelling, berekent de Belgische instelling het recht op de prestatie rechtstreeks op basis van de in België vervulde verzekeringstijdvakken en enkel ingevolge de Belgische wetgeving. Deze instelling berekent ook het bedrag van de prestatie dat zou bekomen worden na toepassing van de regelen voorzien in paragraaf 2 a) en b). Er wordt enkel rekening gehouden met het hoogste bedrag. 2. Indien een persoon aanspraak kan maken op een prestatie krachtens de Belgische wetgeving, waarvan het recht enkel is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld overeenkomstig artikel 17, zijn de volgende regelen van toepassing : a) de Belgische instelling berekent het theoretisch bedrag van de prestatie die verschuldigd zou zijn indien alle verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgevingen van beide overeenkomstsluitende Staten enkel zouden vervuld zijn geweest overeenkomstig de wetgeving die ze toepast;b) de Belgische instelling berekent vervolgens het verschuldigd bedrag, op basis van het bedrag bedoeld in a), naar verhouding van de duur van de verzekeringstijdvakken enkel vervuld overeenkomstig haar wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken samengeteld krachtens a). Afdeling 2. - Bepalingen betreffende de Israëlische prestaties
Artikel 19 1. Wanneer de personen bedoeld in artikel 3 van deze Overeenkomst voor minstens twaalf maanden verzekerd zijn geweest in Israël maar niet over voldoende Israëlische verzekeringstijdvakken beschikken om het recht op een ouderdoms- of overlevingspensioen te openen, worden de verzekeringstijdvakken vervuld onder de Belgische wetgeving in aanmerking genomen, voor zover ze niet overlappen met Israëlische verzekeringstijdvakken.Verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Partij voor 1 april 1954 worden evenwel niet in aanmerking genomen. 2. Indien de gerechtigde of zijn nagelaten betrekking aanspraak kan maken op de prestatie waarvan het recht is ontstaan ingevolge de samentelling van de verzekeringstijdvakken vervuld krachtens de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Staten, dan stelt de bevoegde Israëlische instelling de prestatie vast als : a) de Israëlische prestatie die verschuldigd is aan een persoon die de rechtgevende verzekeringstijdvakken heeft vervuld overeenkomstig de Israëlische wetgeving zal in aanmerking worden genomen als een theoretische som;b) op basis van voormelde theoretische som berekent de bevoegde instelling het verschuldigde deel van de prestatie, naar verhouding van de duur van de Israëlische verzekeringstijdvakken die de persoon heeft vervuld krachtens de Israëlische wetgeving tot de duur van alle verzekeringstijdvakken door deze persoon vervuld krachtens de wetgeving van beide overeenkomstsluitende Partijen.3. Het recht op een ouderdomspensioen wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de gerechtigde in Israël woonde of in België verzekerd was onmiddellijk voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.4. Het recht op een overlevingspensioen wordt afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de gerechtigde en de overledene op het ogenblik van het overlijden in Israël woonden of dat de overledene op het ogenblik van het overlijden in België verzekerd was of dat de overledene onmiddellijk voor zijn overlijden een ouderdomspensioen ontving.5. Uitkeringen inzake beroepsopleiding en bestaansuitkeringen voor weduwen en wezen zijn enkel verschuldigd aan de personen bedoeld in artikel 3 wanneer ze in Israël verblijven en voor zolang ze werkelijk in Israël aanwezig zijn. HOOFDSTUK 3. - Invaliditeitsprestaties Artikel 20 1. Om te bepalen of een persoon recht heeft op een invaliditeitsprestatie, wordt de wetgeving aangewend van de overeenkomstsluitende Staat die op de betrokken persoon van toepassing was op het ogenblik dat de persoon invalide werd.De verzekeringstijdvakken van beide overeenkomstsluitende Partijen kunnen in de nodige mate worden samengeteld voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op de prestatie. 2. De persoon die de in paragraaf 1 bedoelde voorwaarden vervult, ontvangt de invaliditeitsprestatie van de bevoegde instelling van de voormelde overeenkomstsluitende Partij, overeenkomstig de wetgeving die ze toepast. Artikel 21 De rechthebbende op een invaliditeitsprestatie van de Belgische wetgeving blijft verder genieten van deze prestatie gedurende een tijdelijk verblijf in Israël wanneer dit verblijf vooraf werd toegestaan door de Belgische instelling. Deze toelating kan evenwel enkel worden geweigerd wanneer het verblijf plaatsheeft in de periode tijdens dewelke de Belgische bevoegde instelling krachtens de Belgische wetgeving de invaliditeitstoestand moet evalueren of herzien.
Artikel 22 Wat Israël betreft : a) zijn speciale diensten voor invaliden, bestaansuitkeringen voor invalide kinderen van een verzekerde, beroepsherintegratie voor invaliden, uitkeringen inzake beroepsopleiding en bestaansuitkeringen voor de echtgenoot enkel verschuldigd aan bovenvermelde personen wanneer ze in Israël wonen en voor zo lang ze werkelijk in Israël aanwezig zijn;b) blijven in België wonende personen die onder de toepassing van deze Overeenkomst vallen en recht hebben op een Israëlisch invaliditeitspensioen het hen toegekend pensioen ontvangen, zelfs wanneer hun graad van invaliditeit toeneemt, ten gevolge van een verergering van hun invaliditeit of een bijkomende invaliditeitsoorzaak die zich voordoet in het buitenland. HOOFDSTUK 4. - Gemeenschappelijke bepalingen betreffende ouderdoms-, overlevings- en invaliditeitsprestaties Artikel 23 1. Indien wegens de verhoging van de kosten voor levensonderhoud, de variatie van het loonpeil of om andere aanpassingsredenen de ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties van een overeenkomstsluitende Partij worden gewijzigd met een bepaald percentage of bedrag, moet dit percentage of bedrag rechtstreeks worden toegepast op de ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties van deze Partij, zonder dat er moet overgegaan worden tot een nieuwe berekening van de ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties van de andere overeenkomstsluitende Partij.2. Daarentegen, in geval van verandering van de regelen of van de berekeningswijze in de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen met betrekking tot de vaststelling van de ouderdoms-, overlevings- of invaliditeitsprestaties, worden de prestaties opnieuw berekend overeenkomstig artikel 18, 19 of 20. HOOFDSTUK 5. - Gezinsbijslag Artikel 24 1. Wanneer de wetgeving van een overeenkomstsluitende Partij het verkrijgen van het recht op prestaties afhankelijk stelt van de vervulling van verzekeringstijdvakken, houdt de instelling die deze wetgeving toepast te dien einde rekening, in de nodige mate voor de samentelling, met de verzekeringstijdvakken vervuld onder de wetgeving van de andere overeenkomstsluitende Partij alsof het verzekeringstijdvakken betrof die vervuld zijn onder de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Partij.2. Personen op wie de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen van toepassing is, hebben, voor de kinderen die wonen op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende Partij, recht op de gezinsbijslag voorzien bij de wetgeving van eerstgenoemde overeenkomstsluitende Partij.3. Niettegenstaande paragraaf 2, wanneer een recht op gezinsbijslag bestaat in beide overeenkomstsluitende Partijen, wordt de Partij waar het kind woont, beschouwd als de bevoegde Partij die de gezinsbijslag verleend krachtens haar wetgeving ten laste heeft. DEEL IV. - Diverse bepalingen Artikel 25 Verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten De bevoegde autoriteiten : a) nemen bij Administratieve Schikking de nodige maatregelen voor de toepassing van deze Overeenkomst en duiden de verbindingsinstellingen en de bevoegde instellingen aan;b) leggen de procedures van administratieve samenwerking vast evenals de betalingsmodaliteiten voor de kosten voor geneeskundige, administratieve en andere getuigschriften die noodzakelijk zijn voor de toepassing van deze Overeenkomst;c) verstrekken elkaar rechtstreeks alle inlichtingen met betrekking tot de ter uitvoering van deze Overeenkomst getroffen maatregelen;d) verstrekken elkaar rechtstreeks en zo spoedig mogelijk alle wijzigingen van hun wetgeving die van aard zijn invloed te hebben op de toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 26 Administratieve samenwerking 1. Voor de toepassing van deze Overeenkomst bieden de bevoegde autoriteiten en de bevoegde instellingen van elk van beide overeenkomstsluitende Partijen elkaar hun bemiddeling aan, als gold het de toepassing van hun eigen wetgeving.Deze onderlinge bemiddeling is in principe kosteloos; de bevoegde autoriteiten of de bevoegde instellingen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten kunnen evenwel overeenkomen bepaalde kosten te vergoeden. 2. Het voordeel van de vrijstellingen of verminderingen van taksen, zegel-, griffie- of registratierechten, bepaald bij de wetgeving van een overeenkomstsluitende Partij voor de stukken of documenten die bij toepassing van de wetgeving van deze Partij moeten overgelegd worden, wordt verruimd tot gelijkaardige voor de toepassing van de wetgeving van de andere Partij over te leggen stukken en documenten.3. Alle voor de toepassing van deze Overeenkomst over te leggen akten en documenten worden vrijgesteld van het geldigverklaringsvisum van de diplomatieke of consulaire overheden.4. Voor de toepassing van deze Overeenkomst zijn de bevoegde autoriteiten en de bevoegde instellingen van de overeenkomstsluitende Partijen ertoe gemachtigd rechtstreeks met elkaar alsmede met enig welke persoon te corresponderen, welke ook diens woonplaats.Het corresponderen mag geschieden in een van de officiële talen van de overeenkomstsluitende Partijen.
Artikel 27 Uitwisseling van persoonsgegevens 1. Onverminderd paragrafen 2 tot 4 en na uitdrukkelijk verzoek van de bedoelde gegevens, zijn de instellingen van de beide overeenkomstsluitende Partijen gemachtigd om voor de toepassing van deze Overeenkomst persoonsgegevens uit te wisselen, met inbegrip van gegevens met betrekking tot het inkomen van de personen die de instelling van een overeenkomstsluitende Partij nodig heeft voor de toepassing van een socialezekerheidswetgeving.2. Bij het meedelen van de bovenvermelde gegevens door de instelling van een overeenkomstsluitende Partij, dient de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van persoonsgegevens van deze overeenkomstsluitende Partij te worden nageleefd.3. Op de bewaring, de verwerking of de verspreiding van persoonsgegevens door de instelling van de overeenkomstsluitende Partij waaraan ze worden meegedeeld, is de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens van deze overeenkomstsluitende Partij van toepassing.4. De gegevens bedoeld in dit artikel zijn vertrouwelijk en mogen voor geen andere doelen worden gebruikt dan voor de uitvoering van een socialezekerheidswetgeving en mogen enkel worden uitgewisseld tussen de bevoegde instellingen en/of de bevoegde autoriteiten van beide overeenkomstsluitende Partijen. Artikel 28 Aanvragen, verklaringen en rechtsmiddelen Aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen die, krachtens de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen, binnen een bepaalde termijn hadden moeten ingediend worden bij een autoriteit, instelling of rechtscollege van deze Partij, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn worden ingediend bij een autoriteit, instelling of rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Partij. In dit geval dienen de aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen onverwijld aan de autoriteit, de instelling of het rechtscollege van de eerste overeenkomstsluitende Partij te worden overgemaakt, via de bevoegde autoriteiten of de bevoegde instellingen aangeduid door deze bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Partijen. De datum waarop deze aanvragen, verklaringen of rechtsmiddelen werden ingediend bij een autoriteit, een instelling of een rechtscollege van de andere overeenkomstsluitende Partij wordt beschouwd als datum van indiening bij de ten deze bevoegde autoriteit, instelling of rechtscollege.
Een aanvraag of een document mag niet worden van de hand gewezen omdat ze opgesteld zijn in een officiële taal van de andere overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 29 Erkenning van uitvoerbare beslissingen en documenten 1. Alle uitvoerbare beslissingen van de bevoegde instellingen of bevoegde autoriteiten van een van de overeenkomstsluitende Partijen, met betrekking tot socialezekerheidsbijdragen en andere vorderingen inzake sociale zekerheid, in het bijzonder met betrekking tot de terugvordering van onverschuldigd uitbetaalde prestaties, worden erkend door de bevoegde instellingen of bevoegde autoriteiten van de andere overeenkomstsluitende Partij.2. De erkenning kan slechts worden geweigerd wanneer ze ingaat tegen de openbare orde van de overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan de beslissing of het document in kwestie dient te worden uitgevoerd 3.De procedure voor de uitvoering van beslissingen en handelingen waartegen niet meer in beroep kan worden gegaan, moet in overeenstemming zijn met de wetgeving die de uitvoering van dergelijke vonnissen en handelingen regelt van de overeenkomstsluitende Partij op het grondgebied waarvan de beslissing of de handeling moet worden uitgevoerd.
Artikel 30 Uitbetaling van de prestaties De uitbetalingsinstellingen van prestaties ingevolge deze Overeenkomst kunnen er zich geldig van kwijten in hun nationale munt.
De bepalingen van de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen inzake controle op de wisseloperaties mogen geen belemmering zijn voor de vrije overdracht van geldbedragen ingevolge de toepassing van deze Overeenkomst.
Artikel 31 Bijleggen van geschillen 1. Geschillen over de interpretatie en de toepassing van deze Overeenkomst zullen indien mogelijk bijgelegd worden door de bevoegde autoriteiten.2. Indien de bevoegde autoriteiten er, overeenkomstig paragraaf 1, niet in slagen deze geschillen bij te leggen, trachten de overeenkomstsluitende Partijen dit te doen via diplomatieke weg. Artikel 32 Niet-verschuldigde bedragen 1. Indien bij de uitbetaling of de herziening van prestaties bij toepassing van de Overeenkomst de instelling van een overeenkomstsluitende Partij de prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd die hoger is dan de som die hem verschuldigd is, kan deze instelling de bevoegde instelling van de andere Staat, die een overeenstemmende prestatie ten gunste van deze gerechtigde dient uit te keren, vragen het te veel betaalde in te houden op de uitstaande achterstallen die aan deze gerechtigde verschuldigd zijn.De modaliteiten voor de toepassing van deze bepaling zullen vastgelegd worden na gemeen overleg tussen de bevoegde autoriteiten van België en Israël.
Indien het te veel betaalde niet kan worden ingehouden op de uitstaande achterstallen, zullen de bepalingen van paragraaf 2 van toepassing zijn. 2. Wanneer de instelling van een van de overeenkomstsluitende Partijen aan een prestatiegerechtigde een som heeft uitgekeerd hoger dan de aan deze laatste verschuldigde som, kan deze instelling, binnen de voorwaarden en grenzen als bepaald bij de door haar toegepaste wetgeving, de instelling van de andere overeenkomstsluitende Partij die de prestaties van deze gerechtigde uitkeert, erom verzoeken het te veel betaalde in te houden op de sommen die het deze gerechtigde stort.Laatstgenoemde instelling verricht de inhouding binnen de voorwaarden en grenzen waarin een dergelijke verevening toegelaten is bij de wetgeving die het toepast, als gold het de sommen die het zelf te veel had uitgekeerd, en maakt het aldus ingehouden bedrag over aan het bevoegd orgaan dat de vordering heeft.
Artikel 33 Samenwerking inzake fraudebestrijding Onverminderd de respectieve wetgeving van elke overeenkomstsluitende Partij, zullen de bevoegde autoriteiten, naast de toepassing van de algemene principes inzake administratieve samenwerking Partij, in een administratieve schikking regels overeenkomen volgens dewelke ze hun medewerking verlenen aan de bestrijding van grensoverschrijdende fraude inzake socialezekerheidsbijdragen en -prestaties, in het bijzonder wat de werkelijke woonplaats van personen, het overlijden van personen, de raming van het inkomen, de berekening van de bijdragen en het cumuleren van prestaties betreft.
DEEL V. - Overgangs- en slotbepalingen Artikel 34 Gebeurtenissen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Overeenkomst 1. Deze Overeenkomst is eveneens van toepassing op gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan vóór zij van kracht werd.2. Deze Overeenkomst doet geen enkel recht ontstaan op prestaties voor een tijdvak dat aan haar inwerkingtreding voorafgaat.3. Ieder verzekeringstijdvak dat onder de wetgeving van een van de overeenkomstsluitende Partijen werd vervuld vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt in aanmerking genomen voor het vaststellen van het recht op een overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen prestatie.4. Deze Overeenkomst is niet van toepassing op rechten die werden vastgesteld door toekenning van een forfaitaire uitkering of door terugbetaling van bijdragen. Artikel 35 Herziening, verjaring, verval 1. Elke prestatie die niet werd vereffend of die werd geschorst wegens de nationaliteit van de rechthebbende of wegens diens woonplaats buiten het grondgebied van een overeenkomstsluitende Partij, op verzoek van de rechthebbende, vereffend of hervat met ingang van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.2. De rechten van de belanghebbenden die vóór de inwerkingtreding van deze Overeenkomst de vaststelling van een pensioen of een rente hebben bekomen, worden op hun verzoek herzien, rekening gehouden met de bepalingen van deze Overeenkomst.In geen geval mag dergelijke herziening als gevolg hebben dat de vroegere rechten van de betrokkenen verminderd worden. 3. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend binnen een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst in werking treedt, zijn de overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst verkregen rechten verworven met ingang van deze datum, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van de ene of van de andere overeenkomstsluitende Partij betreffende het verval of de verjaring van rechten, tegen deze rechthebbenden mogen ingeroepen worden.4. Ingeval het verzoek bedoeld in paragraaf 1 of 2 van dit artikel wordt ingediend na het verstrijken van een termijn van twee jaar ingaand op de datum dat deze Overeenkomst in werking treedt, worden de rechten die vervallen noch verjaard zijn slechts verkregen vanaf de datum van het verzoek, onder voorbehoud van gunstigere bepalingen in de wetgeving van de betrokken overeenkomstsluitende Partij. Artikel 36 Duur Deze Overeenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door een van de overeenkomstsluitende Partijen door middel van een diplomatieke nota aan de andere Partij, met een opzeggingstermijn van twaalf maanden.
Artikel 37 Waarborg voor verworven rechten of rechten in wording In geval van opzegging van deze Overeenkomst worden de rechten op en de uitkeringen van prestaties verworven krachtens de Overeenkomst gehandhaafd. De overeenkomstsluitende Partijen nemen de nodige schikkingen met betrekking tot de rechten in wording.
Artikel 38 Inwerkingtreding 1. Deze Overeenkomst treedt in werking de eerste dag van de derde maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de twee overeenkomstsluitende Partijen de andere overeenkomstsluitende Partij via diplomatieke weg zal medegedeeld hebben dat alle vereiste interne wettelijke formaliteiten vervuld zijn.2. Op de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst, zal de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, ondertekend te Brussel op 5 juli 1971, vervangen worden door deze Overeenkomst. TEN BLIJKE WAARVAN de behoorlijk daartoe gemachtigden deze Overeenkomst hebben ondertekend.
OPGEMAAKT te Jerusalem, op 24 maart 2014 in tweevoud, in de Franse, Nederlandse, Hebreeuwse en Engelse taal, elke tekst is gelijkelijk rechtsgeldig. In geval van uiteenlopende interpretaties is de Engelse tekst doorslaggevend.