gepubliceerd op 16 januari 2006
Wet tot hervorming van de toegang van advocaten tot het Hof van Cassatie
6 DECEMBER 2005. - Wet tot hervorming van de toegang van advocaten tot het Hof van Cassatie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.In artikel 478 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 6 mei 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1 in het eerste lid worden de woorden « , door het hof in algemene vergadering vastgesteld voor ieder van de te begeven plaatsen; de uitgifte van de beslissing wordt door het hof aan de minister van Justitie gezonden » vervangen door de woorden « voorgesteld door de commissie bedoeld bij artikel 478bis ». 2 het tweede lid wordt vervangen als volgt : « De kandidaten moeten ten minste tien jaar bij de balie ingeschreven staan en geslaagd zijn in het examen georganiseerd door de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie ».
Art. 3.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 478bis ingevoegd, luidende : «
Art. 478bis.§ 1. Er wordt een adviescommissie opgericht voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie, in deze titel « de commissie » genoemd. § 2. De commissie wordt samengesteld als volgt : 1° een advocaat, aangewezen door de « Ordre des barreaux francophones et germanophone »;2° een advocaat, aangewezen door de Orde van Vlaamse balies;3° een magistraat van de zetel van het Hof van Cassatie, aangewezen door de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie;4° een magistraat van het parket-generaal bij het Hof van Cassatie, aangewezen door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie;5° twee advocaten, ingeschreven bij de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie, aangewezen door de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie;6° een houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Franse Gemeenschap, door de Koning aangewezen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad;7° een houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Vlaamse Gemeenschap, door de Koning aangewezen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. De Koning legt de nadere regels vast voor de toepassing van deze paragraaf. § 3. De commissie telt evenveel Franstalige als Nederlandstalige leden.
Voor elk gewoon lid wordt er een plaatsvervangend lid aangewezen.
Het mandaat van de gewone en plaatsvervangende leden bedraagt vier jaar en is hernieuwbaar. § 4. De commissie wijst in haar midden en voor een periode van twee jaar haar voorzitter en haar ondervoorzitter aan, die de voorzitter in voorkomend geval vervangt, evenals een secretaris, met respect voor een Nederlandstalige en een Franstalige alternatie.
Ze stelt haar huishoudelijk reglement op. § 5. De opdracht van de commissie bestaat uit het voorstellen van kandidaten voor de functie van advocaat bij het Hof van Cassatie. § 6. Om rechtsgeldig te beraadslagen en te beslissen, moet de meerderheid van de leden van de commissie aanwezig zijn. Indien een gewoon lid afwezig of verhinderd is, vervangt zijn plaatsvervanger hem. De beslissingen worden bij drievierde meerderheid van stemmen genomen. § 7. Het is de leden van de commissie verboden om een advies te uiten tijdens een beraadslaging waarbij zij persoonlijk of rechtstreeks belang hebben, of : 1° indien ze een advies moeten uitbrengen over een kandidaat waarmee ze een familiale of verwantschapsband hebben;2° indien een lid de hoedanigheid heeft of had van werkgever, stagemeester of medewerker van een kandidaat of indien hij op deze beroepsmatig gezag uitoefent of heeft uitgeoefend. § 8. De Koning bepaalt de administratieve en financiële middelen die worden toegekend aan de commissie. ».
Art. 4.In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 478ter ingevoegd, luidende : «
Art. 478ter.§ 1. Uiterlijk dertig dagen nadat een plaats van advocaat bij het Hof van Cassatie vrijkomt, informeert de stafhouder van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie de minister van Justitie, de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie hiervan. § 2. Binnen 30 dagen na deze mededeling maakt de minister van Justitie deze vacature bekend in het Belgisch Staatsblad. § 3. De kandidaturen worden aan de minister van Justitie gericht binnen negentig dagen vanaf de datum van bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad.
Na advies van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie, worden de vorm van de kandidaatstelling, de inhoud, de bijlagen en de nadere regels voor de neerlegging door de Koning vastgelegd. § 4. Na het verstrijken van de termijn bedoeld bij de vorige paragraaf, zendt de minister van Justitie de kandidaturen door naar de commissie. § 5. De commissie beschikt over een termijn van zestig dagen vanaf de verzending van de kandidaturen door de minister van Justitie om een lijst van drie kandidaten per openstaande plaats voor te stellen.
Wordt geen voorstel meegedeeld binnen de voorgeschreven termijn, dan kan de minister van Justitie vanaf de zestigste dag tot de vijfenzeventigste dag na de verzending van de kandidaturen, de commissie bij ter post aangetekende brief aanmanen een voorstel te doen. De commissie beschikt over vijftien dagen vanaf de verzending van de aanmaning om vooralsnog een voorstel te doen.
Wordt geen voorstel meegedeeld binnen de voorgeschreven termijn of binnen de ingevolge aanmaning verlengde termijn, dan brengt de minister van Justitie dit binnen vijftien dagen bij een ter post aangetekende brief ter kennis van de kandidaten en wordt een nieuwe oproep tot de kandidaten in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. »
Art. 5.De artikelen 2 en 4 zijn van toepassing op de benoemingsprocedures voor de vacatures die aan de minister van Justitie worden meegedeeld na de inwerkingtreding van die bepalingen.
Art. 6.De Koning legt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de datum vast van de inwerkingtreding van de artikelen 2, 4 en 5 van deze wet, ten laatste twaalf maanden na de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 6 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen. Senaat Stukken : 3-308 - 2003/2004 : Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Coveliers.
Nr. 2 : Verslag.
Nrs 3 en 4 : Amendementen. 3-308 - 2004/2005 : Nrs 5 tot 7 : Amendementen.
Nr. 8 : Aanvullend verslag.
Nr. 9 : Tekst aangenomen door de commissie.
Nr. 10 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Kamer van volksvertegenwoordigers Handelingen van de Senaat : 3 maart 2005.
Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken : Doc 51 1651/ (2004/2005) : 001 : Ontwerp overgezonden door de Senaat. 002 : Verslag. 003 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Integraal verslag : 24 november 2005.