Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 september 2017
gepubliceerd op 27 juli 2021

Wet houdende instemming met het Protocol tussen de Benelux-Staten en Bosnië en Herzegovina ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven (Uitvoeringsprotocol), gedaan te Brussel op 5 december 2013 (1)(2)

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2018031130
pub.
27/07/2021
prom.
03/09/2017
ELI
eli/wet/2017/09/03/2018031130/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

3 SEPTEMBER 2017. - Wet houdende instemming met het Protocol tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en Bosnië en Herzegovina ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven (Uitvoeringsprotocol), gedaan te Brussel op 5 december 2013 (1)(2)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2.Het Protocol tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en Bosnië en Herzegovina ter uitvoering van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven (Uitvoeringsprotocol), gedaan te Brussel op 5 december 2013, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 september 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, D. REYNDERS De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Staatsecretaris voor Asiel en Migratie, Th. FRANCKEN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 54-2463.

Integraal verslag: 22/06/2017. (2) Datum inwerkingtreding : 01/08/2021. PROTOCOL TUSSEN DE BENELUX-STATEN (HET KONINKRIJK BELGIE, HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN) EN BOSNIE EN HERZEGOVINA TER UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN BOSNIE EN HERZEGOVINA BETREFFENDE DE OVERNAME VAN PERSONEN DIE ZONDER VERGUNNING OP HET GRONDGEBIED VERBLIJVEN (Uitvoeringsprotocol) DE BENELUX-STATEN (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) EN BOSNIE EN HERZEGOVINA, hierna de "Partijen" genoemd, GELEID door de wens de uitvoering te vergemakkelijken van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, hierna de "Overeenkomst" genoemd, OVEREENKOMSTIG het bepaalde in artikel 19 van de Overeenkomst, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: ARTIKEL 1 Bevoegde autoriteiten De Partijen wisselen uiterlijk dertig dagen na het sluiten van dit Uitvoeringsprotocol een lijst van de voor de uitvoering van de Overeenkomst bevoegde autoriteiten uit. Iedere wijziging in deze lijst delen zij elkaar onverwijld mede.

ARTIKEL 2 Grensovergangen 1. De Partijen delen elkaar uiterlijk dertig dagen na het sluiten van dit Uitvoeringsprotocol schriftelijk mede via welke grensovergangen personen krachtens de Overeenkomst daadwerkelijk worden overgedragen en toegelaten.Iedere wijziging in dit verband delen zij elkaar onverwijld mede. 2. De bevoegde autoriteiten kunnen van geval tot geval overeenkomen gebruik te maken van andere grensovergangen voor de terug- of overname of doorgeleiding. ARTIKEL 3 Indiening van en antwoord op een terug- of overnameverzoek 1. Voor de indiening van een terug- of overnameverzoek op grond van artikel 7, eerste en tweede lid, van de Overeenkomst wordt gebruik gemaakt van het formulier dat als bijlage 6 aan de Overeenkomst is gehecht.Het formulier wordt door de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij per e-mail of telefax ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij. Het verzendingsrapport van het e-mail- of telefaxbericht geldt als bewijs van verzending. 2. Naast het terug- of overnameverzoek verstrekt de verzoekende Partij indien beschikbaar tevens de in de bijlagen 1 tot en met 5 bij de Overeenkomst vermelde documenten alsook, in beginsel, de vingerafdrukken van de terug- of over te nemen persoon.Indien er geen vingerafdrukken worden verstrekt, wordt dit met redenen omkleed.

De ingediende documenten dienen voor een goede verificatie zo duidelijk en nauwkeurig mogelijk te zijn. 3. Het antwoord op een terug- of overnameverzoek wordt binnen de in artikel 10, tweede en derde lid, van de Overeenkomst genoemde termijnen door de aangezochte Partij per e-mail of telefax verzonden aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij door middel van het formulier dat als bijlage 1 aan dit Uitvoeringsprotocol is gehecht.Het verzendingsrapport van het e-mail- of telefaxbericht geldt als bewijs van verzending.

ARTIKEL 4 Wijze van overdracht 1. Nadat de verzoekende Partij van de aangezochte Partij een kennisgeving tot instemming met de terug- of overname heeft ontvangen, stelt zij de aangezochte Partij in kennis van de beoogde overdracht en maakt zij daartoe gebruik van het formulier dat als bijlage 2 aan dit Uitvoeringsprotocol is gehecht.Het overdrachtsformulier wordt uiterlijk drie dagen vóór de datum van overdracht per e-mail of telefax toegezonden aan de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij. 2. De aangezochte Partij stelt de verzoekende Partij onverwijld in kennis van praktische belemmeringen die overdracht op de voorgestelde datum van overdracht in de weg kunnen staan.3. Indien de datum van overdracht wordt uitgesteld door de verzoekende Partij, stelt zij de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij daarvan onverwijld in kennis.Zodra de overdracht van de betrokkene daadwerkelijk kan plaatsvinden, stelt de bevoegde autoriteit van de verzoekende Partij de aangezochte Partij daarvan in kennis overeenkomstig de in het eerste lid van dit artikel vervatte procedure en termijnen.

ARTIKEL 5 Doorgeleidingsverzoek 1. Naast het bepaalde in artikel 14, eerste lid, van de Overeenkomst bevat een doorgeleidingsverzoek in voorkomend geval de volgende gegevens: a) informatie over specifieke behoeften op het gebied van verpleging of ouderenzorg wegens ziekte of leeftijd van de door te geleiden persoon;b) informatie over de van de aangezochte Partij benodigde ondersteuning;c) informatie over eventueel te treffen veiligheids- of beschermingsmaatregelen.2. Bovengenoemde informatie wordt in het doorgeleidingsverzoek (bijlage 7 bij de Overeenkomst) in rubriek C ("Opmerkingen") vermeld.3. De Partijen zijn ingevolge de artikelen 13 en 14 van de Overeenkomst het volgende overeengekomen: a) Een doorgeleidingsverzoek wordt uiterlijk zeven dagen vóór de geplande doorgeleiding per e-mail of telefax ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij als bedoeld in artikel 1 van dit Uitvoeringsprotocol.b) Het antwoord op een doorgeleidingsverzoek wordt binnen vijf dagen na de datum van ontvangst van het verzoek door de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij per e-mail of telefax verzonden door middel van het formulier dat als bijlage 3 aan dit Uitvoeringsprotocol is gehecht.In het antwoord op het doorgeleidingsverzoek wordt door de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij aangegeven of zij instemt met de doorgeleiding, de datum, de aangewezen grensovergang en de wijze van vervoer. Voorts wordt meegedeeld of in de gevraagde ondersteuning kan worden voorzien. c) Indien de doorgeleiding onder begeleiding door de lucht plaatsvindt, zorgt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Partij voor bewaking en ondersteuning bij het aan boord brengen van de betrokkene.4. De verzoekende Partij neemt de door te geleiden persoon als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de Overeenkomst onverwijld terug indien: a) de toelating voor de doorgeleiding is geweigerd of ingetrokken zoals bedoeld in artikel 13, derde lid, van de Overeenkomst, of b) de toelating voor de doorgeleiding of de overname door een ander land van doorgeleiding of eindbestemming is afgewezen, of c) de door te geleiden persoon het grondgebied van de aangezochte Partij onrechtmatig is binnengekomen. ARTIKEL 6 Gebruik van begeleiders bij terug- of overname of doorgeleiding Overeenkomstig artikel 19, eerste lid, onder b), van de Overeenkomst komen de Partijen de volgende voorwaarden voor begeleide overdracht of doorgeleiding op hun grondgebied overeen: a) De begeleiders worden door de verzoekende Partij aangewezen en zijn belast met de begeleiding van de terug- of over te nemen of door te geleiden persoon.b) De begeleiders voeren hun taak ongewapend en in burgerkledij uit. De begeleiders dragen documenten bij zich waaruit blijkt dat de terug- of overname of doorgeleiding is goedgekeurd door de aangezochte Partij, alsmede hun officiële identiteitsdocumenten. c) De autoriteiten van de aangezochte Partij verlenen de begeleiders bij de uitoefening van hun taken in het kader van de Overeenkomst dezelfde bescherming en bijstand als aan de eigen ter zake bevoegde ambtenaren.d) Op het grondgebied van de aangezochte Partij dienen de begeleiders het recht van de aangezochte Partij na te leven.Tijdens de doorgeleiding zijn de bevoegdheden van de begeleiders beperkt tot zelfverdediging. Indien de aangezochte Partij geen adequate ondersteuning kan bieden dan wel bij het bijstaan van ondersteunend personeel in situaties met onmiddellijk gevaar zijn de begeleiders bevoegd op redelijke en proportionele wijze te reageren om te voorkomen dat de terug- of over te nemen of door te geleiden persoon vlucht, zichzelf of derden letsel toebrengt dan wel schade aan goederen veroorzaakt. e) De begeleiders dienen de reisdocumenten en alle andere documenten of gegevens met betrekking tot de terug- of over te nemen of door te geleiden persoon bij zich te hebben en dienen die documenten te overhandigen aan de vertegenwoordiger van de bevoegde autoriteit van het land van bestemming.f) De begeleiders zijn verantwoordelijk voor de terug- of over te nemen persoon tot de toelating heeft plaatsgevonden.Tijdens doorgeleiding zijn de begeleiders verantwoordelijk tot de betrokkene tot het land van bestemming is toegelaten.

ARTIKEL 7 Kosten 1. Door de aangezochte Partij gemaakte kosten in verband met terug- of overname en doorgeleiding welke op grond van artikel 15 van de Overeenkomst ten laste van de verzoekende Partij komen, worden binnen zestig dagen na overlegging van een factuur door middel van een bankoverschrijving door de verzoekende Partij vergoed.2. Alle kosten van vervoer en begeleiding in verband met een onterechte terug- of overname overeenkomstig artikel 12 van de Overeenkomst komen ten laste van de verzoekende Partij.3. In de factuur worden tevens de bankgegevens vermeld. ARTIKEL 8 Commissie van deskundigen 1. De Partijen werken samen bij de uitlegging en oplossing van kwesties omtrent de toepassing van de Overeenkomst en dit Uitvoeringsprotocol.2. Hiertoe regelen de Partijen de instelling van een commissie van deskundigen.3. De commissie komt op verzoek van een van de Partijen bijeen.4. De leden van deze commissie van deskundigen worden door de bevoegde autoriteiten van de Partijen benoemd. ARTIKEL 9 Taal waarin wordt gecommuniceerd Bij de procedures die ingevolge de Overeenkomst en het Uitvoeringsprotocol worden uitgevoerd, maken de Partijen gebruik van de Engelse taal.

ARTIKEL 10 Bijlagen De bijlagen 1, 2 en 3 maken een integrerend deel uit van dit Uitvoeringsprotocol.

ARTIKEL 11 Wijzigingen Dit Uitvoeringsprotocol en de bijlagen kunnen in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen worden gewijzigd. Deze wijzigingen worden schriftelijk langs diplomatieke weg geïnitieerd en worden van kracht overeenkomstig de in artikel 15 van dit Uitvoeringsprotocol omschreven procedures.

ARTIKEL 12 Verhouding tot andere verdragen Dit Uitvoeringsprotocol doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Partijen die voortvloeien uit andere internationale verdragen.

ARTIKEL 13 Geschillenbeslechting Geschillen ten aanzien van de uitlegging en/of uitvoering van dit Uitvoeringsprotocol die niet zijn afgehandeld door de commissie van deskundigen overeenkomstig artikel 8, worden door middel van overleg langs diplomatieke weg afgehandeld.

ARTIKEL 14 Territoriale toepassing Dit Uitvoeringsprotocol is van toepassing op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina, het grondgebied van het Koninkrijk België, het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg en het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden voor zover het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op dit grondgebied van toepassing is.

ARTIKEL 15 Inwerkingtreding, duur en opzegging 1. De Partijen stellen de depositaris en elkaar ervan in kennis dat de nationale wettelijke procedures voor de inwerkingtreding van het Uitvoeringsprotocol zijn voltooid.2. Overeenkomstig artikel 19, tweede lid, van de Overeenkomst treedt dit Uitvoeringsprotocol in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van kennisgeving door de depositaris aan het Gemengd Comité overname dat de daarvoor noodzakelijke interne procedures door alle Partijen zijn voltooid.Een afschrift van de kennisgeving aan het Gemengd Comité overname wordt door de depositaris aan alle Partijen verstrekt. 3. Overeenkomstig artikel 20 van de Overeenkomst heeft dit Uitvoeringsprotocol, in de relaties tussen Bosnië en Herzegovina en de Benelux-Staten, voorrang boven de bepalingen van de op 19 juli 2006 te Sarajevo tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) en Bosnië- Herzegovina betreffende de terug- en overname van onregelmatig binnengekomen en/of verblijvende personen (terug- en overnameovereenkomst).Deze Overeenkomst blijft van kracht tussen Curaçao, Sint-Maarten en het Caribische deel van Nederland (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) en Bosnië en Herzegovina. 4. Indien de Overeenkomst buiten werking treedt, treedt ook dit Uitvoeringsprotocol buiten werking. ARTIKEL 16 Depositaris Het Koninkrijk België is depositaris van dit Uitvoeringsprotocol voor de Benelux-landen. De depositaris voorziet iedere Partij van een eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan.

GEDAAN te Brussel op 5 december 2013, in tweevoud in de officiële talen van Bosnië en Herzegovina (de Bosnische, de Kroatische en de Servische taal) en de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, waarbij al deze teksten gelijkelijk authentiek zijn. In geval van verschillen in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^