gepubliceerd op 30 mei 2014
Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Belgrado op 17 februari 2010 (2)
3 FEBRUARI 2014. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Belgrado op 17 februari 2010 (1) (2)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel, gedaan te Belgrado op 17 februari 2010, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel op 3 februari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Financiën, K. GEENS De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota's (1) Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5-1782 Handelingen van de Senaat : 08/11/2012.
Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53-2498 Integraal verslag : 19/12/2012, 20/12/2012. (2) Dit verdrag zal in werking treden op 1 april 2014. OVEREENKOMST tussen het Koninkrijk België en de Republiek Servië inzake het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het diplomatiek en consulair personeel.
HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REPUBLIEK SERVIE, GELEID DOOR DE WENS een overeenkomst te sluiten teneinde het verrichten van betaalde werkzaamheden door bepaalde gezinsleden van het personeel van de zendingen van de Zendstaat dan wel van consulaire posten die deze heeft op het grondgebied van de Ontvangende Staat, te vergemakkelijken.
ZIJN het volgende overeengekomen : ARTIKEL 1 Toepassingsgebied van de Overeenkomst 1. Mogen op grond van wederkerigheid betaalde werkzaamheden verrichten in de Ontvangende Staat, de volgende personen die zijn ingeschreven bij de protocoldiensten zoals vermeld in artikel 2, 1e lid van deze Overeenkomst : a) de echtgeno(o)te en de ongehuwde kinderen ten laste jonger dan 18 jaar van een diplomatiek of consulair ambtenaar van de Zendstaat die zijn aangesteld : (i) bij de Ontvangende Staat, dan wel (ii) bij een internationale organisaties in de Ontvangende Staat;b) evenzo, de echtgeno(o)te van een ander personeelslid van de zending van de Zendstaat of van een ander personeelslid van de consulaire post van deze Staat; zoals bepaald in artikel 1 van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) en consulair verkeer (1963). 2. De toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten wordt verleend door de autoriteiten van de Ontvangende Staat overeenkomstig de aldaar van kracht zijnde wetgeving en voorschriften en overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst.3. Deze toestemming geldt niet de ingezetenen van de Ontvangende Staat of de vaste verblijfhouders op zijn grondgebied.4. Tenzij de Ontvangende Staat anderszins beslist, wordt geen toestemming verleend aan de begunstigden die, na betaalde werkzaamheden te hebben aanvaard, niet langer deel uitmaken van het gezin van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde personeel.5. De toestemming is geldig voor de periode dat het in het eerste lid van dit artikel bedoelde personeel is aangesteld bij de diplomatieke zending of de consulaire post van de Zendstaat op het grondgebied van de Ontvangende Staat, en vervalt wanneer de aanstelling eindigt (dan wel binnen een redelijke termijn na de beëindiging).6. De Ontvangende Staat kan de toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten op elk tijdstip weigeren of intrekken wanneer het gezinslid de wetgeving van de Ontvangende Staat niet naleeft. ARTIKEL 2 Procedures 1. Elk verzoek om toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden wordt uit naam van de begunstigde door de ambassade van de Zendstaat gestuurd naar de dienst Diplomatiek Protocol van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Servië dan wel naar de Directie Protocol van de Belgische Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Nadat is onderzocht of de begunstigde een gezinslid is van een ambtenaar, zoals bedoeld in artikel 1, § 1 van deze Overeenkomst en nadat de officiële aanvraag is behandeld, laat de regering van de Ontvangende Staat de ambassade van de Zendstaat officieel weten dat het gezinslid een betaalde werkzaamheid mag verrichten. 2. De gevolgde procedures worden dusdanig toegepast dat de begunstigde van de toestemming zo snel mogelijk betaalde werkzaamheden kan verrichten.Alle voorschriften inzake werkvergunningen en soortgelijke formaliteiten worden welwillend toegepast. 3. Toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten betekent niet dat de begunstigde wordt vrijgesteld van de vereisten of voorschriften die gewoonlijk van toepassing zijn op persoonsgegevens, professionele of andere kwalificaties waarvan de belanghebbende het bewijs dient te leveren voor het verrichten van de betaalde werkzaamheden. ARTIKEL 3 Civiel- en administratiefrechtelijke voorrechten en immuniteiten Ingeval de begunstigde van een toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten civiel- en administratiefrechtelijke immuniteit van rechtsmacht geniet in de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer, dan wel enig ander toepasselijk internationaal verdrag, is deze immuniteit niet van toepassing op handelingen die voortvloeien uit het verrichten van betaalde werkzaamheden welke onder het burgerlijk en administratief recht van de Ontvangende Staat vallen. De Zendstaat zal afstand doen van de immuniteit van tenuitvoerlegging van alle rechterlijke uitspraken die met betrekking tot dergelijke handelingen worden uitgesproken.
ARTIKEL 4 Immuniteit ten aanzien van strafzaken Ingeval de begunstigde van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden immuniteit geniet ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de Ontvangende Staat, overeenkomstig de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen, dan wel van enig ander internationaal verdrag : a) doet de Zendstaat afstand van de immuniteit van de rechtsmacht in strafzaken die de begunstigde van de toestemming ten aanzien van de Ontvangende Staat geniet met betrekking tot elk handelen of nalaten dat voortvloeit uit de betaalde werkzaamheden, behalve in bijzondere gevallen wanneer de Zendstaat van mening is dat het doen van afstand in strijd zou kunnen zijn met zijn belangen;b) het doen van afstand van immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken wordt niet geacht mede betrekking te hebben op de immuniteit ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak, waarvan uitdrukkelijk afstand moet worden gedaan.In dergelijk geval neemt de Zendstaat het verzoek van de Ontvangende Staat ernstig in overweging.
ARTIKEL 5 Belasting- en sociale zekerheidsstelsels In overeenstemming met de bepalingen van de bovengenoemde Verdragen van Wenen dan wel krachtens enig ander toepasselijk internationaal verdrag zijn de begunstigden van de toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden onderworpen aan de belasting- en sociale zekerheidsstelsels van de Ontvangende Staat, ten aanzien van alles wat verband houdt met het verrichten van bedoelde werkzaamheden in deze Staat.
ARTIKEL 6 Duur en beëindiging Deze Overeenkomst blijft van kracht voor onbepaalde duur, met dien verstande dat elk van de Partijen ze te allen tijde kan beëindigen door hiervan zes (6) maanden van te voren schriftelijk kennis te geven aan de andere Partij.
ARTIKEL 7 Inwerkingtreding Deze Overeenkomst zal in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de dag van uitwisseling van de laatste kennisgeving van de voltooiing van de grondwettelijke en wettelijke procedures.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te Belgrado, op 17 februari 2010, in twee originele exemplaren, in de Franse, de Nederlandse, de Engelse en de Servische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in uitlegging, is de Engelse tekst doorslaggevend.