gepubliceerd op 16 april 2004
Wet houdende instemming met het Akkoord tussen de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-agentschap en het Europees Ruimte-agentschap betreffende de bescherming en de uitwisseling van geclassificeerde informatie, gedaan te Parijs op 19 augustus 2002
2 FEBRUARI 2004. - Wet houdende instemming met het Akkoord tussen de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-agentschap en het Europees Ruimte-agentschap betreffende de bescherming en de uitwisseling van geclassificeerde informatie, gedaan te Parijs op 19 augustus 2002 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Het Akkoord tussen de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-agentschap en het Europees ruimte-agentschap betreffende de bescherming en de uitwisseling van geclassificeerde informatie, gedaan te Parijs op 19 augustus 2002, zal volkomen gevolg hebben.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 2 februari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Zitting 2003-2004. Senaat Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 23 oktober 2003, nr. 3-285/1. - Verslag namens de commissie, nr. 3-285/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 20 november 2003. - Stemming, vergadering van 20 november 2003. Kamer Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 51-467/1. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 51-467/2 Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 18 december 2003. - Stemming, vergadering van 18 december 2003. Akkoord tussen de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-Agentschap en het Europees Ruimte-Agentschap betreffende de bescherming en de uitwisseling van geclassificeerde informatie, gedaan te Parijs op 19 augustus 2002 De Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-agentschap (ESA) en het Europees Ruimte-agentschap, hierna te noemen « de Partijen », Gezien het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-agentschap (hierna te noemen « het ESA-Verdrag »), in werking getreden op 30 oktober 1980 en, in het bijzonder, artikel III en artikel XI.5.m. van voornoemd Verdrag;
Gezien hoofdstuk V van het reglement betreffende informatie, gegevens en intellectuele eigendom ESA/C/CLV/Rules 5 (final) goedgekeurd door de Raad op 19 december 2001;
Oordelende dat bij de activiteiten gericht op de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van het ruimteonderzoek en -technologie en de toepassingen ervan noodzakelijkerwijs de uitwisseling met zich kan meebrengen van geclassificeerde informatie en materiaal tussen de Partijen;
Opmerkende dat het noodzakelijk is de geclassificeerde informatie binnen het Agentschap en zijn lidstaten op gepaste wijze te beschermen en daartoe een passend juridisch instrument tot stand te brengen, waarin is voorzien in de resolutie van de ESA-Raad over de oprichting van een werkgroep Informatiebeveiliging, goedgekeurd door de Raad onder de referentie ESA/C/CLI/Res. 8 (Final);
Zijn overeengekomen wat volgt : Artikel 1 Ter fine van dit Akkoord, duidt de term « geclassificeerde informatie » welke informatie, document of materiaal ook aan, in welke vorm ook, waarvan de verspreiding zonder toestemming de belangen zou kunnen schaden van een van de Partijen of van meerdere van hen en die als zodanig werd geïnventariseerd in het kader van de veiligheidsclassificatie.
Artikel 2 De Partijen : 1. Beschermen en beveiligen, conform de veiligheidsprincipes en de goedgekeurde minimumnormen : (a) de als zodanig aangeduide geclassificeerde informatie die afkomstig is van het ESA of aan het ESA wordt voorgelegd door een lidstaat;(b) de als zodanig aangeduide geclassificeerde informatie afkomstig van welke lidstaat ook en voorgelegd aan een andere lidstaat ter ondersteuning van een programma, project of contract van het ESA;2. Behouden de veiligheidsclassificatie van de in punt (1) hierboven gedefinieerde informatie en nemen alle nodige maatregelen om voornoemde informatie dienovereenkomstig te beschermen;3. Gebruiken de in punt (1) hierboven gedefinieerde geclassificeerde informatie enkel voor de doeleinden die in het ESA-Verdrag en in de beslissingen en resoluties met betrekking tot voormeld Verdrag worden toegelicht;4. Zien ervan af de in punt (1) hierboven gedefinieerde informatie te onthullen aan Staten die geen lid zijn van het ESA of aan organisaties die tot hun rechtsgebied behoren of aan welke andere internationale organisatie ook zonder het voorafgaande schriftelijke akkoord van de uitgevende overheid. Artikel 3 De Partijen passen de ESA-veiligheidsnormen toe om de geclassificeerde informatie op eenzelfde niveau te beschermen.
Artikel 4 1. De Staten die partij zijn zien erop toe dat al hun onderdanen die, in de hoedanigheid van hun officiële functie of door hun verantwoordelijkheden, ertoe gebracht moeten of kunnen worden toegang te verkrijgen tot geclassificeerde informatie die in hoofde van dit Akkoord werd meegedeeld of uitgewisseld, volgens de regels worden gemachtigd, vooraleer hun de toegang tot dat type van informatie en materiaal te verlenen.2. De Partijen zien erop toe dat de toegang tot de in hoofde van dit Akkoord uitgewisselde geclassificeerde informatie uitsluitend verleend wordt aan de personen die er kennis moeten van hebben voor de uitvoering van hun functie of van hun opdrachten.3. De machtigingsprocedures zijn ontworpen om te bepalen of een persoon, ten aanzien van zijn loyauteit en zijn eerlijkheid, de toegang kan worden verleend tot geclassificeerde informatie.4. Op verzoek werkt elke Staat die partij is met de anderen samen aan de uitvoering van hun respectieve machtigingsprocedures. Artikel 5 De Directeur-generaal van het ESA ziet erop toe dat de relevante bepalingen van dit Akkoord worden toegepast op de zetel, in de instellingen en in de andere installaties van het Agentschap.
Artikel 6 1. De Partijen onderzoeken alle gevallen waar vastgesteld wordt of een vermoeden bestaat dat de in hoofde van dit Akkoord geleverde of geproduceerde geclassificeerde informatie in haar integriteit wordt aangetast of verloren gaat.2. Elke Partij brengt de andere Partijen snel en volledig op de hoogte, voor zover dat nodig is, van elk detail dat met de zaak is verbonden en van de eventuele resultaten van de enquête, net als van elke corrigerende maatregel die genomen wordt om te voorkomen dat soort van onthulling herhaald wordt. Artikel 7 Indien een vertegenwoordiger van een lidstaat, de Directeur-generaal van het ESA, een personeelslid of een expert van het ESA betrokken is bij een rechtsvordering betreffende de niet-toegestane verspreiding van geclassificeerde informatie, is de lidstaat, de Raad of de Directeur-generaal ertoe gehouden, naargelang het geval, met toepassing van artikelen XIV.2, XXI.1 en 2 en XXIV van bijlage I van het ESA-verdrag, de immuniteit op te heffen.
Artikel 8 Dit Akkoord verbiedt de Partijen geenszins andere Akkoorden te sluiten betreffende de uitwisseling van door hen geproduceerde geclassificeerde informatie en die geen invloed hebben op de draagwijdte van dit Akkoord.
Artikel 9 1. Elke Partij kan wijzigingen in dit Akkoord aanbevelen.2. Elke wijziging in dit Akkoord wordt van kracht dertig dagen te rekenen van de dag dat de Franse regering van de goedkeuring ervan door alle Partijen in kennis is gesteld.De Franse regering deelt alle Partijen de datum van inwerkingtreding van voornoemde wijziging mee.
Artikel 10 1. Dit Akkoord staat open voor ondertekening door de Partijen die het ESA-verdrag hebben gesloten en is onderworpen aan bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden ingediend bij de Franse regering. 2. Dit akkoord treedt in werking dertig dagen na de indiening door twee ondertekenende Staten van hun akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.Het treedt in werking, voor elk van de ondertekenende Staten, dertig dagen na de indiening van zijn akte van bekrachting, aanvaarding of goedkeuring.
Artikel 11 1. De toetreding tot dat Akkoord van elke nieuwe Staat die partij is bij het ESA-Verdrag vindt plaats conform artikel XXII van het Verdrag. Het Akkoord treedt in werking, voor elke toetredende Staat, dertig dagen na indiening van zijn akte van toetreding. 2. De akten van toetreding worden ingediend bij de Franse regering. Artikel 12 1. Dit Akkoord kan door een bij de depositaris ingediende schriftelijke kennisgeving door elke Staat die partij is worden opgezegd, die alle andere Partijen op de hoogte brengt van voornoemde kennisgeving.De opzegging wordt van kracht één jaar na ontvangst van de kennisgeving door de depositaris. 2. Een Staat die partij is die dit Akkoord opzegt blijft ertoe gehouden de geclassificeerde informatie te beschermen en te bewaren waartoe hij toegang heeft gehad in hoofde van dit Akkoord.Dezelfde bepalingen zijn van toepassing op een Staat die partij is bij dit Akkoord die het Verdrag van het Europees Ruimte-agentschap opzegt krachtens zijn artikel XXIV of ingeval van ontbinding van het Europees Ruimte-agentschap krachtens artikel XXV van het Verdrag.
Artikel 13 De Franse regering brengt het ESA en alle ondertekenende en toetredende Staten op de hoogte van de indiening van elke akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, toetreding of opzegging.
Ten blijke waarvan de ondertekenende vertegenwoordigers, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun respectieve regering, hun handtekening hebben geplaatst onder dit Akkoord.
Gedaan te Parijs, op 19 augustus 2002, in één enkel exemplaar in het Engels en in het Frans, zijnde beide teksten gelijkelijk rechtsgeldig, neergelegd bij de Franse regering en waarvan de gewaarmerkte kopieën door voornoemde regering aan elk van de ondertekenaars wordt bezorgd.
Akkoord tussen de Staten die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van een Europees Ruimte-agentschap en het Europees Ruimte-agentschap betreffende de bescherming en de uitwisseling van geclassificeerde informatie, gedaan te Parijs op 19 augustus 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Dit Akkoord is nog niet in werking getreden.