Etaamb.openjustice.be
Wet van 01 september 2012
gepubliceerd op 23 september 2013

Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 176 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de veiligheid en gezondheid in mijnen, aangenomen te Genève op 22 juni 1995

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2012015179
pub.
23/09/2013
prom.
01/09/2012
ELI
eli/wet/2012/09/01/2012015179/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)Senaat (fiche)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2012. - Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 176 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de veiligheid en gezondheid in mijnen, aangenomen te Genève op 22 juni 1995 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Het Verdrag nr. 176 van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de veiligheid en gezondheid in mijnen, aangenomen te Genève op 22 juni 1995, zal volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 1 september 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK Gezien en met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Zitting 2011-2012 Senaat : Documenten. Ontwerp van wet ingediend op 26/04/2012, nr. 5-1589/1.

Verslag namens de Commissie nr. 5-1589/2.

Parlementaire Handelingen.

Bespreking, vergadering van 28/06/2012.

Stemming, vergadering van 28/06/2012.

Kamer : Documenten.

Ontwerp overgezonden door de Senaat, nr. 53-2309/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd 53-2309/2.

Parlementaire Handelingen.

Bespreking, vergadering van 19/07/2012.

Stemming, vergadering van 19/07/2012.

VERDRAG Nr. 176 betreffende de veiligheid en gezondheid in mijnen De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie, bijeengeroepen te Genève door de Raad van Beheer van het Internationale Arbeidsbureau, en aldaar bijeengekomen in haar tweeëntachtigste zitting op 6 juni 1995;

In aanmerking nemend de relevante internationale arbeidsverdragen en -aanbevelingen, in het bijzonder het verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid, 1957; het verdrag en de aanbeveling betreffende de beveiliging tegen ioniserende stralingen, 1960; het verdrag en de aanbeveling betreffende de beveiliging van machines, 1963; het verdrag en de aanbeveling betreffende de prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten, 1964; het verdrag en de aanbeveling betreffende de minimum toelatingsleeftijd (ondergronds werk), 1965; het verdrag betreffende het medisch onderzoek naar de geschiktheid van jeugdige personen (voor tewerkstelling ondergronds), 1965; het verdrag en de aanbeveling betreffende het werkmilieu (luchtverontreiniging, lawaai en trillingen), 1977; het verdrag en de aanbeveling betreffende arbeidsveiligheid en gezondheid, 1981; het verdrag en de aanbeveling betreffende bedrijfsgezondheidsdiensten, 1985; het verdrag en de aanbeveling betreffende asbest, 1986; het verdrag en de aanbeveling betreffende de veiligheid en gezondheid in het bouwbedrijf, 1988; het verdrag en de aanbeveling betreffende de chemische stoffen, 1990, alsook het verdrag en de aanbeveling betreffende het voorkomen van zware industriële ongevallen, 1993;

Overwegende dat de werknemers behoefte hebben aan, en recht op, efficiënte informatie, opleiding en raadpleging, en deelname aan de voorbereiding en de tenuitvoerlegging van maatregelen betreffende de veiligheid en de gezondheid inzake de gevaren en de risico's waaraan ze in de mijnindustrie blootgesteld zijn;

Erkennende dat het wenselijk is ieder dodelijk ongeval, letsel of schade aan de gezondheid die de werknemers of de bevolking zouden kunnen ondervinden, alsook de schade aan het milieu, die zou kunnen voortvloeien uit de mijnbouw, te voorkomen;

Rekening houdende met de nood aan een samenwerking tussen de Internationale Arbeidsorganisatie, de Wereld Gezondheidsorganisatie, het Internationaal Agentschap voor kernenergie en de andere bevoegde instellingen, en in aanmerking nemende de documenten, bundels met praktische richtlijnen, relevante codes en richtlijnen gepubliceerd door deze organisaties;

Besloten hebbende tot het aannemen van bepaalde voorstellen met betrekking tot de veiligheid en gezondheid in mijnen, welk onderwerp als vierde punt op de agenda van de zitting voorkomt;

Besloten hebbende dat deze voorstellen de vorm van een internationaal verdrag dienen te krijgen, aanvaardt heden, de tweeëntwintigste juni van het jaar negentienhonderd vijfennegentig het volgende Verdrag, dat kan worden aangehaald als Verdrag betreffende de veiligheid en gezondheid in mijnen, 1995.

DEEL I. DEFINITIES Artikel 1 1. Voor de toepassing van dit Verdrag, omvat het woord « mijn » : a) elke plaats in open lucht of ondergronds waar onder meer de volgende activiteiten plaatsvinden : i) de exploratie van mineralen, met uitzondering van aardolie en gas, die een mechanische verandering van de grond tot gevolg heeft; ii) de winning van mineralen, met uitzondering van aardolie en gas; iii) de voorbereiding van de ontgonnen materialen, met name het breken, het malen, het concentreren of het wassen; b) alle machines, uitrustingen, toebehoren, installaties, bouwkundige gebouwen en structuren gebruikt in het kader van de in lid a) hierboven bedoelde activiteiten.2. Voor de toepassing van dit Verdrag, betekent het woord « werkgever » elke rechtspersoon of natuurlijke persoon die één of meerdere werknemers in een mijn tewerkstelt, alsook, indien de context het meebrengt, de exploitant, de voornaamste ondernemer, de ondernemer of de onderaannemer. DEEL II. TOEPASSINGSGEBIED EN -MODALITEITEN Artikel 2 1. Dit Verdrag is van toepassing op alle mijnen.2. Na raadpleging van de betrokken meest representatieve organisaties van werkgevers en van werknemers, kan de bevoegde autoriteit van een Lid dat dit Verdrag bekrachtigt, a) bepaalde categorieën van mijnen van de toepassing van het Verdrag of van bepaalde bepalingen ervan uitsluiten, indien de bescherming verleend krachtens de nationale wetgeving en praktijk er, in haar geheel, niet kleiner is dan diegene die zou voortvloeien uit de volledige toepassing van de bepalingen van het Verdrag;b) is gehouden, wanneer bepaalde categorieën van mijnen uitgesloten zijn krachtens lid a) hierboven, plannen op te maken om alle mijnen geleidelijk te dekken.3. Elk lid dat dit Verdrag bekrachtigt en zich beroept op de mogelijkheid aangeboden in paragraaf 2 a) hierboven, is gehouden in de verslagen over de toepassing van het Verdrag, ingediend ingevolge artikel 22 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, elke bijzondere categorie van mijnen te vermelden die werd uitgesloten, onder opgave van redenen. Artikel 3 Elk Lid dient, in het licht van de nationale omstandigheden en praktijk, en in overleg met de meest representatieve organisaties van werkgevers en van werknemers, een samenhangend beleid inzake veiligheid en gezondheid in mijnen te formuleren, ten uitvoer te leggen en periodiek opnieuw te bekijken, met name wat betreft de maatregelen die uitvoering geven aan de bepalingen van het Verdrag.

Artikel 4 1. De maatregelen tot toepassing van het Verdrag moeten door de nationale wetgeving worden voorgeschreven.2. Indien nodig, moet deze wetgeving worden aangevuld met : a) technische normen, richtsnoeren, bundels met praktische richtlijnen;of b) andere toepassingsmiddelen in overeenstemming met de nationale praktijk, die door de bevoegde autoriteit worden bepaald. Artikel 5 1. De nationale wetgeving bedoeld in artikel 4, paragraaf 1, moet de autoriteit aanwijzen die de verschillende aspecten van de veiligheid en gezondheid in mijnen dient te controleren en te reglementeren.2. Deze wetgeving dient te voorzien in : a) de controle van de veiligheid en gezondheid in mijnen;b) de inspectie van de mijnen door hiertoe door de bevoegde autoriteit aangewezen inspecteurs;c) de procedures voor betekening en onderzoek in geval van dodelijke of ernstige ongevallen alsook in geval van mijnrampen en gevaarlijke incidenten zoals beschreven in deze wetgeving;d) het opmaken en publiceren van de statistieken over de ongevallen, beroepsziekten en gevaarlijke incidenten zoals beschreven in deze wetgeving;e) de macht van de bevoegde autoriteit om de mijnactiviteiten, omwille van veiligheids- en gezondheidsredenen, op te schorten of te beperken tot wanneer de voorwaarden die de oorzaak waren van de opschorting of de beperking verbeterd zijn;f) het invoeren van doeltreffende procedures om uitvoering te geven aan de rechten van de werknemers en hun vertegenwoordigers om geraadpleegd te worden over de kwesties en deel te nemen aan de maatregelen betreffende veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats.3. Deze nationale wetgeving moet voorzien dat het fabriceren, het opslaan, het vervoeren en het gebruiken van springstoffen en slagpijpjes moet worden uitgevoerd door bevoegde en gemachtigde personen of onder hun rechtstreeks toezicht.4. Deze wetgeving bepaalt : a) de te volgen voorschriften inzake redding in de mijnen, eerste hulp en geschikte medische verzorging;b) de verplichting om aangepaste individuele reddingsademhalingstoestellen te verschaffen aan de werknemers in de ondergrondse steenkoolmijnen en, desgevallend, in andere ondergrondse mijnen, en om deze toestellen te onderhouden;c) de beschermingsmaatregelen die moeten worden toegepast op verlaten mijnwerken om de risico's voor de veiligheid en de gezondheid tot een minimum te beperken;d) de voorschriften bedoeld om, onder bevredigende veiligheidsvoorwaarden, het opslaan, het vervoeren en het verwijderen van gevaarlijke stoffen die in de mijnwerken worden gebruikt alsook van de in de mijn geproduceerde resten, te verzekeren;e) in voorkomend geval, de verplichting een voldoende aantal sanitaire uitrustingen en installaties om zich te wassen, om te kleden en te voeden, te verschaffen en in een bevredigende hygiënetoestand te behouden.5. Deze nationale wetgeving dient te bepalen dat de werkgever die verantwoordelijk is voor de mijn, moet zorgen voor het uitwerken van gepaste plannen van de mijnwerken vóór het aanvangen van de werkzaamheden evenals bij elke belangrijke wijziging, en voor de periodieke bijwerking van deze plannen die op het mijngebied ter beschikking moeten worden gehouden. DEEL III. PREVENTIE- EN BESCHERMINGSMAATREGELEN IN DE MIJN A. VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE WERKGEVERS Artikel 6 Bij het nemen van de preventie- en beschermingsmaatregelen voorgeschreven in dit deel van het Verdrag, dient de werkgever de risico's te evalueren en ze volgens de hieronder vermelde prioriteitsorde te behandelen : a) deze risico's uitschakelen;b) ze bij de bron controleren;c) ze tot het minimum beperken door verschillende middelen waaronder de uitwerking van veilige werkmethodes;d) voor zover deze risico's blijven, voorzien in het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, rekening houdend met wat redelijk, bruikbaar en haalbaar is, en met wat beschouwd wordt als goede praktijk en als overeenstemmend met de vereiste spoed. Artikel 7 De werkgever dient alle nodige maatregelen te treffen om de risico's die onder zijn gezag staande mijnen inhouden voor de veiligheid en gezondheid, uit te schakelen of tot een minimum te beperken, en in het bijzonder : a) ervoor te zorgen dat de mijn ontworpen, gebouwd en voorzien is met een elektrische, mechanische en andere uitrusting, met inbegrip van een communicatiesysteem, zodat de noodzakelijke voorwaarden voor de veiligheid van zijn exploitatie en voor een gezond arbeidsmilieu verzekerd zijn;b) ervoor te zorgen dat de mijn zodanig in dienst wordt gesteld, geëxploiteerd, onderhouden en in een lagere klasse geplaatst wordt dat de werknemers de hen toegewezen taken zonder gevaar voor hun veiligheid en hun gezondheid of die van andere personen kunnen uitoefenen;c) schikkingen te nemen om de grondstabiliteit te behouden in zones waartoe de personen in het kader van hun werk toegang hebben;d) telkens wanneer het uitvoerbaar is, vanuit elke ondergrondse arbeidsplaats twee uitgangen te voorzien die elk op een andere weg naar boven uitmonden;e) de controle, de evaluatie en de periodieke inspectie van het arbeidsmilieu te verzekeren om de verschillende gevaren waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden te erkennen en de graad van deze blootstelling te evalueren;f) te voorzien in een afdoende ventilatie van alle ondergrondse werken waartoe men toegang krijgt;g) voor zones die aan bijzondere risico's blootgesteld zijn, een exploitatieplan en procedures toe te passen om de veiligheid van het arbeidssysteem en de bescherming van de werknemers te verzekeren;h) maatregelen en voorzorgen te nemen die aangepast zijn aan het type mijnbouw om het ontstaan en de uitbreiding van brand en explosies te voorkomen en te bestrijden;i) ervoor te zorgen dat de activiteiten worden stopgezet en de werknemers geëvacueerd worden naar een veilige plaats wanneer de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zwaar bedreigd zijn. Artikel 8 Voor iedere mijn dient de werkgever een specifiek spoedactieplan op te zetten om het hoofd te bieden aan redelijkerwijze voorzienbare industriële rampen en natuurrampen.

Artikel 9 Wanneer werknemers aan fysische, chemische of biologische gevaren blootgesteld zijn, dient de werkgever : a) de werknemers, op een begrijpelijke manier, in te lichten over de gevaren van hun werk, de risico's die het inhoudt voor hun gezondheid en de toepasselijke preventie- en beschermingsmaatregelen;b) gepaste maatregelen te nemen om de risico's voortvloeiend uit deze blootstelling uit te schakelen of tot een minimum te beperken;c) wanneer de gepaste bescherming tegen gevaar voor ongevallen of schade aan de gezondheid, en onder meer tegen de blootstelling aan schadelijke voorwaarden, niet door andere middelen kan verzekerd worden, geschikte kleding evenals beschermingsuitrustingen en -inrichtingen beschreven in de nationale wetgeving te verschaffen en te onderhouden, zonder kosten voor de werknemers;en d) aan de werknemers die op de arbeidsplaats een letsel of een ziekte opgelopen hebben, de eerste hulp en de gepaste vervoermiddelen aan te bieden vanuit de arbeidsplaats evenals de toegang tot aangepaste medische diensten. Artikel 10 De werkgever dient ervoor te zorgen dat: : a) de werknemers een voor hen kosteloze geschikte opleiding en bijscholing krijgen evenals verstaanbare instructies betreffende.de veiligheid en de gezondheid en de hen toegewezen taken; b) overeenkomstig de nationale wetgeving, een passend toezicht op en controle van elke ploeg wordt uitgeoefend opdat, in geval van ploegendienst, de exploitatie van de mijn in veilige condities kan gebeuren;c) een systeem wordt ingevoerd waarbij het mogelijk is om op elk ogenblik de juiste namen te kennen van alle personen die zich ondergronds bevinden alsook hun vermoedelijke localisatie;d) alle gevaarlijke ongevallen en incidenten, zoals beschreven in de nationale wetgeving, het voorwerp uitmaken van een onderzoek, en dat afdoende maatregelen worden genomen om eraan te verhelpen, en e) een verslag van de gevaarlijke ongevallen en incidenten wordt opgesteld overeenkomstig de nationale wetgeving ten behoeve van de bevoegde autoriteit. Artikel 11 De werkgever dient ervoor te zorgen dat een regelmatig medisch toezicht wordt uitgeoefend op de werknemers die blootgesteld zijn aan beroepsrisico's verbonden aan mijnactiviteiten, en dit volgens de algemene principes van de arbeidsgeneeskunde en overeenkomstig de nationale wetgeving.

Artikel 12 Wanneer twee of meerdere werkgevers activiteiten verrichten in dezelfde mijn, dient de werkgever die verantwoordelijk is voor de mijn, de uitvoering van alle maatregelen betreffende de veiligheid en gezondheid van de werknemers te coördineren en als eerste verantwoordelijke te worden beschouwd voor de veiligheid van de activiteiten. De individuele werkgevers zullen evenwel niet ontlast worden van hun eigen verantwoordelijkheid voor wat betreft de tenuitvoerlegging van alle maatregelen betreffende de veiligheid en gezondheid van hun werknemers.

B. RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE WERKNEMERS EN VAN HUN AFGEVAARDIGDEN Artikel 13 1. Onder de in artikel 4 bedoelde nationale wetgeving dienen de werknemers het recht te krijgen : a) de ongevallen, de gevaarlijke incidenten en de gevaren aan de werkgever en aan de bevoegde autoriteit te melden;b) te vragen en te bekomen dat er inspecties en onderzoeken uitgevoerd worden door de werkgever en de bevoegde autoriteit wanneer er reden tot bezorgdheid is in verband met de veiligheid en de gezondheid;en c) de gevaren op de arbeidsplaats te kennen die hun veiligheid of hun gezondheid kunnen schaden en erover ingelicht te worden;d) inlichtingen te verkrijgen over hun veiligheid of hun gezondheid, die in het bezit zijn van de werkgever of van de bevoegde autoriteit;e) elke plaats in de mijn te verlaten wanneer ze met redenen kunnen aannemen dat er een zeer gevaarlijke situatie bestaat voor hun veiligheid of hun gezondheid;en f) gezamenlijk afgevaardigden bij de veiligheid en gezondheid te kiezen.2. Overeenkomstig de nationale wetgeving, behoren de in § 1 f) hierboven vermelde afgevaardigden bij de veiligheid en gezondheid van de werknemers het recht te hebben : a) de werknemers te vertegenwoordigen in alle aspecten van de veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats, inbegrepen het recht de in paragraaf 1 hierboven vermelde rechten uit te oefenen, naar gelang het geval; b) i) deel te nemen aan de inspecties en onderzoeken uitgevoerd door de werkgever en de bevoegde autoriteit op de arbeidsplaats; ii) toezicht uit te oefenen en onderzoeken te verrichten inzake veiligheid en gezondheid; c) een beroep te doen op zelfstandige adviseurs en experten;d) op gepaste tijd overleg te plegen met de werkgever over kwesties die verband houden met de veiligheid en de gezondheid, inbegrepen beleid en procedures ter zake;e) overleg te plegen met de bevoegde autoriteit;en f) betekening te krijgen van de ongevallen en gevaarlijke incidenten betreffende de sector waarvoor ze uitgekozen werden;3. De procedures betreffende de uitoefening van de in de paragrafen 1 en 2 hierboven bedoelde rechten worden toegelicht : a) in de nationale wetgeving, evenals b) door overleg tussen de werkgevers en de werknemers en hun vertegenwoordigers.4. De nationale wetgeving zal ervoor zorgen dat de in de paragrafen 1 en 2 hierboven bedoelde rechten zonder discriminatie of represaille kunnen worden uitgeoefend. Artikel 14 Onder de nationale wetgeving zullen de werknemers, naar gelang hun opleiding, verplicht zijn : a) zich te richten naar de maatregelen voorgeschreven inzake veiligheid en gezondheid;b) met rede zorg te dragen voor hun eigen veiligheid en gezondheid alsook voor die van andere personen die door hun daden of nalatigheid op het werk zouden kunnen getroffen zijn, en ook voor de beschermingsmiddelen, -kleding en -uitrustingen die hiertoe ter hun beschikking gesteld worden;deze zullen ze juist gebruiken en goed behandelen; c) elke situatie die volgens hen een risico kan inhouden voor hun veiligheid of hun gezondheid of die van andere personen en waaraan ze zelf niet voldoende het hoofd kunnen bieden, onmiddellijk aan hun rechtstreekse meerdere te melden;d) met de werkgever samen te werken om ervoor te zorgen dat de verplichtingen en verantwoordelijkheden ten laste van de werkgever krachtens het Verdrag, nageleefd worden. C. SAMENWERKING Artikel 15 Er dienen maatregelen te worden genomen, overeenkomstig de nationale wetgeving, om de samenwerking tussen de werkgevers en de werknemers en hun vertegenwoordigers aan te moedigen met het oog op het bevorderen van de veiligheid en gezondheid in mijnen.

DEEL IV. TOEPASSING Artikel 16 Het Lid dient : a) alle nodige maatregelen te treffen, inbegrepen de passende sancties en verbeterende maatregelen, om de werkelijke toepassing van de bepalingen van het Verdrag te verzekeren;en b) aangepaste inspectiediensten in te stellen om de toepassing te controleren van de maatregelen die overeenkomstig het Verdrag moeten worden genomen, en deze diensten de nodige middelen te verschaffen om hun taken te vervullen. DEEL V. SLOTBEPALINGEN Artikel 17 De officiële bekrachtigingen van dit Verdrag worden medegedeeld aan de Directeur-generaal van het Internationale Arbeidsbureau en door hem geregistreerd.

Artikel 18 1. Dit Verdrag is slechts verbindend voor die Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie die hun bekrachtigingen door de Directeur-generaal van het Internationale Arbeidsbureau hebben doen registreren.2. Het treedt in werking twaalf maanden na de datum waarop de bekrachtigingen van twee leden door de Directeur-generaal zijn geregistreerd.3. Vervolgens treedt dit Verdrag voor ieder Lid in werking twaalf maanden na de datum waarop zijn bekrachtiging is geregistreerd. Artikel 19 1. Ieder Lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd, kan het opzeggen na afloop van een termijn van tien jaar na de datum waarop het Verdrag initieel in werking is getreden, door middel van een aan de Directeur-generaal van het Internationale Arbeidsbureau gerichte en door deze geregistreerde akte.De opzegging wordt eerst van kracht een jaar na de datum waarop zij is geregistreerd. 2. Ieder Lid dat dit Verdrag heeft bekrachtigd en niet binnen een jaar na afloop van de termijn van tien jaar als bedoeld in het vorige lid, gebruik maakt van de mogelijkheid tot opzegging, voorzien in dit artikel, is voor een nieuwe termijn van tien jaar gebonden en kan daarna dit Verdrag opzeggen na afloop van elke termijn van tien jaar onder de voorwaarden voorgeschreven in dit artikel. Artikel 20 1. De Directeur-Generaal van het Internationale Arbeidsbureau stelt alle Leden van de Internationale Arbeidsorganisatie in kennis van de registratie van alle bekrachtigingen en opzeggingen, die hem door de Leden van de Organisatie zijn medegedeeld.2. Bij de kennisgeving aan de Leden van de Organisatie van de registratie van de tweede hem medegedeelde bekrachtiging, vestigt de Directeur-Generaal de aandacht van deze Leden op de datum waarop dit Verdrag in werking treedt. Artikel 21 De Directeur-generaal van het Internationale Arbeidsbureau doet aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties mededeling, ter registratie in overeenstemming met het bepaalde in artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties, van de volledige inlichtingen omtrent alle bekrachtigingen en opzeggingen die hij overeenkomstig de bepalingen van de voorgaande artikelen heeft geregistreerd.

Artikel 22 De Raad van Beheer van het Internationale Arbeidsbureau brengt, telkens wanneer deze dit noodzakelijk acht, aan de algemene Conferentie verslag uit over de toepassing van dit Verdrag en onderzoekt of het wenselijk is de gehele of gedeeltelijke herziening ervan op de agenda van de Conferentie te plaatsen.

Artikel 23 1. Indien de Conferentie een nieuw Verdrag aanneemt, houdende gehele of gedeeltelijke herziening van dit Verdrag, zal, tenzij het nieuwe Verdrag anders bepaalt : a) bekrachtiging door een Lid van het nieuwe Verdrag, houdende herziening, ipso jure onmiddellijk opzegging van dit Verdrag ten gevolge hebben, niettegenstaande het bepaalde in artikel 19 hierboven, onder voorbehoud evenwel dat het nieuwe Verdrag houdende herziening, in werking is getreden;b) met ingang van de datum waarop het nieuwe Verdrag, houdende herziening, in werking is getreden, kan dit Verdrag niet langer door de Leden worden bekrachtigd.2. Dit Verdrag blijft echter naar vorm en inhoud van kracht voor de Leden die het hebben bekrachtigd en die het nieuwe Verdrag, houdende herziening, niet hebben bekrachtigd. Artikel 24 De Engelse en de Franse tekst van dit Verdrag zijn gelijkelijk gezaghebbend.

Overeenkomst (n° 176) voor veiligheid en gezondheid in mijnen

Staten

Ratificatie datum

Inwerkingtreding datum

Albanië

03/03/2003

03/03/2004

Armenië

27/04/1999

27/04/2000

Austria

26/05/1999

26/05/2000

België

02/10/2012

02/10/2013

Bosnië en Herzegovina

04/02/2010

04/02/2011

Botswana

05/06/1997

05/06/1998

Brazilië

18/05/2006

18/05/2007

Duitsland

06/09/1998

06/09/1999

Filippijnen

27/02/1998

27/02/1999

Finland

09/06/1997

09/06/1998

Ierland

09/06/1998

09/06/1999

Libanon

23/02/2000

23/02/2001

Luxemburg

08/04/2008

08/04/2009

Marokko

04/06/2013

04/06/2014

Noorwegen

11/06/1999

11/06/2000

Oekraïne

15/06/2011

15/06/2012

Oostenrijk

26/05/1999

26/05/2000

Peru

19/06/2008

19/06/2009

Polen

25/06/2001

25/06/2002

Portugal

25/03/2002

25/03/2003

Russische Federatie

19/07/2013

19/07/2014

Slovakije

03/06/1998

03/06/1999

Spanje

22/05/1997

05/06/1998

Tsjechische Rep.

09/10/2000

09/10/2001

Verenigde Staten

09/02/2001

09/02/2002

Zambia

04/01/1999

04/01/2000

Zimbabwe

09/04/2003

09/04/2004

Zuid-Afrika

09/06/2000

09/06/2001

Zweden

09/06/1997

09/06/1998

^