Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 26 april 2019

Verslag over de werking van de centrale voor kredieten aan particulieren. - Jaar 2018 1. Overzicht van de gere(...) 1.1. Inhoud van het bestand De Centrale voor kredieten aan particulieren, die werd opgericht in (...)

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2019011966
pub.
26/04/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


Verslag over de werking van de centrale voor kredieten aan particulieren. - Jaar 2018 (Opgesteld door de Nationale Bank van België overeenkomstig de bepalingen van artikel VII.157 van het Wetboek van economisch recht) 1. Overzicht van de geregistreerde inlichtingen 1.1. Inhoud van het bestand De Centrale voor kredieten aan particulieren, die werd opgericht in het kader van het beleid ter voorkoming van overmatige schuldenlast, registreert alle overeenkomsten inzake consumentenkredieten en hypothecaire kredieten die door natuurlijke personen om privé-doeleinden worden afgesloten, evenals de eventuele betalingsachterstanden die eruit voortvloeien.

Daarnaast worden ook de berichten van collectieve schuldenregeling in de Centrale geregistreerd.

De kredietgevers moeten de Centrale verplicht raadplegen alvorens een krediet toe te kennen en krijgen op die manier een vollediger beeld van de financiële verbintenissen en de kredietwaardigheid van de potentiële kredietnemers.

Eind 2018 bevatte het bestand van de Centrale gegevens over 6 270 641 personen en 11 136 334 kredietovereenkomsten.

Er stonden respectievelijk 354 879 wanbetalers en 521 878 achterstallige kredietovereenkomsten geregistreerd. Het totale achterstallige bedrag bedroeg 2,8 miljard EUR, hetzij gemiddeld 3 259 EUR per consumentenkrediet en 41 359 EUR per hypothecair krediet. 1.2. Evolutie van het aantal geregistreerde contracten en personen De evolutie van het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten en personen kan als volgt worden samengevat (toestand op het einde van het jaar) :

Contrats/Contracten

Personnes/Personen

Total/Totaal

dont défaillants

Total/Totaal

dont avec

waarvan

contrats défaillants

achterstallig

waarvan met

achterstallige contracten

2014

11 325 503

522 840

6 226 566

350 635

2015

11 248 748

547 515

6 231 065

364 385

2016

11 299 140

555 936

6 256 394

370 701

2017

11 246 316

541 114

6 263 062

363 573

2018

11 136 334

521 878

6 270 641

354 879


In de loop van het jaar werden 1 435 130 nieuwe kredietovereenkomsten geregistreerd. Het aantal nieuwe hypothecaire kredieten is met 4,9 % afgenomen tegenover 2017. Ook het aantal nieuwe kredietopeningen valt terug en dit voor het vijfde opeenvolgende jaar (- 5,4 %). Het aantal nieuwe verkopen op afbetaling daalt met 12,6 %. Bij de leningen op afbetaling wordt daarentegen een belangrijke toename vastgesteld (+ 9,9 %).

In 2018 werden 132 716 nieuwe betalings-achterstanden in de Centrale geregistreerd. Voor 123 584 kredieten (- 9,4 % in vergelijking met 2017) was het de eerste keer dat er een wanbetaling werd gemeld.De daling doet zich voor bij zowel de verkopen op afbetaling (- 44,0 %), de kredietopeningen (- 9,4 %) als de leningen op afbetaling (- 4,2 %).

Bij de hypothecaire kredieten is er een toename, die echter uitsluitend het gevolg is van een technische correctie, waarbij het noodzakelijk was om voor een aantal kredieten opnieuw een betalingsachterstand te registreren, onmiddellijk gevolgd door een regularisatie. Wanneer deze "nieuwe" betalingsachterstanden buiten beschouwing worden gelaten, is er ook bij de hypothecaire kredieten een daling met 0,4 %.

Het aantal openstaande betalingsachterstanden neemt voor het tweede opeenvolgende jaar af. Eind 2018 staan er 521 878 wanbetalingen geregistreerd, hetgeen overeenkomt met een daling van 3,6 % tegenover 2017. Deze positieve evolutie doet zich voor bij zowel de verkopen op afbetaling (- 8,2 %), de hypothecaire kredieten (- 4,9 %), de kredietopeningen (- 3,6 %) als de leningen op afbetaling (- 2,0 %). Een gedetailleerde verdeling van het aantal personen volgens het aantal geregistreerde kredietovereenkomsten wordt in de volgende tabellen weergegeven :

Tous les contrats

Alle contracten

Nombre de personnes enregistrées pour

Aantal personen geregistreerd voor

2017

%

2018

%

1 contrat/contract

2 275 320

36,3

2 300 642

36,7

2 contrats/contracten

1 533 943

24,5

1 545 643

24,6

3 contrats/contracten

1 037 344

16,6

1 033 558

16,5

4 contrats/contracten

644 129

10,3

636 460

10,1

5 contrats ou plus/contracten of meer

772 326

12,3

754 338

12,0

Contrats défaillants

Achterstallige contracten

Nombre de personnes enregistrées pour

Aantal personen geregistreerd voor

2017

%

2018

%

1 contrat défaillant/achterstallig contract

217 376

59,8

216 532

61,0

2 contrats défaillants/ achterstallige contracten

79 089

21,8

76 074

21,4

3 contrats défaillants/ achterstallige contracten

36 789

10,1

34 425

9,7

4 contrats défaillants/ achterstallige contracten

16 983

4,7

15 726

4,4

5 contrats défaillants ou plus/achterstallige contracten of meer

13 336

3,7

12 122

3,4


1.3. Evolutie van het aantal bijwerkingen In 2018 heeft de Centrale ongeveer 5 miljoen bijwerkingen verwerkt. In 1,4 miljoen gevallen ging het om de registratie van een nieuwe kredietovereenkomst. De bijwerkingen werden uitgevoerd door ongeveer 250 deelnemers. 1.4. Collectieve schuldenregelingen Personen die geconfronteerd worden met overmatige schuldenlast of ernstige financiële moeilijkheden kunnen beroep doen op de procedure van collectieve schuldenregeling. In dat kader werd de Centrale voor kredieten aan particulieren er door de wetgever mee belast bepaalde gegevens met betrekking tot deze regelingen te centraliseren. Naast de identificatiegegevens van de persoon die de regeling geniet, registreert de Centrale ook de datums van de belangrijkste stappen in de procedure zoals bijvoorbeeld de datum van de beslissing van toelaatbaarheid van de collectieve schuldenregeling en de begin en einddatum van de aanzuiveringsregeling. De inlichtingen worden meegedeeld door de arbeidsrechtbanken en de schuldbemiddelaars, via het Centraal bestand van berichten van beslag, delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest.

De arbeidsrechtbanken hebben het voorbije jaar 12 458 nieuwe aanvragen tot collectieve schuldenregeling toelaatbaar verklaard, een daling met 13,7 % in vergelijking met 2017.

Op het einde van het jaar staan in de Centrale 89 034 lopende procedures geregistreerd (- 4,8 %), waarvan 48 014 met een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling (54,0 %). Daarnaast zijn er eveneens 41 020 berichten van toelaatbaarheid geregistreerd waarvoor de rechtbanken aan de Centrale nog geen melding hebben gedaan dat een aanzuiveringsregeling werd afgesloten (46,1 %). Het gegeven dat een meerderheid van de berichten van toelaatbaarheid zonder gevolg blijft in het bestand, betekent niet noodzakelijk dat ze niet leiden tot een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling. In meer dan de helft van de gevallen gaat het immers om recente dossiers uit 2017 of 2018, waarvoor het normaal is dat nog geen regeling werd overeengekomen.

Naarmate de datum van de beslissing echter meer in het verleden ligt, kan verondersteld worden dat ofwel geen aanzuiveringsregeling bereikt is maar de procedure toch niet werd afgesloten, ofwel de bereikte aanzuiveringsregeling niet gemeld werd door de rechtbank en/of schuldbemiddelaar. In beide gevallen is de impact van deze onvolledige registratie voor de consument zeer ingrijpend. Aangezien de collectieve schuldenregeling immers pas uit de Centrale verdwijnt na afloop van de aanzuiveringsregeling, betekent dit dat bij het ontbreken van informatie hierover, de consument toch vermeld blijft, zelfs indien zijn aanzuiveringsregeling in werkelijkheid reeds beëindigd zou zijn. Op dat ogenblik voldoet de registratie niet langer aan de wettelijke voorwaarden. Bovendien loopt de consument het risico dat hem de toegang tot krediet ontzegd blijft.

Ten slotte dient opgemerkt te worden dat de problematiek van de overmatige schuldenlast zich niet beperkt tot het krediet : 31,6 % van de personen doet een beroep op de procedure van collectieve schuldenregeling zonder met een achterstallige kredietovereenkomst geregistreerd te zijn. Consumenten kampen immers vaak ook met andere betalingsmoeilijkheden, zoals bijvoorbeeld schulden met betrekking tot gezondheidszorg, energiefacturen, telefoon, huur of fiscale schulden. 2. Aantal raadplegingen De kredietgevers zijn wettelijk verplicht het bestand van de Centrale te raadplegen vóór de toekenning van een krediet dat valt onder het toepassingsgebied van artikel VII.148 van het Wetboek van economisch recht. De evolutie van het aantal individuele raadplegingen, het percentage antwoorden dat personen betreft die geregistreerd zijn zonder betalingsachterstand en het percentage antwoorden dat personen betreft die geregistreerd zijn met een betalingsachterstand, worden opgenomen in volgende tabel :

Nombre de consultations individuelles

Personnes non enregistrées

Personnes sans défaut de paiement

Personnes avec défaut de paiement

Aantal individuele raadplegingen

Niet geregistreerde personen

Personen zonder achterstand

Personen met achterstand

(%)

(%)

(%)

2014

7 899 170

17,8

76,0

6,2

2015

8 754 577

17,1

76,7

6,2

2016

8 426 567

18,4

74,9

6,6

2017

7 769 188

19,7

74,2

6,1

2018

8 237 863

20,3

73,8

5,9


Het gemiddeld aantal individuele raadplegingen per werkdag bedroeg 31 055.

Daarnaast kan de Centrale ook geraadpleegd worden in het kader van het beheer van lopende kredieten of in het kader van de toekenning en het beheer van betalingsmiddelen. In 2018 werden met dit doel 8 407 574 gegroepeerde raadplegingen uitgevoerd. 3. Ontvangsten en werkingskosten van de Centrale Krachtens artikel VII.155 van het Wetboek van economisch recht, is de Nationale Bank van België gemachtigd de kosten die zij maakt voor de werking van de Centrale, te recupereren bij de kredietgevers.

De ontvangsten en werkingskosten voor boekjaar 2018 kunnen als volgt worden samengevat : Omzet 4 678 893 EUR Werkingskosten Personeel 1 273 489 EUR Informatica 1 095 905 EUR Andere werkingskosten 1 298 148 EUR Toegang tot het Rijksregister 339 849 EUR ____________ 4 007 391 EUR Resultaat 671 502 EUR Het boekjaar 2018 wordt afgesloten met een overschot van 671 502 EUR, dat toekomt aan de deelnemers. 4. Inzagerecht en recht op rechtzetting Overeenkomstig de wettelijke bepalingen wordt de geregistreerde persoon automatisch en schriftelijk verwittigd wanneer hij voor de eerste keer met een betalingsachterstand geregistreerd wordt in de Centrale.In de loop van 2018 werden in die context 88 633 brieven verstuurd.

Het aantal aanvragen tot inzage is in 2018 met 5,6 % gestegen tot 339 826. Eind 2018 gebeurt 76,4 % van alle aanvragen via internet.Het aandeel van de schriftelijke aanvragen bedroeg 12,0 % en in 11,6 % van de gevallen hebben de personen zich rechtstreeks gewend tot de loketten van de Nationale Bank van België.

In geval van betwisting van de op zijn naam geregistreerde gegevens kan de persoon beroep doen op de diensten van de Centrale, die contact zal opnemen met de kredietgever die de melding gedaan heeft, teneinde het dossier opnieuw te onderzoeken. In voorkomend geval wordt het bestaan van een betwisting toegevoegd aan het bestand en meegedeeld aan de kredietgevers naar aanleiding van een eventuele raadpleging. 5. Statistisch verslag In het kader van de problematiek van de overmatige schuldenlast vragen verschillende instellingen en instanties regelmatig aan de Nationale Bank van België allerhande informatie betreffende het aantal en de evolutie van de in de Centrale geregistreerde personen en contracten. Om aan deze vraag te voldoen, publiceert de Nationale Bank van België een serie kerncijfers en statistieken die maandelijks worden geactualiseerd. Daarnaast publiceert ze tevens een jaarlijks statistisch verslag. Al deze documenten kunnen op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be) worden geraadpleegd.

^