Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 21 september 2017

Rentenfonds Verslag over de vereffeningsoperaties van het Rentenfonds, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 3, 5° van het koninklijk besluit van 21 juli 2017 betreffende de vereffening van het Rentenfonds Dit verslag bevat de vereffeningsope Bij het koninklijk besluit van 21 juli 2017 betreffende de vereffening van het Rentenfonds, dat in (...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2017031148
pub.
21/09/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Rentenfonds Verslag over de vereffeningsoperaties van het Rentenfonds, bekendgemaakt overeenkomstig artikel 3, 5° van het koninklijk besluit van 21 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2017 pub. 28/08/2017 numac 2017013008 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de vereffening van het Rentenfonds sluiten betreffende de vereffening van het Rentenfonds Dit verslag bevat de vereffeningsoperaties van het Rentenfonds zoals zij ter controle aan het Rekenhof zijn voorgelegd. Dat fonds werd opgeheven bij de wet van 25 oktober 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/10/2016 pub. 16/11/2016 numac 2016003379 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld en opheffing van het Rentenfonds type wet prom. 25/10/2016 pub. 13/02/2017 numac 2017010551 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld en opheffing van het Rentenfonds. - Duitse vertaling sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap van de Schuld en opheffing van het Rentenfonds, die op 16 november 2016 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd en op 1 januari 2017 in werking trad.

Bij het koninklijk besluit van 21 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2017 pub. 28/08/2017 numac 2017013008 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de vereffening van het Rentenfonds sluiten betreffende de vereffening van het Rentenfonds, dat in het Belgisch Staatsblad van 28 augustus 2017 is verschenen, werden de leden van het Comité van het Rentenfonds in artikel 2 aangesteld tot vereffenaars. 1. VOORNAAMSTE BALANSPOSTEN VAN HET RENTENFONDS 1.1. ACTIVA 1.1.1. Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen werd naar de Belgische Staat overgeheveld tegen de nominale waarde, namelijk € 94,3 miljoen, met de bedoeling om ze te delgen. Voordien had het Fonds in 2016 de lineaire obligaties en de gesplitste leningen (« strips ») die het nog bezat in de markt verkocht. Eind 2016 bleven dus nog enkel staatsbons in portefeuille. Aangezien de boekwaarde en de verworven rente hoger lagen dan de nominale waarde, werd een transactieresultaat (verlies) van € 0,9 miljoen opgetekend. 1.1.2. Voorschotten aan de Belgische Staat De voorschotten aan de Belgische Staat werden op 2 januari 2017 terugbetaald. Ze beliepen aan het einde van het jaar € 57,1 miljoen.

Het bedrag werd op de rekening-courant van het Rentenfonds gestort. 1.1.3. Tegoed in rekening-courant Het bedrag van de terugbetaling van de voorschotten aan de Belgische Staat werd op de rekening-courant van het Fonds overgemaakt.

Overeenkomstig artikel 3, 1° van het koninklijk besluit van vereffening, werd op 2 januari 2017 een eerste storting van € 56 miljoen aan de Staat verricht. Na de betaling van alle lopende facturen met betrekking tot het jaar 2016 vond op 1 februari 2017 een laatste betaling van € 0,8 miljoen aan de Staat plaats (artikel 3, 4° en 6° van het koninklijk besluit van vereffening). 1.1.4. Overige activa In totaal werd er meer dan € 151 miljoen aan de Belgische Staat teruggestort.

Dit bedrag omvat de € 94,3 miljoen die resulteert uit de overheveling van de portefeuille overheidsfondsen en een in contanten betaald bedrag van € 56,8 miljoen. 1.2. PASSIVA 1.2.1. Dotatie van de Schatkist De dotatie van de Schatkist, die initieel bedoeld was om de activiteiten van het Rentenfonds te financieren, vormt de tegenwaarde van een deel van de door het Fonds opgebouwde activa. 1.2.2. Reserve De reserve, die is opgebouwd met stortingen van de behaalde nettowinst ten belope van maximaal 3 % van de dotatie, bedroeg einde 2016 € 82 miljoen, waarvan € 0,7 miljoen aan de reserve diende te worden onttrokken omdat door de vereffening van het Rentenfonds een even groot negatief resultaat ontstond. 1.2.3. Overige passiva De post Overige passiva die hoofdzakelijk de gedurende het volgende jaar betaalde bezoldigingen en sociale lasten omvat, werd in januari 2017 afgesloten. Die post bedroeg eind 2016 € 0,4 miljoen. 2. RESULTATEN 2.1. Renteresultaten De renteresultaten bestaan uit, enerzijds, de verworven bruto-interesten en, anderzijds, het verschil tussen de boekwaarde van de effecten, die dagelijks op basis van hun gemiddelde actuariële rendement wordt herberekend, en hun vorige gemiddelde boekwaarde. De waarderingsverschillen met de vorige inventariswaarde worden ook in de renteresultaten opgenomen.

De renteresultaten bleven gedurende de vereffeningsperiode beperkt tot € 5.000, doordat de portefeuille overheidsfondsen op 2 januari 2017 naar de Belgische Staat werd overgeheveld. 2.2. Transactieresultaten De transactieresultaten omvatten de verschillen tussen, enerzijds, de opbrengst van de tijdens de vereffeningsperiode verkochte effecten en, anderzijds, de gemiddelde boekwaarde van die effecten.

Het Rentenfonds heeft de portefeuille overheidsfondsen naar de Staat overgeheveld tegen zijn nominale waarde, die lager uitviel dan de boekwaarde van die effecten en de verworven rente aan het einde van het jaar. Daardoor werd er een negatief transactieresultaat van € 922.000 geboekt. 2.3. Terugneming van de voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Aangezien het personeel van het Rentenfonds naar het Federaal Agentschap van de Schuld werd overgeheveld, had de voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen geen bestaansreden meer. Ze werd dus voor € 220.000 in resultaat teruggenomen. 2.4. Intresten op voorschotten aan de Belgische Staat Ingevolge de overeenkomst van 1 juli 1994 tussen de Belgische Staat en het Rentenfonds betreffende de financiering door de Staat van de activiteiten van het Rentenfonds, stelt het Fonds zijn liquiditeitsoverschotten tegen het Eonia-rentetarief ter beschikking van de Belgische Staat.

Het monetair beleid van de Europese Centrale Bank resulteerde in negatieve interesten ten belope van € 1.000 tussen het einde van het jaar en de terugbetaling van de voorschotten op 2 januari 2017. 2.5. Algemene administratieve kosten De algemene administratieve kosten bestaan uit bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, en andere administratieve kosten.

Het Rentenfonds verleent, overeenkomstig artikel 2, 2° van zijn organieke wet, technische bijstand op het vlak van het benodigde menselijke potentieel voor de activiteiten van het in de Algemene Administratie van de Thesaurie opgericht Agentschap van de Schuld.

Aangezien het personeel van het Rentenfonds op 1 januari 2017 naar het Federaal Agentschap van de Schuld werd overgeheveld, werden tijdens de vereffeningsperiode geen daarmee samenhangende bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen uitbetaald.

De andere administratieve kosten omvatten de negatieve interesten op de tegoeden in rekening-courant. De andere administratieve kosten bleven beperkt tijdens de vereffeningsperiode aangezien het grootste deel van de stortingen aan de Staat op 2 januari 2017 plaatsvond. 2.6. Nettoresultaat van het boekjaar De vereffeningsperiode werd afgesloten met een te bestemmen nettoverlies van € 698.000. Dit verlies vloeit voor uit de transactieresultaten ten belope van € 922.000 en uit interesten op voorschotten verstrekt aan de Staat voor € 1.000, na aftrek van de terugneming van de voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen ten bedrage van € 220.000 en van de renteresultaten van de portefeuille overheidsfondsen ten belope van € 5.000.

Dit verlies werd aan de door het Fonds opgebouwde reserves onttrokken.

Verklarende bijlage BALANS Activa Voorschotten aan de Belgische Staat Als het Rentenfonds overtollige liquiditeiten beschikbaar heeft, worden die aan de Belgische Staat uitgeleend in de vorm van voorschotten. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. Tot 30 november 2014 werd de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank aangerekend. Vanaf 1 december 2014 is de aangerekende rentevoet het Eonia-rentetarief (Euro OverNight Index Average) die door Euro Money Markets Institute (EMMI) gepubliceerd wordt. In het geval dat de publicatie van Eonia wordt stopgezet, zal een marktrente die het nauwst bij deze laatste rente aansluit toegepast worden.

Portefeuille overheidsfondsen De portefeuille overheidsfondsen bestaat hoofdzakelijk uit de staatsleningen die door het Rentenfonds worden gebruikt, hetzij voor de regulering van de fixingmarkt hetzij om effecten te lenen aan de liquiditeitsverschaffer op de doorlopende markt.

De portefeuille wordt gewaardeerd volgens de principes van een beleggingsportefeuille van kredietinstellingen. Bij aankoop worden de effecten geboekt tegen de aanschaffingsprijs. Naderhand worden zij geëvalueerd op basis van hun gemiddeld actuarieel rendement bij aankoop. Indien de boekwaarde van een lening echter boven haar beurswaarde uitkomt, wordt het verschil geboekt als waardevermindering teneinde die boekwaarde in overeenstemming te brengen met de beurswaarde. Wanneer deze waardeverminderingen afnemen of verdwijnen in het volgende boekjaar, vindt een terugneming van de provisie plaats. Indien de boekwaarde van de lening daarentegen lager uitvalt dan haar beurswaarde, dan wordt volgens het voorzichtigheidsbeginsel geen meerwaarde geregistreerd in de resultatenrekening.

Overige activa Deze post omvat de aan de Belgische Staat teruggestorte bedragen in het kader van de vereffening van het Rentenfonds.

Overlopende rekeningen Deze post omvat voornamelijk de verlopen interesten op overheidsfondsen die maar in de loop van het volgende boekjaar daadwerkelijk kunnen worden geïnd.

Passiva Voorschotten van de Belgische Staat De voorschotten van de Belgische Staat vormen de voornaamste externe financieringsbron van de portefeuille overheidsfondsen. Zij worden voor één bankwerkdag verstrekt en bij hun terugbetaling worden de interesten betaald. Tot 30 november 2014 werd de geldende marginale rentevoet van de basisherfinancieringstransacties (MRO-Marginal Rate) van de Europese Centrale Bank aangerekend. Vanaf 1 december 2014 is de aangerekende rentevoet het Eonia-rentetarief (Euro OverNight Index Average) die door Euro Money Markets Institute (EMMI) gepubliceerd wordt. In het geval dat de publicatie van Eonia wordt stopgezet, zal een marktrente die het nauwst bij deze laatste rente aansluit toegepast worden.

Cessies-retrocessies Deze rekening omvatte de tegenwaarde van de effecten die het Rentenfonds ter beschikking stelt van LCH.Clearnet door middel van cessies-retrocessies van effecten. Dit mechanisme werd ingevoerd om, bij een te late levering van op de beursrentemarkt verkochte effecten, LCH.Clearnet in staat te stellen de transactie op de geplande datum af te wikkelen.

Deel van de winst te storten aan de Belgische Staat Het deel van de winst dat aan de Staat toekomt, is de op de balans vastgestelde nettowinst verminderd met het bedrag dat statutair bij de reserve moet worden gevoegd. Het wordt op 31 maart van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar aan de Schatkist uitgekeerd.

Overige passiva In deze post zijn in hoofdzaak de bezoldigingen en sociale lasten opgenomen betreffende het beschouwde boekjaar die pas gedurende het volgende jaar zullen worden betaald.

Overlopende rekeningen Deze post omvat de nog te betalen interesten op voorschotten van de Belgische Staat.

Voorziening voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Deze voorziening dekt de contractuele verplichtingen met betrekking tot het personeel, die in de loop van een jaar zijn ontstaan maar pas in een volgend boekjaar worden uitgekeerd.

Dotatie van de Schatkist Deze post bevat het bedrag dat door de Schatkist krachtens artikel 9 van de wet van 19 juni 1959 aan het Rentenfonds is toegekend.

Reserve Krachtens artikel 6 van de statuten van het Rentenfonds wordt ieder jaar normaliter een deel van de nettowinst ten belope van maximaal 3 % van de dotatie, hetzij ongeveer € 2 miljoen, bij de reserve gevoegd.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^