Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 20 juni 1998

Verslag van het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut over het jaar 1997 uitgebracht door de Voorzitter in naam van de Raad Kenmerkende feiten van de activiteiten tijdens het jaar Na de afkondiging op 12 december 1996 van de wijzigingen aangebr Het opstellen van deze teksten gebeurde zoals voorheen in nauwe samenwerking met de verantwoordelij(...)

bron
ministerie van financien
numac
1998003288
pub.
20/06/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN FINANCIEN


Verslag van het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut over het jaar 1997 uitgebracht door de Voorzitter in naam van de Raad Kenmerkende feiten van de activiteiten tijdens het jaar Na de afkondiging op 12 december 1996 van de wijzigingen aangebracht aan de wet betreffende het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut en de publicatie van het koninklijk uitvoeringsbesluit van 13 april 1997, heeft het Instituut de eindredactie aangevat van de tekst van de reglementen die de toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten vaststellen van de bepalingen vervat in voornoemde wettelijke teksten.

Het opstellen van deze teksten gebeurde zoals voorheen in nauwe samenwerking met de verantwoordelijke instellingen in het Groothertogdom Luxemburg, te weten de "Service de la Statistique et des Etudes économiques du Grand-Duché de Luxembourg" (Statec) en het "Institut monétaire luxembourgeois", o.m. met het oog op het voltooien van de Luxemburgse versie van de reglementen die zich door enkele bijzonderheden van de Belgische teksten onderscheiden. Tevens werden de belangenverenigingen van de kredietinstellingen van beide landen ten gepaste tijde op de hoogte gebracht en herhaaldelijk geraadpleegd.

Het Instituut heeft zich nu reeds gewijd aan het inlassen in de reglementen van de specifieke procedures die noodzakelijk zullen zijn om te voldoen aan de betalingsbalansbehoeften van het Europees Monetair Instituut, dit ter voorbereiding van de toekomstige Economische en Monetaire Unie (EMU) en het opstarten van de Europese Centrale Bank. Het Instituut heeft tezelfdertijd een evaluatie gemaakt van alle praktische en vormelijke gevolgen op de wijzen van gegevensverstrekking die voortvloeien uit de EMU, en heeft er de noodzakelijke wijzigingen aan aangebracht.

In het raam van de inzameling van basisgegevens die dienstig zijn voor het opstellen van de betalingsbalans, is het Instituut overgegaan tot de tweede jaarlijkse enquête bij ingezetenen betreffende de directe investeringen met het buitenland. In overeenstemming met voornoemde Luxemburgse instellingen werden de vragenlijsten hiertoe vereenvoudigd qua vormgeving en tegelijkertijd vervolledigd qua inhoud. De enquête, die slaat op het boekjaar 1996, was tevens het voorwerp van een intensievere herinneringsprocedure waardoor het responscijfer ronduit bevredigender was.

Op verzoek van het Internationaal Monetair Fonds, is het Instituut in België eveneens voor de eerste maal met een enquête begonnen voor de inzameling van gegevens met betrekking tot beleggingen in effecten uitgegeven door niet-ingezetenen. Deze enquête, verspreid eind 1997, werd gericht tot de financiële sector en tot een staal van niet-financiële ondernemingen, geselecteerd op basis van het volume van hun financiële activa.

De resultaten van beide voornoemde enquêtes moeten toelaten de kwaliteit van de voortgebrachte statistieken te verbeteren door ze te vergelijken met de gegevens ingezameld door het Instituut via het collectesysteem van de buitenlandse betalingen, deze statistieken te vervolledigen daar waar laatstgenoemd systeem er niet de dekking van verzekert en te beantwoorden aan de statistische verplichtingen inzake obligo's en posities.

Het Instituut heeft eveneens het staal uitgebreid van de ondernemingen die onderworpen zijn aan de enquête betreffende de handelsvorderingen en -schulden om een betere dekking van de impact van de betalingstermijnen op de betalingsbalansstatistieken te waarborgen.

Overeenkomstig de vierpartijenovereenkomst die het Instituut, de Nationale Bank van België, de Statec en het "Institut monétaire luxembourgeois" bindt, werden alle bilaterale werkzaamheden tussen beide lidstaten van de BLEU gecoördineerd door de overleggroep die op 29 september 1997 bijeen kwam : deze overleggroep is overgegaan tot de oprichting van twee technische groepen belast met het vaststellen van een nieuwe procedure voor de uitsplitsing van het totaalbedrag der geïnventariseerde transacties onder de drempel van de vereenvoudigde procedure, respectievelijk met het zich bezinnen over de toekomst van het Instituut en de evolutie van het collectesysteem in de BLEU. De voortzetting, onder de auspiciën van het Instituut, van de samenwerking op methodologisch vlak tussen de instellingen van beide lidstaten van de BLEU, heeft het mogelijk gemaakt bepaalde aspecten van de gegevensinzameling te verfijnen en heeft geleid tot het opstellen van gescheiden lopende rekeningen voor de jaren 1995, 1996 en 1997.

Tenslotte heeft het Instituut, met de hulp van enkele ondernemingen, testen verricht ter voorbereiding van het gebruik van een elektronisch formulier voor de gegevensverstrekking. Het heeft op dit vlak tevens de onderzoeken verder gezet naar het gebruik van teletransmissie en van gestandaardiseerde berichten van het type "Edifact".

Op 31 december 1997 was de Raad van het Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut als volgt samengesteld : Voorzitter : de heer A. Verplaetse, gouverneur van de Nationale Bank van België;

Ondervoorzitter : de heer P. Jaans, directeur-generaal van het "Institut monétaire luxembourgeois";

Leden : de heer R. Reynders, directeur van de Nationale Bank van België; de heer J.-L. Duplat, voorzitter van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen; de heer M.A.G. van Meerhaeghe, emeritus hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent; de heer G. Quaden, directeur van de Nationale Bank van België; de heer J. Guill, directeur van het "Institut monétaire luxembourgeois"; de heer Y. Mersch, directeur van de Schatkist (Luxemburg); de heer G. Brouhns, administrateur-generaal van de Thesaurie;

Regeringscommissaris : de heer B. Guiot, auditeur-generaal bij het Bestuur der Thesaurie;

Secretaris : de heer B. Meganck, onderdirecteur, chef van het departement Algemene Statistiek van de Nationale Bank van België.

^