gepubliceerd op 10 januari 2024
Brusselse Deontologische Commissie Oproep tot kandidaten voor tien vacante mandaten Met toepassing van artikel 7 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 dece Krachtens artikel 8, § 2, van dezelfde gezamenlijke ordonnantie is de Commissie als volgt same(...)
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT
Brusselse Deontologische Commissie Oproep tot kandidaten voor tien vacante mandaten Met toepassing van artikel 7 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 houdende de oprichting van een Brusselse Deontologische Commissie, gewijzigd door de gezamenlijke ordonnanties van 16 mei 2019 en 20 juli 2023, dient het Brussels Hoofdstedelijk Parlement over te gaan tot de benoeming van de tien leden van de bovenvermelde Commissie.
Krachtens artikel 8, § 2, van dezelfde gezamenlijke ordonnantie is de Commissie als volgt samengesteld: - vijf deskundigen die worden gekozen uit de magistratuur of hoogleraren (met een minimum van twee magistraten), waarvan minstens één Nederlandstalige en één Franstalige; - drie gewezen openbare mandatarissen en twee gewezen leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, waaronder ten minste één Nederlandstalige.
De mandaten worden toegekend voor een periode van vijf jaar, eenmaal hernieuwbaar.
Overeenkomstig artikelen 4 tot 6 van dezelfde gezamenlijke ordonnantie, heeft de Commissie als taak om advies te geven over kwesties aangaande deontologie, ethiek of belangenconflicten. Ze stelt een ontwerp van code op die regels daaromtrent bevat. De Commissie heeft ook een sanctiebevoegdheid ten opzichte van de Brusselse openbare mandatarissen die de bepalingen inzake transparantie van de bezoldigingen en voordelen niet naleven.
Luidens artikel 8 van dezelfde gezamenlijke ordonnantie moet de kandidaat, om door de Commissie te kunnen worden benoemd, ten minste aan één van de volgende voorwaarden voldoen : 1. in België gedurende ten minste drie jaar de functie te hebben uitgeoefend hetzij : a) van raadsheer, procureur-generaal, eerste advocaat-generaal of advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie;b) van staatsraad of auditeur of eerste referendaris bij de Raad van State;c) van rechter of referendaris bij het Grondwettelijk Hof;d) van voorzitter, procureur-generaal of raadsheer bij het Hof van Beroep;e) van rechter bij een rechtbank van eerste aanleg;f) van gewoon hoogleraar, buitengewoon hoogleraar, hoogleraar of gastprofessor, docent of lector in de rechten in een Belgische universiteit; en geen enkel openbaar mandaat uitoefenen of hebben uitgeoefend; 2. ten minste gedurende drie jaar lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement zijn geweest en er op het moment van benoeming in de Commissie geen lid meer van zijn;3. op het moment van benoeming in de Commissie ten minste gedurende drie jaar de volgende functies te hebben uitgeoefend, maar niet langer zijn op het moment van benoeming in de Commissie: - openbaar mandataris (burgemeester, schepen, OCMW-voorzitter of lid van het vast bureau van een OCMW, gemeenteraadslid, OCMW-raadslid); - lid van een bestuurs-, beheers- of adviesorgaan van een gewestelijke en/of lokale openbare instelling of openbare bicommunautaire instelling, zoals bepaald in artikel 2 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen; - vertegenwoordiger die door de Regering en/of het Verenigd College wordt aangewezen om haar en/of het te vertegenwoordigen in de raad van bestuur van om het even welke structuur met rechtspersoonlijkheid.
Bij de leden aangeduid respectievelijk met toepassing van de bovenvermelde punten 2° en 3° zal minstens een lid afkomstig zijn van de meerderheid en een lid zal afkomstig zijn van de gewestelijke oppositie.
Ten hoogste twee derde van de leden van de Commissie is van hetzelfde geslacht.
Ten minste vijf leden van de Commissie hebben hun woonplaats in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De hoedanigheid van commissielid is onverenigbaar met volgende mandaten: - lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie; - elk openbaar mandataris bedoeld in artikel 2 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen (cfr. punt 3°, eerste streepje hierboven); - lid van een gemeenschaps- of gewestregering, van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie; - lid van de Kamer of van de Senaat; - lid van een gemeenschaps- of gewestparlement; - elk lokaal openbaar mandaat.
De commissieleden ontvangen zitpenningen waarvan het niet-geïndexeerd bedrag wordt vastgelegd op 150 euro bruto. De voorzitter ontvangt dubbele zitpenningen. Het bedrag van de zitpenningen wordt geïndexeerd volgens de loonsverhogingscoëfficiënt.
De kandidaturen dienen uiterlijk op donderdag 15 februari 2024 om 12.00 uur ingediend te worden bij ter post aangetekende brief gericht aan het : Brussels Hoofdstedelijk Parlement De heer Rachid Madrane Voorzitter 1005 Brussel of tijdens de kantooruren worden ingediend tegen ontvangstbewijs op de griffie van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (Eikstraat 22, 1000 Brussel).
Bij de kandidaturen dienen de volgende stukken te worden gevoegd : - een curriculum vitae; - een bewijs dat voldaan is aan de benoemingsvoorwaarden van de punten 1°, 2° of 3° van artikel 8 van de gezamenlijke ordonnantie van 14 december 2017 houdende de oprichting van een Brusselse Deontologische Commissie.
Meer inlichtingen kunnen worden verkregen bij het Secretariaat-generaal van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, tel.: 02/549.62.89, e-mail: oruysschaert@parlement.brussels.
Het spreekt vanzelf dat de kandidaten die zich bij het parlement al kandidaat hebben gesteld naar aanleiding van de vorige oproepen, geen nieuw dossier moeten indienen.