gepubliceerd op 29 december 2020
Rechterlijke Orde. - Erratum In de bekendmaking van het Belgisch Staatsblad van 18 december 2020, pagina 90663, betreffende de vacante plaatsen van directeur en adjunct-directeur bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding, dient punt `3. Uit "De directeur heeft recht op dezelfde wedde als die van eerste advocaat-generaal bij het Hof v(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Erratum In de bekendmaking van het Belgisch Staatsblad van 18 december 2020, pagina 90663, betreffende de vacante plaatsen van directeur en adjunct-directeur bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding, dient punt `3. Uitoefening van de functie', te worden gelezen als volgt: "De directeur heeft recht op dezelfde wedde als die van eerste advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, evenals op de daaraan verbonden verhogingen en voordelen.
Hij oefent zijn functie voltijds uit.
De adjunct-directeur heeft recht op dezelfde wedde als die van procureur-generaal bij het hof van beroep, evenals op de daaraan verbonden verhogingen en voordelen.
Hij oefent zijn functie voltijds uit. Hij moet houder zijn van een universitair diploma van het masterniveau.
De directieleden mogen tijdens hun mandaat geen lid zijn van de Hoge Raad voor de Justitie en zij mogen geen andere beroepswerkzaamheden verrichten. De Raad van Bestuur kan afwijkingen op dit verbod toestaan op voorwaarde dat ze niet beletten de opdracht naar behoren te vervullen.
Uiterlijk zes maanden na zijn aanstelling, op straffe van beëindiging van het mandaat, dient de directeur alsook de adjunct-directeur voor een examencommissie, samengesteld door de gedelegeerde bestuurder van SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid, het bewijs te leveren van de kennis van de andere landstaal dan diegene waarin hij de examens voor zijn universitair diploma heeft afgelegd.
Dit taalexamen omvat een proef over de geschreven passieve kennis van de andere taal en een proef over de passieve en actieve mondelinge kennis van de andere taal.
Worden vrijgesteld van dit examen de kandidaten die geslaagd zijn voor het examen zoals bedoeld bij: - artikel 43quinquies, § 1, derde lid, 43quinquies, § 1, vierde lid, of 66 van de wet van 15 juni 1935Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/1935 pub. 11/10/2011 numac 2011000619 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het gebruik der talen in gerechtszaken Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het gebruik van de talen in gerechtszaken; - artikel 15, § 1, derde en vierde lid, 15, § 2, vijfde lid, 21, § 1, derde lid, 27, tweede en derde lid, 38, § 1, tweede lid, § 2, § 4, § 5, 43, § 3, derde lid, 43, § 4, eerste, derde en vierde lid, 43ter, § 7, eerste lid, 43ter, § 7, vijfde lid, 44, 46, § 1, 46, § 4 of 46, § 5 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, voor zover dit examen geldt voor de uitoefening van de ambten die in het niveau 1/A van het rijkspersoneel gerangschikt zijn of voor gelijkgestelde ambten van de niet tot de rijksbesturen behorende diensten.
De directeur alsook de adjunct-directeur moet beantwoorden aan het door artikel 1 vastgesteld competentieprofiel van het ministerieel besluit van 16 oktober 2019 tot vaststelling van het competentieprofiel van de directieleden van het Instituut voor gerechtelijke opleiding."