gepubliceerd op 10 oktober 2014
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen . - Vacature van werkleider (klasse SW2)van de wetenschappelijke loopbaan. - Vacaturenummer HRM S 1799 (moleculair zootaxonoom) Sommige woorden in de jobomschrijving staan in de mannel(...) 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE INSTELLING. ? Het gaat om een voltijdse betrekking van een s(...)
PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). - Vacature van werkleider (klasse SW2)van de wetenschappelijke loopbaan. - Vacaturenummer HRM S 1799 (moleculair zootaxonoom) Sommige woorden in de jobomschrijving staan in de mannelijke vorm voor een betere leesbaarheid. De functie is zowel voor vrouwen als voor mannen toegankelijk. 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE INSTELLING. ? Het gaat om een voltijdse betrekking van een statutair wetenschappelijk personeelslid. ? Titel en klasse van de wetenschappelijke loopbaan : werkleider (klasse SW2). ? Activiteitengroep van de wetenschappelijke loopbaan waartoe de betrekking behoort : activiteitengroep I "wetenschappelijk onderzoek en experimentele ontwikkeling".
De betrekking zal uitgeoefend worden binnen de operationele directie Taxonomie en Fylogenie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (Vautierstraat 29, 1000 Brussel). 2. TAALREGIME. Deze betrekking is toegankelijk voor kandidaten die kunnen ingedeeld worden bij de Nederlandse of Franse taalrol, bij toepassing van de regels hiertoe bepaald door de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken. 3. FUNCTIECONTEXT. Het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) is een wetenschappelijke instelling van de Belgische Federale Overheid.
Het maakt deel uit van de Programmatorische Federale Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid.
Het ontwikkelt belangrijke onderzoeksactiviteiten op het gebied van natuurwetenschappen, in hoofdzaak gericht op evolutie, diversiteit en ecosystemen. Het beheert de nationale verzamelingen en breidt die uit.
Het voert opdrachten uit in verband met dienstverlening aan overheidsinstellingen, onder andere voor het toepassen van gewestelijke, federale en internationale verdragen en wetgeving. Via het Museum voor Natuurwetenschappen vult het een missie in van sensibilisering op gebied van natuurwetenschappen en milieubescherming.
Het Instituut is opgedeeld in 4 Operationele Directies (OD) : Taxonomie en Fylogenie, Natuurlijk Milieu, Aarde en Geschiedenis van het Leven, en Publiek, een Wetenschappelijke Dienst Patrimonium alsook een Ondersteunde Directie.
De OD Taxonomie en Fylogenie doet wetenschappelijk onderzoek over de biodiversiteit in al haar facetten met het accent op de zoölogie in relatie tot de collecties. De belangrijkste thema's van het onderzoek behandelen evolutionaire kernvragen rond soortvorming, adaptieve radiaties, en global change (invasieve soorten, genetische instandhouding, habitatfragmentatie, pollutie, enz.).
De OD benadert deze vragen op basis van taxonomische beschrijvingen, faunistische inventarissen (met o.a. het beheer van gegevensbanken m.b.t. biodiversiteit), en de ontwikkeling van identificatiemiddelen zoals DNA barcoding. De onderzoeksmethoden omvatten morfometrische, histologische, microscopische, moleculair genetische en statistische technieken.
In samenwerking met de Wetenschappelijke Dienst `Patrimonium' draagt ze bij tot de uitbreiding en het beheer van de collecties en van de gegevensbanken en hun ter beschikkingstelling aan de wetenschappers en/of het publiek.
De OD Taxonomie en Fylogenie omvat vier onderzoeksentiteiten : Vertebraten, Invertebraten Entomologie en het Laboratorium voor Moleculaire Systematiek. 4. INHOUD VAN DE FUNCTIE. 4.1. Doelstellingen van de functie ten aanzien van de opdrachten van de instelling.
De kandidaat/kandidate zal werken in het kader van de OD Taxonomie en Fylogenie. Van de kandidaat wordt verwacht dat hij/zij in het kader van de strategische visie van het Wetenschappelijk Programma Taxonomie en Fylogenie bijdraagt tot het wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot Taxonomie en de evolutie van dieren. 4.2. Resultaatgebieden. 4.2.1. Kernresultaatsgebieden : wetenschappelijk onderzoek (85 % van het tijdsgebruik).
De kandidaat heeft als voornaamste taken ? Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de domeinen van de OD ? Bijdragen tot de wetenschappelijke uitbouw van het Laboratorium voor Moleculaire Systematiek en de toepassing van `Next Generation Sequencing' technieken enepigenetisch onderzoek ? Wetenschappelijke omkadering van studenten en bezoekende vorsers ? Bijdragen tot de aanrijking en de wetenschappelijke exploitatie van deverzamelingen 4.2.2. Bijkomende resultaatsgebieden : wetenschappelijke dienstverlening (15 %van het tijdsgebruik). - Beschrijving van de activiteiten ? Bijdragen tot het beheer en de promotie van de verzamelingen ? Identificeren van specimens en verstrekken van taxonomisch advies ? Bijdragen tot de ontwikkeling en het beheer van de `Distributed European School of Taxonomy' 5. COMPETENTIEPROFIEL. 5.1. Vereiste diploma's en opleidingen.
De kandidaat dient een diploma te bezitten van doctor in een domein met betrekking tot de te begeven functie. De Jury zal beslissen over deze geschiktheid. 5.2. Technische kundigheden (kennis, specialisaties, ervaring(en), ...). 5.2.1. Vereiste competenties, specialiteit(en) en ervaring(en) waaraan de kandidaten dienen te voldoen om weerhouden te worden (toelatingscriteria).
De kandidaat moet een voorafgaande ervaring in verhouding met de beoogde betrekking kunnen aantonen, met name : ? Grondige kennis en ervaring inzake evolutionair onderzoek ? Aantoonbare kennis en praktische ervaring inzake moleculair systematisch onderzoek (DNA sequentiebepaling, microsatelliet DNA, `Next Generation Sequencing', ...) ? Aantoonbare expertise inzake zoölogische taxonomie van een diergroep waarin de kandidaat gespecialiseerd is ? Aantoonbare praktische ervaring inzake het aanleggen, het beheren en het gebruiken van zoölogische verzamelingen 5.2.2. Bijkomende gewenste ervaring(en), kennis en bekwaamheden die tot aanbeveling strekken (bijkomende rangschikkingscriteria).
De hierna vermelde kenmerken geven een toegevoegde waarde : ? Een taxonomische specialisatie in invertebraten ? Ervaring inzake het ontwikkelen en beheren van gegevensbanken ? Kennis van statistiek en programmeren ? Ervaring met de analyse van gedegradeerd DNA ? Kennis van epigenetica ? Ervaring met het identificeren van soorten ? Ervaring met het begeleiden en opleiden van studenten ? Ervaring inzake wetenschapscommunicatie, publiekswerking, `citizenscience' en contact met de media ? Ervaring inzake het verwerven van fondsen 5.2.3. Bijkomende troeven. ? Een goede kennis van het Engels en voldoende beheersing van de tweede landstaal zijn pluspunten. 5.3. Generieke competenties (gedragscompetenties, vaardigheden,...).
Er wordt verwacht van de kandidaat dat hij zich kan integreren binnen de bestaande ploeg, dat hij op zelfstandige wijze kan werken en dat hij het beheer en de verantwoordelijkheid kan nemen voor de al bestaande en toekomstige activiteiten.
De kandidaat moet blijk geven van een geest van synthese en een zin voor innovatie en initiatief.
Hij moet bekwaam zijn om een team te leiden dat samengesteld is uit technische en administratieve personeelsleden, door het definiëren van de prioriteiten, de organisatie van de taken en het motiveren van het personeel, in het bijzonder door hen aan te sturen en door het bevorderen van hun professionele ontwikkeling.
Voor wat de interpersoonlijke relaties betreft, moet hij de geest van servicegericht handelen en adviseren bevorderen. 5.4. Vereisten waaraan moet worden voldaan voor een werving in de klasse SW2. ? Minstens 4 jaar wetenschappelijke ervaring bezitten die als wetenschappelijke anciënniteit kan worden gevaloriseerd in de zin van het statuut (art. 7, § 2 - 3, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021029 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021028 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het geldelijke statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen sluiten tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen). ? Eén of meer relevante verwezenlijkingen in het kader van deze functie. Deze verwezenlijkingen zullen specifiek door de jury geëvalueerd worden op basis van de context en van de voorwaarden vastgesteld onder de rubrieken 4 en 5 hierboven. 6. ARBEIDSVOORWAARDEN. 6.1. Bezoldiging - loopbaan.
De gekozen kandidaat wordt aangeworven als Werkleider (klasse SW2) met de daaraan verbonden weddenschaal SW21.
Minimumbezoldiging (brutobedragen aangepast aan de huidige index, reglementaire toelagen niet inbegrepen) : SW21 (4 jaar anciënniteit) : 55.200,29 per jaar (4.600,02 per maand) De normale tijdsduur van de proefperiode bedraagt één jaar. 7. TOELAATBAARHEIDS- EN DEELNEMINGSVOORWAARDEN. 7.1. De gekozen kandidaat moet op de datum van zijn indiensttreding volgende voorwaarden vervullen : ? Belg zijn of burger van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse Confederatie; ? de burgerlijke en politieke rechten genieten; ? aan de dienstplichtwetten voldaan hebben; ? een gedrag hebben dat beantwoordt aan de eisen van het gesolliciteerd ambt. 7.2. Uiterlijk op de dag waarop de termijn eindigt voor het indienen der kandidaturen, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn : ? houder zijn van het/de vereiste diploma('s) (zie punt 5.1 hierboven); ? voldoen aan de vereiste technische bekwaamheden (zie punt 5.2 hierboven) en deze bewijzen. ? voldoen aan de vereiste generieke competenties (zie punt 5.3. hierboven). ? beantwoorden aan de vereiste algemene competenties (zie punt 5.4 hierboven) 7.3. In de beide hierna vermelde gevallen geldt volgend voorbehoud voor deelname aan de selectieprocedure. 7.3.1. Het vereiste diploma werd behaald in een ander land dan België.
In dit geval zal de voorzitter van de jury van de wetenschappelijke instelling vooraf nagaan of het door de kandidaat voorgelegde diploma kan worden aanvaard bij toepassing van de bepalingen van de Richtlijnen 89/48/EEG of 92/51/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen.
Daarom dient de betrokken kandidaat aan zijn kandidatuur, behalve een kopie van het voorgelegde diploma, volgende bescheiden en inlichtingen toe te voegen, nodig voor bedoeld onderzoek : ? een vertaling van het diploma indien dit niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Nederlands voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol); ? een verklaring waarmee de onderwijsinrichting, die het diploma heeft uitgereikt, volgende inlichtingen verstrekt (voor zover deze inlichtingen niet voorkomen in het diploma zelf) : 1. het aantal studiejaren dat normalerwijze vereist is voor het behalen van het diploma;2. moest een verhandeling worden ingediend voor het behalen van het diploma ? 3.de verworven kennis en bekwaamheden die aan de basis liggen van het uitreiken van bedoeld diploma; ? een vertaling van deze verklaring indien deze niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Nederlands voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol). 7.3.2. Het vereiste diploma werd behaald in een andere taal dan het Nederlands of het Frans. ? De taal waarin de studies werden gedaan, die hebben geleid tot het behalen van het vereiste diploma, bepaalt in principe de taalrol waarbij de kandidaat moet worden ingedeeld bij toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. ? Wanneer een diploma van doctor vereist is, dat werd behaald na verdediging in het openbaar van een proefschrift (of wanneer de kandidaat een dergelijk diploma voorlegt om aan de diplomavereisten te voldoen), wordt de taalrol dan ook bepaald door de taal waarin de studiecyclus werd gevolgd die heeft geleid tot het universitair einddiploma dat toegang gaf tot het doctoraat. ? In de gevallen waarin deze studies werden gedaan in een andere taal dan het Nederlands of het Frans, dient de betrokken kandidaat daarom in het bezit te zijn van een bewijs van taalkennis, afgeleverd door SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, Bischoffsheimlaan 15, 1000 Brussel (tel. : +32-(0)800 505 54; e-mail : taal@selor.be).
Uit dit bewijs moet blijken dat de betrokkene geslaagd is in het taalexamen dat met betrekking tot het vaststellen van het taalregime in de plaats komt van het opgelegdediploma : - taaltest Nederlands - artikel 7, voor een functie van niveau 1/A, indien de kandidaat wenst te worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; - taaltest Frans - artikel 7, voor een functie van niveau 1/A, indien de kandidaat wenst te worden ingedeeld bij de Franse taalrol. 8. BIJKOMENDE INLICHTINGEN. Meer informatie omtrent de inhoud van deze betrekkingen kan worden bekomen bij Mevr. Anouk Schoeters, verantwoordelijke voor de Personeelsdienst van het KBIN (tel. 02-627 42 59; e-mail : Anouk.Schoeters@natuurwetenschappen.be), die zal instaan voor de dispatching. 9. SELECTIEPROCEDURE. ? De jury van de wetenschappelijke instelling bepaalt wie van de kandidaten, die een ontvankelijke kandidatuur hebben ingediend, het meest geschikt worden geacht voor de betrekking (maximum 5 kandidaten kunnen aldus worden geselecteerd). ? Indien de jury het noodzakelijk acht, kan hij de kandidaten vragen om eender welke bijkomende proef af te leggen die de jury bepaalt om hun geschiktheid voor de te begeven functie te beoordelen. ? De kandidaten die aldus in aanmerking worden genomen, zullen vervolgens uitgenodigd worden om voor de jury te verschijnen voor een hoorzitting met het oog op de vaststelling van de rangschikking der kandidaten. ? Deze rangschikking wordt pas definitief nadat ze werd meegedeeld aan de betrokken kandidaten die daarbij de mogelijkheid hebben erover klacht in te dienen en te vragen om door de jury te worden gehoord. 10. SOLLICITATIEPROCEDURE. 10.1. De kandidaturen moeten worden ingediend binnen 30 kalenderdagen volgend op de datum van bekendmaking van deze vacature in het Belgisch Staatsblad.
Ze moeten worden ingediend bij aangetekende brief gericht aan : Stafdienst Personeel & Organisatie, cel "werving en selecties" van de POD Wetenschapsbeleid, Louizalaan 231, 1050 Brussel. 10.2. In de kandidatuur dient uitdrukkelijk te worden gepreciseerd : ? de gesolliciteerde betrekking; ? het correspondentieadres; elke wijziging van dit adres dient onmiddellijk te worden meegedeeld. 10.3. Aan de kandidatuur toe te voegen bescheiden : ? een volledig en waarheidsgetrouw curriculum vitae met een duidelijke omschrijving van de ervaringen en activiteiten relevant ten aanzien van de gevaagde competenties in punt 5.2 tot 5.3; ? indien reeds wetenschappelijke activiteiten werden verricht : attesten om deze te wettigen (attesten afgeleverd door de werkgevers, de autoriteiten die beurzen toekenden, ...); voor meer informatie betreffende de te verstrekken inlichtingen : zie de nota betreffende de toekenning van de wetenschappelijke anciënniteit die kan worden geraadpleegd op de website van de POD Wetenschapsbeleid (www.belspo.be, rubriek "Vacatureberichten"). De nota kan ook via mail aangevraagd worden op het adres selections-selecties@belspo.be; ? een kopie van het/ de vereiste diploma's; ? indien een diploma van doctor, behaald na verdediging in het openbaar van een proefschrift, wordt voorgelegd om te voldoen aan de diplomavereisten, dient bovendien een kopie te worden toegevoegd van het diploma dat werd behaald bij het afsluiten van de studiecyclus welke toegang gaf tot het doctoraat; ? indien deze diploma's, of één ervan, werden uitgereikt in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels dient daarvan bij het voorgelegde dossier tevens een vertaling te worden; ? een lijst van de eventueel gepubliceerde wetenschappelijke werken; ? de bescheiden en inlichtingen hierboven bedoeld onder punt 7.3.1., indien het/ de vereiste diploma(`s), behaald door de kandidaat, werd(en) uitgereikt door een andere dan een Belgische instelling; ? het bewijs van taalkennis bedoeld onder punt 7.3.2., ingeval dit bewijs noodzakelijk is of wanneer de kandidaat wenst dat zijn indeling bij een taalrol gebeurt op basis van dat bewijs. 10.4. Zijn onontvankelijk : de kandidaturen die bovenstaande sollicitatieprocedure niet respecteren.