gepubliceerd op 25 november 2010
Nationale Tuchtraad. - Derde oproep tot de kandidaten leden van de zittende magistratuur, de magistraten van het openbaar ministerie, de griffiers en de secretarissen, teneinde de samenstelling van de Nationale Tuchtraad te hernieuwen Het Belgis Die oproepen werden gedaan ter uitvoering van artikel 409 van het Gerechtelijk Wetboek en van het k(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Nationale Tuchtraad. - Derde oproep tot de kandidaten leden van de zittende magistratuur, de magistraten van het openbaar ministerie, de griffiers en de secretarissen, teneinde de samenstelling van de Nationale Tuchtraad te hernieuwen Het Belgisch Staatsblad van 18 januari 2010 en 25 mei 2010 heeft twee oproepen tot kandidaten bekend gemaakt voor de hernieuwing van de leden van de Nationale Tuchtraad die behoren tot de Rechterlijke Orde, dit zijn de leden van de zittende magistratuur, de magistraten van het openbaar ministerie, de griffiers en secretarissen, wier mandaat overeenkomstig artikel 33 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en de intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de rechterlijke orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek, op 13 februari 2011 een einde neemt.
Die oproepen werden gedaan ter uitvoering van artikel 409 van het Gerechtelijk Wetboek en van het koninklijk besluit van 18 maart 2003 tot vaststelling van het aantal plaatsvervangers en van de regels die gelden bij de vervanging van de vaste leden van de Nationale Tuchtraad, tot bepaling van de wijze van de verkiezingen, van de loting en van de aanwijzingen, alsmede van het aantal bij loting aan te wijzen leden en tot vaststelling van de datum van gedeeltelijke inwerkingtreding van artikel 9 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek (hierna het koninklijk besluit van 18 maart 2003).
De Nationale Tuchtraad is ten aanzien van de magistraten, van de referendarissen bij het Hof van Cassatie en van het gerechtspersoneel bevoegd voor het onderzoeken van feiten die in aanmerking komen om te worden gestraft met een zware tuchtstraf en het uitbrengen van een niet bindend advies over de in dat geval op te leggen straf.
De Nationale Tuchtraad bestaat uit een Nederlandstalige kamer en uit een Franstalige kamer.
Elke kamer van de Nationale Tuchtraad is samengesteld uit 7 vaste leden. Al naargelang het geval betreft het 3 leden van de zittende magistratuur, 2 magistraten van het openbaar ministerie en 2 advocaten of universiteitsprofessoren die het recht doceren, ofwel 2 leden van de zittende magistratuur, 1 magistraat van het openbaar ministerie, een griffier, een secretaris en 2 advocaten of universiteitsprofessoren die het recht doceren.
Wat de magistraten van de zetel en van het openbaar ministerie alsmede de griffiers en de secretarissen betreft, stelt het koninklijk besluit van 18 maart 2003 het maximum aantal plaatsvervangers per kamer vast als volgt : - zes leden van de zittende magistratuur; - vier magistraten van het openbaar ministerie; - twee griffiers; - twee secretarissen.
De leden van de zittende magistratuur, de magistraten van het openbaar ministerie, de griffiers en de secretarissen worden aangewezen voor een periode van vier jaar.
De personen aanwezig tijdens de loting die plaatsvond op 10 november 2010 en waarvan het proces-verbaal bekendgemaakt werd in het Belgisch Staatsblad van 24 november 2010, hebben moeten vaststellen dat bij gebrek aan kandidaten, in de Nederlandstalige kamer, voor de magistraten van het openbaar ministerie het vierde plaatsvervangend lid en in de Franstalige kamer voor de leden van de zittende magistratuur, het derde, vierde, vijfde en zesde plaatsvervangende lid, voor de magistraten van het openbaar ministerie het derde en het vierde plaatsvervangende lid en voor de secretarissen het tweede plaatsvervangende lid niet konden worden uitgeloot.
Overeenkomstig artikel 24, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 18 maart 2003, zal tot een nieuwe oproep tot kandidaten worden overgegaan voor de volgende categorieën leden van de Nationale Tuchtraad : Nederlandstalige kamer : - het vierde plaatsvervangend lid van de magistraten van het openbaar ministerie.
Franstalige kamer : - het derde, vierde, vijfde en zesde plaatsvervangend lid van de zittende magistratuur; - het derde en vierde plaatsvervangend lid van de magistraten van het openbaar ministerie; - het tweede plaatsvervangend lid van de secretarissen.
Men kan zich kandidaat stellen op voorwaarde dat men geen tuchtstraf heeft opgelopen en men, al naar gelang het geval, sedert ten minste tien jaar het ambt van lid van de zittende magistratuur, magistraat van het openbaar ministerie, griffier of secretaris, uitoefent.
Het lidmaatschap van de Nationale Tuchtraad is onverenigbaar met de uitoefening van een politiek mandaat en met de hoedanigheid van lid van de Hoge Raad voor de Justitie.
De kandidaturen moeten binnen een termijn 30 dagen na de bekendmaking van deze oproep bij ter post aangetekende brief worden verzonden : - voor de leden van de zittende magistratuur en de magistraten van het openbaar ministerie, naargelang van het geval, aan de voorzitter van de algemene vergadering of van de korpsvergadering; - voor de secretarissen aan de Minister van Justitie.
Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst modernisering en juridische ondersteuning, Waterloolaan 115, 1000 Brussel.
De processen-verbaal van verkiezing (magistraten van de zetel en van het openbaar ministerie) en van aanwijzing (griffiers en secretarissen) moeten, naargelang van het geval, ten laatste op 22 februari 2011(verkiezingen) of op 4 maart 2011 (aanwijzing door de minister) bij gewone post aan het volgende adres opgestuurd worden : Nationale Tuchtraad, secretariaat, griffie van het Hof van Cassatie, Poelartplein 1, 1000 Brussel.
Een loting, georganiseerd door de voorzitter van elke kamer van de Nationale Tuchtraad, zal later bepalen wie van de leden van de zittende magistratuur, de magistraten van het openbaar ministerie en de secretarissen als plaatsvervanger zal zetelen in de Nationale Tuchtraad.