gepubliceerd op 06 juli 2010
Derde oproep tot kandidaten voor de bestuurlijke Commissie door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens De wet van 4 februari 2010 betreffende d Geïnteresseerden worden op de hoogte gebracht van het feit dat de bovenvermelde bestuurlijke Commis(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
Derde oproep tot kandidaten voor de bestuurlijke Commissie door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens De wet van 4 februari 2010 betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Belgisch Staatsblad van 10 maart 2010) heeft, bij artikel 17 dat een artikel 43/1 invoegt bij de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, een bestuurlijke commissie opgericht die belast zal zijn met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om de informatie te verzamelen die nodig is om hun opdrachten uit te voeren.
Geïnteresseerden worden op de hoogte gebracht van het feit dat de bovenvermelde bestuurlijke Commissie moet bestaan uit drie magistraten in de hoedanigheid van effectief lid en drie magistraten in de hoedanigheid van plaatsvervangend lid. Een effectief lid moet de hoedanigheid van magistraat van het openbaar ministerie hebben; de twee andere effectieve leden moeten de hoedanigheid hebben van rechter, waarvan één die van onderzoeksrechter.
De plaatsvervangende leden moeten dezelfde hoedanigheid en dezelfde taalrol hebben als het effectief lid die ze dienen te vervangen. Het voorzitterschap van de bestuurlijke Commissie zal verzekerd worden door het effectieve lid (of zijn plaatsvervanger indien nodig) die de hoedanigheid heeft van onderzoeksrechter : deze moet voldoende kennis van het Frans en het Nederlands hebben; de twee andere effectieve leden en plaatsvervangers moeten een andere taalrol hebben.
Opdrachten van de Commissie De bestuurlijke Commissie, belast met het toezicht op de specifieke en uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten voert haar toezichtopdracht uit in alle onafhankelijkheid.
De Commissie krijgt betekening van de geschreven en gemotiveerde beslissingen van de leidinggevenden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten vooraleer een specifieke methode aan te wenden en geeft gelijkluidend advies over hun voorstellen tot toelating om gebruik te maken van een uitzonderlijke methode voor het verzamelen van gegevens. In geval van negatief advies, zal de betrokken dienst geen gebruik mogen maken van de uitzonderlijke methode voor het verzamelen van gegevens.
De leden van de Commissie mogen op elk moment de wettelijkheid van de gebruikte methodes controleren en nagaan of de subsidiariteit- en proportionaliteitsprincipes worden nageleefd.
Zij hebben te allen tijde toegang tot de ruimtes waar de gegevens over specifieke methodes worden ontvangen of bewaard, zij kunnen de nuttige stukken in beslag nemen en de dienstleden ondervragen.
De Commissie verbiedt de inlichtingen- en veiligheidsdiensten het gebruik van de gegevens die ze verworven hebben in omstandigheden die de geldende wettelijke bepalingen niet respecteren en schorst de methode die gebruikt wordt indien deze nog lopende is.
De commissie stopt de uitzonderlijke methode tot het verzamelen van gegevens indien ze vaststelt dat de bedreiging verdwenen is of als de uitzonderlijke methode niet meer bruikbaar lijkt voor het doel waarvoor ze oorspronkelijk werd aangewend.
De Commissie brengt het Vast Comité R - dat door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten belast is met het toezicht a posteriori op de specifieke en uitzonderlijke methodes voor het verzamelen van gegevens - op de hoogte van de aanvragen tot toelating die door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten worden ingediend, evenals van al haar beslissingen en adviezen ter zake.
Haar taken worden in het bijzonder omschreven in de artikelen 13/1, § 2, 13/2, 18/2, § 3, 18/3, 18/9, §§ 2 en 4, 18/10, 18/12, § 3 en 19/1 ingevoegd bij de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst door de wet van 4 februari 2010.
Voorwaarden voor aanwijzing Op het ogenblik van hun aanwijzing dienen de magistraten die wensen aangesteld te worden in de hoedanigheid van lid van de Commissie de volgende voorwaarden te vervullen : 1° de leeftijd van 40 jaar bereikt hebben;2° een bruikbare ervaring hebben van minstens vijf jaar in één van de materies bedoeld in artikel 18/9, § 1, ingevoegd bij de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst door de wet van 4 februari 2010 betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten;3° houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau « zeer geheim » krachtens de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;4° gedurende een periode van vijf jaar vóór de aanwijzing, geen lid zijn geweest van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten, van een politiedienst noch van een inlichtingen- en veiligheidsdienst. Artikel 18/9, § 1, ingevoegd in de wet van 30 november 1998 door de wet van 4 februari 2010, bepaalt dat : « De in artikel 18/2, § 2, bedoelde uitzonderlijke methoden voor het verzamelen van gegevens kunnen worden aangewend : 1° door de Veiligheid van de Staat, wanneer er ernstige bedreigingen bestaan voor de inwendige veiligheid van de Staat en het voortbestaan van de democratische en grondwettelijke orde, de uitwendige veiligheid van de Staat en de internationale betrekkingen of het wetenschappelijk of economisch potentieel en wanneer die bedreigingen betrekking hebben op een activiteit die verband houdt met spionage, terrorisme, hieronder begrepen het radicaliseringproces, de proliferatie, schadelijke sektarische organisaties en de criminele organisaties, zoals omschreven in artikel 8, 1°;2° door de algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht, wanneer er ernstige bedreigingen bestaan voor de onschendbaarheid van het nationale grondgebied, de militaire defensieplannen, de vervulling van de opdrachten van de strijdkrachten, het wetenschappelijk en economisch potentieel met betrekking tot de actoren, zowel de natuurlijke als de rechtspersonen, die actief zijn in de economische en industriële sectoren die verbonden zijn met Defensie en die opgenomen zijn in een op voorstel van de Minister van Justitie en de Minister van Landsverdediging door het ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid goedgekeurde lijst, de veiligheid van de Belgische onderdanen in het buitenland, de militaire veiligheid van het personeel dat onder de Minister van Landsverdediging ressorteert, de militaire installaties, wapens, munitie, uitrusting, plannen, geschriften, documenten, informatica- en verbindingssystemen of andere militaire voorwerpen of het geheim dat, krachtens de internationale verbintenissen van België of teneinde de onschendbaarheid van het nationaal grondgebied en de vervulling van de opdrachten van de strijdkrachten te verzekeren, verbonden is met de militaire installaties, wapens, munitie, uitrusting, met de plannen, geschriften, documenten of andere militaire voorwerpen, met de militaire inlichtingen en verbindingen, alsook met de militaire informatica- en verbindingssystemen of systemen die de Minister van Landsverdediging beheert, en wanneer die bedreigingen betrekking hebben op een activiteit zoals gedefinieerd in artikel 11, § 2.» Rechtspositie van de effectieve leden De effectieve leden van de bestuurlijke Commissie worden aangesteld voor een periode van vijf jaar. Dit mandaat kan twee keer vernieuwd worden. Ze beoefenen hun functie voltijds en krijgen de wedde die toegestaan worden aan federale magistraten in toepassing van artikel 355bis van het Gerechtelijk Wetboek.
De aanstelling zal ingaan op 1 september 2010.
De geïnteresseerde personen worden uitgenodigd om hun kandidatuur per aangetekende brief op te sturen aan « FOD Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken - ROJ 211, Waterloolaan 115, 1000 Brussel », binnen een termijn van vijftien dagen na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad.
Personen die bij de eerste en de tweede oproep (Belgisch Staatsblad van 23 april 2010) hun kandidatuur hebben gesteld, dienen niet opnieuw te postuleren, hun kandidatuurstelling blijft geldig.
De kandidatuurstelling moet de datum, naam, voornamen, geboortedatum en de taalrol vermelden, evenals een beschrijving van de beroepsloopbaan en de huidige functie. Ook moet hij een uiteenzetting geven over de nuttige ervaring en over de redenen die hij laat gelden om in aanmerking te komen voor de functie waarvoor hij zich kandidaat stelt. De kandidatuurstelling zal vermelden voor welke functie men zich kandidaat stelt en zal aangeven of men kandideert voor enkel de functie van effectief lid, voor enkel de functie van plaatsvervangend lid of voor zowel de functie van effectief als plaatsvervangend lid.