gepubliceerd op 28 november 2008
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Belangrijke mededeling Wijziging van artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek, in werking getreden op 1 januari 2004 Elke kandidatuur voor een benoeming (zie opsomming in artikel 58bis, 1°, van het Gerechtelijk Wetbo(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen Belangrijke mededeling Wijziging van artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek, in werking getreden op 1 januari 2004 (Wet van 3 mei 2003 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek) : Elke kandidatuur voor een benoeming (zie opsomming in artikel 58bis, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek) of voor een aanwijzing tot korpschef (zie opsomming in artikel 58bis, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek) in de magistratuur dient op straffe van verval, vergezeld te zijn van : a) alle stavingstukken met betrekking tot de studies en beroepservaring; b) een curriculum vitae overeenkomstig een door de Minister van Justitie, op voorstel van de Hoge Raad voor de Justitie, bepaald standaardformulier (zie Belgisch Staatsblad van 9 januari 2004, 15 januari 2004 en 2 februari 2004 en zie ook www.just.fgov.be - Een job bij Justitie - vacatures - Hoe solliciteren ?).
Al deze stukken moeten in tweevoud worden overgezonden.
Bovendien worden de kandidaten uitgenodigd om een afschrift van hun rekwest over te maken aan de korpschef van het rechtscollege of van het openbaar ministerie bij dat rechtscollege waar de benoeming moet geschieden, behalve voor de benoeming tot raadsheer of plaatsvervangend raadsheer in het hof van beroep of raadsheer in het arbeidshof waarvoor een afschrift van het rekwest moet worden overgemaakt aan de voorzitter van de algemene vergadering van het rechtscollege waar de benoeming moet gebeuren; - toegevoegd substituut-procureur des Konings in het rechtsgebied van het hof van beroep te Luik : 1; - toegevoegd substituut-procureur des Konings in het rechtsgebied van het hof van beroep te Bergen : 1; - substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Marche-en-Famenne : 1.
In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze substituut gelijktijdig benoemd worden tot substituut-procureur des Konings bij de rechtbanken van eerste aanleg te Aarlen en te Neufchâteau; - substituut-arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbank te Turnhout : 1.
In toepassing van artikel 100 van het Gerechtelijk Wetboek zal deze substituut gelijktijdig benoemd worden tot substituut-arbeidsauditeur bij de arbeidsrechtbanken te Antwerpen en te Mechelen; - plaatsvervangend rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren : 1; - plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het vijfde kanton Brussel : 1.
In toepassing van artikel 43, § 4, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, dient deze plaats te worden voorzien door de benoeming van een kandidaat die het bewijs levert van de kennis van de Franse taal en de Nederlandse taal.
Om de kennis van de andere taal dan die waarin de examens van doctor of licentiaat in de rechten werden afgelegd, moeten de kandidaten, hetzij voor het examen overeenkomstig artikel 43quinquies § 1, vierde lid, van deze wet geslaagd zijn, hetzij van de bepalingen van artikel 66 van dezelfde wet kunnen genieten.
Elke kandidatuur voor een benoeming in de Rechterlijke Orde of voor een aanwijzing tot korpschef moet, op straffe van verval, bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan « FOD Justitie, Directoraat-Generaal - Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken - ROJ 211, Waterloolaan 115, 1000 Brussel », binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
Teneinde het onderzoek van de kandidaturen te kunnen verrichten binnen de opgelegde termijn, worden de kandidaten dringend uitgenodigd om, bij het verzenden van hun kandidatuurstelling(en), het volledige adres te vermelden zoals hierboven is aangeduid.
Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven, in tweevoud, te worden gericht.