Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 08 april 2008

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier : - bij de rechtbank van eerste aanleg te : - Verviers : 1; - Bergen : 1; - bij de rechtbank van koophandel te Brussel : 1 ; - bij het vredegerecht van het kanton Charle(...) - adjunct-griffier : - bij het hof van beroep te Luik : 1; - bij het vredegerecht van het k(...)

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2008009266
pub.
08/04/2008
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier : - bij de rechtbank van eerste aanleg te : - Verviers : 1; - Bergen : 1; - bij de rechtbank van koophandel te Brussel : 1 (*); - bij het vredegerecht van het kanton Charleroi-V : 1; - adjunct-griffier : - bij het hof van beroep te Luik : 1; - bij het vredegerecht van het kanton : - Antwerpen-II : 1; - Péruwelz-Leuze-en-Hainaut : 1; - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te : - Luik : 1; - Bergen : 1.

De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de « FOD Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken - ROJ 212, Waterloolaan 115, 1000 Brussel », worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).

De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.

Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven te worden opgemaakt; de brieven mogen in eenzelfde aangetekende zending worden verstuurd.

De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

^