gepubliceerd op 30 maart 2007
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier : - bij de arbeidsrechtbanken te Verviers en te Eupen : 1, vanaf 6 april 2007 ; - bij het vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort : 1, vanaf 1 oktober 2007; - adjunct-griff(...) - bij het hof van beroep te Antwerpen : 1; - bij de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren : (...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier : - bij de arbeidsrechtbanken te Verviers en te Eupen : 1, vanaf 6 april 2007 (*); - bij het vredegerecht van het kanton Veurne-Nieuwpoort : 1, vanaf 1 oktober 2007; - adjunct-griffier : - bij het hof van beroep te Antwerpen : 1; - bij de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren : 1; - bij de rechtbank van koophandel te Hoei : 1; - secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout : 2, waarvan 1 vanaf 1 juli 2007; - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1, vanaf 1 juli 2007.
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de « FOD Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken - ROJ 212., Waterloolaan 115, 1000 Brussel », worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven te worden opgemaakt; de brieven mogen in eenzelfde aangetekende zending worden verstuurd. (*) De kennis van het Duits en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaats in de arbeidsrechtbanken te Verviers en te Eupen, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.