gepubliceerd op 05 maart 2007
Oproep tot kandidaten voor het mandaat van directielid bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding Met wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding In deze wet wordt een Instituut opgericht dat quasi integraal belast is met deze opleiding. Meer be(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Oproep tot kandidaten voor het mandaat van directielid bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding Met wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding (B.S. 2 februari 2007) wordt een krachtige aanzet gegeven voor een meer geprofessionaliseerde en kwalitatief hoogstaande gerechtelijke opleiding. Degelijk opgeleide magistraten en gerechtspersoneel zijn immers een conditio sine qua non voor een goed functionerend justitieel apparaat.
In deze wet wordt een Instituut opgericht dat quasi integraal belast is met deze opleiding. Meer bepaald staat dit instituut in voor de opstelling van de opleidingsprogramma's, de uitvoering en de evaluatie ervan.
Het Instituut heeft drie organen : de raad van bestuur, de directie en het wetenschappelijk comité.
De directie is belast met het dagelijks bestuur van het Instituut.
Zij is samengesteld uit een directeur van de gerechtelijke opleiding, bijgestaan door twee adjunct-directeurs en ze wordt collegiaal bestuurd.
De directie omvat twee afdelingen : de ene oefent de opdrachten van het Instituut uit ten aanzien van de magistraten, de andere ten aanzien van het gerechtspersoneel.
De directieleden worden benoemd door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op de voordracht van de minister van Justitie en op advies van de Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie, voor een hernieuwbare termijn van zes jaar.
De adjunct-directeurs zijn van een verschillende taalrol.
De adjunct-directeur aan het hoofd van de afdeling « magistraten », dient een magistraat van de rechterlijke orde te zijn.
De directeur en de adjunct-directeurs hebben respectievelijk recht op dezelfde wedde als die van eerste advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie en van procureur-generaal bij het hof van beroep, evenals op de daaraan verbonden verhogingen en voordelen.
De directieleden oefenen hun functies voltijds uit.
Zij mogen tijdens hun mandaat geen lid zijn van de Hoge Raad voor de Justitie en zij mogen geen andere beroepswerkzaamheden verrichten. De Raad van Bestuur kan afwijkingen op dit verbod toestaan op voorwaarde dat ze de directieleden niet beletten hun opdracht naar behoren te vervullen.
De directieleden moeten houder zijn van een universitair diploma van het masterniveau.
Uiterlijk zes maanden na hun aanstelling, op straffe van beëindiging van hun mandaat, dienen de directieleden voor een examencommissie, samengesteld door de gedelegeerde bestuurder van SELOR - het Selectiebureau van de Federale Overheid, het bewijs te leveren van de kennis van de andere landstaal dan diegene waarin zij hun examen voor een universitair diploma hebben afgelegd. Dit taalexamen omvat een proef over de geschreven passieve kennis van de andere taal en een proef over de passieve en actieve mondelinge kennis van de andere taal.
Worden vrijgesteld van dit examen de kandidaten die geslaagd zijn voor het examen zoals bedoeld bij : artikel 43quinquies, § 1, derde lid, 43quinquies, § 1, vierde lid, of 66 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van de talen in gerechtszaken; artikel 15, § 1, derde en vierde lid, 15, § 2, vijfde lid, 21, § 1, derde lid, 27, tweede en derde lid, 38, § 1, tweede lid, § 2, § 4, § 5, 43, § 3, derde lid, 43, § 4, eerste, derde en vierde lid, 43ter, § 7, eerste lid, 43ter, § 7, vijfde lid, 44, 46, § 1, 46, § 4 of 46, § 5 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, voor zover dit examen geldt voor de uitoefening van de ambten die in het niveau 1/A van het rijkspersoneel gerangschikt zijn of voor gelijkgestelde ambten van de niet tot de rijksbesturen behorende diensten.
De minister van Justitie stelde voor de directieleden, op advies van de Hoge Raad voor de Justitie, volgende competentieprofielen op :.
Competentieprofiel van de directeur van de rechterlijke opleiding : De directeur beschikt over de professionele kwaliteiten die nodig zijn om te voldoen aan de vereisten van de functie : - een relevante administratieve en managementervaring inzake opleiding (conceptie en organisatie); - kennis en ervaring van de managementstechnieken in human resources en inzake veranderingsbeheer; - begrip van de organisatie van de ontwikkeling van het personeel, van opleiding en stages in de schoot van de Rechterlijke Orde; - uitgebreide kennis op het gebied van het recht en in het bijzonder van de rechterlijke organisatie; - ervaring in planning, coördinatie en budgettair beheer van projecten; - kennis en begrip van de Europese en internationale organisaties die bevoegd zijn inzake rechterlijke opleiding; - uitstekende communicatieve vaardigheden; - collegialiteits- en groepsgevoel; - kwaliteiten die het hem mogelijk maken het Instituut naar buiten toe te vertegenwoordigen.
Competentieprofiel van de adjunct-directeur van de afdeling « magistraten »;
De adjunct-directeur van de afdeling « magistraten » is een magistraat van de Rechterlijke Orde en beschikt over de professionele kwaliteiten die nodig zijn om te voldoen aan de vereisten van de functie : - een relevante ervaring inzake de opleiding, evenals in het concipiëren en organiseren van opleidingsactiviteiten; - ervaring in managementtechnieken in human resources; - begrip van de organisatie van de ontwikkeling van het personeel, van opleiding en stages in de schoot van de magistratuur; - uitstekende communicatieve vaardigheden; - collegialiteits- en groepsgevoel; - kwaliteiten die het hem mogelijk maken het Instituut naar buiten toe te vertegenwoordigen.
Competentieprofiel van adjunct-directeur van de afdeling « leden van het personeel die de rechterlijke macht assisteren » : De adjunct-directeur van de afdeling « leden van het personeel die de rechterlijke macht assisteren » beschikt over de professionele kwaliteiten die nodig zijn om te voldoen aan de vereisten van de functie : - een relevante ervaring inzake de opleiding, evenals in het concipiëren en organiseren van opleidingsactiviteiten; - ervaring in de managementtechnieken in human resources; - begrip van de organisatie van de ontwikkeling van het personeel, van opleiding en stages in de schoot van de Rechterlijke Orde; - een uitgebreide kennis van het gebied van het recht en in het bijzonder van de rechterlijke organisatie; - uitstekende communicatieve vaardigheden; - collegialiteits- en groepsgevoel; - kwaliteiten die het hem mogelijk maken het Instituut naar buiten toe te vertegenwoordigen.
De kandidaten voor een mandaat van directielid van het Instituut voor gerechtelijke opleiding (directeur van de rechterlijke opleiding, adjunct-directeur van de afdeling « magistraten of adjunct-directeur van de afdeling « leden van het personeel die de rechterlijke macht assisteren), moeten hun kandidatuur uiterlijk tegen 4 april 2007 bij aangetekende brief bezorgen aan de FOD Justitie, ter attentie van de heer Alain Bourlet, voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Justitie De kandidaten moeten bij hun kandidatuur een curriculum vitae voegen, evenals een brief waarin zij hun curriculum toelichten en hun motivatie uiteenzetten.