gepubliceerd op 19 mei 2004
Oproep tot de kandidaten teneinde de Nationale Tuchtraad samen te stellen Ter uitvoering van artikel 9 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking va Omwille van de rechtszekerheid zijn de kandidaatstellingen naar aanleiding van de oproep bekendgema(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Oproep tot de kandidaten teneinde de Nationale Tuchtraad samen te stellen Ter uitvoering van artikel 9 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 22 december 2003 houdende diverse bepalingen, wordt overgegaan tot de bekendmaking van een oproep tot de kandidaten ten einde de Nationale Tuchtraad samen te stellen.
Omwille van de rechtszekerheid zijn de kandidaatstellingen naar aanleiding van de oproep bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 maart 2003 evenals de aanwijzingen en verkiezingen op grond van deze kandidaatstellingen niet meer geldig.
De Nationale Tuchtraad is ten aanzien van de magistraten, van de referendarissen bij het Hof van Cassatie, van de referendarissen en van de parketjuristen bedoeld in artikel 156ter van het Gerechtelijk Wetboek van de attachés van de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie, van de griffiers, van de secretarissen en van het personeel van griffies en parketsecretariaten bevoegd voor het onderzoeken van feiten die in aanmerking komen om te worden gestraft met een zware tuchtstraf en het uitbrengen van een niet bindend advies over de in dat geval op te leggen straf.
De Nationale Tuchtraad bestaat uit een Nederlandstalige kamer en uit een Franstalige kamer.
Elke kamer van de Nationale Tuchtraad is samengesteld uit 7 vaste leden. Al naargelang van het geval betreft het 3 leden van de zittende magistratuur, 2 magistraten van het openbaar ministerie en 2 advocaten of universiteitsprofessoren die het recht doceren, ofwel 2 leden van de zittende magistratuur, 1 magistraat van het openbaar ministerie, een griffier, een secretaris en 2 advocaten of universiteitsprofessoren die het recht doceren.
Het koninklijk besluit van 18 maart 2003 tot vaststelling van het aantal plaatsvervangers en van de regels die gelden bij de vervanging van de vaste leden van de Nationale Tuchtraad, tot bepaling van de wijze van de verkiezingen, van de loting en van de aanwijzingen, alsmede van het aantal bij loting aan te wijzen leden en tot vaststelling van de datum van gedeeltelijke inwerkingtreding van artikel 9 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 april 2004 stelt het maximum aantal plaatsvervangers per kamer vast als volgt : - 6 plaatsvervangende leden van de zittende magistratuur; - 4 plaatsvervangende magistraten van het openbaar ministerie; - 2 plaatsvervangende griffiers; - 2 plaatsvervangende secretarissen; - 4 plaatsvervangende advocaten of universiteitsprofessoren De advocaten en de universiteitsprofessoren worden aangewezen voor een periode van 4 jaar.
Overeenkomstig artikel 33 van de hiervoor vermelde wet van 7 juli 2002, worden de magistraten, de griffiers en de secretarissen aangewezen voor een periode van zes jaar.
Men kan zich kandidaat stellen op voorwaarde dat men geen tuchtstraf heeft opgelopen en men, al naar gelang van het geval, sedert ten minste tien jaar het ambt van magistraat, van griffier, van secretaris, van advocaat of van universiteitsprofessor die het recht doceert, uitoefent.
Het lidmaatschap van de Nationale Tuchtraad is onverenigbaar met de uitoefening van een politiek mandaat en met de hoedanigheid van lid van de Hoge Raad voor de Justitie.
De kandidaturen moeten binnen een termijn 30 dagen na de bekendmaking van deze oproep bij ter post aangetekende brief worden verzonden : - voor de leden van de zittende magistratuur aan de voorzitter van hun algemene vergadering; - voor de magistraten van het openbaar ministerie aan de voorzitter van hun korpsvergadering; - voor de griffiers en de secretarissen aan de minister van Justitie op het volgend adres : Federale Overheidsdienst Justitie, Aanwijzing Nationale Tuchtraad, Juridische Cel van het Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie, Waterloolaan 115, 1000 Brussel; - voor de advocaten hun stafhouder; - voor de universiteitsprofessoren die het recht doceren aan de voorzitter van de raad van bestuur van de universiteit waar zij recht doceren.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het hiervoor vermeld koninklijk besluit van 18 maart 2003, kan elke algemene vergadering en elke korpsvergadering slechts één kandidaat verkiezen.
Elke raad van de orde van advocaten kan slechts één kandidaat aanwijzen. De raden van bestuur van de universiteiten mogen 2 kandidaten aanwijzen.
Een loting, georganiseerd door de federale overheidsdienst Justitie, zal uiteindelijk bepalen wie van de magistraten, van de griffiers, van de secretarissen en van de advocaten of van universiteitsprofessoren die het recht doceren, zal zetelen in de Nationale Tuchtraad hetzij als lid hetzij als plaatsvervanger.