gepubliceerd op 27 augustus 2003
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij het vredegerecht van het eerste kanton Brussel, vanaf 1 september 2003 : 1; - adjunct-griffier bij de arbeidsrechtbanken te Aarlen en Marche-en-Famenne : 1; - opsteller bij de gri(...) - opsteller bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Doorn(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij het vredegerecht van het eerste kanton Brussel, vanaf 1 september 2003 : 1;(*) - adjunct-griffier bij de arbeidsrechtbanken te Aarlen en Marche-en-Famenne : 1; - opsteller bij de griffie van de rechtbank van koophandel te Leuven, vanaf 17 september 2003 : 1; - opsteller bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Doornik : 1; - gerechtelijk technisch assistent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, vanaf 1 maart 2004 : 1; - arbeider bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen 1; (**) De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan Mevr. de Minister van Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken - 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven te worden gericht.
De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.
De geslaagden voor een wervingsexamen voor de graad van hulparbeider behouden hun aanspraken op benoeming in de graad van arbeider (artikel 24 van het koninklijk besluit van 19 maart 1996). (**)