gepubliceerd op 17 maart 2001
Oproep tot de kandidaten Bij toepassing van artikel 39 van de wet van 25 ventôse jaar XI tot organisatie van het notarisambt, zullen de Nederlandstalige en Franstalige Benoemingscommissies voor het Notariaat overgaan tot de inrichting van het ve De kandidatuurstelling met bijlagen moet, op straffe van verval, bij een ter post aangetekende brie(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Oproep tot de kandidaten Bij toepassing van artikel 39 van de wet van 25 ventôse jaar XI tot organisatie van het notarisambt, zullen de Nederlandstalige en Franstalige Benoemingscommissies voor het Notariaat overgaan tot de inrichting van het vergelijkend examen tot selectie en rangschikking van kandidaten tot een benoeming tot kandidaat-notaris.
De kandidatuurstelling met bijlagen moet, op straffe van verval, bij een ter post aangetekende brief, binnen de maand te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 35, § 2, alinea 2 van de wet van 25 ventôse jaar XI, hetzij uiterlijk op 17 april 2001 om middernacht, verstuurd worden, aan het volgend adres : Ministerie van Justitie, Vergelijkend examen voor rangschikking van kandidaat-notarissen voor het jaar 2001, Dienst Personeelszaken 3P/R.O.I., t.a.v. Ilse Schellemans, Waterloolaan 115, 1000 Brussel.
De poststempel geldt als bewijs.
Op straffe van onontvankelijkheid, dienen de bijlagen voorzien door het koninklijk besluit van 30 december 1999 (Belgisch Staatsblad, 8 januari 2000) bij de kandidatuurstelling worden gevoegd, te weten : 1° een uittreksel uit de geboorteakte;2° een eensluidend verklaard afschrift van het diploma van licentiaat in het notariaat;3° een eensluidend verklaard afschrift van het stagecertificaat bedoeld in artikel 36 van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt;4° een bewijs van nationaliteit daterend van na de bekendmaking van deze oproep tot de kandidaten;5° een getuigschrift van goed gedrag en zeden daterend van na deze bekendmaking van de oproep tot de kandidaten;6° een verklaring op erewoord van de kandidaat met vermelding van de periode(s) en de plaats(en) van tewerkstelling in het notariaat;7° een gedetailleerd curriculum vitae houdende voor de uitoefening van het notarisambt relevante informatie. Een fotocopie van de kandidatuurstelling en de zeven bijlagen moeten bij uw aangetekende zending worden gevoegd.
Iedere kandidaat wordt verzocht melding te maken van zijn adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres waar hij kan bereikt worden.
Er zal geen verzoek tot aanvulling van een onvolledig dossier worden verstuurd. Elke betrokkene dient er zorgvuldig op toe te zien dat zijn dossier alle nodige documenten bevat.
Enkel de personen van wie de kandidatuur door de Minister van Justitie ontvankelijk wordt verklaard, zullen toegelaten worden tot de schriftelijke proef.
De kandidaten waarvan de inschrijving tot het vergelijkend examen ontvankelijk wordt verklaard, zullen bij aangetekende brief uitgenodigd worden voor de schriftelijke proef door de bevoegde benoemingscommissie.
Het schriftelijk gedeelte van het vergelijkend examen zal plaatsvinden op zaterdag 28 april 2001.
Het mondeling gedeelte van het vergelijkend examen zal aanvangen in de tweede helft van de maand mei.
De verschillende proeven zullen worden afgenomen in de lokalen van SELOR (Selectiebureau van de Federale overheid), Oratoriënberg 20, te 1000 Brussel.
Het ministerieel besluit van 9 maart 2001 houdende de goedkeuring van het programma van het vergelijkend examen wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van heden, 17 maart 2001, blz. 8489. (De pers en de radio worden verzocht dit bericht over te nemen.)
Benoemingscommissies voor het notariaat De Franstalige benoemingscommissie is als volgt samengesteld, voor de duur van vier jaar : Externe leden : - De heer Olivier Gutt, rechter aan de rechtbank van koophandel te Namen; - Plaatsvervanger : de heer Alain de Brabant, vrederechter van het kanton Marche-en-Famenne; - De heer Michel Verwilghen, gewoon hoogleraar aan de Rechtsfaculteit van de Université Catholique de Louvain; - Plaatsvervanger : de heer Philippe De Page, buitengewoon hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles; - Mevr. Françoise Godefroid, juriste bij het Arbeidsauditoraat te Luik; - Plaatsvervanger : de heer Jean Goemaere, advocaat; - Mevr. Michèle Lagae, notarisklerk; - Plaatsvervanger : de heer Jean-Louis Leclercq, commissaris van het Aankoopcomité;
Notarissen : - Mevr. Marie-Noëlle Xhaflaire, notaris te Montzen; - Plaatsvervanger : de heer Charles Wauters, notaris te Hannuit; - De heer Bernard Michaux, notaris te Etterbeek; - Plaatsvervanger : de heer Yves Dechamps, notaris te Schaarbeek; - De heer Daniel Pirlet, notaris te Bastenaken; - Plaatsvervanger : Mevr. Véronique Dolpire, notaris te Dinant; - De heer Michel Cayphas, notaris te Lessen (mandaat van twee jaar); - Plaatsvervanger : de heer Michel Tulippe, notaris te Templeuve.
De Nederlandstalige benoemingscommissie is als volgt samengesteld, voor de duur van vier jaar : Externe leden : - Mevr. Nicole Van Isterdael, kamervoorzitter van het Hof van beroep te Gent; - Plaatsvervanger : de heer Christiaan Verslype, vrederechter van de kantons Veurne en Nieuwpoort; - De heer Marc Boes, gewoon hoogleraar aan de Rechtsfaculteit van de Katholieke Universiteit Leuven; - Plaatsvervanger : de heer Piet Taelman, hoogleraar aan de Rechtsfaculteit van de Rijksuniversiteit Gent; - De heer Jan Grillet, hoofdinspecteur (afdelingschef) van de Registratie; - Plaatsvervanger : de heer Dominique Desmet, advocaat; - De heer Dirk Meulemans, directeur van het Centrum voor Vastgoedrecht Kulak.
De heer Dirk Meulemans was oorspronkelijk plaatsvervanger maar treedt van rechtswege in de plaats van het effectief lid dat van haar mandaat werd ontheven wegens wettelijke onverenigbaarheid.
Notarissen : - De heer Marc Claeys Boúúaert, notaris te Gent. - Plaatsvervanger : de heer Guillaume Roberti de Winghe, notaris te Leuven; - De heer Michel Gernaij, notaris te Sint-Joost-ten-Node; - Plaatsvervanger : de heer Hugo Meersman, notaris te Etterbeek; - De heer Stefan Van Tricht, notaris te Schoten; - Plaatsvervanger : de heer Louis Steenackers, notaris te Antwerpen; - De heer Bruno Mariens, notaris te Kortenberg (mandaat van twee jaar); - Plaatsvervanger : de heer Pierre Impe, notaris te Poperinge.
Nederlandstalige benoemingscommissie voor het notariaat Bergstraat 30-32 1000 Brussel Reglement van het vergelijkend examen van kandidaat-notaris voor het jaar 2001 A. Het schriftelijk gedeelte 1. Het verloop van het schriftelijk gedeelte Het schriftelijk gedeelte duurt maximum zes uur.Wanneer het schriftelijk gedeelte langer dan drie uur duurt, wordt een pauze ingelast.
De kandidaten schrijven hun naam, voornaam en woonplaats op de aangeduide plaats op de examenbladen en worden daarna verzocht dit gedeelte te overplakken met de bijbehorende zelfklever. 2. De verbetering De Commissie kan de verbetering van dezelfde antwoorden aan eenzelfde ploeg van ten minste twee van haar leden toevertrouwen. De verbetering van de meerkeuzevragen gebeurt aan de hand van modelantwoorden opgesteld door de Commissie.
Voor de verbetering van de praktische gevallen, kan de Commissie een lijst van de elementen opstellen waarnaar de kandidaat, naar haar oordeel, zou moeten verwezen hebben, of van de moeilijkheden die hij had moeten aanvoelen. De leden die de antwoorden verbeteren, zijn door deze lijst niet absoluut gebonden. 3. Kwotering en deliberatie In het totaal worden honderd punten aan het schriftelijk gedeelte toegekend.De Commissie kan met fracties van punten werken.
Op verslag van de leden die de antwoorden op een gestelde vraag of praktisch geval verbeterd hebben, kan de Commissie, bij meerderheid van haar leden, beslissen dat er geen punten toegekend worden aan de antwoorden op die vraag of praktisch geval, indien uit de verbetering van de antwoorden blijkt, dat deze substantieel en voor de overgrote meerderheid van de kandidaten afwijken van de modelantwoorden of lijsten door de Commissie opgesteld. Deze beslissing moet genomen worden vóór de deliberatie en vooraleer de identiteit van de deelnemers aan de schriftelijke proef gekend is door diegenen die de antwoorden verbeterd hebben.
Wanneer de Commissie meerkeuze-vragen voorziet, wordt voor dit onderdeel van het schriftelijk gedeelte maximum de helft van het totaal van de voor het schriftelijk gedeelte toegekende punten, voorbehouden. Het resterend gedeelte van het puntentotaal wordt toegekend aan de analyse en/of de oplossing van één of meer praktische vragen.
Ieder lid dat verbeterd heeft, deelt aan de Commissie de voorlopige kwoteringen die hij voorstelt, mee. De deliberatie gebeurt in de schoot van de Commissie.
B. Het mondeling gedeelte 1. Het verloop van het mondeling gedeelte Elke kandidaat wordt door de Commissie ondervraagd. De Commissie kan niettemin beslissen om zich op te delen in groepen van minstens twee leden, waarvan ten minste één notaris en één extern lid. In dat geval wordt elke kandidaat achtereenvolgens ondervraagd door elke groep. Wanneer de Commissie zou beslissen om zich op te delen in twee groepen van vier leden, kan elke groep tot de ondervraging van de kandidaten overgaan voor zover in elke groep minstens drie leden aanwezig zijn.
Het mondeling gedeelte duurt minstens twintig minuten. Indien de ondervraging voor groepen gebeurt, ondervraagt elke groep de kandidaat gedurende ten minste vijftien minuten.
In het totaal worden honderd punten toegekend aan het mondeling gedeelte. De Commissie kan met fracties van punten werken. 2. De kwotering en de deliberatie Elk examinerend lid geeft een voorlopige kwotering na de ondervraging van elke kandidaat. In ieder geval wordt voor elke kandidaat gedelibereerd door de Commissie. De deliberatie vindt plaats na de ondervraging van de laatste kandidaat van de dag.
C. Gemeenschappelijke bepalingen voor beide gedeelten De kandidaten mogen hun wetboeken gebruiken. Deze wetboeken mogen geen andere documenten bevatten, al dan niet vastgehecht.
Wanneer zij dit nodig vindt, kan de Commissie aan de kandidaten de documentatie en/of het materiaal welke zij nuttig acht ter beschikking stellen.
Indien fraude werd vastgesteld kan de commissie, na de kandidaat gehoord te hebben, beslissen om deze uit de rangschikking te weren.
D. Rangschikking van de kandidaten 1. De voorlopige rangschikking De Commissie stelt slechts na het afsluiten van het mondeling gedeelte, de voorlopige rangschikking op van de kandidaten op basis van de resultaten behaald op het schriftelijk en het mondeling gedeelte. Het schriftelijk en het mondeling gedeelte tellen in gelijke mate mee voor de berekening van de einduitslag van elke kandidaat en dus voor zijn voorlopige rangschikking. 2. De definitieve rangschikking Niemand mag kennis nemen van de adviezen die ingewonnen werden door de Minister van Justitie over de kandidaten dan nadat de Commissie de voorlopige rangschikking heeft vastgesteld. Alvorens de definitieve rangschikking vast te stellen, beslist de Commissie of ze bepaalde kandidaten die opmerkingen hebben geformuleerd, overeenkomstig artikel 39, § 4, van de wet van 25 ventôse jaar XI, zal horen. Zij kan, in voorkomend geval na hen gehoord te hebben, de rangschikking van de kandidaten aanpassen in functie van de adviezen waarvan zij kennis heeft genomen.
De Commissie kan, op basis van een negatief advies van de procureur des Konings, tot maximum vijftig punten aftrekken van de kwotering van de betrokken kandidaat, en op basis van een gunstig advies, deze kwotering met maximum tien punten verhogen. Indien het advies van de procureur des Konings het bestaan van een strafregister aantoont, onderzoekt de Commissie de aard van elke inbreuk, wanneer deze plaatsvond, het aantal inbreuken en hun ernst in het licht van de uitoefening van het notarisambt. De Commissie beslist in functie van deze elementen hoeveel punten afgetrokken worden van het resultaat van de betrokken kandidaat.
De Commissie kan, op basis van een negatief advies van het adviescomité waaronder de kandidaat ressorteert, maximum vijftig punten aftrekken van de door hem bekomen kwotering, al naar gelang de ernst van de motieven ingeroepen door het adviescomité ter staving van zijn advies. De Commissie onderzoekt ook de motivering die gehanteerd wordt door die adviescomités om hun positief advies over de kandidaat te rechtvaardigen. Ze beslist of die kwotering al dan niet met maximum tien punten moet verhoogd worden, zoals hierboven voorzien.
De definitieve rangschikking volgt tenslotte uit het definitieve puntenresultaat behaald door elke kandidaat, in voorkomend geval aangepast zoals hierboven vermeld.
Gedaan en goedgekeurd te Brussel op 25 november 2000.
Voor de Nederlandstalige Benoemingscommissie voor het notariaat, M. CLAEYS BOUUAERT, voorzitter van de Commissie.
B. MARIENS, secretaris van de Commissie.