gepubliceerd op 25 maart 2000
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij het vredegerecht van het kanton Sint-Joost-ten-Node : 1 ; - adjunct-griffier : - bij het hof van beroep te Gent : 1; - bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi : (...) - Bij het vredegerecht van het kanton : - Mol : 1, vanaf 1 april 2000; - Oostende II (...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - griffier bij het vredegerecht van het kanton Sint-Joost-ten-Node : 1 (*); - adjunct-griffier : - bij het hof van beroep te Gent : 1; - bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi : 2; - Bij het vredegerecht van het kanton : - Mol : 1, vanaf 1 april 2000; - Oostende II : 1; - Sint-Niklaas II : 1; - beambte bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te : - Brussel : 2 (*); - Doornik : 1; - Eupen : 2 (**); - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te : - Antwerpen : 5; - Hoei : 2, waarvan 1 vanaf 7 juni 2000; - opsteller bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Namen : 1; - beambte bij het parket van de arbeidsauditeur te Brussel : 1.
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.
De kennis van het Duits en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met twee sterretjes (**), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.