gepubliceerd op 16 oktober 1999
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Fosses-la-Ville : 1. Deze plaats vervangt deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1997. - plaatsvervangend rec Deze plaats vervangt deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 februari 1999. De kan(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - plaatsvervangend rechter in het vredegerecht van het kanton Fosses-la-Ville : 1.
Deze plaats vervangt deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1997. - plaatsvervangend rechter in de politierechtbank te Hoei : 1.
Deze plaats vervangt deze gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 februari 1999.
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan « de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal, Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. I, Waterloolaan 115, 1000 Brussel », binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven te worden gericht;
- griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1 (*); - adjunct-griffier bij de vredegerechten van de kantons Maaseik en Bree : 1, vanaf 1 januari 2000; - opsteller bij de griffie van het vredegerecht van het kanton Sint-Pieters-Woluwe : 1 (*); - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1.
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de « Minister van Justitie, Directoraat-Generaal, Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II, Waterloolaan 115, 1000 Brussel », worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.