Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 13 augustus 1997

Rechterlijke Orde Bekendmaking van openstaande plaatsen : adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen : 1 ; opsteller bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1; (*) (...) beambte bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dinant : 1; hoofdsecretaris va(...)

bron
ministerie van justitie
numac
1997009683
pub.
13/08/1997
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN JUSTITIE


Rechterlijke Orde Bekendmaking van openstaande plaatsen : adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen : 1 (vanaf 1 februari 1998); opsteller bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1; (*) beambte bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dinant : 1; hoofdsecretaris van het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt : 1 (vanaf 1 februari 1998); opsteller bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik : 1; beambte bij het parket van het Hof van Cassatie : 1 (vanaf 17 september 1997).

De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Minister van Justitie, Bestuur Rechterlijke Orde, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).

De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.

De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

^