Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord
gepubliceerd op 19 mei 2022

Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapscommissie en het Waalse Gewest tot vaststelling van de administratieve en geldelijke toestand van het personeel van FORMAFORM Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorm Gelet op het samenwerkingsakkoord gesloten op 10 maart 2022 tussen de Franse Gemeenschapscommissie,(...)

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022032067
pub.
19/05/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapscommissie en het Waalse Gewest tot vaststelling van de administratieve en geldelijke toestand van het personeel van FORMAFORM Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, de artikelen 87 en 92bis, § 1, laatstelijk gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;

Gelet op het samenwerkingsakkoord gesloten op 10 maart 2022 tussen de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot oprichting van FORMAFOM, multipartnercentrum voor de ontwikkeling van de vaardigheden van professionelen in de begeleiding, opleiding, socio-professionele integratie en validatie van competenties Overwegende dat, krachtens artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, in het samenwerkingsakkoord dat de instemming van de betrokken parlementen heeft verkregen, kan worden bepaald dat de uitvoering ervan wordt verzekerd door samenwerkingsakkoorden die van kracht zijn zonder dat de instemming van de wet of het decreet of een ordonnantie vereist is;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 december 1994 houdende reglement van het contractueel personeel van de beroepsopleiding van de "Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de l'emploi"(FOREm);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027782 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 02/02/2004 numac 2004200195 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden van indienstneming van de contractuele personeelsleden van de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » en hun administratieve en geldelijke toestand sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027782 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 02/02/2004 numac 2004200195 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden van indienstneming van de contractuele personeelsleden van de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » en hun administratieve en geldelijke toestand sluiten betreffende de voorwaarden van indienstneming van de contractuele personeelsleden en hun administratieve en geldelijke toestand;

De Franse Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door haar College in de persoon van Barbara Trachte, Minister-Voorzitter, belast met Openbaar Ambt en Bernard Clerfayt, Minister belast met Werk en Beroepsopleiding;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van Elio Di Rupo, Minister-President, Willu Borsus, Minister van het IFAPME en de Vaardigheidscentra, Christie Morreale, Minister van Werk en Beroepsopleiding en Valérie De Bue, Minister van Ambtenarenzaken;

Hierna de contracterende partijen genoemd;

Gezamenlijk hun eigen bevoegdheden uitoefenend, komen overeen wat volgt: HOOFDSTUK 1. - Doel, Begripsomschrijving en toepassingsgebied

Artikel 1.Het doel van dit akkoord is de regels vast te leggen voor de bestaande relatie tussen FormaForm en zijn personeelsleden.

De bepalingen waarbij de Waalse Regering de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027782 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 02/02/2004 numac 2004200195 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden van indienstneming van de contractuele personeelsleden van de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » en hun administratieve en geldelijke toestand sluiten betreffende de voorwaarden van indienstneming van de contractuele personeelsleden en hun administratieve en geldelijke toestand wijzigt, aanvult of vervangt en die door een bijzondere verwijzing waarin dit akkoord voorziet, van toepassing zijn verklaard op de contractuele personeelsleden van FormaForm, zijn van rechtswege van toepassing op de contractuele personeelsleden van FormaForm, behoudens indien zij afbreuk doen aan de bepalingen die in dit akkoord in afwijkingen of bijzondere modaliteiten voorzien.

Sommige bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027782 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 02/02/2004 numac 2004200195 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden van indienstneming van de contractuele personeelsleden van de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » en hun administratieve en geldelijke toestand sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode, die uitdrukkelijk in dit akkoord worden genoemd, zijn van toepassing rekening houdend met de werkomgeving van de personeelsleden van FormaForm en hun eigen functies.

Art. 2.Voor de toepassing van dit akkoord dient te worden verstaan onder: 1° het samenwerkingsakkoord: het samenwerkingsakkoord gesloten op 10 maart 2022 tussen de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest tot oprichting van FORMAFOM, multipartnercentrum voor de ontwikkeling van de vaardigheden van professionelen in de begeleiding, opleiding, socio-professionele integratie en validatie van competenties;2° de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding: de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding, zoals bepaald in artikel 1, 1°, van het samenwerkingsakkoord;3° de begunstigde verstrekkers: de verstrekkers zoals bepaald in artikel 1, 5°, van het samenwerkingsakkoord;4° de Waalse Ambtenarencode: het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027782 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 02/02/2004 numac 2004200195 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden van indienstneming van de contractuele personeelsleden van de « Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi » en hun administratieve en geldelijke toestand sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode;5° de ambtsanciënniteit: alle perioden van anciënniteit in een functie, berekend op basis van de feitelijk aan FormaForm verleende prestaties, met inbegrip van de prestaties die in het kader van het FormaForm-project zijn verleend vóór de integratie in het multipartnercentrum FormaForm.In afwijking daarvan en wat betreft de functies van ondersteunend opdrachthouder, directiemedewerker en pedagogische assistent bedoeld in artikel 3, 5°, 6° en 7°, vormen eveneens in aanmerking komende diensten voor de berekening van de anciënniteit, de feitelijke prestaties die verricht zijn in een functie van een niveau dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau van zijn aanstelling bij de diensten van de Waalse Regering of van de van zijn afhankelijke instellingen van openbaar nut waarvan het personeel onderworpen is aan de Waalse Ambtenarencode en bij de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie of de organen die van hen afhangen en waarvan het personeel valt onder het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie of het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 oktober 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschapscommissie; 6° geldelijke anciënniteit", prestatieperiodes verricht door het personeelslid in dienst bij de FormaForm en alle voorafgaande diensten die in aanmerking komen voor de vaststelling van de wedde op het ogenblik van ]aanwerving in het kader van een arbeidsovereenkomst;7° de werkelijke prestaties: alle periodes tijdens welke het ambt uitgeoefend werd, met inbegrip van de opdrachten en de schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst die niet meer dan zes opeenvolgende maanden tellen;9° masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma: het bezit van een diploma dat toegang geeft tot niveau 1 of niveau A, of het laureaat zijn van een vergelijkend onderzoek dat toegang geeft tot niveau 1 of niveau A of een gelijkwaardig niveau, of het bezit van een bekwaamheidsattest dat zonder diploma is verkregen en toegang geeft tot niveau 1 of niveau A, en dat is afgeleverd of erkend door de in 11° bedoelde Bestuursschool of door een andere bij de Ambtenrarencode aangewezen instelling, of elk ander bekwaamheidsattest dat toegang geeft tot niveau 1 en dat bij besluit van het College van de Franstalige Gemeenschapscommissie is erkend; 9° beroepskwalificatie: een beroepskwalificatie in de zin van het samenwerkingsakkoord gesloten op 26 februari 2015 tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende betreffende de oprichting en het beheer van een " Cadre francophone des certifications " (Franstalig kwalificatiekader, Franse afkorting C.F.C.); 10° externe deskundige: eenieder die behoort tot het personeel van de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding of van de begunstigde verstrekkers of andere openbare of particuliere organen en die beschikt over een nuttige deskundigheid op het gebied dat verband houdt met de functie waarop de indienstnemingsprocedure betrekking heeft;11° Bestuursschool: de Bestuursschool die gemeenschappelijk is voor de "Fedération Wallonie-Bruxelles" (Federatie Wallonië-Brussel) en Wallonië, opgericht bij de samenwerkingsovereenkomst gesloten op 10 november 2011 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest.

Art. 3.FormaForm bestaat uit personeelsleden die de volgende functies vervullen: 1° het leidend personeelslid, dat uit hoofde van de hem bij artikel 10 van het samenwerkingsakkoord toevertrouwde taken: a) coördineert de verschillende activiteitenpolen, ontwerpt en ontwikkelt transversale projecten voor de beroepsopleiding van volwassenen in de verschillende sectoren van de beroepsopleiding, b) zorgt voor het dagelijkse beheer van FormaForm met inachtneming van de aan FormaForm toegekende opdrachten, c) structureert de informatie die zij van de verschillende institutionele partners verkrijgt, d) strategieën vaststelt voor interventies van FormaForm bij de uitvoering van de strategische oriëntatienota;2° de poolverantwoordelijke, die, onder het gezag van het leidend personeelslid, verantwoordelijk is voor het beheer en de organisatie van zijn activiteitenpool en die deel uitmaakt van het operationeel comité waarin de verschillende poolverantwoordelijken en het leidend personeelslid zijn verenigd;3° de pedagogisch deskundige, die verschillende pedagogische projecten in de beroepsopleiding voor volwassenen ontwerpt, ontwikkelt, uitvoert en evalueert in het kader van de door het stuurcomité gevalideerde oriëntatienota ;4° de pedagogisch opdrachthouder, die als specialist in een bepaalde tak van activiteit of techniek de pedagogische projecten uitvoert die verband houden met zijn specialiteit, met inachtneming van de referentiekaders bepaald door zijn activiteitenpool, de reglementen van FormaForm en de door het stuurcomité gevalideerde oriëntatienota;5° de ondersteunend opdrachthouder, die instaat voor de ontwikkeling en het beheer van zijn specialiteit, communicatie, boekhouding, budgettair en juridisch beheer, met inachtneming van de referentiekaders bepaald door zijn activiteitenpool, het reglement van FormaForm en de oriëntatienota gevalideerd door het stuurcomité;6° de directiemedewerker, die instaat voor de uitvoering van de beslissingen van het leidend personeelslid in het kader van de planning en operationele organisatie van de activiteiten van FormaForm;7° de pedagogisch assistent, die instaat voor het dagelijkse logistieke beheer van de activiteiten van de activiteitenpolen van FormaForm en de contacten met de gebruikers van de diensten van FormaForm, de opleiders van de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding en de begunstigde verstrekkers en de externe dienstverleners.. De assistent beheert de inschrijvingen en de logistieke en administratieve follow-up van de opleidingen.

Het stuurcomité stelt de functiebeschrijvingen vast.

Elke bijkomende functie die verband houdt met de taken van FormaForm, alsmede de met deze functie verband houdende loonschaal, worden vastgesteld door het stuurcomité, onder voorbehoud van het voorafgaand akkoord van de Executieven bedoeld in artikel 1, 2° van het samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK 2. - Rechten, plichten en indienstneming van het personeel Afdeling 1. - Rechten en plichten

Art. 4.De artikelen 2 en 3 van de Waalse Ambtenarencode zijn van toepassing op de personeelsleden van FormaForm, rekening houdend met het kader waarin zij werken en hun eigen functies. Voor de toepassing van deze artikelen verwijst het begrip "hiërarchische meerdere" naar het leidend personeelslid. Afdeling 2. - Algemene toelaatbaarheidsvoorwaarden voor de functies

Art. 5.Het personeelslid van FormFom moet, op het moment van indiensttreding en tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst : 1° van een gedrag zijn dat voldoet aan de eisen van de functie;2° burgerlijke en politieke rechten genieten;3° aan de wetten op de militie voldoen;4° lichamelijk geschikt zijn voor de functie. Afdeling 3. - Bijzondere toelaatbaarheidsvoorwaarden voor de functies

Art. 6.§ 1. De kandidaat voor een functie van leidend personeelslid moet: 1° hetzij een masterdiploma of een gelijkwaardig getuigschrift hebben behaald en vijf jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;2° hetzij een beroepskwalificatie niveau 7 hebben en vijf jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan; § 2. De kandidaat voor de functie van poolverantwoordelijke moet : 1° hetzij een masterdiploma of een gelijkwaardig getuigschrift hebben behaald en vier jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;2° hetzij een diploma van het hoger onderwijs (korte type) hebben behaald en zes jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;3° hetzij een beroepskwalificatie niveau 7 hebben en vier jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;4° hetzij een beroepskwalificatie niveau 6 hebben en zes jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan. § 3. De kandidaat voor de functie van pedagogisch deskundige moet: 1° hetzij een masterdiploma of een gelijkwaardig getuigschrift hebben behaald en drie jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;2° hetzij een diploma van het hoger onderwijs (korte type) hebben behaald en vijf jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;3° hetzij een beroepskwalificatie niveau 7 hebben en drie jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;4° hetzij een beroepskwalificatie niveau 6 hebben en vijf jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;5° hetzij een beroepskwalificatie niveau 5 hebben en acht jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan; § 4. De kandidaat voor de functie van pedagogisch opdrachthouder moet: 1° hetzij een masterdiploma of een gelijkwaardig diploma hebben;2° hetzij een diploma van het hoger onderwijs (korte type) hebben behaald en drie jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;3° hetzij een beroepskwalificatie niveau 7 hebben;4° hetzij een beroepskwalificatie niveau 6 hebben en drie jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;5° hetzij een beroepskwalificatie niveau 5 hebben en zes jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan. § 5. De kandidaat voor de functie van ondersteunend opdrachthouder moet: 1° hetzij een masterdiploma of een gelijkwaardig diploma hebben;2° hetzij een diploma van het hoger onderwijs (korte type) hebben behaald en twee jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;3° hetzij een beroepskwalificatie niveau 7 hebben;4° hetzij een beroepskwalificatie niveau 6 hebben en twee jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan;5° hetzij een beroepskwalificatie niveau 5 hebben en vijf jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan; § 6. De kandidaat voor de functie van directiemedewerker moet: 1° hetzij een diploma van het hoger onderwijs (korte type) hebben;2° hetzij een beroepskwalificatie niveau 6 hebben;3° hetzij een beroepskwalificatie niveau 5 hebben en drie jaar relevante beroepservaring hebben opgedaan; § 7. De kandidaat voor de functie van pedagogisch assistent moet: 1° hetzij een diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs;2° hetzij een beroepskwalificatie niveau 4 hebben. § 8. In afwijking van de paragrafen 6 en 7 moet de kandidaat voor de functies van directiemedewerker en pedagogisch assistent, indien de vereiste diploma's, certificaten of andere titels ontbreken, aantonen dat hij over acht jaar relevante beroepservaring in de betrokken functie of een verwante functie beschikt. Afdeling 4. - Bekendmaking van de oproep tot kandidaatstelling en

organisatie van de procedure voor indienstneming

Art. 7.De aankondigingen van indienstneming worden via de gepaste kanalen bekendgemaakt door publicatie op de website van FormaForm, van de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding, van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en van de Waalse Overheidsdienst.

Art. 8.Voor elke indienstneming stelt het stuurcomité de volgende elementen vast: 1° het model van de oproep tot kandidaatstelling op basis van de bijzondere voorwaarden bedoeld in artikel 6, met inbegrip van de aard van de relevante beroepservaring indien deze krachtens artikel 6 vereist is;2° de selectiecriteria met betrekking tot de elementen bedoeld in paragraaf 2;3° de procedure voor indienstneming met vermelding van de selectieproeven. De in het eerste lid bedoelde selectiecriteria hebben betrekking op: 1° de bekwaamheden;2° de gedragsmatige en technische vaardigheden;3° de pedagogische vaardigheden voor zover het pedagogische functies betreft;4° de motivatie om de functie te bekleden.

Art. 9.§ 1. Voor aanwervingsprocedures bestaat de selectiejury ten minste uit het leidend personeelslid, de poolverantwoordelijke betrokken bij de in te vullen betrekking en een externe deskundige met aantoonbare kennis op het betrokken gebied.

De voorzitter wordt benoemd uit de twee in het eerste lid bedoelde personeelsleden. De voorzitter ziet toe op het goede verloop van de procedure.

In afwijking van het eerste lid wordt, wanneer geen betrekking van poolverantwoordelijke wordt bekleed, de poolverantwoordelijke vervangen door een vertegenwoordiger van de gewone leden van het stuurcomité.

In afwijking van lid 1 bestaat de jury, voor de functie van leidend personeelslid, uit vertegenwoordigers van de gewone leden van het stuurcomité, die de voorzitter uit hun midden aanwijzen, en uit een externe deskundige met aantoonbare kennis op het betrokken gebied.

Artikel 112bis van de Ambtenarencode is, wat het recht op een vergoeding betreft, van toepassing op de externe deskundigen die zitting hebben in de selectiejury voor de indienstneming van het personeel van FormaForm. § 2. De selectiejury stelt op basis van de resultaten van de verschillende proeven een met redenen omkleed voorstel voor de rangschikking van de geschikt geachte kandidaten in het licht van de in artikel 8, eerste lid, 2°, bedoelde selectiecriteria op papier of elektronisch ter attentie van het selectiecomité. § 3. Het stuurcomité beslist over de indienstneming van de geschikte kandidaat in de door het selectiecomité opgestelde rangorde en kan de andere geschikt geachte kandidaat of kandidaten op een reservelijst plaatsen. HOOFDSTUK 3. - Bezoldiging, andere voordelen en bevordering in weddeschaal Afdeling 1. - Bezoldiging

Art. 10.§ 1. De maandelijkse wedden van de personeelsleden van FormaForm zijn gekoppeld aan de schommelingen van het prijsindexcijfer, overeenkomstig de regels die zijn vastgesteld bij de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. De wedde is gekoppeld aan het indexcijfer 138,01 van 1 januari 1990. § 2. De wedden van de personeelsleden zijn vastgesteld in weddeschalen.

De weddeschalen omvatten: 1° een minimumwedde;2° de tussentijdse wedden die overeenstemmen met trappen van geldelijke anciënniteit en die voortvloeien uit tussentijdse verhogingen bedoeld in artikel 11, paragraaf 3;3° een maximumwedde. Elke schaal bestaat uit een reeks wedden uitgedrukt in een aantal munteenheden, dat met hun niet-geïndexeerd jaarbedrag (aan 1 %) overeenstemt.

Art. 11.§ 1. De weddeschalen zijn die welke in de bijlage bij dit akkoord zijn vermeld. § 2. De weddeschalen worden als volgt vastgesteld: 1° de weddeschaal E1 wordt verbonden aan de functie van leidend personeelslid;2° de weddeschaal E2 wordt verbonden aan de functie van poolverantwoordelijke;3° de weddeschaal E3 wordt verbonden aan de functie van pedagogisch deskundige;4° de weddeschaal E4 wordt verbonden aan de functie van pedagogisch opdrachthouder;5° de weddeschaal E5 wordt verbonden aan de functie van ondersteunend opdrachthouder;6° de weddeschaal E6 wordt verbonden aan de functie van directiemedewerker;7° de weddeschaal E7 wordt verbonden aan de functie van pedagogisch assistent; § 3. Op de weddeschalen E1, E5, E6 en E7 worden jaarlijkse, tweejaarlijkse en zesjaarlijkse tussentijdse verhogingen toegepast volgens de in de bijlage bij dit akkoord aangegeven progressie.

Voor de weddeschalen E2, E3 en E4 worden de jaarlijkse basisbedragen van deze schalen met vijftien tweejaarlijkse verhogingen van telkens 2,5 procent van het basisbedrag verhoogd volgens de in de bijlage bij dit akkoord aangegeven progressie. § 4. De bezoldigde periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst komen in aanmerking voor toekenning van tussentijdse verhogingen.

Bovendien worden de volgende niet-bezoldigde periodes van schorsing ook in aanmerking genomen: 1° periodes van schorsing wegens ziekte of gebrek alsook wegens een arbeidsongeval of beroepsziekte;2° periodes van schorsing toegekend wegens verlof om dringende redenen als bedoeld in artikel 18, paragraaf 1, lid 2 ;3° periodes van schorsing wegens ouderschapsverlof;4° periodes van schorsing wegens verlof wegens onderbreking van de beroepsloopbaan;5° de periodes van afwezigheid wegens deelname aan een georganiseerde werkonderbreking. § 5. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde wedden hangen samen met de evolutie van de sectorale en intersectorale overeenkomsten die gesloten zijn voor de personeelsleden die tewerkgesteld zijn bij de diensten van de Waalse Regering en bij de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen. § 6. Voor de vaststelling van de wedde van het personeelslid wordt zijn geldelijke anciënniteit in aanmerking genomen.

Voor de berekening van de in lid 1 bedoelde geldelijke anciënniteit worden de daadwerkelijke diensten in aanmerking genomen die het personeelslid als statutair of contractueel personeelslid en zonder vrijwillige onderbreking heeft vervuld bij de volgende instellingen : 1° elke instelling van internationaal recht waarvan de Federale Staat, een Gewest of een Gemeenschap lid is;2° elke instelling, die al dan niet over afzonderlijke rechtspersoonlijkheid beschikt, die ressorteert onder de wetgevende, uitvoerende of rechterlijke macht van de Federale Staat, een Gewest, een Gemeenschap of een Gemeenschapscommissie;3° elke instelling onder het gezag van een provincie, een gemeente, een vereniging van gemeenten, een agglomeratie of een federatie van gemeenten, alsmede elke instelling onder het gezag van een instelling die ondergeschikt is aan een provincie of een gemeente;4° elke andere instelling naar Belgisch recht, die voldoet aan collectieve noodwendigheden van lokaal of algemeen belang, en aan welke oprichting of bijzondere leiding de openbare overheid klaarblijkelijk een overwegend aandeel heeft;5° elke instelling van internationaal recht waarvan een andere Staat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland lid is of een met een Gewest of een Gemeenschap vergelijkbaar onderdeel van een van deze Staten;6° elke instelling van een andere Staat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland die gelijkaardig is aan de instellingen bedoeld in 2° tot 4° ;7° elke onderwijsinstelling of -inrichting, elke dienst voor school- en beroepsoriëntatie of elk gesubsidieerd gratis psycho-medisch-sociaal centrum, alsmede elke gelijkaardige instelling of inrichting, dienst of centrum in een andere Staat van de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Voor de berekening van de in lid 1 bedoelde geldelijke anciënniteit worden eveneens in aanmerking genomen: 1° voor een periode van ten hoogste zes jaar: a) de diensten als werkloze die in de Belgische overheidssector is tewerkgesteld en in een soortgelijke hoedanigheid als een werkloze die in de overheidssector van een andere staat van de Europese Economische Ruimte of van Zwitserland is tewerkgesteld ;b) de diensten die als statutair of contractueel personeelslid verricht worden in de overheidssector van een andere staat dan die bedoeld in het eerste lid;c) de in de particuliere sector verrichte diensten;d) de periodes van werkzaamheid als zelfstandige.2° gedurende een periode van ten hoogste vier jaar, de periodes waarin het personeelslid aan een openbare of particuliere universitaire onderwijsinstelling was ingeschreven om te doctoreren. De in deze paragraaf bedoelde diensten die het personeelslid voorheen heeft verricht in een in de leden 2 en 3 bedoelde functie met onvolledige prestaties, komen in aanmerking tot de proportionele duur van een volledige werktijd die deze diensten op het tijdstip van de verrichting vertegenwoordigen.

Voor de toepassing van lid 3, 2°, is de maatregel van toepassing op het personeelslid dat houder is van een academische graad van doctor van niveau 8 in de zin van artikel 6 van het decreet van de Franse Gemeenschap van 31 maart 24 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten, alsmede op het personeelslid dat houder is van een academische graad van doctor behaald aan een in het buitenland gevestigde universitaire onderwijsinstelling en die als gelijkwaardig is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 20 juli 1971 tot vaststelling van de voorwaarden tot en de procedure van het verlenen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma's en studiegetuigschriften.

Art. 12.De in artikel 10, paragraaf 2, bedoelde wedden, alsmede de vergoedingen waarop het personeelslid recht heeft, worden maandelijks achteraf uitbetaald.

Het vakantiegeld wordt uiterlijk op 25 juni van het lopende jaar uitbetaald.

Art. 13.Het personeelslid ontvangt een eindejaarsuitkering van negen procent, berekend over het brutosalaris over de periode van twaalf maanden van 1 oktober van het vorige jaar tot en met 30 september van het lopende jaar. Het wordt uiterlijk op 24 december van het lopende jaar uitbetaald. Afdeling 2. - Andere voordelen

Art. 14.Het personeelslid van FormaForm heeft recht op maaltijdcheques, waarvan de voorwaarden zijn vastgelegd in het arbeidsreglement.

Art. 15.Het personeelslid van FormaForm geniet de diensten die door een sociale dienst worden aangeboden. Afdeling 3. - Bevordering door verhoging in weddeschaal

Art. 16.De bevordering door verhoging in weddeschaal is de toekenning van een hogere weddeschaal in dezelfde functie.

Art. 17.§ 1. Door verhoging in de weddeschaal onder de in de paragrafen 2, 3, 4, 5 en 6 bedoelde voorwaarden bevorderd wordt: 1° tot schaal E2, de pedagogisch deskundige die houder is van de weddeschaal E3;2° tot schaal E3, de pedagogisch opdrachthouder die houder is van de weddeschaal E4;3° tot de weddeschaal E5/2, de ondersteunend opdrachthouder die houder is van de weddeschaal E5;4° tot de weddeschaal E5/3, de ondersteunend opdrachthouder die houder is van de weddeschaal E5/2;3° tot de weddeschaal E6/2, de directiemedewerker die houder is van de weddeschaal E6 ;6° tot de weddeschaal E6/3, de directiemedewerker die houder is van de weddeschaal E6/2;7° tot de weddeschaal E7/2, de pedagogisch assistent die houder is van de weddeschaal E7;8° tot de weddeschaal E7/3, de pedagogisch assistent die houder is van de weddeschaal E7/2. § 2. Het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt door verhoging in weddeschaal bevorderd tot de weddeschalen E2 en E3: 1° een ambtsanciënniteit hebben van minstens tien jaar;2° het bewijs leveren van een positieve evaluatie. § 3. Het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt door verhoging in weddeschaal bevorderd tot de weddeschalen E5/2, E6/2 en E7/2: 1° een ambtsanciënniteit hebben van minstens vijftien jaar;2° het bewijs leveren van een positieve evaluatie. § 2. Het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt door verhoging in weddeschaal bevorderd tot de weddeschalen E5/3: 1° een ambtsanciënniteit hebben van minstens tien jaar in de weddeschaal E5/2;; 2° het bewijs leveren van een positieve evaluatie. § 5. Het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt door verhoging in weddeschaal bevorderd tot de weddeschalen E6/3: 1° een ambtsanciënniteit hebben van minstens tien jaar in de weddeschaal E6/2;2° het bewijs leveren van een positieve evaluatie. § 6. Het personeelslid dat aan de volgende voorwaarden voldoet, wordt door verhoging in weddeschaal bevorderd tot de weddeschalen E7/3: 1° een ambtsanciënniteit hebben van minstens tien jaar in de weddeschaal E7/2;2° het bewijs leveren van een positieve evaluatie. § 7. De in paragraaf 1 bedoelde bevordering in de weddeschaal wordt door het leidend personeelslid automatisch toegekend aan het personeelslid dat voldoet aan de in de paragrafen 2, 3, 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden, zonder dat het personeelslid hiertoe een verzoek behoeft in te dienen. HOOFDSTUK 4. - Verlof

Art. 18.§ 1. Het personeelslid van FormaForm geniet het aantal jaarlijkse vakantiedagen en het vakantiegeld zoals bepaald door de wetten op de jaarlijkse vakantie voor werknemers in loondienst en de wet van 4 januari 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/01/1974 pub. 08/07/2009 numac 2009000375 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de feestdagen Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de feestdagen.

Naast de in het vorige lid genoemde verlofdagen komt het personeelslid ook in aanmerking voor: 1° omstandigheidsverlof, zoals bepaald in omzendbrief nr.349 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt van 28 oktober 1991 Toestand van het contractueel personeel in besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, alsmede de teksten tot aanvulling of wijziging ervan; 2° verlof om dwingende redenen, zoals bedoeld in artikel 30bis van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 1991, en in het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 tot vaststelling van de nadere regelen voor de uitoefening van het recht op een verlof om dwingende reden;3° een vrije dag op 27 september, 2 november, 15 november en 26 december;4° een extra vakantiedag wanneer het personeelslid op 1 juli van het lopende jaar : a) vijfenveertig jaar oud is ;b) vijftig jaar oud is;c) vijfenvijftig jaar oud is ;d) zestig jaar oud is;e) eenenzestig jaar oud is;f) tweeënzestig jaar oud is;g) drieënzestig jaar oud is;h) vierenzestig jaar oud is;i) vijfenzestig jaar oud is;j) zesenzestig jaar oud is;5° dagen vrijstelling van dienst in verband met de jaarlijkse sluiting van FormaForm tussen 27 en 31 december.6° verlof verleend bij of krachtens een wet van toepassing op de private sector. § 2. Naast de in paragraaf 1 bedoelde verlofdagen geniet het personeelslid van FormaForm, rekening houdend met het kader waarin het personeelslid werkt en met zijn eigen functies, hetzelfde vormingsverlof als bedoeld in de artikelen 97 en volgende van de Ambtenarencode.

Art. 19.De periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst van een personeelslid van FormaForm worden gelijkgesteld met periodes van dienstactiviteit overeenkomstig artikel 12 quater van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 23 betreffende de voorwaarden voor de indienstneming en de administratieve en geldelijke toestand van de contractuele personeelsleden, rekening houdend met de krachtens artikel 18 toepasselijke soorten verlof. HOOFDSTUK 5. - Arbeidsvoorwaarden Afdeling 1. - Arbeidsduur

Art. 20.De normale arbeidsduur van een personeelslid van FormaForm bedraagt achtendertig uur per week.

De werkweek bij FormaForm bestaat uit vijf dagen en loopt van maandag tot en met vrijdag. De werktijden van FormaForm en de recuperatieregelingen zijn vastgelegd in het arbeidsreglement.

Art. 21.Aan een personeelslid dat wordt verzocht uitzonderlijk extra prestaties te verrichten op zaterdagen, zondagen, feestdagen of buiten de werktijden van FormaForm, wordt compensatieverlof toegekend. De voorwaarden voor de compensatie van extra prestaties zijn als volgt vastgesteld: extra prestaties die van maandag tot vrijdag buiten de normale arbeidstijd of op zaterdag worden verricht, worden voor honderdvijftig procent gecompenseerd; prestaties die op zon- of feestdagen worden verricht, worden voor tweehonderd procent gecompenseerd. Afdeling 2. - Tegemoetkoming in de verplaatsingskosten op weg naar het

werk en in de kosten van dienstreizen en andere onkostenvergoedingen

Art. 22.Het personeelslid van FormaForm komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van vervoer naar het werk wanneer gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer, wanneer in bijzondere omstandigheden gebruik wordt gemaakt van persoonlijke vervoermiddelen en wanneer de fiets wordt gebruikt overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van de artikelen 546 tot en met 559 van titel II van boek IV van de Ambtenarencode.

Art. 23.§ 1. Het personeelslid van FormaForm dat zich voor de behoeften van de dienst moet verplaatsen in het kader van een dienstreis, komt in aanmerking voor een bijdrage in zijn verplaatsingskosten wanneer hij gebruik maakt van het openbaar vervoer, van een persoonlijk voertuig of van een fiets, in de vormen en onder de voorwaarden vastgesteld in de artikelen 519 tot 538 van titel II van boek IV van de Ambtenarencode, met uitzondering van het bedrag van de kilometervergoeding bedoeld in artikel 531 van de Ambtenarencode. § 2. Het bedrag van de kilometervergoeding wordt op 1 juli 2021 vastgesteld op 0,3707 euro per kilometer onder verwijzing naar het bedrag bepaald in artikel 74 van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.

Het bedrag van de kilometervergoeding wordt jaarlijks op 1 juli herzien op basis van de jaarlijkse omzendbrief betreffende de aanpassing van de kilometervergoeding die van toepassing is op de federale overheidsdiensten en de diensten die van hen afhangen, op het ministerie van Defensie, alsook op de instellingen van openbaar nut die behoren tot het federaal administratief openbaar ambt zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Het bedrag van de kilometervergoeding wordt niet geïndexeerd. HOOFDSTUK 6. - Opleiding van de personeelsleden van FormaForm

Art. 24.§ 1. FormaForm organiseert opleidings-, vervolmakings- en bijscholingscursussen voor het personeel van FormaForm, hetzij intern, hetzij via een externe operator.

Het personeelslid heeft het recht en de plicht vormings-, vervolmakings- en bijscholingscursussen te volgen, alsook studiedagen ingericht of erkend door FormaForm, mits het leidend personeelslid hiermee instemt. Het personeelslid heeft toegang tot de opleidingen die door de Bestuursschool worden aangeboden. § 2. Tijdens de in paragraaf 1 bedoelde acties, die in België of in het buitenland worden georganiseerd, worden de bezoldiging, de tegemoetkoming in de verplaatsingskosten en de onkostenvergoedingen waarin dit akkoord voorziet, gehandhaafd. § 3. FormaForm moedigt individuele opleidings-, vervolmakings- of bijcholingsinitiatieven van personeelsleden in verband met hun functie aan.

Het personeelslid kan, met instemming van het leidend personeelslid, voorstellen de in lid 1 bedoelde acties te volgen wanneer deze buiten FormaForm worden georganiseerd of een stage vormen in een onderneming die met zijn functie verband houdt.

Het personeelslid krijgt dienstvrijstelling wanneer deze cursussen tijdens de diensturen georganiseerd zijn of recuperaties wanneer zij buiten de gewone diensturen plaatsvinden. Deze periodes worden gelijkgesteld met werkperiodes en omvatten de tijd die nodig is om de cursus te volgen, met inbegrip van de tijd die nodig is om van en naar de cursus te reizen. § 4. De in dit artikel bedoelde opleidingen mogen niet langer duren dan 180 uur per jaar. HOOFDSTUK 7. - Evaluatie van het werk van de personeelsleden

Art. 25.§ 1. Het doel van de evaluatie van het personeelslid van FormaForm is zijn bijdrage aan de goede werking van FormaForm te beoordelen, in verhouding tot zijn functie en de taken die hem zijn opgedragen.

De evaluatie is ook bedoeld om het personeelslid aan te moedigen zich positief te gedragen en zijn sterke en eventuele zwakke punten vast te stellen om hem te helpen die te overwinnen. § 2. De evaluatie heeft betrekking op de volgende vier elementen 1° de uitoefening van het basisberoep;2° de verwezenlijking van de doelstellingen;3° de actualisering van de kennis;4° de integratie, ontwikkeling en betrokkenheid. De evaluatie stelt de personeelsleden in staat zich te situeren ten opzichte van de functie die zij uitoefenen en ten opzichte van de verwezenlijking van de doelstellingen die voor hen zijn vastgesteld, rekening houdend met de middelen die hun ter beschikking zijn gesteld.

Elk van de vier elementen geeft aanleiding tot één van de in lid 6 vermelde classificaties. § 3. Het stuurcomité stelt de doelstellingen van het leidend personeelslid vast en evalueert bedoeld leidend personeelslid. Indien de evaluatie van het leidend personeelslid moet worden verbeterd of gecorrigeerd, vaardigt het stuurcomité een van zijn gewone leden af om het personeelslid te vergezellen tijdens de gesprekken voor het bepalen van de doelstellingen en de evaluatie. § 4. De in paragraaf 2 bedoelde doelstellingen worden vastgesteld tijdens een vergadering ter bepaling van de doelstellingen en zijn specifiek, meetbaar, resultaatgericht en tijdgebonden.

Het gesprek voor de vaststelling van de doelstellingen vindt plaats uiterlijk binnen een maand na indiensttreding of verandering van functie van het personeelslid. § 5. De eerste evaluatie vindt plaats uiterlijk zes maanden na het in paragraaf 4 bedoelde gesprek voor de vaststelling van de doelstellingen. Daarna vindt de evaluatie om de twee jaar plaats of zes maanden na elke wijziging van de functie.

Jaarlijks wordt met elk personeelslid een functioneringsgesprek gevoerd. § 6. Het leidend personeelslid evalueert ieder personeelslid en geeft het een van de volgende drie vermeldingen: gunstig, te verbeteren of te corrigeren. § 7. De evaluatie wordt toegekend na een gesprek en resulteert in een globale vermelding. De conclusies van het gesprek worden vastgelegd in een verslag, zo nodig met inbegrip van een actieplan om bepaalde elementen te verbeteren of te corrigeren. Het verslag wordt ondertekend door het leidend personeelslid en het geëvalueerde personeelslid.

Wanneer wordt geoordeeld dat een element verbetering behoeft, wordt daarvoor een actieplan opgesteld, waarvan de resultaten in het daaropvolgende jaar worden geëvalueerd.

Wanneer wordt geoordeeld dat een element moet worden gecorrigeerd, wordt daarvoor een actieplan opgesteld, waarvan de resultaten binnen zes maanden worden geëvalueerd. Indien tijdens het evaluatiegesprek de verwachte verbetering met betrekking tot het te corrigeren element of de te corrigeren elementen niet wordt bereikt, wordt voorzien in een tweede periode van zes maanden. Indien na afloop van deze twee periodes de doelstellingen nog steeds niet zijn bereikt, leidt het personeelslid een ontslagprocedure in. § 8. Indien het zulks nodig acht, kan het geëvalueerde personeelslid, alvorens het verslag te ondertekenen en uiterlijk binnen tien dagen nadat het van het voorstel tot evaluatie in kennis is gesteld, het leidend personeelslid verzoeken het voorstel geheel of gedeeltelijk te herformuleren. Indien zij akkoord gaan, worden de wijzigingen rechtstreeks in het verslag aangebracht. Is dat niet het geval, dan kan het personeelslid beroep aantekenen bij de in artikel 29 genoemde commissie van beroep.

De definitieve beslissing tot evaluatie wordt ter kennis van het personeelslid gebracht, met vermelding van het recht van beroep bij de Commissie van Beroep. HOOFDSTUK 8. - Cumulatie van activiteiten

Art. 26.§ 1. Het personeelslid van FormaForm mag zijn beroepsactiviteiten niet combineren.

Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder beroepsactiviteit verstaan elke werkzaamheid waarvan de opbrengst een beroepsinkomen is in de zin van artikel 23 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

In afwijking van lid 2 wordt een openbaar mandaat van politieke aard niet als een beroepsactiviteit beschouwd. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt de cumulatie van beroepsactiviteiten die inherent zijn aan de uitoefening van het ambt, van rechtswege uitgeoefend.

Aan de uitoefening van de functie inherent is, elke plicht : 1° die krachtens een wettelijk of bestuursrechtelijk voorschrift verbonden is aan de door het personeelslid uitgeoefende functie ;2° waartoe het personeelslid ambtshalve wordt aangewezen door het leidend personeelslid.

Art. 27.§ 1. In afwijking van artikel 26 kan het leidend personeelslid toestemming verlenen voor de cumulatie van activiteiten voor een periode van ten hoogste vijf jaar, die kan worden verlengd, onder de volgende voorwaarden: 1° de cumulatie is niet van dien aard dat zij de vervulling van de taken van het ambt belemmert;2° de cumulatie is niet in strijd met de waardige uitoefening van de functie;3° de cumulatie is niet van dien aard dat de onafhankelijkheid van het personeelslid van FormaForm in het gedrang komt of dat verwarring ontstaat met zijn hoedanigheid van personeelslid. In afwijking van lid 1 kan het stuurcomité, wat het personeelslid betreft, toestemming geven voor de cumulatie van activiteiten onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijnen als die welke voor de andere personeelsleden gelden. § 2. Alvorens een aanvullende activiteit uit te oefenen, dient het personeelslid bij het leidend personeelslid een verzoek in om machtiging tot cumulatie van activiteiten. § 3. Het leidend personeelslid neemt een beslissing over de aanvraag van het personeelslid binnen 60 dagen na de datum van ontvangst van de aanvraag van het personeelslid.

De machtiging kan worden ingetrokken indien aan een van de in lid 1 bedoelde voorwaarden niet meer wordt voldaan.

De beslissing wordt ter kennis gebracht van het personeelslid dat de aanvraag heeft ingediend.

Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn bedoeld in het eerste lid wordt de beslissing geacht gunstig te zijn.

Beslissingen tot machtiging, weigering of intrekking worden met redenen omkleed en vermelden het bestaan van een recht van beroep bij de in artikel 29 bedoelde commissie van beroep. § 4. In geval van wijziging van zijn administratieve situatie, van de voorwaarden voor de uitoefening of van de aard van de cumulatie dient het personeelslid een nieuwe aanvraag in. § 5. Voor het personeelslid kan het starten van een activiteit zonder voorafgaande machtiging te vragen, het niet respecteren van de weigering van cumulatie van activiteiten beslist door het personeelslid of het verlaten van de verleende machtiging een zware fout uitmaken in de zin van artikel 35 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK 9. - Tekortkomingen en Commissie van Beroep

Art. 28.Indien een personeelslid van FormaForm zijn verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst en het arbeidsreglement niet nakomt en dit geen ernstige reden tot opzegging vormt, kan het personeelslid het voorwerp uitmaken van een aantekening in het dossier krijgen.

Voordat een aantekening in het dossier wordt opgenomen, wordt het personeelslid gehoord en kan het zich, op zijn verzoek, door een persoon van zijn keuze laten bijstaan. Elke aantekening in het dossier van het personeelslid wordt ondertekend door het personeelslid, dat er opmerkingen over kan maken.

Art. 29.§ 1. Het personeelslid heeft het recht om bij de commissie van beroep, die overeenkomstig § 2 binnen FormaForm wordt ingesteld, in beroep te gaan tegen: 1° de ontslagprocedure, behalve in geval van zware fout, personeelsvermindering of budgettaire redenen;2° elke beslissing tot weigering betreffende verlof en afwezigheden;3° elke beslissing tot weigering of intrekking van een machtiging tot cumulatie van activiteiten;4° elke beslissing om een hem toegewezen evaluatie te verbeteren of te corrigeren. Wat het in punt 1 bedoelde voornemen tot ontslag betreft, mogen de feiten waarop de ontslagprocedure betrekking heeft, niet gepleegd zijn meer dan zes maanden voordat het leidend personeelslid kennis kreeg van de feiten. Wanneer de zaak echter gebaseerd is op een opeenstapeling van feiten, mag alleen het feit dat de procedure in gang heeft gezet, niet meer dan zes maanden vóór de kennisneming van de feiten door het leidend personeelslid zijn gepleegd. § 2. De commissie van beroep is een paritair comité. Zij bestaat uit een voorzitter die door de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding wordt aangewezen, drie vertegenwoordigers die door de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding worden aangewezen en één lid per representatieve vakbondsorganisatie die door elk van hen wordt aangewezen De voorzitter heeft een neutrale rol en beschikt niet over een stem.

De vertegenwoordigers van de openbare verstrekkers inzake beroepsopleiding worden gekozen uit de personeelsleden en het leidinggevend personeel.

De leden van de Commissie zijn verplicht tot geheimhouding bij hun beraadslagingen.

Het secretariaat wordt door een lid van het personeel van FormaForm waargenomen. § 3. Het personeelslid tekent beroep aan bij de Commissie van Beroep binnen vijftien kalenderdagen na de kennisgeving van de voorgestelde beslissing of van de in § 1 bedoelde beslissing waarbij het zich niet kan aansluiten. Als het beroep niet binnen die termijn ingesteld wordt, is de beslissing definitief. Het beroep heeft geen schorsende werking. Het beroep wordt bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van de Commissie toegezonden, die de ontvangst ervan bevestigt. § 4. Ten minste vijftien dagen vóór de zitting voor de Commissie van Beroep wordt het personeelslid per aangetekende brief met ontvangstbevestiging opgeroepen. De dagvaarding vermeldt de feiten die het beslissingsvoorstel of de beslissing rechtvaardigen, de plaats, de dag en het uur van verschijning en het recht om zich te doen bijstaan door een persoon van zijn keuze. Ze omvat het proceduredossier. Het proceduredossier bevat ten minste de bestreden beslissing of het bestreden beslissingsvoorstel, de brief waarbij het beroep is ingeleid en het dossier betreffende de beslissing of het ontwerp van beslissing.

Het personeelslid kan uiterlijk vijf dagen voor de verschijningsdatum aanvullende stukken aan het dossier toevoegen. In het kader van de ontslagprocedure kan, indien zich na de toezending van het ontslagdossier nieuwe feiten voordoen, het dossier door het leidend personeelslid worden aangevuld. In dat geval wordt de datum van de vergadering uitgesteld. § 5. De Commissie hoort het leidend personeelslid en het betrokken personeelslid. Deze kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een persoon van zijn keuze. In geen geval kan de verdediger in dit beroep als lid van de Commissie zetelen.

Indien het personeelslid niet op de hoorzitting verschijnt of zich niet laat vertegenwoordigen nadat hij daartoe behoorlijk is opgeroepen, wordt hij geacht zijn beroep te hebben ingetrokken, behalve in geval van overmacht, dat met redenen moet worden omkleed.

Een personeelslid dat wegens overmacht niet heeft kunnen verschijnen of zich niet heeft kunnen laten vertegenwoordigen, wordt onmiddellijk opnieuw opgeroepen voor de hoorzitting. § 6. De Commissie brengt binnen twee maanden na de verwijzing advies uit. Er wordt geen proces-verbaal van verhoor opgemaakt. Het resultaat van de beraadslagingen en de motivering ervan worden vastgelegd in een proces-verbaal, dat zo spoedig mogelijk wordt opgesteld en door de leden van de Commissie wordt medeondertekend. Bij gebreke van consensus worden de verschillende standpunten van de leden van de Commissie in het proces-verbaal opgenomen.

Het advies van de Commissie van beroep wordt doorgezonden aan het stuurcomité, dat binnen 15 dagen na ontvangst van het advies een definitief besluit neemt. HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen

Art. 30.Dit akkoord bindt de partijen op de dag na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Opgemaakt te Namen, in twee exemplaren waarvan elke contracterende partij verklaart er één te hebben ontvangen, op XXXXXX De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van het "IFAPME" en de vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister belast met beroepsopleiding, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, V. DE BUE De Minister-voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met het Openbaar Ambt, B. TRACHTE De Minister belast met beroepsopleiding, B. CLERFAYT Bijlage - Weddeschalen op jaarbasis aan 1 % (spilindexcijfer 138,01)

Weddeschaal leidend personeelslid

E1

Tussentijdse verhogingen


Jaarlijks

3/1 x 623,60

Tweejaarlijks

10/2 x 1260,36

Zesjaarlijks

5/6 x 250,38

Anciënniteit

Jaarlijks aan 1 %

0

33.478,24

1

34.101,84

2

34.725,44

3

35.349,04

4

35.349,04

5

36.609,40

6

36.859,78

7

38.120,14

8

38.120,14

9

39.380,50

10

39.380,50

11

40.640,86

12

40.891,24

13

42.151,60

14

42.151,60

15

43.411,96

16

43.411,96

17

44.672,32

18

44.922,70

19

46.183,06

20

46.183,06

21

47.443,42

22

47.443,42

23

48.703,78

24

48.954,16

25

48.954,16

26

48.954,16

27

48.954,16

28

48.954,16

29

48.954,16

30

49.204,54


Pedagogische weddeschalen

E2

E3

E4

Tussentijdse verhogingen


Tweejaarlijks

15/2 x 755,47

15/2 x 7,47

15/2 x 641,48

Anciënniteit

Jaarlijks aan 1%

0

30.219,70

28.019,18

25.659,54

1

30.219,70

28.019,18

25.659,54

2

30.975,17

28.719,65

26.301,02

3

30.975,17

28.719,65

26.301,02

4

31.730,64

29.420,12

26.942,50

5

31.730,64

29.420,12

26.942,50

6

32.486,11

30.120,59

27.583,98

7

32.486,11

30.120,59

27.583,98

8

33.241,58

30.821,06

28.225,46

9

33.241,58

30.821,06

28.225,46

10

33.997,05

31.521,53

28.866,94

11

33.997,05

31.521,53

28.866,94

12

34.752,52

32.222,00

29.508,42

13

34.752,52

32.222,00

29.508,42

14

35.507,99

32.922,47

30.149,90

15

35.507,99

32.922,47

30.149,90

16

36.263,46

33.622,94

30.791,38

17

36.263,46

33.622,94

30.791,38

18

37.018,93

34.323,41

31.432,86

19

37.018,93

34.323,41

31.432,86

20

37.774,40

35.023,00

32.074,34

21

37.774,40

35.023,88

32.074,34

22

38.529,87

35.724,35

32.715,82

23

38.529,87

35.724,35

32.715,82

24

39.285,34

36.424,82

33.357,30

25

39.285,34

36.424,82

33.357,30

26

40.040,81

37.125,29

33.998,78

27

40.040,81

37.125,29

33.998,78

28

40.796,28

37.825,76

34.640,26

29

40.796,28

37.825,76

34.640,26

30

41.551,75

38.526,23

35.281,74


Weddeschalen ondersteund opdrachthouder

E5

E5/2

E5/3

Tussentijdse verhogingen


Jaarlijks

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

3/1 x 623,60

Tweejaarlijks

10/2 x 957,68

10/2 x 1135,17

10/2 x 1135,17

Zesjaarlijks

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

Anciënniteit

Jaarlijks aan 1 %

0

21.112,38

25.507,13

28.7,13

1

21.735,98

26.130,73

28.630,73

2

22.359,58

26.754,33

29.254,33

3

22.983,18

27.377,93

29.877,93

4

22.983,18

27.377,93

29.877,93

5

23.940,86

28.513,10

31.013,10

6

24.191,24

28.763,48

31.263,48

7

25.148,92

29.898,65

32.398,65

8

25.148,92

29.898,65

32.398,65

9

26.106,60

31.033,82

33.533,82

10

26.106,60

31.033,82

33.533,82

11

27.064,28

32.168,99

34.668,99

12

27.314,66

32.419,37

34.919,37

13

28.272,34

33.554,54

36.054,54

14

28.272,34

33.554,54

36.054,54

15

29.230,02

34.689,71

37.189,71

16

29.230,02

34.689,71

37.189,71

17

30.187,70

35.824,88

38.324,88

18

30.438,08

36.075,26

38.575,26

19

31.395,76

37.210,43

39.710,43

20

31.395,76

37.210,43

39.710,43

21

32.353,44

38.345,60

40.845,60

22

32.353,44

38.345,60

40.845,60

23

33.311,12

39.480,77

41.980,77

24

33.561,50

39.731,15

42.231,15

25

33.561,50

39.731,15

42.231,15

26

33.561,50

39.731,15

42.231,15

27

33.561,50

39.731,15

42.231,15

28

33.561,50

39.731,15

42.231,15

29

33.561,50

39.731,15

42.231,15

30

33.811,88

39.981,53

42.481,53


Weddeschalen directiemedewerker

E6

E6/2

E6/3

Tussentijdse verhogingen


Jaarlijks

3/1 x 252,18

3/1 x 252,18

3/1 x 252,18

Tweejaarlijks

1/2 x 292,59

1/2 x 292,59

1/2 x 292,59

1/2 x 390,03

1/2 x 390,03

1/2 x 390,03

2/2 x 672,31

2/2 x 672,31

2/2 x 672,31

9/2 x 588,30

9/2 x 588,30

9/2 x 588,30

Zesjaarlijks

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

Anciënniteit

Jaarlijks aan 1%

0

18.134,78

19.345,74

21.845,74

1

18.386,96

19.597,92

22.097,92

2

18.639,14

19.850,10

22.350,10

3

18.891,32

20.102,28

22.602,28

4

18.891,32

20.102,28

22.602,28

5

19.183,91

20.394,87

22.894,87

6

19.434,29

20.645,25

23.145,25

7

19.824,32

21.035,28

23.535,28

8

19.824,32

21.035,28

23.535,28

9

20.496,63

21.707,59

24.207,59

10

20.496,63

21.707,59

24.207,59

11

21.168,94

22.379,90

24.879,90

12

21.419,32

22.630,28

25.130,28

13

22.7,62

23.218,58

25.718,58

14

22.7,62

23.218,58

25.718,58

15

22.595,92

23.806,88

26.306,88

16

22.595,92

23.806,88

26.306,88

17

23.184,22

24.395,18

26.895,18

18

23.434,60

24.645,56

27.145,56

19

24.022,90

25.233,86

27.733,86

20

24.022,90

25.233,86

27.733,86

21

24.611,20

25.822,16

28.322,16

22

24.611,20

25.822,16

28.322,16

23

25.199,50

26.410,46

28.910,46

24

25.449,88

26.660,84

29.160,84

25

26.038,18

27.249,14

29.749,14

26

26.038,18

27.249,14

29.749,14

27

26.626,48

27.837,44

30.337,44

28

26.626,48

27.837,44

30.337,44

29

27.214,78

28.425,74

30.925,74

30

27.465,16

28.676,12

31.176,12


Weddeschalen pedagogisch assistent

E7

E7/2

E7/3

Tussentijdse verhogingen


Jaarlijks

3/1 x 267,31

3/1 x 267,31

3/1 x 267,31

Tweejaarlijks

1/2 x 267,31

1/2 x 267,31

1/2 x 267,31

1/2 x 356,34

1/2 x 356,34

1/2 x 356,34

2/2 x 712,64

2/2 x 712,64

2/2 x 712,64

9/2 x 623,60

9/2 x 623,60

9/2 x 623,60

Zesjaarlijks

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

5/6 x 250,38

Anciënniteit

Jaarlijks aan 1%

0

13.668,39

16.880,14

19.380,14

1

13.935,70

17.147,45

19.647,45

2

14.203,01

17.414,76

19.914,76

3

14.470,32

17.682,07

20.182,07

4

14.470,32

17.682,07

20.182,07

5

14.737,63

17.949,38

20.449,3.8

6

14.988,01

18.199,76

20.699,76

7

15.344,35

18.556,10

21.056,10

8

15.344,35

18.556,10

21.056,10

9

16.056,99

19.268,74

21.768,74

10

16.056,99

19.268,74

21.768,74

11

16.769,63

19.981,38

22.481,38

12

17.020,01

20.231,76

22.731,76

13

17.643,61

20.855,36

23.355,36

14

17.643,61

20.855,36

23.355,36

15

18.267,21

21.478,96

23.978,96

16

18.267,21

21.478,96

23.978,96

17

18.890,81

22.102,56

24.602,56

18

19.141,19

22.352,94

24.852,94

19

19.764,79

22.976,54

25.476,54

20

19.764,79

22.976,54

25.476,54

21

20.388,39

23.6,14

26.1,14

22

20.388,39

23.6,14

26.1,14

23

21.011,99

24.223,74

26.723,74

24

21.262,37

24.474,12

26.974,12

25

21.885,97

25.097,72

27.597,72

26

21.885,97

25.097,72

27.597,72

27

22.509,57

25.721,32

28.221,32

28

22.509,57

25.721,32

28.221,32

29

23.133,17

26.344,92

28.844,92

30

23.383,55

26.595,30

29.095,30


Gezien om te worden gevoegd bij het Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapscommissie en het Waalse Gewest tot vaststelling van de administratieve en geldelijke toestand van het personeel van FORMAFORM Namen, 31 maart 2022.

De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van het "IFAPME" en de vaardigheidscentra, W. BORSUS De Vice-Minister-President en Minister belast met beroepsopleiding, Ch. MORREALE De Minister van Ambtenarenzaken, V. DE BUE De Minister-voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met het Openbaar Ambt, B. TRACHTE De Minister belast met beroepsopleiding, B. CLERFAYT

^