Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 15 december 2000
gepubliceerd op 20 mei 2005

Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en het Groothertogdom Luxemburg

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035559
pub.
20/05/2005
prom.
15/12/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP


15 DECEMBER 2000. - Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en het Groothertogdom Luxemburg


Het Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en het Groothertogdom Luxemburg werd ondertekend in Brussel op 15 december 2000.

Het decreet houdende instemming met het Samenwerkingsverdrag dateert van 19 juli 2002 en het besluit van de Vlaamse Regering tot ratificatie van het Samenwerkingsverdrag dateert van 21 februari 2003.

De Vlaamse overheid stelde op 31 maart 2003 de Luxemburgse overheid op de hoogte van het beëindigen van haar interne procedure en de Luxemburgse overheid stelde op 27 juli 2004 de Vlaamse overheid op de hoogte van het beëindigen van haar interne procedure.

Overeenkomstig artikel 16 is dit Verdrag op 29 juli 2004 in werking getreden.

De authentieke tekst van het Verdrag volgt hierna in het Nederlands en in het Frans.

Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewes en het Groothertogdom Luxemburg De Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, hierna "Vlaanderen" te noemen, enerzijds, en Het Groothertogdom Luxemburg, anderzijds, hierna "de partijen" te noemen, Steunend op de gehechtheid aan hun vriendschapsbanden en aan gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en solidariteit;

Rekening houdend met de conventie inzake de oprichting van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie van 25 juli 1921;

Gelet op het culturele akkoord gesloten tussen de regering het Koninkrijk België en de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, ondertekend in Brussel op 22 februari 1967;

Gelet op de institutionele hervormingen die sedertdien in België werden ingevoerd;

In hun verlangen de bestaande samenwerking te bevestigen;

Met de bedoeling deze samenwerking uit te breiden tot nieuwe gebieden zoals die in dit verdrag worden bepaald en voor zover die tot de bevoegdheid van de partijen behoren, om aldus bij te dragen tot het scheppen van nauwere banden tussen Vlaanderen en het Groothertogdom Luxemburg;

Ervan overtuigd dat deze vernieuwde samenwerking zal bijdragen tot meer wederzijds begrip en vriendschap, Komen overeen wat volgt : Artikel 1.

De partijen intensifiëren hun samenwerking op het gebied van economie, wetenschap, technologie, onderwijs, cultuur, jeugd, sport, welzijn, gezondheidszorg, milieubescherming en ruimtelijke ordening, infrastructuur, verkeersbeleid, landbouw en agro-industrie, beroepsopleiding en werkgelegenheid, toerisme, telecommunicatie en mediabeleid. Daartoe bevorderen de partijen de samenwerking tussen de instellingen en de ondernemingen die werkzaam zijn in de bovengenoemde domeinen.

De partijen steunen de uitwisseling van ervaringen inzake technische, technologische en administratieve knowhow.

Artikel 2.

Beide partijen zetten zich in voor de uitbreiding van hun wederzijdse economische betrekkingen. De partijen moedigen in het bijzonder de samenwerking aan op het vlak van : 1. de overdracht van technologie en knowhow;2. het ontwikkelen van commerciële contacten en het bevorderen van samenwerking tussen ondernemingen en instellingen;3. bedrijfsorganisaties;4. uitbreiding van de bilaterale handel. Artikel 3.

Beide partijen stimuleren de samenwerking en uitwisseling tussen openbare instellingen en privé-organisaties op het vlak van het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en de technologische innovatie.

Zij moedigen bedrijven en onderzoeksinstellingen aan om zich te engageren op het vlak van concrete samenwerkingsprojecten in de sectoren wetenschappelijk onderzoek, onderzoek en ontwikkeling en technologische innovatie, meer bepaald door participatie aan gemeenschappelijke projecten in het kader van de communautaire programma's en het programma Eureka.

Artikel 4.

Beide partijen werken samen en moedigen samenwerking en uitwisseling aan op cultureel gebied. Zij steunen acties die bijdragen tot een betere wederzijdse kennis, begrip en waardering van ieders taal en cultuur. Zij nemen hiervoor gemeenschappelijke initiatieven die de dialoog tussen de culturen bevorderen. De samenwerking situeert zich op het vlak van de kunsten, musea, architectuur, non-formele volwassenenvorming, openbaar bibliotheekwerk, culturele centra, amateurkunsten, het jeugdwerk, het cultureel erfgoed en de audiovisuele middelen.

Artikel 5.

Beide partijen steunen en bevorderen de samenwerking op het gebied van het toerisme. Hiertoe moedigen zij de uitwisseling aan van specialisten en wisselen zij ervaringen en informatie uit over het toerismebeleid.

Artikel 6.

Beide partijen steunen en bevorderen de samenwerking op het gebied van sport.

Beide partijen moedigende samenwerking aan tussen sportorganisaties, uitwisseling van sportploegen en sportlui en de deelname aan sportmanifestaties in beide landen.

Artikel 7.

Beide partijen bevorderen de samenwerking en de uitwisseling op het gebied van het onderwijs, de vorming en de beroepsopleiding.

Beide partijen moedigen rechtstreekse samenwerking en contacten aan tussen universiteiten en andere onderwijsinstellingen.

Beide partij en moedigen uitwisseling aan van informatie, onderwijservaring, bevindingen van deskundigen en onderzoek, documentatie en publicaties uit het onderwijsveld en de uitwisseling van onderwijzend personeel, leerlingen en studenten op het gebied van basissen secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en permanente vorming.

Artikel 8.

Beide partijen werken samen op het gebied van arbeid en werkgelegenheid, meer bepaald met betrekking tot de beroepsopleiding, de arbeidsverhoudingen en het sociaal overleg.

Artikel 9.

Beide partijen moedigen samenwerking en uitwisseling aan of werken samen op gebied van welzijn en gezondheid. In het bijzonder kunnen er samenwerkingsverbanden ontstaan op gebied van welzijnsonderzoek, maatschappelijk werk, armoedebestrijding, integratie van migranten, gezinszorg, thuiszorg, bejaardenzorg en bijzondere jeugdbijstand. Zij kunnen ook samenwerken op gebied van organisatie van de gezondheidszorg, gezondheidspromotie en ziektepreventie.

Artikel 10.

Beide partijen bevorderen de samenwerking en uitwisseling op het gebied van leefmilieu, plattelandsontwikkeling, ruimtelijke ordening, huisvesting, infrastructuur en verkeersbeleid. Zij bevorderen de uitwisseling van wetenschappelijke technische en statistische informatie en de overdracht van technologie in het bijzonder op het gebied van milieubescherming en -sanering.

Artikel 11.

Beide partijen moedigen samenwerking en uitwisseling aan op het vlak van landbouw. De partijen moedigen de uitwisseling aan van wetenschappelijke, technische en statistische informatie, alsook van technologie op bovenvermeld vlak.

Artikel 12.

Met betrekking tot de domeinen waarvoor dit samenwerkingsverdrag geldt, streven de partijen naar samenwerking in het kader van de internationale organisaties. Daartoe kunnen de partijen elkaar informeren over hun respectieve standpunten en - meer algemeen - overleg plegen.

In dit verband werken de partijen samen in het kader van programma's van internationale organisaties op de gebieden vermeld onder artikel 1, waarbij ze uiting geven aan hun bijzondere banden van vriendschap en partnerschap.

Artikel 13.

Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, vervangt het huidige samenwerkingsverdrag het culturele akkoord gesloten tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, ondertekend in Brussel op 22 februari 1967.

Artikel 14.

Met het oog op de uitvoering van dit verdrag richten beide partijen een Gemengde Commissie Vlaanderen-Groothertogdom Luxemburg op.

De Gemengde Commissie vergadert minstens éénmaal om de twee jaar, afwisselend in Vlaanderen en in het Groothertogdom Luxemburg.

De Gemengde Commissie kan opdracht geven aan werkgroepen om tussentijdse vergaderingen te beleggen om de uitvoering van de werkprogramma's te ondersteunen.

De voorzitters van beide delegaties in de Commissie kunnen tussentijdse vergaderingen houden om de uitvoering van de werkprogramma's te bespreken.

Artikel 15.

De Gemengde Commissie bestaat uit vertegenwoordigers die aangewezen zijn door de respectieve partijen.

De taken van de Gemengde Commissie zijn : l. de programma's en projecten die voor de nabije toekomst zijn gepland, voorbereiden en goedkeuren;2. toezien op de financiering door beide partijen van de programma's en projecten die uit dit verdrag voortvloeien;3. nagaan hoever de samenwerking is gevorderd en de resultaten ervan beoordelen;4. op geregelde tijdstippen de prioriteiten aanpassen en de te volgen koers bepalen;5. alle problemen in verband met de uitvoering, de werking en de interpretatie van dit verdrag onderzoeken. Artikel 16.

Dit samenwerkingsverdrag treedt in werking op de datum waarop beide partijen elkaar schriftelijk bevestigd hebben dat hun respectieve procedures, noodzakelijk voor het van kracht worden ervan, zijn voltooid.

Dit verdrag wordt gesloten voor een periode van vijf (5) jaar.

Daarna wordt het automatisch verlengd voor opeenvolgende periodes van telkens twee (2) jaar. Elke partij kan het verdrag opzeggen door middel van een schriftelijke mededeling aan de andere partij met een opzegperiode van zes (6) maanden.

Bij beëindiging nemen de Partijen de nodige maatregelen om de voltooiing te garanderen van alle gezamenlijke projecten die op basis van dit samenwerkingsverdrag werden opgezet.

Opgesteld te Brussel, op 15 december 2000, in twee originelen, elk in het Nederlands, en het Frans, waarbij de twee versies rechtsgeldig zijn. In geval van betwisting dient de Nederlandse tekst als basis voor overeenstemming.

Voor Vlaanderen : P. DEWAEL, Minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden Voor het Groothertogdom Luxemburg : Mevr. L. POLFER, Minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel

^