gepubliceerd op 11 september 2003
Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van de Tsjechische Republiek en de Vlaamse regering, ondertekend in Praag op 12 februari 2002. - Uitwisseling van de ratificatie-instrumenten
12 FEBRUARI 2002. - Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van de Tsjechische Republiek en de Vlaamse regering, ondertekend in Praag op 12 februari 2002. - Uitwisseling van de ratificatie-instrumenten
Het Samenwerkingsakkoord tussen de Regering van de Tsjechische Republiek en de Vlaamse regering werd op 12 februari 2002 namens de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest ondertekend in Praag.
Het Vlaamse decreet houdende instemming met deze Overeenkomst dateert van 21 februari 2003 (Belgisch Staatsblad , 10 maart 2003). De Vlaamse regering besliste op 25 april 2003 om deze overeenkomst te ratificeren (Belgisch Staatsblad , 4 juni 2003).
Op 27 mei 2003 werd de Regering van de Tsjechische Republiek op de hoogte gesteld van het beëindigen van de Vlaamse interne procedures vereist voor de inwerkingtreding van de Overeenkomst. De Regering van de Tsjechische Republiek stelde de Vlaamse regering op 20 juni 2003 op de hoogte van het beëindigen van de Tsjechische interne procedures.
Overeenkomstig zijn artikel 15, 2°, is deze Overeenkomst dan ook op 20 juni 2003 in werking getreden.
De authentieke tekst van de Overeenkomst volgt in het Nederlands, met een vertaling in het Frans.
SAMENWERKINGSAKKOORD TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE REGERING VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK DE VLAAMSE REGERING en DE REGERING VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK hierna de partijen te noemen, Steunend op hun vriendschapsbanden en samenwerking, wederzijds vertrouwen en hun gehechtheid aan gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, rechtvaardigheid en solidariteit;
Overwegende hun samenwerking in een Europees kader;
In het licht van hun beider belang bij de uitbreiding en verdieping van de samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest (hierna Vlaanderen te noemen), enerzijds, en de Tsjechische Republiek anderzijds.
KOMEN OVEREEN WAT VOLGT :
Artikel 1.De partijen versterken en verbreden hun bilaterale samenwerking en zij moedigen samenwerking aan tussen instellingen, organisaties en bedrijven binnen de domeinen die binnen hun bevoegdheid vallen, in het bijzonder : a) economie;b) landbouw;c) verkeer;d) wetenschap en onderzoek;e) technologie;f) onderwijs;g) beroepsopleiding;h) cultuur en bescherming van het cultureel erfgoed;i) mediabeleid;j) sociaal beleid;k) werkgelegenheid;l) huisvesting en infrastructuur;m) gezondheidszorg;n) milieu;o) jeugd en sport;p) toerisme;q) overheidsadministratie.
Art. 2.1° In het kader van hun bilaterale economische samenwerking schenken de partijen speciale aandacht aan de volgende domeinen : a) economische herstructurering;b) ontwikkeling van structuren voor kleine en middelgrote ondernemingen;c) totstandbrenging van gunstige voorwaarden voor investering en het sluiten van joint ventures;d) bevordering van technologieoverdracht, in het bijzonder van milieuvriendelijke technologie en knowhow;e) bevordering van uitgebreide commerciële bilaterale uitwisseling en ontwikkeling van handelscontacten;f) sectorale programma's;g) opleidingsprogramma's;h) regionale economische ontwikkeling;i) samenwerking in het kader van Europese programma's.2° De samenwerking, vermeld in het eerste lid, wordt in het bijzonder ontwikkeld door middel van uitwisseling van experts, ervaring en informatie inzake de wetgeving met betrekking tot individuele domeinen van economische samenwerking.
Art. 3.De partijen bevorderen de ontwikkeling van samenwerking en de uitwisseling op alle onderwijsniveaus en op het vlak van levenslang leren.
Art. 4.De partijen stimuleren samenwerking en uitwisseling van informatie en ervaring op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling tussen hun respectieve instellingen voor hoger onderwijs en onderzoeksinstituten.
Art. 5.1° De partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van cultuur en kunst, waarbij voorrang wordt verleend aan de kennismaking met de taal en de cultuur van de andere partij. 2° De partijen bevorderen de samenwerking en uitwisseling in de audiovisuele sector.
Art. 6.1° De partijen moedigen de samenwerking aan op het gebied van toerisme. 2° De partijen moedigen de samenwerking aan op het gebied van sport.3° De partijen moedigen de samenwerking aan op het gebied van jeugduitwisseling.4° De partijen ondersteunen de uitwisseling van experts, ervaring en informatie inzake de domeinen, vermeld in lid 1, 2 en 3 van dit artikel.
Art. 7.1° De partijen werken samen op het gebied van sociaal beleid, met speciale aandacht voor tewerkstellingsbeleid, beroepsopleiding, arbeid en arbeidsverhoudingen, voorzover die domeinen binnen de bevoegdheid vallen van de respectieve partijen. 2° De partijen werken samen op het gebied van sociale bescherming, met speciale aandacht voor maatschappelijk welzijn, sociale diensten en integratie van de gehandicapten, en op het gebied van gezondheidszorg, met speciale aandacht voor preventie en geneeskundige zorgverstrekking.3° De samenwerking, vermeld in lid 1 en 2, wordt in het bijzonder verwezenlijkt door middel van uitwisseling van informatie, ervaring en gespecialiseerde publicaties en organisatie van studiebezoeken door experts.
Art. 8.De partijen werken samen op het gebied van leefmilieu en milieuplanning en zij moedigen op dit vlak de uitwisseling aan van experts, wetenschappelijke en technische informatie en materiaal.
Art. 9.De partijen bevorderen de samenwerking op het vlak van woningbouw, gemeentelijk beleid, infrastructuur en verkeer. De partijen moedigen op dat gebied de uitwisseling aan van experts, informatie en materiaal.
Art. 10.De partijen bevorderen de samenwerking op het vlak van de landbouw en plattelandsontwikkeling. Hiertoe moedigen de partijen de uitwisseling aan van experts, ervaring en informatie, in het bijzonder in het kader van Europese programma's.
Art. 11.De partijen moedigen rechtstreekse samenwerking en partnerschappen aan tussen Vlaamse steden en gemeenten en steden en gemeenten in de Tsjechische Republiek.
Art. 12.De partijen werken samen in het kader van programma's van internationale organisaties op de domeinen die worden vermeld in dit akkoord.
Art. 13.1° Met het oog op de uitvoering van dit akkoord richten de partijen een Gemengde Commissie Vlaanderen-Tsjechische Republiek (hierna Gemengde Commissie te noemen) op, die samengesteld wordt uit vertegenwoordigers van de diensten die betrokken zijn bij de uitvoering van de samenwerking, vermeld in dit akkoord. 2° De Gemengde Commissie vergadert minstens eenmaal om de twee jaar, afwisselend in Brussel en Praag.De Gemengde Commissie wordt afwisselend voorgezeten door ministers, aangesteld door elk van de partijen, of door hun afgevaardigden. 3° De Gemengde Commissie kan de opdracht geven aan werkgroepen om tussentijdse vergaderingen te beleggen om de uitvoering van concrete werkprogramma's te evalueren.4° De Gemengde Commissie heeft als taken : nagaan hoe de uitvoering van de samenwerking in het kader van dit akkoord vordert en de resultaten ervan beoordelen; de uitvoering van werkprogramma's voor vastgestelde periodes bepalen, in het algemeen voor periodes van twee jaar; de inwerkingtreding van die werkprogramma's is afhankelijk van het onderzoek en goedkeuring door elk van de partijen; de partijen brengen elkaar op de hoogte van de goedkeuring van de samenwerkingsprogramma's; alle problemen in verband met de interpretatie en uitvoering van dit akkoord onderzoeken.
Art. 14.1° Dit akkoord blijft voor onbepaalde duur van kracht. Elk van de partijen kan op het even welk ogenblik het akkoord opzeggen door middel van notificatie. In dat geval komt een einde aan de geldigheid van dit akkoord zes maanden na de datum van de notificatie aan de andere partij. 2° Bij opzegging van dit akkoord nemen de partijen de nodige maatregelen om de voltooiing te garanderen van alle projecten die op basis van dit akkoord gezamenlijk werden opgezet.
Art. 15.1° Dit akkoord is onderworpen aan de goedkeuring in overeenstemming met de interne wetgeving van elke partij, waarover de partijen elkaar inlichten. 2° Het akkoord treedt in werking op de dag van ontvangst van de laatste notificatie aan de andere partij. Opgemaakt in Praag op 12 februari 2002, in twee originelen, elk in het Nederlands, het Tsjechisch en het Engels, waarbij de drie versies gelijkelijk rechtsgeldig zijn. In geval van betwisting dient de Engelse tekst als basis voor overeenkomst.
Voor de Vlaamse regering : Voor de Regering van de Tsjechische Republiek :