Etaamb.openjustice.be
Samenstelling van 22 december 2022
gepubliceerd op 06 maart 2024

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2023205624
pub.
06/03/2024
prom.
22/12/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2022. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 68, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 31 december 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/12/1983 pub. 11/12/2007 numac 2007000934 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, artikel 51, gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014;

Gelet op het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 24 oktober 2022;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd wordt door de omstandigheid dat de regeling inzake de werking van de ministeriële kabinetten zo snel mogelijk moet worden aangenomen, zodat de continuïteit van het regeringswerk en de goede werking van de Regering niet in het gedrang komen;

Op voorstel van de Minister-President, bevoegd voor Personeel;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 11, § 1, van het besluit van de Regering van 20 juni 2019 betreffende de samenstelling en de werking van de kabinetten van de regeringsleden alsmede betreffende de personeelsleden van de diensten van de Regering aangewezen om in het kabinet van een lid van de federale regering mee te werken, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid worden de woorden "I/4" vervangen door de woorden "I/8"; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een derde lid, luidende: "De kabinetstoelage voor de kabinetschef wordt verhoogd met een jaarlijkse aanvullende toelage van maximaal 8.507 euro die aan de spilindex 138,01 gekoppeld is."

Art. 2.Artikel 12 van hetzelfde besluit van de Regering wordt vervangen als volgt: "Art. 12 - Aan het kabinetspersoneel behorend tot de openbare diensten of tot het gesubsidieerd onderwijs wordt onder naleving van artikel 13 een aanvullende toelage toegekend van maximaal 2.382 euro die aan de spilindex 138,01 gekoppeld is.

Aan de kabinetschef behorend tot de openbare diensten of tot het gesubsidieerd onderwijs wordt een jaarlijkse aanvullende toelage toegekend van maximaal 8.507 euro die aan de spilindex 138,01 gekoppeld is.

Indien een personeelslid op 30 september 2022 een kabinetstoelage ontvangt die hoger is dan bepaald in het eerste lid, zal het in afwijking van het eerste lid tot het einde van de lopende regeerperiode verder deze hogere kabinetstoelage blijven ontvangen."

Art. 3.In hoofdstuk 1, afdeling 3, van hetzelfde besluit van de Regering wordt een artikel 15.1 ingevoegd, luidende: "Art. 15.1 - Voor structureel telewerk ontvangen de personeelsleden van de kabinetten per maand een vergoeding van 100 euro, vermenigvuldigd met het percentage telewerk ten opzichte van een voltijdse betrekking dat is vastgelegd in een overeenkomst.

Onder structureel telewerk wordt verstaan: het in het kader van de arbeidsverhouding regelmatig verrichten van het werk in de door het personeelslid gebruikte privéruimten, waarbij de verrichting van het werk vooraf wordt vastgelegd in een overeenkomst.

De overeenkomst tussen het personeelslid en de betreffende minister heeft een looptijd van minimaal drie tot maximaal twaalf maanden en bevat de nadere regels voor het structureel telewerk. De overeenkomst bevat ten minste de volgende gegevens: 1° het percentage telewerk;2° de tijdsplanning, uitgedrukt in uren of dagen;3° de vormen van bereikbaarheid tijdens het telewerk. Een personeelslid heeft geen absoluut recht op structureel telewerk.

Het is verplicht gevolg te geven aan een uitzonderlijke terugroeping door zijn meerdere om fysiek aanwezig te zijn en in de gebouwen van de werkgever te werken.

De vergoeding wordt samen met de maandwedde uitbetaald.

Als tijdens ten minste dertig opeenvolgende dagen geen werkelijke diensten verricht worden, wordt de vergoeding vanaf de 31e dag voor de duur van de afwezigheid niet uitbetaald.

Beide partijen kunnen de overeenkomstig het derde lid opgestelde overeenkomst op elk moment eenzijdig of met onderlinge overeenstemming voortijdig beëindigen. De beëindiging wordt van kracht op de tiende dag na de datum van de kennisgeving van de beëindiging, tenzij de partijen een andere termijn overeenkomen."

Art. 4.In artikel 16 van hetzelfde besluit van de Regering wordt het woord "maaltijdcheques" ingevoegd tussen de woorden "haard- of standplaatstoelage," en het woord "vakantiegeld".

Art. 5.In artikel 18, § 2, van hetzelfde besluit van de Regering worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "11, 12 en 15" vervangen door de woorden "11 en 12";2° in het tweede lid worden de woorden "en kabinetschefs" ingevoegd tussen de woorden "de chauffeurs" en het woord "waarin".

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2022.

Art. 7.De minister bevoegd voor Personeel is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 22 december 2022.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media, I. WEYKMANS De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, L. KLINKENBERG

^