Etaamb.openjustice.be
Samenstelling van 19 december 2002
gepubliceerd op 28 februari 2003

Besluit van de Regering tot oprichting van de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het verlenen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, tot vaststelling van de samenstelling en de werking ervan en tot organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2003033008
pub.
28/02/2003
prom.
19/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/19/2003033008/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2002. - Besluit van de Regering tot oprichting van de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het verlenen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, tot vaststelling van de samenstelling en de werking ervan en tot organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut van de personeelsleden van het Rijksonderwijs, gewijzigd bij de wetten van 31 maart 1967, 6 juli 1970, 27 juli 1971, 11 juli 1973, 19 december 1974, 18 februari 1977, 2 juli 1981, bij de koninklijke besluiten nr. 296 van 31 maart 1984 en nr. 456 van 10 september 1986, en bij het decreet van 17 februari 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs van de Staat alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, zoals het gewijzigd werd;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de bekwaamheidsbewijzen vereist van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel der rijksinrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 mei 1970, 3 juni 1976, 1 april 1977, 21 oktober 1980, het besluit van de Regering van 4 juni 1998, het programmadecreet van 29 juni 1998 en het besluit van de Regering van 31 augustus 2000, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het protocol nr. S8/2002 van 13 december 2002 van het Sectorcomité XIX van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 oktober 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 13 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de organisatie van de examens geen uitstel meer lijdt daar verscheidene kandidaten er sinds lang op wachten, dit getuigschrift van pedagogische bekwaamheid te verkrijgen, om het ernstig gebrek aan leraars technische vakken en beroepspraktijk te ondervangen;

Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - De examencommissie

Artikel 1.Er wordt een examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap opgericht, hierna « de commissie » benoemd, die belast is met het verlenen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid.

Art. 2.De commissie is samengesteld uit : 1° één voorzitter en één vice-voorzitter, ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap gekozen onder het personeel van de Afdeling « Onderwijs »;2° één werkend en één plaatsvervangend lid gekozen onder het personeel van de Pedagogische Dienst van het Ministerie;3° twee werkende en twee plaatsvervangende leden gekozen onder het bestuurs- en onderwijzend personeel van de inrichtingen voor technisch secundair onderwijs van de Duitstalige Gemeenschap;4° twee werkende en twee plaatsvervangende leden, vertegenwoordigers van de opleiding in de Middenstand, gekozen onder het personeel van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's en van het centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's; 5° twee leden gekozen onder de voordrachtgevers van de cursussen m.b.t. de pedagogische opleiding.

De bevoegde minister wijst ambtenaren van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap als secretaris en plaatsvervangende secretaris van de commissie aan.

De voorzitter, de vice-voorzitter en de werkende en plaatsvervangende leden hebben beraadslagende stem.

Art. 3.De in artikel 2 vermelde mandaten duren vier jaar en kunnen hernieuwd worden.

Art. 4.Het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap is toepasselijk op de commissie. HOOFDSTUK II. - Inschrijving voor en toelating tot de examens

Art. 5.Om tot de examens voor het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid toegelaten te worden moeten de kandidaten : 1° ten minste 20 jaar oud zijn bij het indienen van hun aanvraag om inschrijving;2° houders zijn van één der volgende bekwaamheidsbewijzen : a) diploma van doctor, licenciaat, ingenieur of apotheker;b) diploma van architect;c) diploma van technisch of industrieel ingenieur;d) diploma van een hogere technische school of leergang van de eerste graad;e) diploma van een hoge school voor beeldende kunsten;f) diploma van een hogere secundaire technische school of leergang;g) getuigschrift van het hoger secundair kunstonderwijs;h) brevet van een hogere secundaire beroepsschool of leergang;i) getuigschrift van het lager secundair technisch onderwijs;j) brevet van een lagere secundaire beroepsschool of leergang;k) diploma van opleiding tot ondernemingshoofd;l) gehomologeerd getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs;3° hun aanvraag om inschrijving in de hier vastgelegde vorm en termijn ingediend hebben.

Art. 6.De houders van een attest van slagen van de pedagogische opleiding ingericht bij het besluit van de Regering van 19 december 2002 houdende inrichting van een pedagogische opleiding ter voorbereiding op het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, kunnen worden vrijgesteld van het theoretische gedeelte van de examens.

Een vrijstelling van bepaalde gedeelten van het theoretische examen kan op verzoek en op voorlegging van de overeenkomstige bewijzen door de commissie worden toegekend.

Art. 7.Het inschrijvingsgeld bedraagt euro 15.

Dit inschrijvingsgeld moet worden overgeschreven op de ontvangstenrekening van de Duitstalige Gemeenschap nr. 091-2400004-59, Thesaurie-Ontvangsten, Gospert 1-5, 4700 Eupen.

Dit inschrijvingsgeld wordt in geen geval terugbetaald.

Art. 8.De aanvraag om aan de examens deel te nemen geschiedt via een formulier waarvan het model als bijlage tot dit besluit wordt gevoegd.

Art. 9.Volgende documenten moeten de aanvraag bijgevoegd worden : - de gelijkluidende afschriften van de bekwaamheidsbewijzen; - zo nodig, de afschrift van de attesten, op basis van dewelke een vrijstelling van bepaalde examengedeelten wordt aangevraagd; - het bewijs van de betaling van het inschrijvingsgeld.

Art. 10.De aanvraag om aan de examens deel te nemen alsmede alle noodzakelijke documenten moeten, tot de datum bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad , per aangetekende brief gericht worden aan het volgende adres : « Ministerium der Deutschsprachigen Gemeinschaft, abteilung Unterrichtswesen, Gospert 1- 5, 4700 Eupen ». (Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Afdeling « Onderwijs », Gospert 1-5, 4700 Eupen.) HOOFDSTUK III. - Verloop en evaluatie van de examens

Art. 11.De examens bestaan uit een theoretisch en een praktisch gedeelte.

Art. 12.Het theoretische gedeelte bestaat in een schriftelijk examen over de pedagogiek, de psychologie, de didactiek en over de cursussen als georganiseerde en geplande leeractiviteiten.

Voor dit examen wordt een cijfer op 100 punten gegeven.

Art. 13.Het praktische gedeelte bevat een lesuur gekozen door de commissie tussen drie lesuren voorgesteld door de kandidaat. Dit gedeelte kan worden afgesloten met een gesprek met de kandidaat.

Voor dit examengedeelte wordt een cijfer op 200 punten gegeven.

Art. 14.De beslissingen worden met de meerderheid genomen, waarbij de voorzitter niet deelneemt aan de stemming. Stemonthoudingen worden niet toegelaten. Bij staking van stemmen wordt de beslissing door de voorzitter genomen.

Art. 15.De examens zijn met succes afgelegd wanneer de kandidaat ten minste 50 % van de toegekende punten in elk examengedeelte en 60 % van het totaal aantal toegekende punten heeft verkregen. HOOFDSTUK IV. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 16.Het besluit van de Executieve van 21 april 1992 houdende vastlegging van de modaliteiten voor de examens en houdende regeling van de organisatie en werking van de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het verlenen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid wordt opgeheven.

Art. 17.In afwijking van de artikelen 11 tot 14 van dit besluit kan de Regering het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid verlenen aan de personen die de cursussen m.b.t. de pedagogische opleiding ter voorbereiding op het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid van september 2001 tot juni 2002 met succes hebben gevolgd en voor het daarop volgende praktische examen zijn geslaagd.

Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking op 1 september 2001.

Art. 19.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 19 december 2002.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

Bijlage bij het besluit van de Regering van 19 december 2002 MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP ONDERWIJS Aanvraag om deelneming aan de examens voor het verkrijgen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid Naam : . . . . .

Voornaam : . . . . . geboren op : . . . . . in . . . . . woonachtig (straat) . . . . . . . . . . (nr.) . . . . . postcode : . . . . . gemeente : . . . . . . . . . .

Telefoonnummer : . . . . .

Houder van volgende diploma's (afschrift als bijlage) : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vraag om mijn inschrijving voor de examens overeenkomstig artikel 8 van het besluit van de Regering van 19 december 2002 tot oprichting van de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het verlenen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, tot vaststelling van de samenstelling en de werking ervan en tot organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie . . . . . . . . . .

Ik verzoek om vrijstelling voor het theoretische examen of voor gedeelten van het theoretische examen op grond van de volgende documenten : . . . . . . . . . .

Datum . . . . . Ondertekening . . . . .

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Regering van 19 december 2002 tot oprichting van de examencommissie van de Duitstalige Gemeenschap voor het verlenen van het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid, tot vaststelling van de samenstelling en de werking ervan en tot organisatie van de examens afgelegd voor deze examencommissie Eupen, 19 december 2002.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

^