gepubliceerd op 03 juli 2020
Openbaar onderzoek betreffende bepaalde milieuovereenkomsten. - Bericht Boek I van het Milieuwetboek, artikel D.86, § 2. Milieuovereenkomsten categorie A3 - Ontwerpen van milieuovereenkomsten tot uitvoering van het besluit van de Waalse Auteurs : de Waalse Regering en de instellingen die de terugnameplichtigen vertegenwoordigen. De(...)
Openbaar onderzoek betreffende bepaalde milieuovereenkomsten. - Bericht Boek I van het Milieuwetboek, artikel D.86, § 2.
Milieuovereenkomsten categorie A3 - Ontwerpen van milieuovereenkomsten tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen.
Auteurs : de Waalse Regering en de instellingen die de terugnameplichtigen vertegenwoordigen.
De Waalse Regering heeft op 30 april 2020 in eerste lezing de volgende ontwerpen van milieuovereenkomsten goedgekeurd : - het ontwerp van milieusovereenkomst betreffende de terugnameplicht voor afgewerkte oliën; - het ontwerp van milieuovereenkomst betreffende de terugnameplicht voor afgedankte fotovoltaïsche panelen; - het ontwerp van milieuovereenkomst inzake de uitvoering van de terugnameplicht betreffende afgedankte voertuigen; - het ontwerp van milieuovereenkomst inzake de uitvoering van de terugnameplicht betreffende de afgedankte tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen.
Bij dit bericht wordt aan het publiek meegedeeld dat deze ontwerpen van 9 juli 2020 tot 15 juli 2020 en van 16 augustus 2020 tot 22 september 2020 aan een openbaar onderzoek onderworpen zullen worden.
De ontwerpen gaan in bijlage bij dit bericht.
Uitleg over de ontwerpen kan verkregen worden bij de SPW Environnement, Département du Sol et des Déchets (Waalse Overheidsdienst Leefmilieu, Departement Bodem en Afvalstoffen) - 081-33 65 34. Mail : martine.gillet@spw.wallonie.be Opmerkingen kunnen gedurende deze periode schriftelijk gericht worden, hetzij aan het volgend postadres: Département du Sol et des Déchets (Departement Bodem en Afvalstoffen), avenue Prince de Liège 15 te 5100 Jambes, hetzij aan het volgend elektronisch adres: martine.gillet@spw.wallonie.be De overeenkomsten die het voorwerp van een openbaar onderzoek uitmaken zullen door de Waalse Regering en de ondertekenende instellingen aangenomen worden.
ONTWERP VAN MILIEUBELEIDSOVEREENKOMST BETREFFENDE DE TERUGNAMEPLICHT VOOR AFGEDANKTE FOTOVOLTAISCHE PANELEN Gelet op Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA);
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd;
Gelet op het decreet van 27 mei 2004 betreffende Boek I van het Milieuwetboek;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 april 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen met het oog op de valorisatie of het beheer ervan, zoals gewijzigd;
Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van houdende goedkeuring van dit ontwerp van milieubeleidsovereenkomst;
Overwegende dat de terugnameplicht voor de afgedankte fotovoltaïsche panelen overeenkomstig de vigerende wetgeving moet gebeuren, dat deze terugnameplicht op een doorzichtige manier moet plaatsvinden ten opzichte van de overheid en de verschillende actoren;
Overwegende dat het in de milieubeleidsovereenkomst geboden is principes en procedures te voorzien die door het beheersorganisme nageleefd moeten worden als het zelf de opdracht inzake selectieve inzameling, sortering en/of recyclage toewijst teneinde de regels inzake doorzichtigheid, gelijkheid van behandeling en vrije concurrentie te garanderen;
Overwegende dat in elk geval en rekening houdend met de inachtneming van het algemeen belang en de wet op de concurrentie, elke monopoliepositie van de uitvoerders van de ophaling en verwerking van de bedoelde afvalstoffen enerzijds, en elk misbruik van de machtspositie door het beheersorganisme anderzijds, voorkomen moet worden;
Gelet op de investering van Wallonië in de ontwikkeling van recyclingkanalen voor fotovoltaïsche panelen, De volgende partijen: 1° het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de heer Elio Di Rupo, Minister-President van de Waalse Regering, en door mevr.Céline Tellier, Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, hierna "het Gewest" genoemd; 2° de volgende organisaties: - TECHLINK vzw, gevestigd Chantraineplantsoen 1 te 3070 Kortenberg, met het ondernemingsnummer 0407.559.851, vertegenwoordigd door de heer Karl Neyrinck, gemachtigd door zijn raad van bestuur; - FEE vzw, gevestigd Excelsiorlaan 91 te 1930 Zaventem, met het ondernemingsnummer 0409.557.754, vertegenwoordigd door de heer Alexander Dewulf, gemachtigd door zijn raad van bestuur en Eric Piers, afgevaardigd bestuurder; - NELECTRA vzw, gevestigd Stationlei 78 bus 1/1 te 1800 Vilvoorde, met het ondernemingsnummer 0410.342.662, vertegenwoordigd door de heer Dirk Van Steenlandt, gemachtigd door zijn raad van bestuur; - ELOYA asbl, Union des électriciens, gevestigd Maurice Herbettelaan 38a te 1070 Brussel, met het ondernemingsnummer 0406.485.725, vertegenwoordigd door de heer Filip Van Mol, gemachtigd door zijn raad van bestuur; - ODE vzw, gevestigd Koningsstraat 146 te 1000 Brussel, met het ondernemingsnummer 0458.610.951, vertegenwoordigd door de heer Bram Claeys, gemachtigd door zijn raad van bestuur; hierna "de Organisaties" genoemd;
Komen hetgeen volgt overeen: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Doelstellingen § 1. Deze milieubeleidsovereenkomst heeft tot doel de doelstellingen en toepassingsregels van de algemene en specifieke regelingen vast te leggen inzake de terugnameplicht voor de afgedankte fotovoltaïsche panelen bedoeld in het decreet van 26 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, zoals gewijzigd. § 2. De overeenkomst strekt ertoe het gezamenlijk beheer van de afgedankte fotovoltaïsche panelen te optimaliseren, de afvalproductie aan de bron en de hoeveelheid te verwijderen eindafval te verminderen en om de minimumdoelstellingen vastgelegd bij de reglementering te bereiken door de preventie, de selectieve inzameling en de aangepaste behandeling van bovengenoemd afval te stimuleren, door rekening te houden met organisatorische, technische, economische, ecologische en sociale aspecten met het oog op duurzame ontwikkeling. § 3. De overeenkomst strekt er eveneens toe de modaliteiten betreffende de uitvoering van de terugnameplicht tussen de drie Gewesten te harmoniseren en in lijn te brengen met de Europese regelgeving.
Art. 2.Begripsomschrijvingen § 1. De begrippen en definities bedoeld in het decreet van 26 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen zijn van toepassing op deze overeenkomst. § 2. De volgende bijkomende definities zijn van toepassing in het kader van deze milieubeleidsovereenkomst: 1° aangeslotene: de derde die zich bij het tot stand gebrachte collectieve systeem aansluit overeenkomstig deze overeenkomst;2° besluit: besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;3° administratie: de administratie in de zin van artikel 2, 22°, van het decreet van 26 juni 1996;4° lid: de natuurlijke of rechtspersoon lid van een ondertekenende organisatie, die een mandaat aan deze organisatie heeft verleend om zijn terugnameplicht uit te voeren;5° decreet: het decreet van 26 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;6° beheersorganisme: vereniging zonder winstgevend doel, opgericht door een of meerdere organisaties en/of leden van de organisaties overeenkomstig het decreet van 26 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, die tot doel heeft de doelstellingen en verbintenissen van onderhavige overeenkomst en de overeenkomst met toetredende contractanten te verwezenlijken voor een overeengekomen productenlijst.De VZW heeft uitsluitend tot statutair doel, voor rekening van de leden van de organisaties die hun federatie hiertoe een mandaat hebben gegeven en van de aangeslotenen tot het collectieve systeem, de terugnameplicht uit te voeren voor de overeengekomen productenlijst; < 7° fotovoltaïsch paneel: elektrisch apparaat ontworpen om elektriciteit te produceren uit (zonne)licht voor openbare, commerciële, industriële, landelijke en residentiële toepassingen. Deze begripsomschrijving geldt niet voor apparaten met geïntegreerde fotovoltaïsche cellen die tot doel hebben de voor de werking van het apparaat benodigde elektriciteit te produceren. De volgende niet-limitatieve lijst illustreert apparaten met fotovoltaïsche cellen, die niet als fotovoltaïsche panelen moeten worden beschouwd: zonne-energie airconditioning, zonne-energie rugzak, zonne-energie mobiele telefoonoplader, zonne-energie ventilator, zonne-energie toetsenbord, zonne-energie lamp, zonne-energie notebook, zonne-energie rekenmachine, zonne-energie fontein, zonne-energie radio, zonne-energie koelkast, zonne-energie horloge, zonne-energie wegmarkering en zonne-energie tuinverlichting. Die apparaten zijn geen fotovoltaïsche panelen.
Types fotovoltaïsche panelen: - "doe het zelf" fotovoltaïsch paneel: paneel dat door de consument zelf is geïnstalleerd en dat niet op het elektriciteitsnet is aangesloten; - conventioneel fotovoltaïsch paneel: standaard paneel dat door een professionele installateur wordt geïnstalleerd, ongeacht of het al dan niet op het elektriciteitsnet aangesloten wordt; - BIPV (Building Integrated Photovoltaics) fotovoltaïsch paneel: een in een gebouw (BIPV) geïntegreerd fotovoltaïsch paneel, als architecturaal element ter vervanging van het conventionele architecturaal element, met dezelfde functie als dit laatste. De fotovoltaïsche installaties die geïntegreerd zijn in het straatmeubilair of de vervoersinfrastructuur (schuilhokjes, overkappingen voor perrons of parkings, overdekking van sportvelden...) worden ook als BIPV beschouwd; 8° vervoer: alle handelingen voor het laden, lossen en verplaatsen van de fotovoltaïsche panelen van de ene plaats naar de andere;9° behandeling: sanering, voorbereiding voor hergebruik, recycling, valorisatie en verwijdering van de fotovoltaïsche panelen.
Art. 3.Toepassingsgebied § 1. Deze milieuovereenkomst heeft betrekking op fotovoltaïsche panelen, waaronder "doe-het-zelf" panelen, conventionele panelen en BIPV-panelen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is of verplicht is zich te ontdoen. § 2. De administratie stelt, op voorstel van en in overleg met de betrokken organisaties, een productenlijst op die jaarlijks bijgewerkt wordt, van de fotovoltaïsche panelen waarvoor de terugnameplicht geldt. § 3. Het beheersorganisme stelt in overleg met de betrokken organisaties een lijst op van producten waarvoor het de terugnameplicht uitvoert.
De lijst wordt gebruikt om de toetreding te bepalen tot het beheersorganisme voor de fotovoltaïsche panelen.
De wijzigingen worden 6 maanden voor hun inwerkingtreding door het beheersorganisme aan de leden en de aangeslotenen, aan de distributiesector en aan de administratie meegedeeld.
Alle overeenkomstsluitende organisaties worden geraadpleegd voor het opstellen van die productenlijsten. § 4. Voor elk product waarvoor een lid van een organisatie geen aangifte kan doen bij het beheersorganisme, omdat het niet voorkomt op de in § 3 bedoelde lijsten, onderzoekt het beheersorganisme de mogelijkheid om het op te nemen, op verzoek van het betrokken lid. Bij gebrek aan opname op de lijst moet de titularis van de terugnameplicht, overeenkomstig artikel 4, § 1, 1°, van het besluit, beschikken over een goedgekeurd individueel plan inzake preventie- en afvalbeheer, of zich aansluiten bij een organisatie aangesloten bij een andere milieubeleidsovereenkomst. § 5. De officiële versie van de lijst van de in § 3 bedoelde producten die het beheersorganisme overneemt, is beschikbaar bij het beheersorganisme en de administratie. Het beheersorganisme stelt aan iedereen die daarom verzoekt, een afschrift van de in § 4 vermelde productenlijst ter beschikking. De administratie stelt aan iedereen die daarom verzoekt, een afschrift van de in § 3 vermelde lijst van de producten die onder het toepassingsgebied van de wetgeving vallen, ter beschikking.
Art. 4.Wettelijke kader § 1. Deze overeenkomst bindt de ondertekenende partijen overeenkomstig het decreet, evenals de leden van de organisaties die hun organisatie een mandaat hebben gegeven, in deze overeenkomst aangeduid als de "leden". Derden kunnen tot het collectieve systeem toetreden, in deze overeenkomst aangeduid als de "aangeslotenen". § 2. De lijst van de aangeslotenen en leden van de instellingen die een mandaat gegeven hebben, ligt ter inzage van de administratie. Het beheersorganisme verbindt zich ertoe deze lijst regelmatig te actualiseren in samenspraak met de organisaties en deze, in geval van wijziging, onverwijld aan de administratie mee te delen. § 3. De organisaties verbinden zich ertoe hun leden te informeren over de verplichtingen die deze overeenkomst oplegt. § 4. De administratie stelt het beheersorganisme en de organisaties op verzoek een lijst ter beschikking van de bedrijven die een individueel afvalpreventie- en -beheersplan hebben ingevoerd. HOOFDSTUK II. - Preventie en hergebruik van de producten
Art. 5.Preventie inclusief ecodesign § 1. Het beheersorganisme en de producenten nemen de nodige initiatieven inzake kwalitatieve en kwantitatieve preventie. Daartoe voeren zij de volgende acties uit: 1° de producenten en het beheersorganisme geven, voor zover mogelijk, de nodige impulsen om het ecodesign en de recycleerbaarheid (design for recycling, design for disassembly) van de nieuwe fotovoltaïsche panelen die op de markt worden gebracht, te verbeteren;2° Om ervoor te zorgen dat producenten en consumenten goed geïnformeerd zijn over de recycleerbaarheid en het ecodesign van de verschillende fotovoltaïsche panelen die op de markt worden gebracht, moet het beheersorganisme de verschillende technologieën evalueren vanuit het perspectief van de levenscyclusanalyse.Ook bij de productie van fotovoltaïsche panelen moet zoveel mogelijk rekening gehouden worden met duurzaamheid in de milieu-, sociale en gezondheidsaspecten. De administratie is betrokken bij de onderzoeken terzake. De producenten moeten in hun aankoopbeleid zoveel mogelijk rekening houden met deze aspecten. Op het moment van aankoop moet de consument worden geïnformeerd over de duurzaamheid van het fotovoltaïsche paneel; 3° het beheersorganisme verstrekt zijn leden, voor zover mogelijk, informatie over preventie (met het oog op het minimaliseren van de milieueffecten) en moedigt zijn leden aan en ondersteunt hen waar mogelijk bij initiatieven ter bevordering van die preventie;4° het beheersorganisme volgt de marktontwikkelingen met betrekking tot product-servicecombinaties in België en in het buitenland op;5° het beheersorganisme houdt bij het ontwerpen van inzamelrecipiënten rekening met aspecten in verband met duurzaam materiaalbeleid, ecodesign en het gebruik van gerecycleerde materialen. § 2. Om de in § 1 omschreven preventiedoelstellingen te halen, stelt het beheersorganisme een preventieplan op. Dit plan maakt deel uit van het beheersplan en bevat minstens de volgende elementen: - een overzicht van de door het beheersorganisme geplande acties ter bevordering van preventie; - een overzicht van de acties die door de bij het beheersorganisme aangesloten producenten afzonderlijk zijn gepland inzake preventiebevordering; - indicatoren voor de opvolging van de geplande acties met het oog op de evaluatie van de inspanningen en/of resultaten.
Zes maanden na ondertekening van deze milieubeleidsovereenkomst legt het beheersorganisme een preventieplan ter goedkeuring voor aan de administratie.
Het beheersorganisme stelt een jaarverslag op omtrent: - de acties ondernomen door het beheersorganisme; - de individuele acties van de producenten die aangesloten zijn bij het beheersorganisme. De organisaties kunnen ze verzamelen voor hun leden.
Art. 6.Hergebruik van de apparaten Tijdens de looptijd van deze overeenkomst wordt er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd door het beheersorganisme waarin producthergebruik centraal staat. De resultaten van deze studie moeten aantonen of een selectie op herbruikbaarheid en voorbereiding voor hergebruik van afgedankte fotovoltaïsche panelen economisch, sociaal en milieutechnisch wenselijk en haalbaar is. De administratie wordt aan de vergaderingen omtrent de uitvoering van die studie uitgenodigd.
Indien het wenselijk en haalbaar blijkt, worden de resultaten van deze studie zo snel mogelijk geïmplementeerd in het inzamel- en recyclagesysteem. HOOFDSTUK III. - Inzameling
Art. 7.Organisatie van de inzameling § 1. Het beheersorganisme zamelt de afgedankte fotovoltaïsche panelen gratis in, ongeacht of de consument al dan niet een nieuw paneel aankoopt. § 2. Het beheersorganisme streeft naar een maximale inzameling van de door de verbruiker aangeboden afgedankte fotovoltaïsche panelen via de door het beheersorganisme opgezette inzamelkanalen en werkt zo mee aan het bereiken van de inzameldoelstellingen voor AEEA zoals voorzien in de wetgeving. § 3. De inzameling van de afgedankte fotovoltaïsche panelen door de producenten wordt verwezenlijkt door de opstelling van een voldoend aantal punten van inontvangstname die op evenwichtige wijze verdeeld zijn over het grondgebied van het Gewest, zodat een voldoende dekkingsgraad in het Waalse Gewest wordt gegarandeerd. Deze graad wordt als voldoende geacht wanneer het retailersnetwerk is opgezet, of wanneer 90 % van de eindhouders hun afgedankte fotovoltaïsche panelen kunnen afleveren bij een inzamelpunt binnen een straal van 40 kilometer van hun woonplaats. Aan het einde van de looptijd van de overeenkomst wordt het aantal inzamelpunten beoordeeld en zo nodig aangepast.
De inzameling is gratis op voorwaarde dat de afgedankte fotovoltaïsche panelen geen essentiële onderdelen ontbreken en/of geen afvalstoffen bevatten, die vreemd zijn aan het afgedankte fotovoltaïsche paneel.
Anders kan het inzamelpunt hiervoor kosten aanrekenen in verhouding tot het vastgestelde gebrek.
De afgedankte fotovoltaïsche panelen die niet aan deze voorwaarden voldoen, kunnen niet worden geweigerd door het beheersorganisme, voor zover het inzamelpunt deze slechts sporadisch aanbiedt. Indien er van het afgedankte fotovoltaïsche paneel systematisch essentiële onderdelen ontbreken en/of indien ze afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte fotovoltaïsche paneel, mag het beheersorganisme kosten aanrekenen in verhouding tot het vastgestelde gebrek. § 4. Bij de aanschaffing van een nieuw fotovoltaïsch paneel nemen de eindverkopers/installateurs ieder afgedankt fotovoltaïsch paneel gratis in ontvangst. Deze terugnameplicht geldt ongeacht de verkoopsvorm en wijze van levering.
De eindverkopers/installateurs zullen het overeenstemmende afgedankt fotovoltaïsch paneel gratis in ontvangst nemen bij het transport van het nieuwe fotovoltaïsch paneel. De gratis terugname belet niet dat de eventuele demontage ter plaatse aan de eindverbruiker gefactureerd wordt. De terugnameplicht geldt ook als het fotovoltaïsch paneel ten huize van de gebruiker wordt geleverd en geïnstalleerd.
De eindverkopers/installateurs bewaren de afgedankte fotovoltaïsche panelen in de staat waarin de verbruiker ze heeft afgestaan, tenzij om af en toe vervangstukken aan hun klanten te bezorgen in het kader van een reparatiedienst die ze aanbieden. Dit houdt onder meer in dat noch een derde, noch de eindverkoper/installateur deze apparaten mag demonteren en/of onderdelen eruit mag verwijderen, met uitzondering van de eindverkoper die er stukken uit zou halen in het kader van een reparatie.
Afgedankte fotovoltaïsche panelen waarvan essentiële onderdelen ontbreken en/of die afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte fotovoltaïsche paneel, moeten worden aanvaard door de eindverkopers/installateurs.
De eindverkoper/installateur kan hiervoor kosten aanrekenen in verhouding tot het vastgestelde gebrek. Deze afgedankte fotovoltaïsche panelen kunnen niet worden geweigerd door het beheersorganisme wanneer de eindverkoper/installateur ze slechts sporadisch aanbiedt. § 5. Het beheersorganisme laat de afgedankte fotovoltaïsche panelen binnen een termijn van tien werkdagen na oproep van het inzamelpunt ophalen, voor zover voldaan is aan de volgende voorwaarden: - het inzamelpunt heeft zich als ophaalpunt geregistreerd bij het beheersorganisme; - het aantal op te halen afgedankte fotovoltaïsche panelen bedraagt minstens één transporteenheid.
Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt één transporteenheid gedefinieerd als volgt: - twee transportpallets conform de voorschriften van het beheersorganisme; of - twee opvouwbare kunststof recipiënten conform de voorschriften van het beheersorganisme.
De termijn van 10 werkdagen en de omschrijving van één transporteenheid kunnen gewijzigd worden in onderling overleg met de inzamelpunten. Als er geen akkoord bereikt kan worden, wordt de goedkeuring van de termijn en de definitie van één transporteenheid door de administratie goedgekeurd, rekening houdend met de logistieke beperkingen van alle partijen. § 6. Het beheersorganisme haalt de ontmantelde, afgedankte fotovoltaïsche panelen op de werf op, op voorwaarde dat het aantal panelen meer dan 40 bedraagt. Dit betreft voornamelijk, doch niet uitsluitend, installaties met een vermogen > 10 KW. § 7. De inzamelaars waarop een beroep wordt gedaan voor de uitvoering van § 5 en 6, beschikken over alle nodige administratieve toelatingen in verband met de inzameling, het transport en de overdracht van afgedankte fotovoltaïsche panelen. § 8. Het beheersorganisme stelt richtlijnen op, in overleg met alle betrokken partijen, die ervoor zorgen dat de handelingen met de afgedankte fotovoltaïsche panelen door de verschillende operatoren op zodanige wijze gebeuren dat een milieuverantwoorde verwerking en eventueel hergebruik gevrijwaard blijven. § 9. Het beheersorganisme stelt gratis voldoende inzamelmiddelen ter beschikking van alle inzamelpunten waarmee zij een overeenkomst heeft afgesloten met het oog op de terugname van afgedankte fotovoltaïsche panelen. De inzamelmiddelen worden in overleg met alle betrokken partijen gekozen. § 10. Het beheersorganisme legt de administratie jaarlijks de bijgewerkte lijst voor van de inzamelpunten. Elke weigering van een registratie als inzamelpunt moet gemotiveerd worden en de weigeringsredenen moeten door de administratie voorafgaandelijk goedgekeurd worden. § 11. De inzamelresultaten zullen door het beheersorganisme en de administratie jaarlijks opgevolgd worden en vergeleken worden met de resultaten die door gelijkaardige systemen in de andere gewesten en in het buitenland worden behaald. § 12. Het beheersorganisme vergoedt de inzamelpunten, de eindverkopers en de installateurs voor de kosten van het beheer van de afgedankte fotovoltaïsche panelen en dat minimaal conform het akkoord met de sector, en volgens dezelfde principes in de drie Gewesten. § 13. Alle producenten, eindverkopers of installateurs van fotovoltaïsche panelen die partij zijn bij de huidige overeenkomst, moeten een beroep doen op de inzamelstructuur die bij § 5 en 6 gedetailleerd wordt en die opgezet werd door het beheersorganisme. § 14. Het volledige inzamelnetwerk wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de administratie.
Het beheersorganisme sluit een overeenkomst met de inzamelpunten op basis van een modelovereenkomst die door het beheersorganisme werd opgesteld.
De overeenkomst bepaalt minstens de volgende bestanddelen: - de modaliteiten voor de gratis toegang en afgifte van afgedankte fotovoltaïsche panelen door de eindgebruiker; - de bereikbaarheid van de inzamelpunten; - de mogelijkheden voor de eindverkopers om bepaalde hoeveelheden afgedankte fotovoltaïsche panelen gratis af te leveren op bepaalde inzamelpunten; - de frequentie en de wijze van inzameling van de afgedankte fotovoltaïsche panelen bij de inzamelpunten; - de regeling rond de vergoeding van de inzamelpunten minstens in functie van de werkelijk opgehaalde hoeveelheden; - de terbeschikkingstelling door het beheersorganisme van de nodige recipiënten voor de tijdelijk opslag van de ingezamelde afgedankte fotovoltaïsche panelen; - de organisatie van de voorlichtingscampagne ten behoeve van de klanten van de eindverkopers en/of tussenhandelaars en/of producenten, waarbij de inzamelpunten gepromoot worden; - de verplichting dat het inzamelpunt alle afgedankte fotovoltaïsche panelen aan het beheersorganisme overdraagt; - de transparantie van het inzamelsysteem op het vlak van de statistische opvolging van de stromen; - de verplichting van de inzamelpunten om alle milieuverplichtingen na te leven.
Als er geen akkoord bereikt kan worden met de inzamelpunten, wordt de modelovereenkomst door de administratie goedgekeurd, rekening houdend met de logistieke beperkingen van alle partijen. HOOFDSTUK IV. - Doelstellingen inzake verwerking en recyclage
Art. 8.Doelstellingen inzake verwerking en recyclage § 1. De ingezamelde afgedankte fotovoltaïsche panelen moeten worden verwerkt overeenkomstig de wetgeving en reglementering die op het moment van de verwerking van kracht is, conform de beste beschikbare technologieën voor nuttige toepassing.
De volgende percentages moeten hierbij minimaal gehaald worden (in gewichtspercentage): - nuttige toepassing: 80 %; - voorbereiding voor hergebruik en recyclage: 70 %.
Vanaf 15 augustus 2018 moeten de volgende doelstellingen bereikt zijn: - nuttige toepassing: 85 %; - voorbereiding voor hergebruik en recyclage: 80 %.
De verwerking van afgedankte fotovoltaïsche panelen moet er bovendien toe leiden dat de volgende doelstellingen inzake hergebruik en recyclage van onderdelen, materialen en stoffen gehaald worden: - ferrometalen: 95 %; - non-ferrometalen: 95 %; - kunstoffen: 50 %; - glas: 90 %. De kunststoffen worden voor 80 % nuttig toegepast. § 2. In geval van export van afgedankte fotovoltaïsche panelen worden de verwerkingsketen en de bereikte percentages inzake nuttige toepassing of verwerking gevalideerd door een onafhankelijke keuringsinstelling die geaccrediteerd is op basis van ISO17020. § 3. De ontwikkelingen met betrekking tot BIPV panelen, waaronder minstens hun marktaandeel, technische evolutie, levensduur, inzamel- en verwerkingsmogelijkheden, worden door het beheersorganisme gemonitord. § 4. Het beheersorganisme zal gedurende het eerste jaar van de looptijd van de milieubeleidsovereenkomst een onderzoek voeren om na te gaan op welke manier de inzameling en de recyclage van kritieke metalen in afgedankte fotovoltaïsche panelen geoptimaliseerd kan worden.
Op basis van dit onderzoek zal het beheersorganisme proefprojecten moeten voeren. De administratie wordt erbij betrokken. Indien hierbij blijkt dat bepaalde kritieke metalen in belangrijke mate aanwezig zijn in bepaalde types afgedankte fotovoltaïsche panelen, zal het beheersorganisme initiatieven uitwerken om de recuperatie te bevorderen, indien de meerkost hiervan aanvaardbaar is. HOOFDSTUK V. - Sensibilisering van de verbruiker
Art. 9.Sensibilisering betreffende afgedankte fotovoltaïsche panelen § 1. Het beheersorganisme verbindt zich ertoe om voorlichtingscampagnes te organiseren voor de gebruiker over de initiatieven inzake preventie, het inzamelnetwerk en de inzamelmodaliteiten die zich aandienen.
Deze sensibiliseringsacties gebeuren in overleg met de organisaties die de inzamelpunten vertegenwoordigen.
De intensiteit, de vorm en de inhoud van de informatiecampagnes worden aangepast in functie van de bereikte resultaten en worden opgenomen in het jaarverslag van het beheersorganisme. Elke voorlichtingscampagne wordt minimaal jaarlijks geëvalueerd in overleg met de organisaties die de inzamelpunten vertegenwoordigen. § 2. De administratie wordt vanaf de ontwerpfase betrokken bij de informatiecampagnes met gewestelijke reikwijdte. De communicatiestrategie wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de administratie. § 3. Indien de administratie de voorgestelde voorlichtingscampagnes onvoldoende acht, kan zij, mits motivering, verzoeken om een gedeeltelijke of volledige herziening van de strategie. Indien de strategie niet in overeenstemming is met de beschikkingen van onderhavige overeenkomst is het beheersorganisme verplicht om zijn voorlichtingscampagne overeenkomstig aan te passen. De voorlichtingscampagnes kunnen indien nodig worden aangepast, hetzij op verzoek van de administratie, hetzij op initiatief van het beheersorganisme en mits motivering. § 4. De eindverkoper is ertoe gehouden om op een duidelijk zichtbare plaats van elk van zijn verkooppunten een bericht aan te brengen waarop vermeld wordt op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van deze overeenkomst en het besluit. Het sensibiliseringsmateriaal wordt na overleg met de organisaties die de eindverkopers vertegenwoordigen, opgemaakt en ter beschikking gesteld van de eindverkopers door het beheersorganisme. HOOFDSTUK VI. - De beheerstaken
Art. 10.Beheersorganisme § 1. De organisaties of hun leden richten een beheersorganisme op onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk overeenkomstig de bepalingen van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.
In de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering van het beheersorganisme is één mandaat beschikbaar voor een vertegenwoordiger van elke organisatie van producenten, invoerders, distributeurs en/of installateurs van fotovoltaïsche panelen.
Alle ondertekenende organisaties worden betrokken bij het opstellen van de productenlijsten.
De administratie wordt als permanente waarnemer van het Waalse Gewest uitgenodigd op alle vergaderingen van de Raad van Bestuur en de algemene vergaderingen van het beheersorganisme, zonder evenwel te beschikken over stemrecht. Alle verslagen van deze vergaderingen worden binnen de maand verzonden naar de administratie. § 2. Het beheersorganisme streeft de optimale harmonisatie, uniformiteit en vereenvoudiging van de administratieve procedures en van de logistiek na. Alle betrokken partijen waaronder minstens de consument, inzamelaar, verwerker, eindverkoper, installateur, producenten en de administratie kunnen hun advies geven aangaande de werkingsmodaliteiten van het beheersorganisme.
Het beheersorganisme zal twee maal per jaar, naar aanleiding van het opstellen van de begroting van het volgende boekjaar en naar aanleiding van het opstellen van de jaarrekening van het voorbije boekjaar, een strategisch overleg organiseren, met enerzijds een afvaardiging van de Gewesten en anderzijds een afvaardiging van de Raad van Bestuur van het beheersorganisme.
Het beheersorganisme richt een 'overlegplatform' op met vertegenwoordigers van alle ondertekenende partijen van de huidige milieubeleidsovereenkomst alsook alle operatoren die betrokken zijn bij de uitvoering van deze overeenkomst. Dit platform heeft tot doel tweemaal per jaar alle inzamelaars, betrokken verwerkingsinrichtingen, producenten, eindverkopers, installateurs en het beheersorganisme overleg te laten plegen over de organisatie van de uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst inzake preventie, hergebruik, inzameling en verwerking. § 3. Het beheersorganisme verbindt zich ertoe om zijn verplichtingen in alle transparantie na te komen en daarbij de vertrouwelijkheid van de gegevens van de individuele bedrijven te respecteren. § 4. Ter uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst wordt tussen, enerzijds, de leden en de aangeslotenen en, anderzijds, het beheersorganisme een toetredingsovereenkomst getekend.
De toetredingsovereenkomst garandeert uitsluiting van discriminatie of verstoring van de vrije mededinging tussen de contractanten, en administratieve vereenvoudiging wordt hierbij in de mate van het mogelijke nagestreefd.
Het beheersorganisme mag de toetreding van producenten niet weigeren.
Het beheersorganisme werkt vereenvoudigde aangiftemodaliteiten uit voor producenten die slechts sporadisch fotovoltaïsche panelen op de markt brengen.
De toetredingsovereenkomst garandeert de uitvoering van de terugnameplicht voor de fotovoltaïsche panelen die op de markt gebracht werden tijdens de toetredingsovereenkomst, zelfs wanneer de producent niet langer verbonden is aan het beheersorganisme op het moment dat de desbetreffende fotovoltaïsche panelen afgedankt worden.
De ondertekening van de toetredingsovereenkomst en de betaling van de door de producent verschuldigde milieubijdragen worden beschouwd als deelneming van de producent aan passende financiële regelingen voor de financiering van het beheer van afgedankte fotovoltaïsche panelen en gelden bijgevolg als waarborg voor het beheer van de desbetreffende afvalstoffen.
Het model van toetredingsovereenkomst wordt minstens 2 maanden vóór ondertekening van de eerste toetredingsovereenkomst voor advies voorgelegd aan de administratie. § 5. Het beheersorganisme neemt de nodige maatregelen om de toetreding mogelijk te maken van buitenlandse producenten of hun gevolmachtigden. § 6. Het beheersorganisme moet zich verzekeren voor de contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid die kan voortvloeien uit elk van zijn activiteiten.
Art. 11.Het beheerplan, het uitvoeringsplan en de proefprojecten § 1. Het beheersorganisme stelt een vijfjarig beheer-en preventieplan op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de administratie, en dit uiterlijk binnen de zes maanden volgend op de publicatie van deze overeenkomst in het Belgisch Staatsblad. § 2. Het beheerplan detailleert de strategische visie van het beheersorganisme voor de duur van de overeenkomst en omvat minstens: - een raming van de hoeveelheid inzamelbare, afgedankte fotovoltaïsche panelen; - de preventiemaatregelen zoals voorzien bij artikel 5 van de huidige milieubeleidsovereenkomst; - de communicatiestrategie zoals voorzien bij artikel 9 en 10 van de huidige milieubeleidsovereenkomst; - de acties naar de houders, eindverkopers en installateurs toe betreffende de inzameling, het hergebruik en de verwerking van de fotovoltaïsche panelen overeenkomstig de artikelen 6, 7, 8 en 16 van deze overeenkomst; - het financieel plan zoals voorzien bij artikel 17 van de huidige milieubeleidsovereenkomst; - de methode van opvolging en de bereikte resultaten voor de ingezamelde en verwerkte afgedankte fotovoltaïsche panelen; - de ondernomen acties betreffende de inzameling van de afgedankte fotovoltaïsche panelen; - de ondernomen acties betreffende de verwerking van de afgedankte fotovoltaïsche panelen; - de ondernomen acties ter verzekering van de opvolging van de hoeveelheden afgedankte fotovoltaïsche panelen die werden ingezameld buiten het in uitvoering van deze overeenkomst opgezette systeem; - de geïmplementeerde interne en externe controlemaatregelen die ter beschikking gesteld werden ter verzekering van de betrouwbaarheid van de bezorgde cijfers. § 3. Het beheersorganisme verbindt zich ertoe om het bij § 1 hierboven vermelde beheerplan uit te voeren. Daartoe stelt het jaarlijks een uitvoeringsplan op, dat het aan de administratie ter goedkeuring voorlegt en dat uiterlijk op 1 oktober van elk jaar dat aan het jaar van de toepassing van het plan voorafgaat.
Art. 12.Beheer van gegevens § 1. Het beheersorganisme moet beschikken over een registratiesysteem voor de gegevens die verband houden met de inzameling, de sortering, het hergebruik en de verwerking van de afgedankte fotovoltaïsche panelen. Dit systeem moet het beheersorganisme in staat stellen om aan de administratie alle informatie voor te leggen, die het gehouden is mee te delen krachtens artikel 13, § 1 van deze milieubeleidsovereenkomst. § 2. Het beheersorganisme ziet erop toe dat het registratiesysteem controleerbaar en toegankelijk is voor de administratie. § 3. De door de administratie aangestelde personen die gemachtigd zijn om de controles uit te voeren met betrekking tot de terugnameplicht, kunnen vlot en bij voorkeur online toegang hebben tot de gegevens die zij nodig hebben en die zich in het bezit van het beheersorganisme bevinden. Het beheersorganisme sluit ook de nodige overeenkomsten met de administratie en de andere bevoegde gewestelijke administraties voor de automatische overdracht van bepaalde rapporten en gegevens die zij nodig hebben. Het vertrouwelijk karakter van de gegevens wordt gewaarborgd. § 4. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de archivering van het hele systeem voor de registratie van de operationele informatie gedurende een periode van minimaal vijf jaar.
Art. 13.Rapportering van de inzamel- en recyclageresultaten § 1. Het beheersorganisme deelt jaarlijks vóór 30 april aan de administratie de volgende gegevens mee ter goedkeuring: - een raming van de inzamelbare hoeveelheden afgedankte fotovoltaïsche panelen; - de totale hoeveelheid afgedankte fotovoltaïsche panelen, uitgedrukt in kilogram en aantallen, die in het kader van de terugnameplicht werd ingezameld, per inzamelkanaal; - de totale hoeveelheid fotovoltaïsche panelen, uitgedrukt in kilogram en aantallen, die door de leden en deelnemers op de markt werd gebracht; - de totale hoeveelheid afgedankte fotovoltaïsche panelen en onderdelen, uitgedrukt in kilogram en aantallen, die werden hergebruikt, per inzamelkanaal (eindverkopers, gemeenten, ...) alsook hun bestemming; - de totale hoeveelheid fotovoltaïsche panelen, uitgedrukt in kilogram, die aan de vergunde inrichtingen werd toevertrouwd voor hun verwerking; - de totale hoeveelheden materiaalstromen (ferro, non-ferro, kunststoffen, andere) voortkomende uit de verwerking van afgedankte fotovoltaïsche panelen, uitgedrukt in kilogram en opgesplitst per categorie van apparaten, zoals bedoeld in artikel 10 van de huidige overeenkomst, die gerecycleerd, nuttig toegepast of verwijderd werden; - de totale hoeveelheid gevaarlijk afval voortkomende uit de verwerking van afgedankte fotovoltaïsche panelen, uitgedrukt in gewicht en soort; - een lijst van de inzamelpunten; - een lijst van de inzamelings- en verwerkingsoperatoren die fotovoltaïsche panelen voor rekening van het beheersorganisme hebben ingezameld; - de wijze van verwerking van de fotovoltaïsche panelen, per verwerkingsprocedé, inclusief de kwalitatieve en kwantitatieve beschrijving van de operaties, gaande van recyclage, nuttige toepassing tot verwijdering; - de financiële situatie van het beheersorganisme in overeenstemming met de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen; - een evaluatieverslag van de controles uitgevoerd op de jaarlijkse aangiftes van de verschillende leden en een lijst van de gecontroleerde leden; - een evaluatieverslag van de controles die werden uitgevoerd bij de verschillende overbrengers en verwerkers waarmee het beheersorganisme een overeenkomst heeft gesloten; - de manier waarop de maatregelen van het beheerplan geïmplementeerd werden. § 2. Indien de eindverkoper alle fotovoltaïsche panelen beheert via het inzamelsysteem van het beheersorganisme, neemt het beheersorganisme de rapportering van de resultaten overeenkomstig artikel 106, § 2, van het besluit op zich. § 3. Het beheersorganisme verschaft aan de administratie alle andere informatie die nuttig is voor de beoordeling van de in deze milieubeleidsovereenkomst te bereiken doelstellingen en de controle op de uitvoering van de terugnameplicht. § 4. Bij de rapportering stelt het beheersorganisme zich garant voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de betrokken individuele ondernemingen.
Art. 14.Validering van de inzamel- en recyclageresultaten § 1. De in onderhavige overeenkomst vermelde gegevens in het jaarverslag inzake inzameling en verwerking worden gevalideerd door een onafhankelijke keuringsinstelling. § 2. Het beheersorganisme laat hiertoe door een onafhankelijke keuringsinstelling de naleving van het bestek betreffende de inzameling en de verwerking controleren. De onafhankelijke keuringsinstellingen zijn geaccrediteerd op basis van ISO17020. De controle wordt verricht op basis van een checklist opgesteld door het beheersorganisme en dat op kosten van het beheersorganisme.
Het beheersorganisme sluit binnen de zes maanden vanaf de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst contracten met de onafhankelijke keuringsinstellingen. Het voorwerp van de controle en de checklist worden voorafgaandelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de administratie. § 3. De controle door een onafhankelijke keuringsinstelling moet toelaten om te controleren of de afgedankte fotovoltaïsche panelen die van het beheersorganisme werden ontvangen, op een correcte wijze beheerd werden.
De controles moeten minstens verifiëren dat de uit de verwerking resulterende materiaalfracties effectief gerecycleerd werden en dat de materiaalfracties niet voor onbepaalde tijd werden opgeslagen of verwijderd.
Voor de afgedankte fotovoltaïsche panelen die buiten de Europese Unie zijn uitgevoerd, moet de controle verifiëren dat de nuttige toepassing en/of de recyclage gebeuren in omstandigheden overeenkomstig de voorschriften van de Richtlijn 2012/19/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
De taak van de onafhankelijke keuringsinstelling bestaat er met name in om: - de technische capaciteiten en de menselijke middelen te controleren, die de verwerkingsinrichting toelaten om haar activiteiten op het vlak van recuperatie of recyclage te verzekeren; - een duidelijke beschrijving te geven van de toegepaste verwerkingsprocedés; - de eindbestemming van de afgedankte fotovoltaïsche panelen te verifiëren, evenals de recyclageresultaten bij deze bestemmingen die het voorwerp uitmaken van het contract tussen het beheersorganisme en de verwerkingsinrichting; - een evaluatie te maken van de behaalde percentages inzake het hergebruik en de recyclage van de producten zoals omschreven in artikel 8 van deze overeenkomst; - de waarheidsgetrouwheid te verifiëren van de financiële en technische cijfers en gegevens die door de verwerkingsinrichting worden verstrekt in verband met de in de installaties binnenkomende afvalstromen en met betrekking tot de uitgaande afval- en/of materiaalstromen. § 4. Voor elke verwerkingsinrichting voorzien de contracten minstens één aangekondigde controle om de twee jaar. Naast deze aangekondigde controles moet de onafhankelijke keuringsinstelling ook niet-aangekondigde controles kunnen uitvoeren, op vraag van het beheersorganisme of de administratie.
De verwerkingscontracten voorzien de procedure tot ontbinding in het geval dat de controleregels niet worden nageleefd of in het geval dat de onafhankelijke keuringsinstelling afwijkingen van meer dan 10 % vaststelt ten opzichte van de door de verwerkingsinrichting aan het beheersorganisme overgemaakte resultaten.
Voor het vervullen van haar taak heeft de onafhankelijke keuringsinstelling toegang tot alle, zowel vertrouwelijke als andere informatie die betrekking heeft op de uitvoering van het contract tussen het beheersorganisme en de verwerkingsinrichting. De onafhankelijke keuringsinstelling is gemachtigd om over te gaan tot elke inspectie, monstername, peiling, analyse of controle die nodig is voor de goede uitvoering van haar taak.
Het beheersorganisme ziet erop toe dat de onafhankelijke keuringsinstelling die werd aangewezen om de gegevens te valideren, de vertrouwelijkheidsregels naleeft en hiertoe een vertrouwelijkheidsovereenkomst ondertekent. § 5. Naar aanleiding van elke controle stelt de onafhankelijke keuringsinstelling een rapport op over de gehanteerde methodes van inspectie, monstername, peiling, analyse en controle, alsook over de aard van de gecontroleerde gegevens. Het rapport formuleert een gemotiveerd advies over de al dan niet correcte uitvoering van de verwerkingscontracten die met het beheersorganisme werden gesloten en over de waarheidsgetrouwheid van de gegevens die door de verwerkingsinrichting werden overgemaakt. De keuringsinstelling maakt haar rapport over aan de verwerkingsinrichting, opdat deze haar opmerkingen zou kunnen formuleren. Die bemerkingen worden bij het verslag gevoegd. Het eindrapport wordt uiterlijk drie maanden na de controle door de onafhankelijke keuringsinstelling tegelijkertijd naar het beheersorganisme en naar de administratie gestuurd. In het jaarrapport wordt een overzicht van de controles en de overtredingen opgenomen.
Art. 15.Inzameling en beheer van de gegevens § 1. Het beheersorganisme implementeert in overleg met de eindverkoper, de installateur, de inzamelaar, de verwerkingsinrichting, het hergebruikcentrum en de kennisgever een systeem voor de verzameling en het beheer van de gegevens in overeenstemming met de omzetting van de gegevens opgelegd door het decreet en het besluit.
De modaliteiten houden rekening met de vertrouwelijkheid van de informatie en omvatten onder meer de toegang tot het systeem voor de controleurs en de onafhankelijke keuringsinstelling, geaccrediteerd overeenkomstig ISO 17020 in het kader van de validatie van de gegevens en aan al diegenen die moeten rapporteren, deze laatsten voor wat betreft de eigen gegevens. § 2. Teneinde uitvoering te geven aan dit artikel sluit het beheersorganisme een overeenkomst af met de administratie of de in gemeenschappelijk overleg aangeduide derde.
Art. 16.Toewijzing van de inzamelings- en verwerkingsopdrachten § 1. Het beheersorganisme organiseert de inzameling en de verwerking van de afgedankte fotovoltaïsche panelen en sluit hiertoe met de inzamelaar(s) en de verwerkingsinrichting een overeenkomst. Dit contract bevat eveneens de verplichting in hoofde van de inzamelaar(s) en de verwerkingsinrichting om de ingezamelde en verwerkte hoeveelheden afgedankte fotovoltaïsche panelen mee te delen aan het beheersorganisme, alsook de modaliteiten van de vergoeding van de inzamelaars en verwerkingsinrichtingen.
De mededeling van de verwerkte hoeveelheden bestaat uit twee afzonderlijke fasen: 1. de ingaande hoeveelheden bij de verwerkingsinstallatie;en 2. de uitgaande hoeveelheden bij de verwerkingsinstallatie. Deze inzamelaars en verwerkingsinrichtingen beschikken over alle nodige administratieve toelatingen in verband met de inzameling en het transport enerzijds en de verwerking anderzijds van afgedankte fotovoltaïsche panelen. § 2. De bestekken voor wat de toewijzing van contracten voor de inzameling, het transport en de verwerking van afgedankte fotovoltaïsche panelen betreft, worden na voorafgaande consultatie ter goedkeuring voorgelegd aan de administratie. § 3. Op het einde van het eerste jaar na inwerkingtreding van de milieubeleidsovereenkomst zal het beheersorganisme de markt bevragen voor het afsluiten van een contract voor de inzameling en één contract voor de verwerking aan de hand van het door de administratie goedgekeurd bestek waarbij een minimum van drie offertes moet worden ontvangen. Indien er minder dan drie offertes worden ingediend, kunnen de lastenboeken worden toegewezen indien deze ruim werden verspreid.
Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de evaluatie van de economische, technische en financiële bekwaamheid en de gelijke behandeling van alle kandidaten.
De algemene voorwaarden waaronder het beheersorganisme zal samenwerken met de weerhouden kandidaten en het contract worden voorafgaandelijk ter goedkeuring aan de administratie voorgelegd.
De minimumcriteria voor de gunning van de opdrachten luiden als volgt: de prijs, de technische waarde van de offerte op het vlak van milieuperformantie en de kwaliteit van de dienstverlening. Bij de weging van de criteria wordt de prijs voor maximum 50 % en de milieuperformantie voor minimum 30 % in rekening gebracht. § 4. De contracten met de operatoren bevatten de bepalingen die moeten toelaten dat het beheer van de operator kan worden doorgelicht door een onafhankelijke keuringsinstelling.
Een kopie van de contracten met de operatoren wordt ter kennisname naar de administratie verstuurd. § 5. De verwerkingsresultaten worden gevalideerd overeenkomstig artikel 14 van deze overeenkomst. In het geval van een contract met een in het buitenland gevestigde onderaannemer moet de verwerking gevalideerd worden door een onafhankelijke keuringsinstelling die geaccrediteerd is op basis van ISO17020. Iedere wijziging van onderaannemers moet minstens één maand op voorhand aan de administratie meegedeeld worden.
Art. 17.Financiering van de terugname van de afgedankte fotovoltaïsche panelen § 1. Om de activiteiten van het beheersorganisme te financieren, betalen de leden en de aangeslotenen een milieubijdrage per fotovoltaïsch paneel bij het op de markt brengen ervan. Deze milieubijdrage kan verschillen per soort en per type fotovoltaïsch paneel.
Het bedrag van deze milieubijdrage voor een bepaald jaar wordt bepaald door het beheersorganisme, rekening houdend met: - de kosten voor het beheer van de ingezamelde fotovoltaïsche panelen die ingezameld worden tijdens hetzelfde referentiejaar; - de opbouw van een reserve die voorziet in financiële middelen voor het toekomstig beheer van de afgedankte fotovoltaïsche panelen voor: * de fotovoltaïsche panelen die reeds op de markt aanwezig waren vóór de start van de activiteiten van het beheersorganisme; * het verschil tussen de hoeveelheden fotovoltaïsche panelen die gedurende het lopende jaar op de markt werden gebracht en de ingezamelde hoeveelheden.
De reserve en bij uitbreiding het financieel model moeten aan volgende voorwaarden voldoen: - het zich ontdoen van fotovoltaïsche panelen moet gratis zijn voor de houder; - er moet naar een stabiele bijdrage gedurende de looptijd van de overeenkomst gestreefd worden; - het niveau van de financiële reserves moet gebaseerd zijn op een realistische inschatting van de toekomstige financieringsbehoeftes. De reserves hebben tot primair doel om financieringsbehoeftes op te vangen die het gevolg zijn van een onevenwicht tussen de op de markt gebrachte en ingezamelde fotovoltaïsche panelen. Hierbij wordt gestreefd naar een evenwicht tussen toereikende garanties om de toekomstige afvalbeheer te kunnen dragen enerzijds en een aanvaardbaar niveau van provisies anderzijds. De opbouw of het aanhouden van overmatige reserves moet vermeden worden; - de financiële reserves worden geleidelijk opgebouwd rekening houdend met de geschatte levensduur van de afgedankte fotovoltaïsche panelen; de schatting van de nodige omvang van de financiële reserves wordt jaarlijks in het financieel plan geëvalueerd, rekening houdend met de bepalingen van het decreet.
Het beheersorganisme zorgt ervoor dat de milieubijdrage voor fotovoltaïsche panelen enkel gebruikt wordt voor het beheer van de respectieve categorieën van fotovoltaïsche panelen die op het grondgebied worden afgedankt. § 2. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na de publicatie van de milieubeleidsovereenkomst een financieel plan voor dat de looptijd van de overeenkomst dekt aan de administratie voor advies.
Het financieel plan bevat de volgende informatie: - een begroting voor de duur van de milieubeleidsovereenkomst; - een raming van de reële kosten en de gehele uitvoering van de terugnameplicht voor de 5 jaar die volgen op de duur van de overeenkomst; - de bestanddelen van de berekening van de milieubijdrage evenals de voorwaarden en de modaliteiten voor een herziening ervan, worden ter goedkeuring aan de administratie voorgelegd; - de gemotiveerde schatting van de uitgaven per onderdeel van het beheer van afgedankte fotovoltaïsche panelen; - een bewijs van financiële zekerheid conform de geschatte kosten voor het overnemen door het Waalse Gewest van de terugnameplicht gedurende 6 maanden; - het nastreven van dezelfde principes inzake financierings- en bijdragemodaliteiten in de drie gewesten, behoudens verschillende wettelijke belastingen; - de toelichting bij het beleid inzake het beheer van de financiële reserves.
Alle bijkomende informatie kan op gemotiveerde grondslag opgevraagd worden door de overheid bij het beheersorganisme.
De jaarlijkse actualisering van het financieel plan voor het volgende jaar wordt voor advies voorgelegd aan de administratie vóór 1 oktober. § 3. De financiële middelen van het beheersorganisme worden op een defensieve wijze belegd. De beleggingsstrategie wordt door de Raad Van Bestuur en de Algemene Vergadering van het beheersorganisme goedgekeurd. Ze wordt voor advies voorgelegd aan de administratie. De toewijzing van eventuele overschotten op de werking van het systeem wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de administratie. § 4. Het bedrag van de milieubijdrage is jaarlijks herzienbaar. De herziene bijdragen worden zes maanden vóór hun inwerkingtreding bekendgemaakt aan de eindverkopers en installateurs. Tussen het beheersorganisme en de distributeurs en installateurs moet overeenstemming worden bereikt over de compensatie van de bijdragen op de aanwezige voorraad. § 5. Deze milieubijdragen, met vermelding van de bedragen worden steeds, per fotovoltaïsch paneel of groep van fotovoltaïsche panelen, op de factuur vermeld bij de verkoop tussen handelaars van fotovoltaïsche panelen. De milieubijdragen worden steeds netto in de commercialisatieketen doorgegeven en duidelijk gecommuniceerd en doorberekend aan de verbruikers. § 6. De leden van de organisaties en de aangeslotenen die deze milieubeleidsovereenkomst onderschrijven, verbinden zich ertoe geen fotovoltaïsche panelen op de Waalse markt te brengen, waarop geen milieubijdrage betaald werd. § 7. Jaarlijks rapporteert het beheersorganisme aan de administratie over de effectieve aanwending van de bijdragen.
Art. 18.Advies- en goedkeuringsprocedure § 1. Goedkeuringsprocedure De administratie beschikt over een termijn van 3 werkmaanden te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag om de voorgelegde documenten al dan niet goed te keuren. Als er binnen deze periode geen beslissing wordt genomen, gelden de documenten als geweigerd. § 2. Adviesprocedure De administratie beschikt over een termijn van 2 maanden te rekenen vanaf de dag van ontvangst van de aanvraag om een gemotiveerd advies uit te brengen. Het beheersorganisme ziet erop toe dat dit advies in overweging genomen wordt. Als er binnen deze termijn geen advies is, wordt het geacht ongunstig te zijn. HOOFDSTUK VII. - Verbintenissen van het Gewest
Art. 19.Verplichtingen van het Gewest § 1. Het Waalse Gewest neemt initiatieven ten overstaan van de andere gewestelijke autoriteiten, opdat in de drie Gewesten de toepasselijke reglementering inzake de terugnameplicht voor de fotovoltaïsche panelen van zowel huishoudelijke als bedrijfsmatige oorsprong geharmoniseerd zou worden, na overleg met de betrokken sectoren. § 2. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe na te gaan of de terugnameplicht door alle actoren strikt wordt toegepast en de overtredingen te verbaliseren of te bestraffen. Het Waalse Gewest verbindt er zich toe bij alle actoren de nodige controles te laten uitvoeren. § 3. Teneinde de uitvoering van deze overeenkomst mogelijk te maken en de initiatieven van het beheersorganisme kracht bij te zetten, verbindt het Waalse Gewest zich ertoe om, in overleg met het beheersorganisme, hiertoe vereiste aanvullende reglementaire voorschriften aan te nemen. § 4. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe om de principes van de huidige milieubeleidsovereenkomst in aanmerking te nemen bij de evaluatie van de individuele afvalbeheers- en preventieplannen die het voorgelegd krijgt in het kader van de terugnameplicht van de fotovoltaïsche panelen. § 5. Het Waalse Gewest houdt een lijst bij van ondernemingen waarvan het individuele beheers- en preventieplan betreffende afgedankte fotovoltaïsche panelen is goedgekeurd. Op aanvraag wordt deze lijst aan het beheersorganisme of aan de organisaties meegedeeld.
Het Waalse Gewest weegt elke aanvraag tot openbaarmaking van producenten af die niet deelnemen aan het in deze milieubeleidsovereenkomst beschreven collectieve systeem. § 6. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe om een voorbeeldfunctie te vervullen bij de aankoop van diensten, werken en producten door in de overheidsopdrachten oog te hebben voor een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer. HOOFDSTUK VIII - Slotbepalingen
Art. 20.Geschillencommissie § 1. Bij een geschil tussen het beheersorganisme en het Waalse Gewest over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc samengesteld in functie van de aard van het geschil en bestaat altijd uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest, twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme en een voorzitter. De voorzitter wordt na consensus aangewezen door de vier vertegenwoordigers. § 2. Indien er over een geschil geen oplossing in consensus wordt gevonden, zal er een verslag worden overgemaakt aan de Minister bevoegd voor het Leefmilieu.
Art. 21.Duur en opzegging van de overeenkomst § 1. De milieubeleidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van twee jaar en treedt in werking op de tiende dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. § 2. De partijen kunnen deze overeenkomst op elk moment ontbinden, mits de inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt op straffe van nietigheid bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot betekend. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de maand van de betekening.
Art. 22.Wijzigingen en aanhangsels § 1. De bepalingen van de huidige milieubeleidsovereenkomst worden aangepast aan elke eventuele wijziging van de Europese regelgeving ter zake of aan elke andere verplichting die voortvloeit uit het internationale recht. § 2. Tijdens de looptijd van de overeenkomst kunnen de partijen aan deze overeenkomst wijzigingen en/of toevoegingen aanbrengen, in overeenstemming met de procedure voorzien bij het besluit.
Alle toevoegingen en wijzigingen aan die overeenkomst gelden enkel indien er een schriftelijk akkoord ondertekend wordt door alle partijen waarbij uitdrukkelijk naar deze overeenkomst verwezen wordt.
Art. 23.Arbitrageprocedure en bevoegdheid Bij een geschil tussen de partijen over het bestaan, de interpretatie en de uitvoering van de overeenkomst kunnen de partijen kiezen om de geschillen te beslechten overeenkomstig de wetgeving op de arbitrage.
Indien er geen consensus is om in arbitrage te gaan, wordt het geschil voorgelegd aan de Rechtbank van Eerste Aanleg van het gerechtelijke arrondissement Brussel. Indien de partijen voor arbitrage kiezen, is het geschil definitief beslecht overeenkomstig het arbitragereglement CEPINA of elke gelijkgestelde instelling, door scheidsrechters die overeenkomstig het reglement benoemd worden. Het scheidsgerecht bestaat uit drie scheidsrechters. De zetel van de procedure is in Brussel gevestigd. De arbitrage vindt plaats in het Frans.
In afwijking van het eerste lid van deze paragraaf is de arbitrageprocedure niet van toepassing op de geschillen in verband met de facturen. In dat geval komen de partijen overeen dat zij het recht hebben iedere rechtsvordering die zij nuttig zouden achten, in te leiden voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Brussel.
Art. 24.Slotbepalingen De overeenkomst wordt gesloten in Namen, op ... en ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen. Elke partij bericht ontvangst van een exemplaar van de overeenkomst.
Voor het Waalse Gewest: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER Voor de organisaties: Voor de vzw TECHLINK: K. NEYRINCK Voor de vzw FEE: A. DEWULF E. PIERS Voor de vzw NELECTRA: D. VAN STEENLANDT Voor de vzw ELOYA: F. VAN MOL Voor de vzw ODE: B. CLAEYS
ONTWERP VAN MILIEUOVEREENKOMST BETREFFENDE DE UITVOERING VAN DE TERUGNAMEPLICHT VOOR AFGEDANKTE VOERTUIGEN Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op artikelen D82 en volgende;
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 8bis;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op de overeenkomst betreffende het beheer van afgedankte voertuigen, gesloten op 5 december 2013;
Gelet op Richtlijn 2000/53/EEG van de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken, zoals gewijzigd;
Gelet op de beschikking van de Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte voertuigen;
Overwegende dat deze overeenkomst is gesloten ter uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen waarin bepaald wordt dat « de terugnameplichtige, om te voldoen aan de in dit besluit bedoelde verplichtingen, een overeenkomstig afdeling 4 van dit hoofdstuk gesloten milieuovereenkomst kan uitvoeren en de uitvoering van een deel of van het geheel van de verplichtingen in dat kader kan toevertrouwen aan een beheersorganisme waarvan hij lid is geworden en dat hij in dat geval geacht wordt aan zijn verplichting te voldoen zodra en voor zover hij bevestigt lid te zijn van een organisatie die de overeenkomst heeft ondertekend, of van het beheersorganisme, voor zover dat orgaan aan zijn verplichtingen voldoet »;
Overwegende dat deze overeenkomst gesloten is ter uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte voertuigen;
Overwegende dat deze overeenkomst ook de uitvoering van de terugnameplicht beoogt in verband met de eerste montage van banden op voertuigen of de eerste uitrusting ervan met oliën, batterijen en accu's;
Overwegende dat het van essentieel belang is dat alle economische actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen zich rekenschap geven van het feit dat die voertuigen afval worden en dat zij de gedeelde verantwoordelijkheid voor het globale beheer van dergelijke afval dragen, onverminderd de verantwoordelijkheid van de producenten zoals georganiseerd in het kader van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;
Overwegende dat het globale beheer van afgedankte voertuigen, overeenkomstig het afvalstoffenbeleid van de Europese Unie en van het Waalse Gewest, allereerst de preventie van afval van motorvoertuigen beoogt en aan de volgende beheerbeginselen, in volgorde van belangrijkheid, voldoet: a) het hergebruik van onderdelen;b) de recycling van materialen en grondstoffen;c) de andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;d) de verbranding of het storten van de laatste afvalstoffen; Overwegende dat dit beheer tevens eerst de verbetering van de milieuprestaties beoogt, rekening houdend met economische overwegingen van alle sectoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen, met name de technische prestaties van de sectoren die instaan voor de verwerking van afgedankte voertuigen;
De volgende partijen: 1° het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, vertegenwoordigd door de heer Elio Di Rupo, Minister-President van de Waalse Regering, en door mevr.Céline Tellier, Minister van Leefmilieu, Natuur, Dierenwelzijn en Rurale Renovatie, hierna "het Gewest" genoemd;
En 2° de volgende overkoepelende representatieve organisaties van ondernemingen: - de VZW FEBIAC, Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie, gevestigd Woluwedal 46 bus 6 te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Philippe Dehennin, Voorzitter; - de VZW TRAXIO Mobility Retail and Technical Distribution, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Didier Perwez, Voorzitter, en omvattende de volgende groeperingen: *Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Peter Daeninck, Voorzitter; *IAS, Groepering "Independent Automotive Specialists", gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Patrick Godart, Voorzitter; *TRAXIO ROAD SUPPORT, Groepering van Takel- en Bergingsbedrijven van België, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Yves Dombrecht, Voorzitter; - de VZW Federatie Automateriaal, aangesloten bij de VZW TRAXIO, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Etienne Dubois, Voorzitter; - de VZW FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende Ambachten, aangesloten bij de VZW TRAXIO, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Eric Leyn, Voorzitter; - de VZW COBEREC Metals, Verbond der Ondernemingen voor de Recuperatie van Ferro- en Non-Ferrometalen, gevestigd Esplanade 1, bus 87 te 1020 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Pierre Vandeputte, Voorzitter, voor de afdeling shredders door de heer Karel Casier, Voorzitter, et voor de afdeling van erkende centra door de heer Vincent Quidousse, Voorzitter; - de VZW FEVAR, Federatie van Auto-onderdelen en Recyclagebedrijven, gevestigd Oude Baan 28 te 2800 Mechelen, vertegenwoordigd door de heer Michel Verholen, Voorzitter; - de VZW ESSENSCIA, Belgische Federatie van de Chemische Industrie en Life Sciences bij, gevestigd Diamant Building, Auguste Reyerslaan 80 te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Yves Verschuren, managing director, en voor de afdeling PolyMatters, door mevr. Saskia Walraedt, directeur; - de VZW FEDUSTRIA, Belgische Federatie van de Textiel-, hout- en meubelindustrie, gevestigd Hof ter Vleestdreef 5, bus 1 te 1070 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Fa Quix, Directeur-generaal; - de VZW AGORIA, Multi-sectorele Federatie van de Technologische Industrie, gevestigd Auguste Reyerslaan 80 te 1030 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Marc Lambotte, Afgevaardigd bestuurder; hierna "de Organisaties" genoemd;
Komen hetgeen volgt overeen: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Doel van de overeenkomst
Artikel 1.§ 1. Deze milieubeleidsovereenkomst beoogt de vastlegging van de modaliteiten tot uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte voertuigen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. § 2. De overeenkomst beoogt de bevordering van preventie alsmede een beter beheer van afgedankte voertuigen via de inzameling en de gepaste verwerking ervan, met inachtneming van de organisationele, technische, economische en ecologische verplichtingen in het kader van de duurzame ontwikkeling. Afdeling 2. - Begrippen en definities
Art. 2.§ 1. De begrippen en definities bedoeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, in het decreet van 27 mei 2004 betreffende Boek I van het Milieuwetboek en in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities in deze overeenkomst. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1° Beheersplan: het geheel van acties gevoerd en maatregelen genomen door het beheersorganisme, dat minstens de volgende elementen bevat: - een preventieplan; - een overzicht van de acties voor de sector; - een overzicht van de acties betreffende de ophaling en de verwerking van afgedankte voertuigen; - een financieel plan; - een methode van controle en opvolging, evenals indicatoren die dit mogelijk maken; 2° Voertuig: elk voertuig ingedeeld in categorie M1 of N1, zoals bedoeld in bijlage II, deel A, bij Richtlijn 70/156/EEG, alsmede de driewielers zoals omschreven in Richtlijn 92/61/EEG, met uitzondering van de driewielers met motor, ongeacht hoe het voertuig tijdens het gebruik werd onderhouden of gerepareerd en ongeacht of het werd uitgerust met door de producent geleverde onderdelen dan wel met andere onderdelen die als vervangings- of inbouwonderdeel in overeenstemming met de relevante gemeenschapsbepalingen of interne bepalingen werden aangebracht;3° Afgedankt voertuig: afgedankt voertuig in de zin van artikel 80, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;4° Laatste houder en/of eigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon die het afgedankt voertuig ter afbraak aanbiedt aan het punt van inontvangstname of aan het erkend centrum;5° Band: band in de zin van artikel 1, 17°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;6° Afvalband: in afwijking van artikel 2, § 1, elke band die op een afgedankt voertuig aanwezig is, ongeacht of de band al dan niet gedemonteerd werd voor aankomst in een erkend centrum.Het betreft zowel herbruikbare als rechapeerbare en valoriseerbare banden; 7° Rechapeerbare band: een afvalband die, na demontage en in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en waarvan het loopvlak kan vervangen worden zodat hij opnieuw kan dienen voor het doel waarvoor hij oorspronkelijk bestemd was;8° Valoriseerbare band: een afvalband die, na demontage en in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en niet meer kan worden gerechapeerd;9° Herbruikbare band: een band die voldoet aan de wettelijke normen betreffende het oorspronkelijke gebruik ervan en die doorverkocht of afgestaan wordt via een circuit dat bestemd is om hem verder te gebruiken voor het doel waarvoor hij ontworpen werd, en dit zonder fysieke of chemische wijziging;10° Preventie: preventie in de zin van artikel 2, 7° bis van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;11° Verwerking: verwerking in de zin van artikel 80, 4°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;12° Hergebruik van onderdelen en vloeistoffen van afgedankte voertuigen: elke handeling waarbij de onderdelen of vloeistoffen van afgedankte voertuigen voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze ontworpen werden;13° Hergebruik van banden: elke handeling waarbij versleten banden van afgedankte voertuigen voor hetzelfde doel worden gebruikt als waarvoor ze ontworpen werden;14° Recyclage: recyclage in de zin van artikel 2, 11° van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;15° Eindverkoper: in afwijking van artikel 2, § 1, elke natuurlijke of rechtspersoon die in het Waalse Gewest voertuigen te koop aanbiedt aan de verbruikers;16° Verdeler: in afwijking van artikel 2, § 1, elke natuurlijke of rechtspersoon die, zonder producent te zijn, nieuwe voertuigen aan één of meer eindverkopers levert in het Waalse Gewest;17° Sector: ieder bedrijf of iedere handel betrokken bij de levenscyclus van voertuigen, inzonderheid de productie van voertuigen of voertuigonderdelen, de distributie, de koetswerkherstelling en de depannage van voertuigen, de verwerking, de demontage, de ontmanteling, de verbrijzeling/vermaling, de recyclage en andere vormen van nuttige toepassing. De sector wordt naargelang van de hoofdactiviteit in de hiernavermelde categorieën onderverdeeld: - Sector 1: sector bestaande uit voertuigproducenten, hun officiële verdelers, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven en autoverzekeringsinstellingen; - Sector 2: sector die rechtstreeks betrokken is bij het effectieve beheer van afgedankte voertuigen, waaronder de verwerking, nuttige toepassing en verwijdering: onder meer de slopers, de erkende centra, de vermalers (shredders), de recuperanten en de recyclagebedrijven; - Sector 3: sector die de fabrikanten van materialen en onderdelen die in voertuigen gebruikt worden, vertegenwoordigt; 18° Lid: de natuurlijke of rechtspersoon lid van een ondertekenende organisatie, die een mandaat aan deze organisatie heeft verleend om zijn terugnameplicht uit te voeren;19° Aangeslotene: de derde die zich bij het tot stand gebrachte collectieve systeem aansluit overeenkomstig onderhavige overeenkomst;20° Erkend centrum: elke natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over een milieuvergunning voor de depollutie, ontmanteling en vernietiging van afgedankte voertuigen, en voor de afgifte van afbraakcertificaten en die gecertificeerd werd door het orgaan bedoeld in artikel 60 van het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2003 tot bepaling van de sectorale voorwaarden;21° Punt van inontvangstname: elke inrichting die door de producenten is aangeduid met het oog op de terugname van afgedankte voertuigen;22° Operator voor banden: elke natuurlijke of rechtspersoon die over de wettelijke vergunningen en erkenningen beschikt voor de inzameling, de stockage en/of de verwerking van afvalbanden die vereist zijn voor de uitoefening van zijn dienstprestaties voor eigen rekening of voor rekening van derden;23° Definitieve uitschrijving: het desactiveren van het chassisnummer in het officiële repertorium van de inschrijving van voertuigen bedoeld in artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, zodat een nieuwe inschrijving of de wederinschrijving van een voertuig met dat chassisnummer niet meer mogelijk is, behalve in het geval van een verkeerd inschrijvingsnummer;24° Verwerkingskost van de afgedankte voertuigen: de kosten voor depollutie, overbrenging, vernietiging, terugwinning en administratieve uitschrijving van de afgedankte voertuigen, exclusief de demontage- en behandelingskosten met het oog op de verkoop van tweedehands onderdelen van afgedankte voertuigen;25° Verwerkingsoperatoren: de shredderbedrijven evenals de andere operatoren die de gedepollueerde afgedankte voertuigen afkomstig van de erkende centra verwerken;26° Beheersorganisme: orgaan bedoeld in artikel 22 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;in casu, voor deze overeenkomst, FEBELAUTO vzw, gevestigd Woluwedal 46, bus 13, te 1200 Brussel; 27° Administratie: het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest;28° besluit: het besluit van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;29° Sectorale voorwaarden voor afgedankte voertuigen: het besluit van de Waalse Regering van 27 februari 2003 tot bepaling van de sectorale voorwaarden voor de installaties voor de inzameling en de sortering van recycleerbare metaalhoudende afvalstoffen, voor de installaties voor de inzameling, de sortering of de terugwinning van onderdelen van afgedankte voertuigen, de demontage- en reinigingscentra voor afgedankte voertuigen en de centra voor de vernietiging van afgedankte voertuigen en de behandeling van ferro- en niet-ferro-metalen. Afdeling 3. - Toepassingsgebied
Art. 3.§ 1. Deze overeenkomst is van toepassing op de sectoren die betrokken zijn bij het beheer van afgedankte voertuigen, op afgedankte voertuigen, hun onderdelen, inclusief banden, olie, batterijen en accu's van eerste montage die op afgedankte voertuigen aanwezig zouden moeten zijn, alsmede op de materialen waaruit afgedankte voertuigen samengesteld zijn. HOOFDSTUK II. - Doelstellingen
Art. 4.§ 1. Deze milieubeleidsovereenkomst beoogt de nadere bepaling van de algemene basisregels vervat in het besluit, in de vorm van aanvullende en meer specifieke regels.
Ze beschrijft de preventieve en globale beheersmaatregelen, namelijk de inzameling, de verwerking en de nuttige toepassing van afgedankte voertuigen, met inbegrip van hun onderdelen en materialen.
Het globale beheer van afgedankte voertuigen berust op de volgende prioritaire volgorde: 1. preventie van afval van voertuigen;2. hergebruik van onderdelen;3. recyclage van materialen en grondstoffen;4. andere vormen van nuttige toepassing, wijzen van energieopwekking inbegrepen;5. verbranding;6. ecologisch verantwoord storten van de afvalstoffen, die noch kunnen worden voorkomen, noch teruggewonnen voor nuttige toepassing noch verbrand met energierecuperatie. De producenten kunnen van deze prioritaire volgorde afwijken indien ze gebruik maken van de beste beschikbare technologie, voor zover ze geen buitensporige kosten met zich meebrengt, en de economische haalbaarheid in acht nemen. § 2. De verwerking van de in het kader van de terugnameplicht ingezamelde afgedankte voertuigen moet ertoe leiden dat de volgende doelstellingen worden gehaald: a) minstens 95 % van het gewicht van alle afgedankte voertuigen worden hergebruikt of zijn het voorwerp van een nuttige toepassing;b) minstens 85 % van het gewicht van de afgedankte voertuigen wordt hergebruikt of gerecycleerd. § 3. Voor de verwerking van de ingezamelde afvalbanden overeenkomstig de terugnameplicht geldt het volgende: 1. stemt het aantal aangeboden versleten banden van de afgedankte voertuigen overeen met een maximum van 100 % van het aantal banden dat op elk afgedankt voertuig aanwezig had moeten zijn.2. worden alle ingezamelde banden gesorteerd met het oog op de recuperatie van de herbruikbare, rechapeerbare en versleten banden die gerecycleerd kunnen worden.3. bedraagt het globaal percentage hergebruik, rechaperen en recycling van ingezamelde banden minstens 55 %.4. is de rest van de ingezamelde banden het voorwerp van nuttige toepassing met terugwinning van energie.5. wordt het storten van afvalbanden niet toegelaten. Die doelstellingen kunnen gewijzigd worden tijdens de duur van dit milieuovereenkomst. Wanneer wijzigingen aan het besluit in werking treden, vervangen de aangepaste doelstellingen en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsmodaliteiten de doelstellingen en uitvoeringsmodaliteiten die in deze milieuovereenkomst zijn vastgelegd. § 4. Om de doelstellingen voor de inzameling en verwerking van afvalbanden te bereiken, voert het beheersorganisme een steekproef uit om te bepalen in hoeverre er reservebanden aanwezig zijn in de afgedankte voertuigen die het beheersorganisme heeft ingezameld. Het inzamelingspercentage wordt aangepast aan het retourpercentage van deze banden. § 5. Voor de afgewerkte oliën van de afgedankte voertuigen bereikt het beheersorganisme de percentages vermeld in artikel 63 van het besluit. § 6. Voor de afgedankte batterijen en accu's van de afgedankte voertuigen bereikt het beheersorganisme de percentages vermeld in artikel 34 van het besluit. § 7. Om de doelstellingen die in deze overeenkomst zijn vermeld en die met name afkomstig zijn van het besluit te bereiken, onderzoekt het beheersorganisme hoeveel afgedankte voertuigen er worden geëxporteerd.
Die analyse wordt minstens een keer uitgevoerd tijdens de duur van de overeenkomst. § 8. De verwachte verwerkingsresultaten in het Waalse Gewest worden jaarlijks geëvalueerd in het kader van het jaarverslag.
Als de doelstellingen niet worden bereikt, dient het beheersorganisme, binnen de twee maanden, een strategisch plan voor de resterende geldigheidsperiode van de overeenkomst waarin de geplande acties worden beschreven om de resultaten inzake recyclage en nuttige toepassing te bereiken aan de Administratie voor te leggen ter goedkeuring.
Als het Gewest na deze periode van mening is dat er onvoldoende vooruitgang werd gemaakt, behoudt het zich het recht voor deze overeenkomst op te zeggen en de leden van het beheersorganisme, de verdelers en de eindverkopers te vragen hun terugnameverplichtingen zoals beschreven in het besluit na te komen.
Art. 5.De toepassing van onderhavige overeenkomst door de ondertekenaars gebeurt in overeenstemming met de volgende principes van goed bestuur: - transparantie van de informatie; - technische evaluatie van het systeem gemandateerd door de Administratie in de loop van de uitvoering van deze milieuovereenkomst; - vertrouwelijkheid van de gegevens die een legitiem economisch belang beschermt. HOOFDSTUK III. - Preventie en sensibilisering Afdeling 1. - Preventie
Art. 6.§ 1. Ter bevordering van afvalpreventie stellen de producenten, in samenwerking met materiaal- en apparatuurproducenten, alles in het werk: a) om het gebruik van gevaarlijke stoffen in voertuigen te beperken, zoveel mogelijk al in de ontwerpfase, ten einde het vrijkomen ervan in het milieu te voorkomen, recyclage te vergemakkelijken, de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen te vermijden en, voor zover mogelijk, de hoeveelheid restafval te verwijderen;b) opdat demontage, hergebruik en nuttige toepassing, met name recyclage, van afgedankte voertuigen en hun onderdelen en materialen, bij het ontwerp en de productie van nieuwe voertuigen volledig worden ingecalculeerd en vergemakkelijkt;c) om steeds meer gerecycleerd materiaal in voertuigen en in andere producten te gaan gebruiken, om de markten voor gerecycleerde materialen te ontwikkelen. De producenten zullen alle informatie verzamelen in de databank bedoeld in artikel 17, 16°, die door het beheersorganisme gratis ter beschikking gesteld wordt van alle erkende centra. Deze informatie, met inbegrip van de plaats van de te verwijderen stoffen en onderdelen en van een indicatie van de benodigde gereedschappen, helpt afgedankte voertuigen te depollueren. Tevens wordt hier ook informatie over gevaarlijke stoffen verzameld, meer bepaald over zware metalen indien aanwezig in bepaalde materialen of onderdelen. § 2. Het beheersorganisme voert in overleg met de Administratie een haalbaarheidsstudie uit, over de mogelijkheden inzake reparatie en hergebruik van de afgedankte voertuigen en de materialen die ervan afkomstig zijn, onder meer glas, textiel, kunststoffen, metalen. Op basis van de resultaten van de studie zullen er maatregelen worden voorgesteld en uitgevoerd door het beheersorganisme. § 3. Het beheersorganisme ziet toe op de optimalisering van het gebruik van het voertuig, met name door partnerschapsmogelijkheden met systemen voor autodelen, carpooling en mobiliteit met lage emissie te onderzoeken. Die maatregel maakt integraal deel uit van het communicatieplan. § 4. Het beheersorganisme kan gebruikmaken van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën om het beheer van de stroom en de doelstellingen van de overeenkomst te verbeteren in overeenstemming met de Privacywet.
Art. 7.Preventieplan § 1. Om de in artikel 6 omschreven preventiedoelstellingen te halen, stelt het beheersorganisme een preventieplan op. Dit preventieplan bevat minstens: - de lijst van de reeds genomen maatregelen ter beperking van de hoeveelheid afval en/of ter vermindering van de schadelijkheid ervan voor het leefmilieu, en het resultaat ervan; - een overzicht van de door het beheersorganisme geplande acties ter bevordering van kwantitatieve en kwalitatieve preventie; - een overzicht van de individueel geplande acties door de producenten om kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; - indicatoren voor elk van de geplande acties ter beoordeling van de geleverde inspanningen en/of de behaalde resultaten. Deze indicatoren worden voorgesteld in het jaar volgend op de inwerkingtreding van de overeenkomst. Bij deze indicatoren kan men onder meer rekening worden gehouden met de middelen die aan preventie worden toegekend in het budget van het beheersorganisme, die duidelijk zijn geïdentificeerd in de boekhouding van het beheersorganisme. § 2. Zes maanden na de inwerkingtreding van deze overeenkomst legt het beheersorganisme een preventieplan ter goedkeuring over aan de Administratie. § 3. Het beheersorganisme rapporteert jaarlijks over: - de acties van het beheersorganisme; - de acties van de individuele producenten; - de indicatoren.
Het plan wordt jaarlijks op basis van de indicatoren en resultaten beoordeeld en, desnoods, in overleg met alle partijen bijgewerkt of verbeterd. Afdeling 2. - Sensibilisering
Art. 8.§ 1. Het beheersorganisme zorgt ervoor, met name via regelmatige voorlichtingscampagnes en sensibiliseringsacties, dat de verbruikers, detailhandelaars en verdelers ingelicht worden over de tot stand gebrachte inzamelings- en verwerkingssystemen en over de rol die zij bij het beheer van de afgedankte voertuigen te vervullen hebben, ter uitvoering van deze overeenkomst en overeenkomstig het preventieplan.
Voor elke algemene informatiecampagne die door het beheersorganisme gepland wordt, wordt eerst het advies van de Administratie gevraagd.
Het beheersorganisme zet de operatoren ertoe aan te zorgen voor de doeltreffendheid en de veiligheid van de activiteiten inzake de inzameling en de verwerking van afgedankte voertuigen. § 2. De kosten voor de inzameling, zuivering, ontmanteling, nuttige toepassing en verwijdering van de afgedankte voertuigen, de wijze van financiering ervan, alsook de wijzen van beheer zijn het voorwerp van een bericht aan de verbruikers en beroepsgebruikers. § 3. Het beheersorganisme stelt binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van deze milieuovereenkomst een communicatieplan op voor de duur van de milieuovereenkomst. Dit communicatieplan maakt deel uit van het beheersplan en omvat minstens de strategische doelstellingen en algemene krachtlijnen.
Dit plan omvat, voor een standaardjaar, het type van de te ondernemen acties, de beoogde doelgroepen, de gekozen communicatiekanalen en de evaluatiemethoden voor deze acties.
Het beheersorganisme bezorgt de Administratie elk jaar een actieplan, inclusief een rapport over de gevoerde informatie- en sensibiliseringscampagnes en de bereikte resultaten. De rapportage over de bereikte resultaten bevat een beschrijving van de uitgevoerde acties, de beoogde doelgroepen, de instrumenten en een waardering van de relevantie van de uitgevoerde acties. Het communicatieplan wordt elk jaar door het beheersorganisme geëvalueerd en aangepast in het kader van de jaarlijkse actualisering van het beheersplan, met name op basis van de aanbevelingen van de Administratie. § 4. Het communicatieplan wordt ter goedkeuring aan de Administratie voorgelegd, evenals de jaarlijkse updates en de meer specifieke campagnes worden voor advies voorgelegd aan de Administratie om een follow-up van de milieuaspecten in deze campagnes te garanderen.
Art. 9.De eindverkoper moet in elk verkooppunt op een zichtbare plaats in een bericht met als opschrift "TERUGNAMEPLICHT" aangeven hoe hij aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit het besluit voldoet en hoe de koper zich van zijn afvalstoffen kan ontdoen. De informatieplicht voor de consument geldt ook tijdens een buiten een verkooppunt georganiseerde verkoop. Het sensibiliseringsmaterieel ter beschikking gesteld door het beheersorganisme behoeft het voorafgaandelijk advies van de Administratie. HOOFDSTUK IV. - Selectieve inzameling en verwerking van afgedankte voertuigen Afdeling 1. - Selectieve inzameling
Onderafdeling 1. - Inzameling van afgedankte voertuigen bij de producenten
Art. 10.§ 1. De verplichting tot terugname van afgedankte voertuigen door de producenten wordt verwezenlijkt door de opstelling van een voldoend aantal inontvangstnamepunten die op evenwichtige wijze verdeeld zijn over het gewest, zodat een toereikende graad van dekking van het Waalse grondgebied gegarandeerd wordt.
Dat net van inontvangstnamepunten bestaat uit garages, depollutie- en ontmantelingscentra en uit installaties voor de hergroepering, sortering of terugwinning van afgedankte voertuigen, die door het Waalse Gewest vergund en door het beheersorganisme erkend zijn. Als het inontvangstnamepunt geen erkend centrum is, worden de overgenomen afgedankte voertuigen naar een erkend centrum overgebracht.
Het inontvangstnamepunt levert een aanvaardingsbewijs (op basis van het door de Administratie bepaalde model) af in ruil voor het afgedankte voertuig, voorzien van het inschrijvingsbewijs en desgevallend, het laatste geldige technische keuring dat afgeleverd is door een inrichting voor technische keuring van een Lidstaat van de Europese Unie.
In afwachting van genoemd model, geldt het koopbriefje of de factuur waarop de terugname vermeld wordt als bewijs.
In geval van rechtstreekse afgifte van het afgedankte voertuig aan een erkend centrum geldt het door het erkende centrum afgeleverde certificaat van vernietiging als aanvaardingsbewijs van het afgedankte voertuig. In geval van aankoop van een ander voertuig geldt de vermelding van afgifte van het afgedankte voertuig op het aankoopborderel of de factuur als aanvaardingsbewijs.
Een voldoende dekkingsgraad wordt bereikt indien het netwerk van officiële verdelers wordt gebruikt of indien 90 % van de laatste houders en/of eigenaars hun afgedankt voertuig kunnen afgeven op een inontvangstnamepunt binnen een straal van 40 kilometer van hun woonplaats.
Wanneer een producent een verkooppunt van voertuigen aanduidt als inontvangstnamepunt, verbindt hij er zich toe de afgedankte voertuigen die zich overeenkomstig de uitvoering van de terugnameplicht « 1 voor 0 » op het verkooppunt bevinden, gratis te laten ophalen binnen een termijn van 10 werkdagen na berichtgeving door het verkooppunt.
Het afgedankte voertuig moet worden ingeleverd bij een punt van inontvangstname. Het afgedankte voertuig gaat vergezeld van alle wettelijke boorddocumenten.
De inontvangstname op deze punten geschiedt zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. Het afgedankte voertuig moet volledig zijn en bevat alle essentiële onderdelen voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator;2. Het afgedankte voertuig bevat geen afval die hem niet eigen is. Als die voorwaarden niet vervuld zijn, kunnen de inontvangstnamepunten de laatste houder en/of eigenaar verwerkingskosten aanrekenen, gelet op de economische impact vanwege het ontbreken van valoriseerbare onderdelen en/of eventuele bijkomende kosten, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden.
Voor een achtergelaten voertuig aanvaarden de producenten dat de inontvangstname zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar gebeurt onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. Het afgedankte voertuig moet volledig zijn en bevat alle essentiële onderdelen voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator, en het mag geen afvalstoffen vreemd aan het afgedankte voertuig bevatten;2. het moet vergezeld zijn van een verklaring van de politie of van de wegbeheerder dat het achtergelaten werd of van een vonnis van de bevoegde rechter waarbij het eigendom aan de laatste houder wordt toegekend;3. het moet worden ingeleverd op een punt van inontvangstname, gelegen in het Waalse Gewest, aangeduid door de producenten van het betrokken merk. § 2. In het geval dat de gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen lager zou zijn dan de verwerkingskosten van de afgedankte voertuigen, is iedere producent verplicht naar eigen keuze: - ofwel de naar behoren vastgestelde financiële verliezen van de erkende centra die betrekking hebben op de kosteloze terugname, te vergoeden. De vaststelling van de financiële verliezen wordt gedaan door een derde, onafhankelijk en beëdigd expert, die in gemeenschappelijk akkoord tussen de producent en de erkende centra wordt aangeduid. De kosten van de expert worden gedeeld tussen de erkende centra en de producent. De betrokken organisaties bepalen de vergoedingsvoorwaarden alsmede de precieze modaliteiten tot vaststelling van de financiële verliezen; - ofwel de terugname voor voertuigen van eigen merk te organiseren op eigen kosten door de noodzakelijke overeenkomsten daartoe te sluiten met één of meerdere erkende centra, om de laatste houder en/of eigenaar kosteloze terugname te garanderen en de doelstellingen van nuttige toepassing te helpen behalen zoals bedoeld in artikel 85 van het besluit.
De gemiddelde verkoopwaarde van de materialen van afgedankte voertuigen is minstens gelijk aan de gemiddelde waarde van het gewicht van de materialen die de afgedankte voertuigen samenstellen, zoals bepaald in de loop van de laatste twaalf maanden door de schrootprijs E40 (Beurs van Rotterdam), de koers van het aluminium (Londen Metal Exchange) en de koers van platina, palladium en rhodium (Londen Metal Exchange).
Op elk moment kan de producent met één of meerdere erkende centra een overeenkomst sluiten waarbij de producent de laatste houder en/of eigenaar kosteloze terugname garandeert van elk afgedankt voertuig van eigen merken overeenkomstig artikel 82 van het besluit, en die de doelstellingen van nuttige toepassing helpt halen zoals bepaald bij artikel 85 van het besluit. § 3. De inontvangstnamepunten verbinden er zich toe de teruggenomen afgedankte voertuigen enkel naar erkende centra af te voeren binnen de termijnen voorgeschreven door de wetgeving.
Wanneer de marktprijs positief is, geschiedt de terugname door een erkend centrum zonder kosten voor de inontvangstnamepunten als het afgedankte voertuig volledig is en alle essentiële onderdelen bevat voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.
Als die voorwaarden niet vervuld zijn, kunnen de erkende centra het inontvangstnamepunt verwerkingskosten aanrekenen gelet op de economische impact vanwege het ontbreken van valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten als gevolg daarvan, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden.
Onderafdeling 2. - Inzameling van afgedankte voertuigen bij de eindverkopers
Art. 11.§ 1. De eindverkoper aanvaardt alle afgedankte voertuigen die door de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig gedeponeerd worden op een inontvangstnamepunt waarvan een lijst ter beschikking gesteld wordt door de eindverkoper.
De afgedankte voertuigen zijn voorzien van alle wettelijke boorddocumenten en bevatten geen afvalstoffen die hen vreemd zijn.
De voertuigen worden door de eindverkoper aanvaard zonder kosten voor de laatste houder en/of eigenaar van het voertuig, onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1. Het afgedankte voertuig moet volledig zijn en bevat alle essentiële onderdelen voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator;2. Het afgedankte voertuig bevat geen afval die hem niet eigen is. Als aan de voornoemde voorwaarden niet wordt voldaan, kunnen de eindverkopers verwerkingskosten aanrekenen aan de laatste houder en/of eigenaar in verhouding tot de economische impact door het ontbreken van de valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten als gevolg ervan, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden. § 2. De eindverkopers verbinden zich ertoe om aan een zo groot mogelijk publiek toegang te verlenen in elk van hun verkooppunten, of via een daartoe geëigend elektronisch medium, tot de lijst met namen en adressen, enerzijds van alle erkende centra en anderzijds van alle punten van inontvangstname in België die een kosteloze terugname van de voertuigen aanbieden onder de voorwaarden vermeld in § 1. § 3. De eindverkopers van voertuigen verbinden er zich toe om de in ontvangst genomen afgedankte voertuigen enkel af te voeren naar erkende centra binnen de door de wet bepaalde termijnen.
Wanneer de marktprijs positief is, geschiedt de terugname door een erkend centrum zonder kosten voor de eindverkoper als het afgedankte voertuig volledig is en alle essentiële onderdelen bevat voor zijn werking, onder andere de aandrijflijn (motor, versnellingsbak, stuurinrichting, assen, wielen en banden), het koetswerk, de essentiële elektrische en elektronische onderdelen, en in voorkomend geval, de katalysator.
Als die voorwaarden niet vervuld zijn, kunnen de erkende centra de eindverkoper verwerkingskosten aanrekenen gelet op de economische impact vanwege het ontbreken van valoriseerbare onderdelen en/of de bijkomende kosten als gevolg daarvan, zonder overschrijding van de kosten gemaakt door de terugnameplichtige vanwege de niet inachtneming van genoemde voorwaarden.
Onderafdeling 3. - Inzameling van afgedankte voertuigen bij andere professionele houders van sector 1 en sector 2
Art. 12.Ook de andere professionele houders van afgedankte voertuigen van sector 1 en sector 2 verbinden er zich toe de in ontvangst genomen afgedankte voertuigen enkel naar erkende centra af te voeren binnen de termijnen voorgeschreven door de wetgeving.
Onderafdeling 4. - Inzameling van banden bij de officiële verdelers, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven
Art. 13.De concessiehouders, eindverkopers, koetswerkherstellers, garage- en depannagebedrijven engageren zich de afvalbanden afkomstig van afgedankte voertuigen niet te mengen met de afvalbanden afkomstig uit de directe verkoop van nieuwe banden.
Art. 14.Inzameling promoten § 1. Om de inzameling van afgedankte voertuigen te promoten, ondernemen de sector en het beheersorganisme diverse acties in verschillende domeinen in verband met: - de export van voertuigen; - de handel in voertuigen; - de fiscaliteit van voertuigen; - de traceerbaarheid van voertuigen. § 2. De leden van de sector en het beheersorganisme dringen er bij de bevoegde instanties op aan de noodzakelijke reglementering op te stellen opdat alleen de voertuigen die technisch nog als voertuigen kunnen worden gebruikt in het land van bestemming mogen worden geëxporteerd. § 3. De leden van de sector en het beheersorganisme dringen er bij de bevoegde instanties op aan de noodzakelijke reglementering op te stellen om de illegale handel in afgedankte voertuigen af te remmen. § 4. De leden van de sector en het beheersorganisme dringen er bij de bevoegde belastinginstanties op aan de noodzakelijke reglementering op te stellen om meer afgedankte voertuigen in te zamelen. § 5. Alle leden van de sector en het beheersorganisme dringen er bij de federale Regering en de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen op aan de hervorming van de inschrijving van de voertuigen in België zo snel mogelijk door te voeren. Die hervorming berust op de volgende beginselen: 1. De eigenaar van het voertuig moet steeds gekend zijn bij de Dienst voor Inschrijving van de Voertuigen;2. Zolang hij geen bewijs van eigendomsoverdracht, bewijs van export of certificaat van vernietiging van een erkend centrum kan voorleggen, blijft de eigenaar van het voertuig onderworpen aan de jaarlijkse verkeersbelasting.De professionelen van de automobielsector zijn evenwel vrijgesteld van deze belasting voor de voertuigen in hun handelsvoorraad; 3. Om administratieve overlast te voorkomen, dient het hervormde systeem maximaal gebruik te maken van gegevensoverdracht via het internet. Als er nog steeds geen initiatieven worden genomen of de uitvoering van de geplande hervorming uitblijft, zullen de leden van de sector en het beheersorganisme aanvullende maatregelen nemen, mits goedkeuring door de bevoegde overheden. 6. Het beheersorganisme zet zijn acties inzake onderzoek en ontwikkeling om de inzameling te verbeteren voort.Deze initiatieven kunnen onder meer bestaan uit de benchmarking van de best mogelijke oplossingen in andere landen en de berekening van het gebrek aan fiscale inkomsten voor de overheden.
Afdeling2. - Hergebruik, recyclage en nuttige toepassing
Art. 15.§ 1. Het hergebruik van onderdelen en materialen, de recyclage van materialen en grondstoffen en andere nuttige toepassingen van afvalstoffen uit afgedankte voertuigen, met inbegrip van het gebruik van afvalstoffen als energiebron, gebeurt in naleving van de voorwaarden voorzien in het besluit en de sectorale voorwaarden van afgedankte voertuigen, in functie van het marktmechanisme, en op een milieuvriendelijke wijze, evenwel zonder afbreuk te doen aan de preventie- en veiligheidsvereisten en aan de bepalingen van § 2 hierna.
De volgende bepalingen moeten met name in acht genomen worden: - Het is verboden afval van afgedankte voertuigen of van onderdelen ervan te verwijderen zonder voorafgaande verwerking met het oog op de zuivering en de volledige of gedeeltelijke valorisatie ervan; - Afgedankte voertuigen worden gezuiverd zodat de gevaarlijke bestanddelen alsook het geheel van de vloeistoffen op selectieve wijze weggenomen, afgezonderd en verwerkt worden; - De gezuiverde afgedankte voertuigen worden ontmanteld zodat de valoriseerbare bestanddelen, wisselstukken inbegrepen, op selectieve wijze weggenomen en afgezonderd worden.
In ieder geval worden de katalysatoren, metalen onderdelen die koper, aluminium en magnesium bevatten, op selectieve wijze weggenomen indien deze metalen in de shredder niet worden gescheiden, banden, glas, omvangrijke en vlot demonteerbare kunststofonderdelen zoals bumpers, instrumentenborden, vloeistoftanks en schuimplastic van zetels, batterijen en accu's indien deze materialen bij de shredding niet zodanig worden gescheiden dat ze als materialen gerecycleerd kunnen worden; - Batterijen en accu's worden overeenkomstig hoofdstuk II van het besluit verwerkt; - afvalbanden worden overeenkomstig hoofdstuk III van het besluit verwerkt; - afgewerkte oliën worden overeenkomstig hoofdstuk V van het besluit verwerkt; - de opslaghandelingen worden uitgevoerd zonder de bestanddelen die vloeistoffen bevatten, noch de valoriseerbare bestanddelen en de wisselstukken te beschadigen; - de opslag- en verwerkingsinstallaties zijn uitgerust met waterdichte oppervlakten die voor de terugwinning van de vloeistoffen zorgen, onverminderd de sectorale vorwaarden in het Waalse Gewest; - de zuiverings- en ontmantelingshandelingen worden gevolgd door een shredder met het oog op de maximale recycling of valorisatie van de materialen. § 2. Elke categorie van de sector zal, binnen de perken van zijn verplichtingen die in deze overeenkomst omschreven worden, de nodige inspanningen leveren om aan § 1 hierboven te voldoen.
Die inspanningen zullen hoofdzakelijk betrekking hebben op: 1. het ontwikkelen en verbeteren van efficiënte methodes tot depollutie en ontmanteling van afgedankte voertuigen en voor het scheiden van de verschillende materialen, zowel voor als na verbrijzeling;2. het aanzetten tot hergebruik en tot recyclage van onderdelen, materialen en vloeistoffen van afgedankte voertuigen wanneer milieu-, technische en economische omstandigheden zulks toelaten;dit omvat onder meer: . het uitwerken van maatregelen om de algemene organisatie van het hergebruik van de onderdelen van afgedankte voertuigen te steunen en te verbeteren; . de aanmoediging van de reparatie van schade door gebruik van tweedehands of gereviseerde onderdelen rekening houdend met de veiligheidsmaatregelen; . aanmoediging van remanufacturing door nieuwe opportuniteiten te zoeken in overleg met de betrokken partijen; . het streven naar samenwerking met de glasreparatiesector voor het hergebruik van de ruiten van afgedankte voertuigen en het nemen van maatregelen voor een meer gerichte en efficiënte demontage van de ruiten van afgedankte voertuigen bestemd voor hergebruik; 3. de verbetering van de verwerking van afval afkomstig van de depollutie en demontage van de afgedankte voertuigen;4. het verder ontwikkelen van technieken voor recyclage, inzonderheid de opwerking van de shredderresidu's voor hoogwaardige recyclage of energetische valorisatie;5. het nemen van maatregelen in overeenstemming met de Europese POP-verordening;6. het beperken van het verlies van metalen buiten de metaalrecyclagecyclus, bijvoorbeeld door ruimere methodologieën te gebruiken om mogelijkheden voor toekomstige verbetering te identificeren;7. het aanzetten tot een beter ontwerp en hergebruik van onderdelen en materialen via duurzame overheidsopdrachten of de integratie van milieucriteria in de overeenkomsten die worden afgesloten met actoren van het kanaal;8. de evaluatie, met alle betrokken actoren, van de naleving van de registratie van de tussenpersonen om de traceerbaarheid te verhogen. Het doel is zoveel mogelijk voertuigen in de erkende centra te verwerken voor ze worden vermalen. Als uit de evaluatie blijkt dat er bijkomende maatregelen nodig zijn om de beoogde doelstelling te bereiken, moeten die maatregelen gedefinieerd en uitgevoerd worden in overleg met alle betrokken actoren; 9. de update van het onderzoek omtrent de berekening van de recyclageresultaten.
Art. 16.Naast de in deze milieuovereenkomst vermelde maatregelen voor hergebruik en verwerking worden er inspanningen geleverd op het gebied van circulaire economie, zoals de cofinanciering van onderzoeksinitiatieven door het Waalse Gewest om het ontwerp, het gebruik, de inzameling en de recycling van afgedankte voertuigen te verbeteren of om het verlies van metalen als gevolg van de recycling te beperken. Het bedrag van deze cofinanciering wordt jaarlijks overeengekomen. HOOFDSTUK V. - Het beheersorganisme Afdeling 1. - Opdrachten van het beheersorganisme
Art. 17.Het beheersorganisme vervult alle taken die nodig zijn voor de uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst, met name: 1° de uitvoering van de modaliteiten van het preventieplan en de sensibiliseringscampagnes, overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van deze overeenkomst;2° het beheer van de verwerking van afgedankte voertuigen;3° de monitoring van de behaalde resultaten van de verwerking van afgedankte voertuigen;4° het beheer van het « End-of-life vehicles Monitoring System », EMS, dat alle gegevens registreert, de afbraakcertificaten genereert en de rapporten uitgeeft met betrekking tot de inzameling, verwerking en verwijdering van afgedankte voertuigen en de afval ervan, zowel op nationaal, gewestelijk vlak als individueel per vennootschap;5° het EMS gratis ter beschikking van de erkende centra stellen;6° de overlegging van het rapport aan de Administratie, overeenkomstig artikel 21 van deze overeenkomst en met inachtneming van de andere informatieverplichtingen waarin deze overeenkomst voorziet;7° het EMS voorzien van een functie waarmee de erkende centra het systeem ook als elektronisch afvalregister zullen kunnen gebruiken;8° het opstellen en publiceren van een jaarverslag waarin gratis ruimte ter beschikking van het Waalse Gewest gesteld wordt voor rapportering over haar controledraaiboek dat het budget, de middelen, het beschikbare personeel, een gepaste strategie, de realisatieduur, de frequentie van de controles evenals het vervolgingsbeleid aangeeft;9° het overleg met de andere actoren die betrokken zijn bij de inzameling van de afgedankte voertuigen (gemeenten, domeinen, verzekeringsmaatschappijen, leasingmaatschappijen) in samenwerking met de Gewesten coördineren;10° het versturen van een jaarlijkse mailing naar de erkende centra met beschikbare informatie over technieken betreffende de depollutie en de demontage na feedback vanwege de erkende centra zodat een constante evolutie mogelijk is;11° meewerken aan het dossier van de traceerbaarheid van de voertuigen, met name de vergaderingen bijwonen, de vooruitgangen opvolgen en rapporteren, alsook nagaan of de geboden oplossingen volledig zijn;12° het stimuleren van een correcte input van de gegevens in EMS, door communicatie over EMS en de doelstellingen van EMS aan de erkende centra;het systeem aanpassen als het nodig is. De communicatie gebeurt onder andere via workshops ter verbetering van de transparantie van EMS voor de gebruikers; 13° het optreden als tussenpersoon en coördinator tussen de verschillende categorieën van de sector en het verzekeren van de monitoring van de uitvoering van de doelstellingen in samenwerking met en in medeverantwoordelijkheid van alle categorieën van de sector;14° het centraliseren van de gegevens over de vernietigde chassisnummers in de erkende centra en het overmaken van deze gegevens aan de Dienst voor de Inschrijving van de Voertuigen met het oog op hun definitieve uitschrijving uit het Belgisch voertuigenrepertorium;15° op basis van de in artikel 23, § 2 vermelde gegevens en het leeggewicht van de voertuigen in nieuwe toestand, het jaarlijks berekenen van de behaalde percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing per erkend centrum van de door de centra verwerkte afgedankte voertuigen.Deze percentages zal het beheersorganisme jaarlijks aan alle erkende centra meedelen. 16° de databank betreffende de ontmanteling, IDIS genaamd, gratis ter beschikking stellen van alle erkende centra via internet;17° minstens één keer per jaar een overlegvergadering met de keuringsinstellingen en de Gewesten organiseren om de audits te optimaliseren;18° het ten laste nemen van de kosten voor de berekening van nieuwe percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van het proces tot verwerking van afgedankte voertuigen bij de verwerkingsoperatoren;19° de informatieplicht conform artikel 24 uitvoeren;20° de erkende centra die geen lid zijn van één van de ondertekende partijen, voorstellen om een contract te ondertekenen waarin bepaald wordt dat zij ook gebruik mogen maken van het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem op voorwaarde dat ze aan artikel 31 van deze overeenkomst voldoen;21° de organisatie en de financiering van een afzetgebied voor de inzameling en de verwerking van afvalbanden van afgedankte voertuigen van de categorieën M1 en N1;22° de taken met betrekking tot hergebruik, recycling en valorisatie als bedoeld in artikel 15 coördineren;23° het uitvoeren van de in artikel 16 bedoelde taken met betrekking tot de circulaire economie.
Art. 18.Het beheersorganisme streeft naar een zo groot mogelijke uniformiteit inzake administratieve procedures en logistiek.
Art. 19.§ 1. Ter uitvoering van artikel 17 zal het beheersorganisme de volgende plannen ter goedkeuring aan de Administratie overleggen: 1° enerzijds, uiterlijk zes maanden na de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst, een beheersplan voor de duur van de overeenkomst;2° en, anderzijds, uiterlijk zes maanden na de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst, een plan met uitvoerige uitleg over de overwogen sensibiliserings- en communicatiemaatregelen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 8. Het beheersplan bedoeld onder punt 1° bevat op zijn minst de modaliteiten tot uitvoering van de bepalingen van artikel 17 (met uitzondering van de sensibiliserings- en communicatiemaatregelen die het voorwerp van een specifiek plan uitmaken), alsook de strategische, financiële en operationele maatregelen bedoeld in artikel 19, § 1, 5°, van het besluit.
Het beheersorgaan legt jaarlijks voor 1 oktober een geactualiseerde versie van het beheersplan ter goedkeuring over voor het volgende kalenderjaar, alsook een geactualiseerde versie van het plan met uitvoerige uitleg over de overwogen sensibiliserings- en communicatiemaatregelen. § 2. Het beheersplan wordt besproken met de Administratie en/of een door de Administratie aangestelde technische expert, van zodra het is opgesteld, tegelijk met de inwerkingtreding van de overeenkomst, of uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst, en op het einde van de overeenkomst voor een eindevaluatie. § 3. Op basis van het initiële beheersplan, dan van de eindevaluatie ervan, uitgevoerd door het beheersorganisme, kan de Administratie een bijkomende technische evaluatie uitvoeren, met name van de elementen van het beheersplan zoals vermeld in § 2 en van de eindevaluatie van dit beheersplan. Deze technische evaluatie wordt gefinancierd door de Administratie. § 4. Deze technische evaluatie heeft tot doel de correcte implementatie van de bepalingen van deze overeenkomst door het beheersorganisme te evalueren. Ze heeft ook tot doel de positieve resultaten van het beheer van de afvalstromen door het beheersorganisme te benadrukken, maar ook verbeteringen van het beheer voor te stellen als wordt vastgesteld dat er meer performante methoden kunnen worden gebruikt. Die performantieverbeteringen zullen door het beheersorganisme en het Gewest worden besproken. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de implementatie van deze verbeteringen. § 5. De technische expert vertegenwoordigt geen belangenconflict ten opzichte van het beheersorganisme en is onderworpen aan een vertrouwelijkheidsovereenkomst. De rol van technisch expert vervangt in geen geval de rol van de Administratie.
Art. 20.Raad van bestuur De Administratie zal namens het Gewest de rol van waarnemer vervullen in de Raad van Bestuur en in de Algemene Vergadering van het beheersorganisme. Hiertoe wordt de Administratie te gelegener tijd uitgenodigd om aan de door het beheersorganisme georganiseerde vergaderingen deel te nemen en ontvangt ze een verslag uiterlijk een week vóór de datum van de vergadering en de notulen na elke vergadering. Afdeling 2. - Informatieplicht
Art. 21.§ 1. Het beheersorganisme verstrekt de Administratie jaarlijks vóór 20 april de volgende gegevens met betrekking tot het voorafgaande kalenderjaar: A. wat de afgedankte voertuigen betreft: 1° de in kg en aantal uitgedrukte totale hoeveelheid voertuigen die op de markt werd gebracht in het Waalse Gewest;2° de in kg en aantal uitgedrukte totale hoeveelheid afgedankte voertuigen ingezameld in het kader van de terugnameplicht;3° de inrichting(en) waarin de afgedankte voertuigen verwerkt worden, alsook de verwerkingsresten en -wijzen;4° het gewicht (in kg) van de onderdelen, materialen en afvalstoffen afkomstig van afgedankte voertuigen, die in de loop van het voorafgaande kalenderjaar: a) werden hergebruikt;b) werden gerecycleerd;c) in vergunde installaties werden verwerkt met terugwinning van energie;d) werden verwijderd in vergunde afvalverbrandingsinstallaties;e) werden verwijderd in of op stortplaatsen;5° de gegevens over oliën en autobatterijen en -accu's ingezameld via de erkende zuiverings- en ontmantelingscentra.6° een opvolgingsverslag van de kanalen waarin de materialen worden hetzij hergebruikt, hetzij gerecycleerd, hetzij teruggewonnen. De Administratie kan de eindverkopers, de verdelers en het beheersorganisme verzoeken om elk bijkomend gegeven dat zij nuttig acht voor de beoordeling van de doelstellingen omschreven in artikel 4.
B. om aan de rapportageverplichtingen inzake afvalbanden te voldoen; 1° de totale hoeveelheid banden, uitgedrukt in kilogram en soort, die op de markt werd gebracht in het Waalse Gewest;2° de totale hoeveelheid afvalbanden afkomstig van de erkende centra;3° de in kilogram en soort uitgedrukte totale hoeveelheid afvalbanden, inclusief die welke in aanmerking komen voor hergebruik, ingezameld in het kader van de toepassing van de terugnameplicht;4° de inrichtingen waar en de wijze waarop de ingezamelde afvalbanden worden verwerkt;5° de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid afvalbanden: a) gesorteerd voor hergebruik;b) gerechapeerd;c) gebruikt voor materiaalrecyclage;d) energetisch gehervaloriseerd.6° de totale hoeveelheid rubbergranulaat afkomstig uit de recycling van afvalbanden die is gebruikt. § 2. Onder voorbehoud van de goedkeuring door de Algemene vergadering doet het beheersorgaan jaarlijks vóór 20 april en uiterlijk op 1 juli verslag over: 1° de toegelichte resultaten;2° het preventieplan (cf.artikel 7); 3° de wijze van inzameling en verwerking, inclusief de lijst van erkende centra;4° het financieële beheer;5° de technologische vooruitgang inzake verwerking waardoor de te storten hoeveelheid shredderresidu verminderd kan worden, met inachtneming van de geheimhouding van de gegevens;6° alle andere maatregelen uit het beheersplan. § 3. Om na te gaan of de doelstellingen bereikt werden, berekent het beheersorgaan de resultaten op basis van het EMS (End-of-life vehicle Monitoring System), aangevuld met de gevalideerde recyclagestatistieken van de verdere verwerkingsstappen. Het beheersorganisme zal in akkoord met de Administratie en sector 2 een proces uitwerken om de gegevens over hergebruik in kaart te brengen en om ze te kunnen controleren en valideren, evenwel zonder de administratieve last voor de erkende centra op onaanvaardbare wijze te verhogen.
Het beheersorganisme voert regelmatig een evaluatie uit van dit EMS-systeem.
Art. 22.Financieel rapport § 1. Het beheersorgaan wijst in samenspraak met de Administratie een controleorganisme aan dat controle zal voeren op zijn rekeningen en op de gegevens vermeld in art. 21, § 2, 4°, zodat er kan worden nagegaan of de financiële stromen worden aangewend overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst. Het controleorganisme brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het beheersorganisme en de Administratie, uiterlijk in juni van het betrokken kalenderjaar. § 2. De Administratie kan in het kader van de opvolging van de goede uitvoering verzoeken om elke bijkomende informatie die zij nuttig acht om na te gaan of de financiële stromen met de taken van het beheersorgaan overeenstemmen en het mogelijk maken de doelstellingen van het besluit te bereiken.
Art. 23.Het rapport moet voldoen aan de volgende regels: 1° de statistieken die in het kader van de terugnameplicht aan de Administratie worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorgaan.2° de statistieken die in het kader van de terugnameplicht door de verwerkingscentra aan het beheersorgaan of aan de producent worden verstrekt, worden minstens één keer om de drie jaar gecertificeerd door een onafhankelijk controleorgaan aangesteld door het beheersorgaan.3° de statistieken die in het kader van de terugnameplicht door de producenten aan het beheersorgaan worden verstrekt, worden door het beheersorgaan gecontroleerd.Het beheersorgaan controleert alle leden en aangeslotenen producenten minstens 1 maal om de 3 jaar en brengt jaarlijks rapport uit aan de Administratie over deze actie, alsook over de resultaten.
Art. 24.Het beheersorganisme legt via zijn website voortdurend volgende informatie ter inzage van de Administratie: 1° de lijst van de inontvangstnamepunten;2° de lijst van de centra erkend voor depollutie, ontmanteling en afbraak van afgedankte voertuigen;3° de lijst van de leden en aangeslotenen. Afdeling 3. - Toetreding tot het beheersorgaan
Art. 25.Het beheersorgaan mag de aansluiting van geen enkele onderneming weigeren waarop de in deze milieubeleidsovereenkomst bedoelde terugnameplicht van toepassing is. Het beheersorgaan kan daarvan afwijken in geval van ernstige redenen en na voorafgaande goedkeuring door de Administratie. Afdeling 4. - Financiering
Art. 26.De ondertekenaars waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorgaan Febelauto waarin de verschillende organisaties als medeverantwoordelijken verenigd zullen worden om de doelstellingen van deze overeenkomst op duurzame wijze te halen. Onverminderd de verantwoordelijkheid van de laatste houders en/of eigenaars van de afgedankte voertuigen en van de betrokken overheidsinstellingen.
De VZW Febelauto wordt, zoals bepaald in haar statuten, volledig gefinancierd door het geheel van de organisaties die in de VZW vertegenwoordigd zijn.
Art. 27.Financieel plan § 1. Het beheersorgaan legt uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de milieubeleidsovereenkomst een financieel plan voor de duur van de overeenkomst ter advies voor aan de Administratie. § 2. Het financieel plan bevat minstens de volgende elementen: . een begroting voor de looptijd van de milieubeleidsovereenkomst; . de werkingskosten van het beheersorganisme; . met, per type stroom, een onderscheid tussen de beheerskosten, de investeringen en de verdeling ervan volgens hun bijdrage; . de detail van de berekening van het aandeel van elke sector en eventuele aanpassingmodaliteiten; . de wijze van inning; . het beleid inzake voorzieningen en reserves; . de financiering van de eventuele verliezen; . het financieel investeringsbeleid.
De Administratie kan bijkomende informatie vragen aan het beheersorganisme. § 3. Het financieel plan dient de volgende principes na te leven: . het beheersorganisme moet minstens over voldoende financiële reserves beschikken om gedurende 6 maanden te werken zonder inkomsten; . de reserves mogen niet groter zijn dan 18 maanden werkingskosten voortvloeiend uit de implementatie van de terugnameplicht, berekend over het gemiddelde van de 3 voorgaande jaren; in geval van overschrijding van deze regel gedurende 2 opeenvolgende jaren, legt het beheersorganisme een plan voor de aanzuivering van de reserves ter goedkeuring voor aan de Administratie. § 4. Het beheersorgaan legt jaarlijks vóór 1 oktober een geactualiseerd financieel plan voor het volgende kalenderjaar ter advies voor aan de Administratie. HOOFDSTUK VI. - Verantwoordelijkheden van de sector
Art. 28.§ 1. Alle leden van de sector waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorgaan.
Ze verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om de globaal bereikte prestaties in 2017 inzake hergebruik en recyclage minstens te behouden en, in samenwerking met het Gewest, na te gaan welke maatregelen moeten genomen worden als er een dalende trend zou zijn. § 2. De bij het beheersorgaan aangeslotenen van de sector, meer bepaald de producenten, stellen als medeverantwoordelijken en in samenspraak alles in het werk om de werking van het beheersorgaan te garanderen teneinde op een duurzame wijze alle afspraken en in het bijzonder de doelstellingen van deze overeenkomst na te leven, rekening houdende met de verantwoordelijkheid van de laatste houders en/of eigenaars van afgedankte voertuigen en de betrokken overheidsinstellingen. § 3. De sector en in het bijzonder de bij het beheersorgaan aangesloten producenten zijn verantwoordelijk voor zijn financiering. § 4. Overeenkomstig de artikelen 4 en 22 van het besluit verlenen de producenten, de officiële verdelers en de eindverkopers machtiging aan het beheersorgaan FEBELAUTO, waarvan de statuten zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 december 1999, om hun informatieplicht na te komen, overeenkomstig artikel 87 van het besluit.
Art. 29.Verantwoordelijkheden van de producenten: § 1. Om te voldoen aan hun terugnameplicht verbinden de producenten zich er met terugwerkende kracht toe vanaf de inwerkingtreding van de terugnameplicht: - wat oliën van eerste vulling betreft, aan te sluiten bij het beheersorgaan bevoegd voor oliën; - voor draagbare batterijen en accu's, industriële en autobatterijen van eerste montage, met uitzondering van de batterijen en industriële accu's voor de tractie van elektrische en hybride voertuigen, aan te sluiten bij het beheersorganisme voor draagbare batterijen en accu's, industriële en autobatterijen; - voor industriële batterijen en accu's voor de tractie van elektrische en hybride voertuigen, aan te sluiten bij het beheersorganisme bevoegd voor industriële batterijen en accu's voor de tractie van elektrische en hybride voertuigen; - wat banden van eerste montage betreft: . te voldoen aan hun terugnameplicht en de doelstellingen voor afvalbanden zoals bepaald in artikel 4, § 3 te halen. Hiertoe zullen de producenten een beroep doen op één of meerdere bandenoperatoren die door hen zijn aangesteld en in samenspraak met het beheersorgaan voor banden een financiële compensatie vastleggen voor de ontbrekende banden van de afgedankte voertuigen; . het beheersorgaan machtiging te verlenen voor de rapportplicht overeenkomstig artikel 21. § 2. De producenten verbinden er zich toe alle door particulieren aangeboden afgedankte voertuigen gratis over te nemen onder de voorwaarden bedoeld in artikel 10 en ze enkel naar erkende centra af te voeren binnen de door de wetgeving voorgeschreven termijnen. § 3. De producenten verbinden zich tot het nemen van preventiemaatregelen om de milieueffecten te verminderen, zonder dat hierbij het veiligheidsaspect in het gedrang komt. Ze informeren het beheersorgaan hierover, overeenkomstig de bepalingen van het hoofdstuk preventie van deze overeenkomst. § 4. Overeenkomstig de artikelen 7 en 22 stelt elke producent alle rapportagegegevens jaarlijks voor 31 januari ter beschikking van het beheersorgaan. § 5. Iedere producent verbindt er zich toe om alle noodzakelijke informatie over de met de erkende centra gesloten overeenkomsten aan hun officiële verdelers mee te delen. § 6. Iedere producent verbindt er zich toe de consument te sensibiliseren en hem alsook de eindverkoper in te lichten over de inontvangstnamepunten. § 7. Wanneer een producent een verkooppunt van voertuigen aanduidt als punt van inontvangstname, verbindt hij er zich toe om de afgedankte voertuigen, die zich in het verkooppunt bevinden als gevolg van het vervullen van de aanvaardingsplicht "1 voor 0", gratis te laten ophalen binnen een termijn van 10 werkdagen na berichtgeving door het verkooppunt. Van deze termijn mag afgeweken worden, indien het verkooppunt slechts 1 afgedankt voertuig voor ophaling aanbiedt.
Art. 30.Verantwoordelijkheden van de eindverkopers § 1. De eindverkopers verbinden er zich toe alle door particulieren aangeboden afgedankte voertuigen gratis over te nemen onder de voorwaarden bedoeld in artikel 11 en ze enkel naar erkende centra af te voeren binnen de door de wetgeving voorgeschreven termijnen. § 2. De eindverkoper werkt mee aan de sensibilisering van het publiek, overeenkomstig de bepalingen inzake sensibilisering (artikel 8) van deze overeenkomst.
Art. 31.Verantwoordelijkheden van de erkende centra § 1. Het erkende centrum zorgt in de eerste plaats voor depollutie, vernietiging en administratieve uitschrijving van het afgedankte voertuig. Bovendien moet het erkende centrum oog hebben voor ontmanteling met het oog op hergebruik en recyclage van onderdelen en materialen op grond van het beginsel van de beste beschikbare technologie, voor zover ze geen buitensporige kosten met zich meebrengt, en in functie van de economische haalbaarheid en tevens met inachtneming van de veiligheidsnormen. § 2. Het erkende centrum verbindt er zich toe het beheersorgaan op de door hem aangegeven tijdstippen kosteloos alle inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de informatieplicht - overeenkomstig article 87 van het besluit en artikel 60, § 3, van de sectorale voorwaarden betreffende de afgedankte voertuigen - met inbegrip van alle relevante informatie die nodig is voor het bepalen van de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing, overeenkomstig de methode die opgelegd werd bij de beslissing van de Europese Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken.
Het gaat in het bijzonder om: - de informatie over de chassisnummers, het merk, model, type en de laatste houder en/of eigenaar van de afgedankte voertuigen waarvoor het centrum een certificaat van vernietiging heeft afgeleverd; - de individuele massa van de afgedankte voertuigen op het ogenblik dat zij het erkende centrum binnenkomen; - de totale massa en de bestemming van de gedepollueerde voertuigen die naar de verwerkingsoperatoren worden afgevoerd; - de totale massa en de bestemming van de materialen na depollutie en selectieve demontage.
Het erkende centrum maakt voor de overdracht van die gegevens verplicht gebruik van het geïnformatiseerde datacommunicatiesysteem dat hen kosteloos door het beheersorgaan ter beschikking wordt gesteld overeenkomstig artikel 17.
Het erkende centrum waarborgt de waarheidsgetrouwheid van de overgemaakte gegevens.
De bestemming van de gedepollueerde voertuigen en van de materialen afkomstig uit de depollutie moeten door de overheid daartoe vergunde bedrijven zijn. § 3. Elk erkend centrum behaalt op jaarbasis de wettelijke percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing na afloop van de verwerking van de afgedankte voertuigen, zoals opgelegd bij het besluit. Het erkende centrum zal de keuze van de inzamelingsoperatoren en de operatoren voor de verwerking van materialen afkomstig uit de depollutie en selectieve demontage bepalen met het oog op de verwezenlijking van de wettelijke doelstellingen. Een erkend centrum of een Belgische verwerkingsoperator kan beroep doen op een buitenlandse verwerkingsoperator als deze laatste zich heeft onderworpen aan een audit zoals omschreven in artikel 32, § 1. § 4. Voor onvolledige voertuigen mag het erkend centrum een forfaitaire vergoeding vragen aan de laatste houder voor de ontbrekende delen. § 5. Het erkende centrum verbindt er zich toe niet aan te zetten tot de depollutie en/of ontmanteling van de voertuigen voor hun aankomst in het centrum. § 6. Het erkende centrum verbindt er zich toe aan het beheersorgaan een vergoeding per band te betalen die gelijk is aan de milieubijdrage die aan het beheersorgaan voor banden betaald moet worden indien het aantal ingezamelde banden in het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem het normale aantal banden per voertuig overschrijdt en indien het erkende centrum zelf de banden doorverkoopt voor hergebruik in België. § 7. Het beheersorgaan zal de erkende centra die geen lid zijn van één van de ondertekende partijen voorstellen om een contract te ondertekenen waarin bepaald wordt dat zij ook gebruik mogen maken van het door de producenten opgezette inzamel- en verwerkingssysteem op voorwaarde dat ze aan artikel 31 van deze overeenkomst voldoen. § 8. Het erkende centrum geeft aan de laatste houder en/of eigenaar gratis een certificaat van vernietiging dat voldoet aan de minimale vereisten zoals omschreven in de beschikking van de Europese Commissie van 19 februari 2002 betreffende de minimale vereisten waaraan een certificaat van vernietiging moet voldoen ter uitvoering van artikel 5, § 3 van de Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken. Het geïnformatiseerde systeem voor dataoverdracht dat door het beheersorgaan gratis ter beschikking wordt gesteld van de erkende centra voorziet in de modaliteit om certificaten van vernietiging op te maken die voldoen aan de minimale vereisten.
Art. 32.Verantwoordelijkheden van de verwerkingsoperatoren § 1. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe om de drie jaar aan een onafhankelijke onderzoeksbureau dat door het beheersorgaan is aangesteld, alle inlichtingen mee te delen die nodig zijn voor de bepaling van de percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van zijn proces tot verwerking van afgedankte voertuigen.
Elke verwerkingsoperator deelt jaarlijks de afvoergegevens aan dat onafhankelijk onderzoeksbureau mee op basis van de methodologie die in 2007 ontwikkeld werd tussen de Gewesten en het beheersorgaan, en waarvan de gemiddelde samenstelling van het voertuig werd geactualiseerd door een studie van het beheersorganisme in 2017.
Het onafhankelijke onderzoeksbureau zal de nodige confidentialiteit garanderen in een geschreven overeenkomst tussen de verwerkingsoperator en het onderzoeksbureau.
De jaarlijkse actualisering van deze gegevens wordt ter informatie naar de Administratie gestuurd met naleving van de overeenkomst inzake de vertrouwelijkheid van de gegevens die met dit doel werd afgesloten.
Elke wijziging in de berekeningsmethodologie wordt ter goedkeuring aan de Administratie voorgelegd. < De verwerkingsoperator zal het onderzoeksbureau tevens toegang tot zijn installaties verlenen zodat het de nodige controles kan voeren. § 2. Indien de verwerkingsoperator een nieuwe technologie aanwendt, zal een nieuw percentage bepaald moeten worden door het onderzoeksbureau. Dit nieuwe percentage zal vervolgens door het beheersorgaan in het EMS-systeem ingevoerd worden, uiterlijk 10 werkdagen nadat het onderzoeksbureau hem de resultaten heeft meegedeeld. De kosten voor het bepalen van het nieuwe percentage worden door het beheersorgaan gedragen, met maximum 1 onderzoek om de 3 jaar en telkens als een verbetering in termen van een hoger percentage blijkt.
Buitenlandse verwerkingsoperatoren kunnen op eigen kosten, via het beheersorgaan, een onderzoek laten uitvoeren door het onafhankelijke onderzoeksbureau om de behaalde percentages van hergebruik, recyclage en nuttige toepassing van hun verwerkingsprocessen voor afgedankte voertuigen te bepalen.
Een erkend centrum of een Belgische verwerkingsoperator kan beroep doen op een buitenlandse verwerkingsoperator als deze laatste zich heeft onderworpen aan een audit zoals omschreven in § 1. § 3. Elke verwerkingsoperator verbindt er zich toe te streven naar continue verbetering en naar de beste beschikbare technologieën die geen buitensporige kosten met zich meebrengen, voor de verwerking van afgedankte voertuigen en de nuttige toepassing van shredderresidu, om zodoende de doelstellingen van nuttige toepassing te kunnen halen die opgelegd worden bij het besluit. HOOFDSTUK VII. - Rol van het Gewest
Art. 33.Het Waalse Gewest zal met de andere Gewesten en de federale diensten overleg plegen om in de mate van het mogelijke een geharmoniseerde regelgeving inzake de terugnameplicht voor afgedankte voertuigen te hanteren op het geheel van het Belgische grondgebied.
Art. 34.De Administratie ziet er namens het Waalse Gewest op toe dat de Waalse wetgeving inzake afvalpreventie en -beheer strikt wordt toegepast en dat inbreuken geverbaliseerd worden. Desgevallend zal het Waalse Gewest de houder verbaliseren die een afgedankt voertuig aan een niet-erkend centrum overdraagt en geen certificaat van vernietiging kan voorleggen.
Her Waalse Gewest verbindt zich ertoe de naleving van de wetgeving op export van afgedankte voertuigen te controleren.
De Administratie zal namens het Waalse Gewest de nodige sensibiliseringsacties voeren zodat steden, gemeenten en alle andere openbare instellingen of organismen hun afgedankte voertuigen uitsluitend bij erkende centra inleveren en dat ze vergezeld zijn van de boorddocumenten. Her Waalse Gewest verbindt zich ertoe de naleving van die bepaling te controleren.
Art. 35.Het Waalse Gewest verbindt er zich toe, na overleg met het beheersorgaan, initiatieven te nemen die bijdragen tot het halen van de doelstellingen van deze overeenkomst, onder andere door: 1° op zijn niveau de nodige aanvullende reglementaire bepalingen te nemen;2° de nodige aandacht te besteden aan de vlotte afvoer van de afvalstoffen;3° een voorbeeldfunctie te vervullen bij de gunning van overdrachten van diensten en werken en bij de aankoop van producten via een duurzaam en ethisch aankoopbeleid;4° zich ertoe te verbinden een inspectieprogramma voor afgedankte voertuigen uit te werken op basis van een risico-analyse en het uit te voeren met inachtneming van de volgende richtlijnen: - voorzien in een toereikend aantal VTE om controles te voeren; - een actief beleid voeren, bijvoorbeeld via bestuurlijke maatregelen, om oneerlijke concurrentie van niet-erkende centra in de sector in te dijken; - de controles relateren aan kwantificeerbare doelstellingen en aan een strikte timing; - deelnemen aan het overleg met de auditeurs met uitwisseling van kennis over middelen en feiten; - onderzoek doen naar wettelijke leemtes en de nodige wijzigingen voorstellen; - communiceren over de sanering van de sector; - maatregelen nemen met betrekking tot de sites in onwettige situatie en een gepaste sanering te voorzien met de logistieke steun van de sector; 5° zich ertoe verbinden het beheersorganisme te steunen bij het nastreven van de doelstellingen van deze overeenkomst, met name inzake de traceerbaarheid van voertuigen ten opzichte van de Europese Commissie en de Federale Overheid.
Art. 36.Het Waalse Gewest verleent het beheersorgaan toegang tot de informatie van de operatoren betrokken bij de inontvangstname en verwerking van te recycleren stoffen en van afval van afgedankte voertuigen voor zover die informatie nodig is voor de rapporteringsopdrachten van het beheersorgaan, waarbij geheimhouding gegarandeerd wordt.
Art. 37.Het Waalse Gewest maakt met het beheersorgaan een lijst van de erkende centra op die ingekeken kan worden op het portaal environnement.wallonie.be.
Art. 38.Het Waalse Gewest verbindt er zich toe de modaliteiten voor de audits te evalueren met het oog op administratieve vereenvoudiging en kostenbeheersing.
Art. 39.§ 1. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe de Waalse wetgeving inzake afvalpreventie en -beheer indien nodig aan te passen teneinde de uitvoering van deze overeenkomst mogelijk te maken. § 2. Indien het Waalse Gewest de wetgeving betreffende afgedankte voertuigen wil aanpassen, verbindt het zich ertoe vooraf overleg te plegen met de sector.
Art. 40.Indien nodig zullen de verplichtingen in deze overeenkomst aangepast worden aan eventuele wijzigingen van de bepalingen van de Europese Richtlijn 2000/53 betreffende autowrakken.
Art. 41.Het Waalse Gewest overhandigt op vraag van het beheersorganisme een lijst van de erkende centra en verwittigt het beheersorganisme in geval van nieuwe erkenningen en intrekkingen of opschortingen van erkenningen.
Art. 42.Het Waalse Gewest houdt toezicht op de uitvoering van deze milieuovereenkomst en overhandigt aan het Parlement om de twee jaar een verslag over de uitvoering van de terugnameplicht van afgedankte voertuigen.
Art. 43.Adviesprocedure door de Administratie § 1. In de gevallen voorzien in de milieuovereenkomst waarin het beheersorgaan een document voor advies aan de Administratie voorlegt, brengt de Administratie een gemotiveerd advies uit binnen 30 dagen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek. Het beheersorgaan ziet erop toe rekening te houden met het advies van de Administratie. § 2. Bij gebrek aan advies binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag wordt het advies geacht gunstig te zijn. § 3. De Administratie moet opnieuw geraadpleegd worden indien het beheersorgaan te veel afwijkt van het oorspronkelijke voorstel. § 4. Minstens de helft van de termijn van dertig dagen valt buiten de schoolvakantieperiodes. Wanneer de Administratie bij aangetekend schrijven aanvullende informatie vraagt, kan de termijn met vijftien dagen na ontvangst van alle gevraagde inlichtingen verlengd worden. § 5. Het document dat ter advies aan de Administratie wordt voorgelegd, wordt in het Frans opgemaakt.
Art. 44.Goedkeuringsprocedure door de Administratie. § 1. In de gevallen voorzien in de milieuovereenkomst waarin het beheersorgaan een document voor advies aan de Administratie voorlegt, brengt de Administratie een gemotiveerd advies uit binnen 45 dagen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek. Een negatieve beslissing is dwingend wanneer ze behoorlijk met redenen omkleed is overeenkomstig de bepalingen van de milieuregelgeving of deze milieubeleidsovereenkomst. Het beheersorgaan mag zich slechts daartegen verzetten indien het een beroepsprocedure voor de Geschillencommissie overeenkomstig artikel 48 inleidt.
Dit beroep moet slechts ingesteld worden als het gesprek niet tot een akkoord heeft geleid. § 2. Bij gebrek aan advies binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de aanvraag wordt de beslissing geacht gunstig te zijn. § 3. Minstens de helft van de termijn van vijfenveertig dagen valt buiten de schoolvakantieperiodes. Wanneer de Administratie bij aangetekend schrijven aanvullende informatie vraagt, kan de termijn met maximum één maand na ontvangst van alle gevraagde inlichtingen verlengd worden. § 4. Het document dat ter advies aan de Administratie wordt voorgelegd, wordt in het Frans opgemaakt.
Art. 45.Er wordt een Begeleidingscomité opgericht.
Dat Comité bestaat hoe dan ook uit: - een vertegenwoordiger van de Administratie; - een vertegenwoordiger van het beheersorgaan.
Elke vertegenwoordiger mag zich door een plaatsvervanger laten vervangen.
Deskundigen kunnen punctueel naar gelang van de agenda uitgenodigd worden.
Het Begeleidingscomité vergadert bij voorkeur twee keer per jaar. Rond maart-juni voor de presentatie van het jaarverslag en rond oktober voor de presentatie van het preventie- en beheersplan. Alle andere vergaderingen vinden plaats op aanvraag van de vertegenwoordigers van het Begeleidingscomité.
Minstens de volgende onderwerpen worden aan het Begeleidingscomité voorgelegd: - Het meerjarig preventie- en beheersplan; - Het meerjarig preventie- en beheersplan; - het financieel plan; - De jaarlijkse actualisering van het financieel plan; - de elementen waaruit de bijdragen van de leden bestaan; - het strategisch communicatieplan; - het jaarverslag en de verwerkingsrapporten.
Het beheersorganisme kan alle elementen die in het kader van deze milieuovereenkomst voor goedkeuring of advies aan de Administratie worden voorgelegd aan het Begeleidingscomité voorstellen.
Beslissingen worden bij consensus genomen.
Art. 46.Discussieforum § 1. De Administratie en het beheersorganisme houden tijdens de looptijd van de milieuconvenant eenmaal een discussieforum. Bedoeld forum brengt actoren betrokken bij dit akkoord bijeen, meer bepaald vertegenwoordigers van de consumenten (gezinnen en professionals, evenals in voorkomend geval kmo's en zko's); milieuverenigingen; actoren van de afvalinzameling en -verwerking, inclusief de erkende centra; de rechtspersonen van publiek recht; het beheersorganisme en de Administratie. § 2. Het Discussieforum is een raadgevend orgaan waarin de aanwezige vertegenwoordigers adviezen kunnen formuleren over de presentatie van de documenten en over alle op de vergadering besproken onderwerpen, en ten minste over de elementen van het in artikel 19 vermelde beheersplan, zijn tussentijdse en eindevaluatie en het jaarverslag vermeld in artikel 21.
De adviezen worden opgesteld in de maand waarin de vergadering van het Discussieforum heeft plaatsgevonden. Als de goedkeuring van de Administratie is vereist, worden de eventueel door de aanwezige vertegenwoordigers geformuleerde adviezen bij de goedkeuringsaanvraag gevoegd. § 3. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt die aan alle aanwezigen worden bezorgd. § 4. De implementatiemodaliteiten en de samenstelling van het Discussieforum worden in overleg door de Administratie en het beheersorganisme bepaald. § 5. Het doel van het Discussieforum is constructieve oplossingen aan te brengen voor de in de vergadering besproken onderwerpen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Duur en einde van de overeenkomst
Art. 47.§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel D85 van Boek I van het Milieuwetboek. § 2. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een vaste periode van twee jaar. Ze kan hernieuwd worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel D88 van Boek I van het Milieuwetboek.
De eindevaluatie van het beheersplan door het beheersorganisme, zes maanden voor de einddatum van de overeenkomst, dient als basis voor de onderhandelingen over de hernieuwing van deze overeenkomst.
Alle wijzigingen die aan het reglementair kader werden aangebracht sinds de aanvang van deze overeenkomst worden geacht verworven te zijn door het algemeen belang en zijn van rechtswege van toepassing op de partijen vanaf hun inwerkingtreding. § 3. Zolang deze overeenkomst van kracht is, kan ze gewijzigd worden met de instemming van alle partijen en met inachtneming van de procedure waarin artikel D89 van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. § 4. De bepalingen van deze milieuovereenkomst worden in gezamenlijk overleg aangepast om te voldoen aan een eventuele wijziging van het Europese recht terzake of aan elke andere verplichting voortvloeiend uit het internationale recht. § 5. De partijen mogen de overeenkomst elk ogenblik opzeggen, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Indien de opzegging niet uitgaat van het Waalse Gewest, moet zij gezamenlijk uitgaan van alle andere partijen.
De opzegging wordt betekend bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot, op straffe van nietigheid. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de betekening.
De terugnameplichtigen die de overeenkomst opzeggen, moeten de nodige maatregelen genomen hebben om vanaf de dag na de datum van opzegging te voldoen aan de bepalingen van het besluit. Ze stellen de Administratie vooraf in kennis daarvan. Afdeling 2. - Geschillencommissie
Art. 48.§ 1. In geval van geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie bestaat uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme.
De voorzitter wordt onder de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest gekozen met de instemming van de vier vertegenwoordigers. § 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de Geschillencommissie verslag uit aan de bevoegde Minister. § 3. Bij een conflict en in afwachting van een bemiddeling zet het beheersorganisme zijn activiteiten verder volgens de werkwijze die voor het conflict gold. Afdeling 3. - Bevoegdheidsclausule
Art. 49.Elk geschil voortvloeiende uit of in verband met deze overeenkomst en waarvoor de Geschillencommissie bedoeld in artikel 48 geen oplossing vindt, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen. Afdeling 4. - Strafclausule
Art. 50.Als het Gewest overtredingen van bovenstaande bepalingen vaststelt, wordt het beheersorganisme daarvan bij aangetekend schrijven in kennis gesteld. Het beheersorganisme maakt binnen twee maanden, te rekenen van de datum van kennisgeving van de vastgestelde overtreding, een bijsturingsplan over aan de Administratie. Als de Administratie het plan verwerpt, deelt ze dit mee in een aangetekend schrijven waarin ze de redenen van de weigering opgeeft.
Het beheersorganisme moet dan binnen een maand een bijgestuurd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de Administratie, op straffe van een boete van 15.000 euro die door de producenten aan de Administratie betaald moet worden via het beheersorganisme. Tegen de beslissing van de Administratie kan een beroep worden ingediend bij de Minister van Leefmilieu. De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van veertig dagen. Afdeling 5. - Slotbepaling
Art. 51.De overeenkomst is op ... te Namen gesloten en ondertekend door de vertegenwoordigers van elke partij. Elke partij bericht ontvangst van één exemplaar van de getekende overeenkomst.
Voor het Waalse Gewest: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, C. TELLIER Voor de organisaties: De voorzitter van de VZW FEBIAC, Ph. DEHENNIN De voorzitter van de VZW TRAXIO, D. PERWEZ De voorzitter van de VZW Federatie Automateriaal, E. DUBOIS De voorzitter van de VZW FEBELCAR, E. LEYN De voorzitter van de VZW COBEREC Metals, P. VANDEPUTTE De voorzitter van de afdeling shredders, K. CASIER De voorzitter van de Groep van erkende centra, V. QUIDOUSSE De voorzitter van de VZW FEVAR, M. VERHOLEN De managing director van de VZW ESSENSCIA, Y. VERSCHUEREN De directrice van de afdeling ESSENSCIA PolyMatters, S. WALRAEDT De algemeen directeur van de VZW FEDUSTRIA, F. QUIX De afgevaardigd bestuurder van de VZW AGORIA, M. LAMBOTTE
Bijlage 1: Inhoud van de technische evaluatie De technische evaluatie heeft onder meer betrekking op de volgende elementen: 1. Milieu-impact: - Continue verbetering van het systeem (innovatie, regelmatige update ...); ; - Onderzoek naar en gebruik van de best mogelijke technologieën voor afvalbeheer (inzameling, vervoer, hergebruik, innovatieve recyclingprocessen ...), bijvoorbeeld door middel van studies; . duurzaam communicatiebeleid ten opzichte van de doelgroep(en) (bijvoorbeeld: gebruik van goodies beperken ...); ; . Milieucriteria in de bestekken: een beroep doen op operatoren die een duurzaam beleid voeren (vermindering CO2-uitstoot, duurzaam wagenpark ...), afstand (vermindering CO2-uitstoot) ...; . proactiviteit in het zoeken naar potentiële afzetmarkten; 2. Statistieken (en methodologie): - Berekeningsmethode voor de opgehaalde hoeveelheden ten opzichte van de op de markt gebrachte hoeveelheden en de regionale verdeling; - evenwichtige en voldoende verdeling van de terugnamepunten in het Gewest; - Bereiken van het verwerkingspercentage; - Berekeningsmethode voor de verwerkte percentages en hoeveelheden per type afval (zie Europese Verordening);; - Overeenstemming tussen de cijfers inzake op de markt gebrachte, opgehaalde, opgeslagen hoeveelheden en de hoeveelheden die naar de verwerking worden gestuurd (zorgt voor opvolging vanaf het op de markt brengen, via de inzameling en uiteindelijk de verwerking en wat eruit voortkomt). (link met het zoeken naar potentiële bronnen); 3. Aanvulling bij het financieel plan: - Toewijzing van de uitgaven en inkomsten per type/categorie die het mogelijk maakt de verschillende financieringsbronnen voor het gehele budget te identificeren, zonder kruisfinanciering tussen de stromen van de huishoudens en die van de niet-huishoudens; - Berekeningsmethode voor de bijdragen van de leden, naleving van het principe van de reële en volledige kostprijs, identificatie van de verschillende types/categorieën afval (geen kruisfinanciering).
ONTWERP VAN MILIEUOVEREENKOMST INZAKE DE TERUGNAMEPLICHT BETREFFENDE DE AFGEDANKTE TRACTIEBATTERIJEN VOOR HYBRIDE EN ELEKTRISCHE VOERTUIGEN Gelet op richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken ;
Gelet op richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG;
Gelet op Verordening (EU) nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's, overeenkomstig Richtlijn 2006/66/EG van het Europees Parlement en de Raad;
Gelet op Verordening (EU) nr. 461/2010 van de Commissie van 27 mei 2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector;
Gelet op de beschikking van de Commissie van 1 april 2005 tot vaststelling van nadere voorschriften betreffende de bewaking van de streefcijfers inzake hergebruik/terugwinning en hergebruik/recycling zoals vastgesteld bij Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte voertuigen;
Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D82 en volgende;
Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel; 8bis;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, inzonderheid op artikel 4;
Overwegende dat het ontwerp van milieuovereenkomst inzake de terugnameplicht betreffende tractiebatterijen voor afgedankte hybride en elektrische voertuigen overeenkomstig artikel D86 van Boek I van het Milieuwetboek het voorwerp heeft uitgemaakt van een openbaar onderzoek en van een bekendmaking in het Belgisch Staatblad op ....; ;
Overwegende dat deze overeenkomst gesloten is ter uitvoering van artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;
Overwegende dat deze overeenkomst gesloten is ter uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte industriële tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen;
Overwegende dat het globale beheer van de afgedankte industriële tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen als eerste prioriteit de preventie van afval heeft, in overeenstemming met het afvalbeleid van de Europese Unie en van Wallonië, en voldoet aan de volgende beheerprincipes, in de volgende orde van voorrang: a) het hergebruik;b) de recycling van materialen;c) de andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;d) de verbranding of het storten van de laatste afvalstoffen; Overwegende dat dit beheer tevens eerst de verbetering van de milieuprestaties beoogt, rekening houdend met economische overwegingen van alle sectoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van motorvoertuigen, met name de technische prestaties van de sectoren die instaan voor de verwerking van afgedankte voertuigen en de recycling van afgedankte industriële tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen;
Overwegende dat het geboden is enerzijds de sectoren die de draagbare en industriële batterijen en accu's op de markt brengen te responsabiliseren en anderzijds de recycling van de afvalstoffen tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen te bevorderen ten einde een hoge beschermingsgraad van het leefmilieu te waarborgen;
Overwegende dat de reparatie en het onderhoud van batterijen en accu's in de fase voorafgaand aan de terugnameplicht in ieder geval vrij kan worden uitgevoerd door alle marktsactoren met de nodige technische apparatuur en gekwalificeerd personeel voor dit doel;
Overwegende dat de ondertekening van deze milieuovereenkomst door TRAXIO vzw geen afbreuk doet aan de ondertekening door deze laatste van een andere milieuovereenkomst betreffende dezelfde categorie(ën) batterijen en accu's, om haar leden toe te laten zich aan te sluiten bij het collectieve systeem van hun keuze teneinde te voldoen aan de verplichting om industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen terug te nemen, ongeacht de financiering waarin de milieuovereenkomsten voorzien (bijvoorbeeld bij de inzameling en/of het op de markt brengen) om de totale kosten van alle uit deze terugnameplicht voortvloeiende verplichtingen te dekken.;
Overwegende dat een teruggenomen batterij niet altijd als afval kan worden beschouwd;
Overwegende dat: - gezien de kleine aantallen hybride en elektrische voertuigen die momenteel op de markt worden gebracht en de invoering van retoursystemen die voornamelijk op Europees of zelfs mondiaal niveau door de producenten worden georganiseerd, de industriële accu's van deze voertuigen kunnen worden gegroepeerd op een aangewezen plaats in Europa of in de wereld; - in deze gecentraliseerde zone (in België of in het buitenland) de producent een diagnose stelt van deze batterijen en dat de producent op basis van deze diagnose beslist of delen van deze batterijen, of de batterij in haar geheel, zullen worden hergebruikt, of dat de batterij volledig of gedeeltelijk zal worden gedeclasseerd en voor afvalverwerking zal worden bestemd; - grote aantallen industriële tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen naar het buitenland zouden kunnen worden gestuurd voor diagnose; - de werkingsmethoden binnen de sector in de toekomst kunnen evolueren, De volgende partijen: 1° het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, vertegenwoordigd door de heer Elio Di Rupo, Minister-President van de Waalse Regering, en door mevrouw Céline Tellier, Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, hierna "het Gewest" genoemd; En 2° De volgende overkoepelende representatieve organisaties: - de VZW FEBIAC, Federatie van de Belgische Auto- en Rijwielindustrie, gevestigd Woluwedal 46 bus 6 te 1200 Brussel, vertegenwoordigd door de heer Philippe Dehennin, Voorzitter; - de VZW TRAXIO Mobility Retail and Technical Distribution, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Didier Perwez, Voorzitter, en omvattende de volgende groeperingen: *Groepering van Autodealers en -Agenten, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Peter Daeninck, Voorzitter; *IAS, Groepering "Independent Automotive Specialists", gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Patrick Godart, Voorzitter; *TRAXIO ROAD SUPPORT, Groepering van Takel- en Bergingsbedrijven van België, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Yves Dombrecht, Voorzitter; *FEDERMOTO, Groepering van verdelers van motorfietsen, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer ............, Voorzitter; - de VZW Federatie Automateriaal, aangesloten bij de VZW TRAXIO, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Etienne Dubois, Voorzitter; - de VZW FEBELCAR, Koninklijke Belgische Federatie der Rijtuigmakerij en bijhorende Ambachten, aangesloten bij de VZW TRAXIO, gevestigd Jules Bordetlaan 164 te 1140 Evere, vertegenwoordigd door de heer Eric Leyn, Voorzitter; hierna "de Organisaties" genoemd;
Komen hetgeen volgt overeen: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Doel van de overeenkomst
Artikel 1.Deze milieubeleidsovereenkomst beoogt de vastlegging van de modaliteiten tot uitvoering van de terugnameplicht voor afgedankte tractiebatterijen voor hybride en elektrische voertuigen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. Afdeling 2. - Begrippen en definities
Art. 2.§ 1. De begrippen en definities bedoeld in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, in het decreet van 27 mei 2004 betreffende Boek I van het Milieuwetboek en in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen zijn van toepassing op deze overeenkomst, onverminderd de aanvullende definities die in deze overeenkomst zijn beschreven. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1° Batterij of accu: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit één of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit één of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen;2° Industriële batterij of accu: iedere batterij of accu die uitsluitend voor gebruik voor industriële of professionele doeleinden is ontworpen of in elk type elektrisch voertuig; Hierna "industriële batterij" genoemd; 3° Hybride en elektrische voertuigen: alle soorten hybride, plug-in hybride, elektrische of brandstofcelvoertuigen die onder de categorieën N1 en M1 vallen, namelijk personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen (minder dan 3,5 ton), en onder categorie L, namelijk bromfietsen en motorfietsen; Hierna 'HEV-voertuigen' genoemd; 4° Industriële batterijen voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen : oplaadbare batterijen van het type NiMH, lithium of andere die worden gebruikt voor de tractie van hybride en elektrische voertuigen, met een gewicht van meer dan 20 kg en een spanning van meer dan 60 volt DC.Deze batterijen bestaan uit stacks (stapels), modules en cellen, ingesloten in een functionele buitenmantel;
Hierna 'HEV-batterijen' genoemd; 5° Teruggenomen/opgehaalde HEV-batterij: elke HEV-batterij die kosteloos wordt teruggenomen bij een terugnamepunt voor HEV-batterijen;6° Herbruikbare HEV-batterij: elke teruggenomen HEV-batterij die niet afgedankt is en die in aanmerking komt voor hergebruik of voor een secundaire toepassing;7° Afgedankte HEV-batterij: elke teruggenomen HEV-batterij die een afvalstof is in de zin van de definitie van afvalstof in artikel 2, 1° van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;8° Officiële autodistributeur van hybride of elektrische voertuigen: Elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die nieuwe HEV-voertuigen van één of meer voertuigproducenten verdeelt;9° Garage voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijf en eindverkoper: elke natuurlijke of rechtspersoon die een garage voor reparatie en onderhoud of een carrosseriebedrijf uitbaat of een eindverkoper is en die geen officiële verdeler van HE-voertuigen is;10° Verdeler van HEV-batterijen: elke natuurlijke of rechtspersoon die nieuwe batterijen of hun onderdelen, in de vorm van stacks, modules en cellen, voor de aandrijving van HE-voertuigen verdeelt van een of meer producenten van deze batterijen.11° Eindverkoper: elke natuurlijke of rechtspersoon die HEV-batterijen te koop aanbiedt aan de consument;12° Laatste houder of eigenaar: elke natuurlijke of rechtspersoon die een batterij voor de tractie van HEV-voertuigen levert aan een terugnamepunt of een erkend centrum dat voor een dergelijke terugname is aangewezen;13° Erkend centrum: elke natuurlijke of rechtspersoon die door de Gewesten erkend is voor de depollutie, de ontmanteling en de vernietiging van afgedankte voertuigen en voor de afgifte van vernietigingsattesten;14° Terugnamepunt: officiële autoverdeler van HEV-voertuigen, verdeler van HEV-batterijen, erkend centrum, garage voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijf, eindverkoper, die door de producent of het beheersorganisme aangewezen is voor de terugname van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen.15° Verwerking van HEV-batterijen: alle activiteiten op afgedankte HEV-batterijen nadat ze overgebracht worden naar sorteer- en recyclage-installaties.16° Hergebruik van HEV-batterijen: elke handeling waarbij de HEV-batterij (of haar onderdelen) wordt gebruikt voor dezelfde als de oorspronkelijk bedoelde toepassing, namelijk de tractie van HEV; 17° Secundair gebruik van HEV-batterijen: elke handeling waarbij de industriële batterij voor HEV-tractie (of haar onderdelen) wordt gebruikt voor andere dan de oorspronkelijk bedoelde toepassingen of doeleinden (d.w.z. andere dan HEV-tractie); 18° Verwijdering van HEV-batterijen: volledige verwijdering of extractie van HEV-tractiebatterijen uit HE-voertuigen;19° Ontmanteling van HEV-batterijen: de 'deconstructie' van de eerder verwijderde HEV-batterij in verschillende onderdelen;20° Recyclingniveau: de hoeveelheid opgehaalde afgedankte batterijen waarop een recyclingproces wordt toegepast.21° Recyclingrendement van de recyclingprocessen: De verhouding die wordt verkregen tussen de massa van de fracties die door het recyclingproces worden geproduceerd en de massa van de afgedankte batterijen die in het recyclingproces worden geïntroduceerd, uitgedrukt in procenten, en berekend overeenkomstig Verordening nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's; 22° Centralisatie van HEV-batterijen: de groepering van de HEV-batterijen bij de terugnamepunten;23° Beheersplan : het geheel van acties gevoerd en maatregelen genomen door het beheersorgaan, dat minstens volgende elementen bevat: - een preventieplan; - een overzicht van de acties i.v.m. de terugname en de verwerking van de tractiebatterijen van hybride en elektrische voertuigen; - een financieel plan; - een methode voor de follow-up van de resultaten van het beheer van de stroom; - de communicatieacties die door het beheersorganisme zullen worden ondernomen 24° Beheersorgaan: het orgaan bedoeld in artikel 22 van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen en dat tot doel heeft de doelstellingen te bereiken en de bepalingen van deze overeenkomst ten uitvoer te leggen;25° Administratie: het Departement Bodem en Afvalstoffen van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;26° besluit : het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen;27° decreet: het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen. Afdeling 3. - Toepassingsveld
Art. 3.§ 1. Deze milieuovereenkomst is van toepassing op oplaadbare NiMH-, lithium- of andere batterijen die worden gebruikt voor de tractie van hybride, plug-in hybride of elektrische voertuigen (met inbegrip van brandstofcelvoertuigen) die zijn opgenomen in de categorieën N1 en M1, alsook voor bromfietsen en motorfietsen van categorie L met een gewicht van meer dan 20 kg en een spanning van meer dan 60 volt DC. De batterijen in kwestie zijn zowel originele batterijen als batterijen op de vervangingsmarkt. De overeenkomst geldt voor zowel de batterijen als hun onderdelen, in de vorm van stacks (of stapels), modules en cellen, die als dusdanig op de markt worden gebracht. § 2. De milieuovereenkomst is niet van toepassing op: - batterijen van hetzelfde type die worden gebruikt voor andere soorten voertuigen, zoals vorkheftrucks, vrachtwagens, bussen, of voor andere toepassingen, zoals elektrische fietsen, gereedschap, of op andere soorten batterijen die worden gebruikt voor de opslag van stationaire energie; - batterijen die gebruikt zouden worden voor de bescherming van hogere belangen in verband met de staatsveiligheid, wapens, munitie of oorlogsmateriaal, met uitzondering van voertuigen die niet voor specifieke militaire toepassingen bestemd zijn. HOOFDSTUK II. - Doelstellingen
Art. 4.Het doel van deze milieuovereenkomst is de toepassing van de algemene basisregels van het besluit en van de doelstellingen voor de terugnameplicht, door het vaststellen van bijkomende regels: - de producenten ontwikkelen een regeling voor de werking van een volledig en gesloten systeem voor de terugname, verwerking en rapportage van HEV-batterijen. Het systeem regelt zowel de terugname van originele batterijen als van de batterijen van de vervangingsmarkt; - de producenten zijn verplicht alle bij de terugnamepunten ingeleverde HEV-batterijen terug te nemen; - de producenten werken in overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan een reglement dat het mogelijk maakt de batterijen opnieuw in te zetten in secundaire toepassingen, rekening houdend met het bestaande regelgevende kader.
Art. 5.§ 1. Het globale beheer van de (herbruikbare of afgedankte) HEV-batterijen is gebaseerd op de volgende orde van voorrang: 1. preventie van afval van (herbruikbare of afgedankte) HEV-batterijen voor HEV-tractie;2. hergebruik van batterijen en/of hun onderdelen;3. recycling van batterijen en/of hun onderdelen;4. de andere vormen van nuttige toepassing, energieterugwinning inbegrepen;5. De ecologisch verantwoorde verwijdering van afvalstoffen, die noch kunnen worden voorkomen, noch teruggewonnen voor nuttige toepassing noch verbrand met energieterugwinning. Van deze hiërarchie kan worden afgeweken indien dit op basis van een levenscyclusanalyse gerechtvaardigd is en in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 1, § 3, van het decreet. § 2. Voor het beheer van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen of hun componenten, ingezameld in het kader van de terugnameplicht, gelden de volgende voorwaarden: - de door de fabrikant op de markt gebrachte HEV-tractiebatterij en haar onderdelen, zoals stacks, modules en cellen, zijn bij voorkeur compleet; - vóór reparatie, verwerking en recycling, volledig of gedeeltelijk hergebruik of secundair gebruik moet de producent een diagnose stellen in zijn voor deze diagnose uitgeruste infrastructuur, in het bijzonder in zijn eigen netwerk van terugnamepunten, of in elke door de producent of het beheersorganisme voor de centralisatie van HEV-batterijen aangewezen erkende inrichting, in België of in het buitenland; - distributeurs, erkende centra en garages voor reparatie en onderhoud en carrosserieën die batterijen voor de tractie van HEV uit de voertuigen verwijderen, verbinden zich ertoe te werken volgens de instructies en aanbevelingen van de producenten en het beheersorganisme; - de terugnamepunten kunnen de teruggenomen HEV-batterijen na de diagnose voor hergebruik of secundair gebruik verzenden. In dat geval verstrekt het terugnamepunt de producent en het beheersorganisme gegevens over de gekozen weg en de contactgegevens van de nieuwe houder; - de hoeveelheden opgehaalde herbruikbare batterijen en afgedankte batterijen mogen de in België op de markt gebrachte hoeveelheden niet overschrijden; - er moet een recyclingrendement van ten minste 50 % van het gemiddelde gewicht van de afgedankte HEV-batterijen worden bereikt, overeenkomstig bijlage III van Europese Richtlijn 2006/66/EG; bedoeld recyclingrendement wordt berekend voglens de methode bepaald in Verordening nr. 493/2012 van de Europese Commissie van 12 juni 2012; - de erkende centra die zelf afgedankte HEV-batterijen rechtstreeks naar verwerkings- en recyclingprocessen sturen, mogen deze verwerking alleen laten uitvoeren door erkende operatoren, in België of in het buitenland, en in overeenstemming met het behalen van doelstellingen voor het recyclingrendement in overeenstemming met Richtlijn 2006/66/EG.
Art. 6.§ 1. De toepassing van deze overeenkomst door de ondertekenaars gebeurt in overeenstemming met de volgende principes van goed bestuur: . transparantie van de informatie; . technische evaluatie van het systeem gemandateerd door de Administratie in het kader van de ondertekening van de nieuwe milieuovereenkomst; . vertrouwelijkheid van de gegevens die een legitiem economisch belang beschermt. § 2. Het beheersorganisme implementeert deze overeenkomst integraal op een positieve, professionele en transparante manier met het oog op de naleving van de milieudoelstellingen van de overeenkomst.
Art. 7.§ 1. Het beheersorganisme neemt deel aan de onderzoeks- en ontwikkelingsinitiatieven van het Waalse Gewest die moeten leiden tot een betere ontwikkeling, gebruik, terugname, inzameling en recycling van HEV-batterijen, of tot een beperking van het verlies van materialen, of tot een verbetering van de terugwinning van kritieke metalen, of die informatie verstrekken over initiatieven en projecten waarbij de producenten op Europees niveau betrokken zijn. Na overleg met het Gewest zou deze deelname de vorm kunnen aannemen van cofinanciering door het beheersorganisme van specifieke marktstudies. § 2. Het beheersorganisme onderzoekt de mogelijkheden en beperkingen van hergebruik. Het houdt onder meer rekening met de technische en operationele aspecten, wettelijke aansprakelijkheid, de financiële gevolgen en ook met aspecten die verband houden met de vraag naar HEV-batterijen voor hergebruik. De Administratie is actief betrokken bij deze studie. HOOFDSTUK III. - Preventie en sensibilisering Afdeling 1. - Preventie
Art. 8.§ 1. Om de kwalitatieve en kwantitatieve preventie te verbeteren, doen producenten van HEV-batterijen hun uiterste best om: - het gebruik van gevaarlijke stoffen in HEV-batterijen te beperken, zoveel mogelijk al in de ontwerpfase, ten einde het vrijkomen ervan in het milieu te voorkomen, recyclage te vergemakkelijken, de verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen te voorkomen; - de demontage, het hergebruik en de nuttige toepassing en in het bijzonder de recycling van HEV-batterijen in het ontwerp en de constructie van nieuwe voertuigen op te nemen en ze te vergemakkelijken; - steeds meer gerecycled materiaal in HEV-batterijen en in andere producten te gebruiken, om de markten voor kringloopmaterialen te ontwikkelen; - samen met de verschillende sectoren, via het beheersorganisme, deel te nemen aan onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten in verband met de mogelijkheden en belemmeringen voor de ontwikkeling van hergebruik en secundair gebruik van batterijen en hun onderdelen; - via het beheersorganisme de uitwisseling van kennis tussen producenten en recyclers - verwerkingscentra te stimuleren op het vlak van de inzameling, verwerking en recycling; - de levensduur van de HEV-batterijen te verlengen door middel van een kwaliteitscontrole en/of diagnose.
Art. 9.Preventieplan § 1. Ter uitvoering van de algemene preventiemaatregelen, bedoeld in artikel 8, stelt het beheersorganisme een preventieplan op en legt het dit ter goedkeuring voor aan de Administratie, uiterlijk zes maanden na publicatie van de milieuovereenkomst, voor de duur van de overeenkomst. Dit preventieplan maakt integraal deel uit van het beheersplan.
Dit preventieplan bevat ten minste: - een overzicht van de door het beheersorganisme geplande acties om de kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; - en overzicht van de door de producenten geplande individuele acties om de kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen; § 2. Het beheersorganisme rapporteert jaarlijks over: - de acties van het beheersorganisme; - de acties van de producenten. § 3. Het preventieplan wordt jaarlijks geëvalueerd op basis van de resultaten en indien nodig jaarlijks met alle partijen aangepast of herwerkt. Het beheersorganisme dient elk jaar vóór 1 oktober een actualisering van het plan in. Afdeling 2. - Sensibilisering
Art. 10.§ 1. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de bewustmaking van de consument via de officiële HEV- autodistributeurs, de HEV-batterijdistributeurs, de erkende centra, de garages voor onderhoud en reparatie, de carrosseriebedrijven, de eindverkopers, over de inzameling en verwerking van HEV-batterijen, conform deze overeenkomst en het preventie- en beheersplan. Elke algemene informatiecampagne die door het beheersorganisme wordt gevoerd, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie. § 2. Het beheersorganisme maakt de consumenten bewust van het belang om zich op een correcte manier van hun HEV-batterijen te ontdoen, de risico's die verbonden zijn aan hoogspannings-HEV-batterijen en het illegale beheer van HEV-batterijen. § 3. Producenten zorgen ervoor dat de terugnamepunten informatie over de terugname van HEV-batterijen ter beschikking stellen van de consumenten. Op alle terugnamepunten moet een duidelijk zichtbaar bericht worden aangeplakt. § 4. Indien nodig kan het HEV-batterijbeheersorganisme ondersteuning bieden aan andere beheersorganismen om HEV-batterijhouders bewust te maken van het netwerk van terugnamepunten, veiligheidsmaatregelen en terugwinningscriteria voor HEV-batterijen. § 5. De producenten en/of het beheersorganisme stellen per terugnamepunt duidelijk vast wat al dan niet in het inzamelkanaal mag worden opgenomen.
Art. 11.Informatie Het beheersorganisme stelt de volgende informatie permanent ter beschikking op zijn website: - de lijst van de terugnamepunten voor HEV-batterijen en hun onderdelen; - de lijst van de erkende centra; - de lijst van de producenten die betrokken zijn bij het beheersorganisme, zowel voor het collectieve als voor het hybride systeem.
Op verzoek van de Administratie verstrekt het beheersorganisme de vereiste aanvullende lijsten naast die welke op de website worden gepubliceerd.
Art. 12.Communicatieplan § 1. Het beheersorganisme stelt binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van deze milieuovereenkomst een communicatieplan op voor de duur van de milieuovereenkomst. Dit communicatieplan maakt deel uit van het beheersplan en omvat ten minste de strategische doelstellingen en algemene krachtlijnen.
Dit plan omvat, voor een standaardjaar, het type van de te ondernemen acties, de beoogde doelgroepen, de gekozen communicatiekanalen en de evaluatiemethoden voor deze acties.
Het beheersorganisme bezorgt de Administratie elk jaar een actieplan, inclusief een rapport over de gevoerde informatie- en sensibiliseringscampagnes en de bereikte resultaten. De rapportage over de bereikte resultaten bevat een beschrijving van de uitgevoerde acties, de beoogde doelgroepen, de instrumenten en een waardering van de relevantie van de uitgevoerde acties. Het communicatieplan wordt elk jaar door het beheersorganisme geëvalueerd en aangepast in het kader van de jaarlijkse actualisering van het beheersplan, met name op basis van de aanbevelingen van de Administratie. § 2. Het communicatieplan wordt samen met het beheersplan ter goedkeuring aan de Administratie voorgelegd, evenals de jaarlijkse actualiseringen; de meer specifieke campagnes worden voor advies voorgelegd aan de Administratie om een follow-up van de milieuaspecten in deze campagnes te garanderen. HOOFDSTUK IV. - Collectieve inzameling van HEV-batterijen
Art. 13.Algemeen § 1. De producenten ontwikkelen een compleet en gesloten systeem voor de terugname van HEV-batterijen, al dan niet herbruikbaar, en voor de stacks, modules en cellen waaruit ze zijn samengesteld. De producenten kunnen een collectief of hybride besturingssysteem opzetten overeenkomstig hoofdstuk VII. De producenten organiseren de kosteloze terugname van herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen. § 2. Om aan de terugnameplicht voor HEV-batterijen te voldoen, moeten de producenten of hun vertegenwoordigers een netwerk van terugnamepunten opzetten. De producenten wijzen terugnamepunten aan voor hun eigen merk. De producenten bepalen per aangewezen terugnamepunt het relatieve niveau van de terugname, d.w.z. de terugname van hun eigen merk, van bepaalde merken of van alle merken.
De erkende centra mogen alle merken batterijen voor HEV-tractie terugnemen. De consument moet altijd toegang hebben tot een terugnamepunt voor zijn HEV-batterij.
Elke officiële autodistributeur van HE-voertuigen, distributeur van HEV-batterijen, elk erkend centrum, elke garage voor reparatie en onderhoud, elk carrosseriebedrijf en elke eindverkoper die bevoegd is en over de nodige technische infrastructuur beschikt, en personeel in dienst heeft dat opgeleid is volgens de wettelijke veiligheidsvereisten, kan zich kandidaat stellen om een 'terugnamepunt' voor één merk, bepaalde merken of alle merken te worden.
Het beheersorganisme wijst de terugnamepunten onder de kandidaten aan. § 3. De criteria en procedures voor de aanwijzing van de terugnamepunten moeten door de op transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze worden vastgesteld. Ze worden door de producenten en/of het beheersorganisme vastgesteld. Het beheersorganisme houdt bij de aanwijzing rekening met het feit dat de consument altijd toegang moet hebben tot een terugnamepunt in zijn regio.
De aanwijzingscriteria en -procedures worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Administratie. § 4. Het terugnamepunt aanvaardt HEV-batterijen in functie van het niveau van de terugname dat aan het punt is toevertrouwd, d.w.z. de terugname van HEV-batterijen van één enkel merk, van bepaalde merken of van alle merken.
Art. 14.Voorwaarden voor de aanwijzing als 'terugnamepunt' § 1. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen, distributeurs van HEV-batterijen, garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers, erkende centra kunnen zich kandidaat stellen om een 'terugnamepunt' te worden. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen en de distributeurs van HEV-batterijen worden door de producenten aangewezen als terugnamepunten. De garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers en erkende centra worden door de producent of het beheersorganisme op basis van de norm van FEBELAUTO aangewezen als terugnamepunten.
Een terugnamepunt moet over de nodige vergunningen beschikken voor de opslag van HEV-tractiebatterijen. Een terugnamepunt verbindt zich ertoe de instructies van de producent of het beheersorganisme te volgen aangaande: - de opleiding en uitrusting voor het beheer van de teruggenomen HEV-batterijen, d.w.z. inzameling, opslag en verpakking voor vervoer; - de rapportage overeenkomstig artikel 35 aan de producent en het beheersorganisme. § 3. De terugnamepunten verbinden zich tot: - het kosteloos terugnemen van de door de laatste houder overhandigde batterijen volgens de voorwaarden van artikel 15; - het verstrekken van de nodige informatie aan de producent of het beheersorganisme d.w.z. informatie over de status van de batterij en alle aanvullende informatie die nodig is om een veilige opslag, behandeling en transport van de batterijen te waarborgen; - het zich kenbaar maken als terugnamepunt van HEV-batterijen voor de betrokken producenten. § 4. De officiële autodistributeurs van HEV-batterijen, aangewezen als terugnamepunten, verbinden zich ertoe om voor de HEV-batterijen die zich na de terugnameplicht in het verkooppunt bevinden de instructies van de producent en het beheersorganisme voor een correcte latere overname te volgen.
Art. 15.Voorwaarden voor de kosteloze terugname De volgende voorwaarden voor de kosteloze terugname, voor de laatste houder of eigenaar, zijn cumulatief: - de batterijen zijn volledig. De stacks, modules en cellen worden alleen kosteloos teruggenomen als ze als dusdanig op de markt zijn gebracht; - de HEV-batterijen moeten worden ingeleverd op een terugnamepunt volgens artikel 13; - de batterijen worden op het terugnamepunt ingeleverd 'vrij van' en 'buiten' de aanwezigheid van enig ander type afval, met uitzondering van het voertuig zelf; - indien een ophaalplicht van toepassing is, blijft deze voorwaarde van kracht, zodat de op te halen HEV-batterijen geen andere afvalstoffen mogen bevatten; - indien niet aan de bovenbedoelde voorwaarden wordt voldaan, kunnen de terugnamepunten en de producenten, indien er een ophaalplicht bestaat, de laatste houder een financiële bijdrage aanrekenen die evenredig is met de economische gevolgen van de niet-naleving van de voorwaarden.
Art. 16.Terugname in een 'alternatief inzamelkanaal' § 1. De producenten zetten een systeem op voor de terugname van batterijen, stapels, modules en cellen die door de laatste houder in een ander inzamelkanaal zijn gebracht, deze te verwerken en te rapporteren overeenkomstig de wettelijke verplichtingen en onder de verantwoordelijkheid van de producenten.
Indien de HEV-batterijen, of hun onderdelen, in een ander inzamelkanaal komen, draagt de producent de kosten voor de inzameling, verwerking en/of recycling van deze batterijen. De producent vergoedt aan de exploitant van dat andere inzamelkanaal de kosten van inzameling, opslag en beheer. De producent vergoedt aan de exploitant van dat andere inzamelkanaal de kosten van inzameling, opslag en beheer.
Deze bepaling is slechts geldig indien het andere inzamelkanaal dat onder een door de overheid goedgekeurd individueel preventie- en beheersplan of een ander collectief systeem valt, ook ten minste soortgelijke bepalingen betreffende afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen voorziet, zoals opgenomen in deze overeenkomst. § 2. Deze werking is gebaseerd op de volgende krachtlijnen, ongeacht de waarde van de batterij: - elk inzamelkanaal moet toereikende maatregelen nemen en dat aantonen om ervoor te zorgen dat de batterijen waarop het andere individuele of collectieve systeem betrekking heeft, niet in zijn eigen inzamelkanaal worden ingezameld; - elk inzamelkanaal communiceert duidelijk over wat wel en wat niet in zijn eigen inzamelsysteem kan worden teruggenomen; - de rapportage gebeurt door het inzamelkanaal dat de verwerking en recycling van de betrokken batterijen organiseert. § 3. Voor afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen die in het inzamelingssysteem komen en die niet duidelijk kunnen worden geïdentificeerd, sluit het beheersorganisme een overeenkomst met een of met de andere beheersorganismen die eveneens de terugnameplicht voor industriële batterijen verzekeren, alsook met de producenten met een goedgekeurd individueel plan voor afvalbeheer en -preventie voor dergelijke batterijen.
Deze overeenkomst regelt de verdeling van de kosten verbonden aan de inzameling, het beheer, de opslag, het transport en de verwerking en/of recycling van deze niet-identificeerbare afgedankte batterijen of hun componenten.
Het beheersorganisme stort een bedrag per op de markt gebrachte batterij op een daartoe ingestelde speciale rekening. De middelen op deze rekening mogen uitsluitend worden gebruikt voor de financiering van de hierboven vermelde kosten. Het bedrag wordt op voorstel van het beheersorganisme door de Administratie vastgesteld.
De bedrijfsrevisor van het beheersorganisme controleert en certificeert de uitvoering van de bepalingen van deze § 3.
De bepalingen van deze paragraaf zijn slechts geldig op voorwaarde dat de uitvoeringsbepalingen voor de andere individuele of collectieve systemen ten minste gelijkwaardig zijn, namelijk de instelling van: - een registratiesysteem om te bepalen in welk inzamelsysteem deze niet-identificeerbare afgedankte HEV-batterijen, of hun onderdelen, zijn ingezameld; - een rekening waarin een bedrag is opgenomen dat overeenkomt met de betaalde bijdrage per op de markt gebrachte industriële batterij voor HE-voertuigen en die wordt gebruikt voor de financiering van alle kosten in verband met de inzameling, het beheer, de opslag, het vervoer, de verwerking en/of de recycling van deze niet-identificeerbare batterijen of hun onderdelen; - een attest van een bedrijfsrevisor waarin staat dat de andere individuele of collectieve systemen aan deze verplichting hebben voldaan. § 4. Om het risiconiveau te bepalen van de terugname van HEV-batterijen waarvan de producent niet langer bestaat, financieren de beheersorganismen die belast zijn met de terugname van industriële batterijen of accu's van hybride of elektrische voertuigen in gelijke delen een studie die een objectivering mogelijk moet maken van de beheerskosten van deze batterijen en accu's, met inbegrip van de kosten van de inzameling, de sortering, het vervoer, de verwerking en/of recycling, alsook het risico dat dergelijke producenten verdwijnen en, in geval van verdwijning, het daarmee samenhangende risico van niet-financiering van de beheerskosten wanneer de batterij afgedankt is geworden, in het jaar na de inwerkingtreding van de milieuovereenkomst(en). Het Gewest zal in overleg met het beheersorganisme bepalen hoe deze studie zal worden uitgevoerd.
De bepalingen van deze paragraaf zijn alleen van toepassing indien de andere milieuovereenkomsten met betrekking tot industriële batterijen en accu's niet ten minste soortgelijke bepalingen bevatten.
Art. 17.Terugname op een "terugnamepunt dat door de producenten of het beheersorganisme niet als zodanig aangewezen wordt" § 1. Indien een HEV-batterij door de laatste houder wordt ingeleverd bij een erkend centrum, een garage, eindverkoper of distributeur die door het beheersorganisme of door een producent niet als officieel terugnamepunt is aangewezen, kan laatstgenoemde deze HEV-batterijen inleveren bij een terugnamepunt dat deel uitmaakt van het netwerk van de terugnamepunten.
De producenten voorzien in een kosteloze inzameling van deze batterijen bij erkende centra die voldoen aan de norm van FEBELAUTO voor HEV-batterijen, alsook bij alle terugnamepunten die voldoen aan de vereisten van deze norm.
De Administratie tracht de mogelijkheid te scheppen om de inhoud van deze norm over te nemen op het reglementaire niveau. In dit geval vervangen de reglementaire bepalingen de norm FEBELAUTO. De Administratie keurt de inhoud van de norm vooraf goed. § 2. Indien het erkende centrum, de garage voor reparatie en onderhoud, het carrosseriebedrijf, de eindverkoper of de distributeur de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik van de ontvangen HEV-batterijen zelf verzorgt, draagt hij de daaraan verbonden kosten. Het vervoer van teruggenomen herbruikbare of afgedankte HEV-batterijen naar deze bestemmingen gebeurt in overeenstemming met de relevante wettelijke verplichtingen (met name het vervoer van gevaarlijk afval, ADR). § 3. Het beheersorganisme sluit met de erkende centra voor HEV-voertuigen een overeenkomst waarin wordt bepaald dat deze erkende centra gebruik kunnen maken van het door de producenten opgezette terugnamesysteem, dat de kosteloze inzameling voor deze erkende centra omvat, op voorwaarde dat deze centra voldoen aan de relevante voorschriften, taken, verplichtingen en verantwoordelijkheden zoals bepaald in de norm van FEBELAUTO. HOOFDSTUK V. - Hergebruik en secundair gebruik van HEV-batterijen
Art. 18.Hergebruik Het hergebruik van HEV-batterijen heeft dezelfde als de oorspronkelijke toepassing en blijft in het toepassingsgebied van deze overeenkomst.
Het hergebruik van herbruikbare HEV-batterijen of hun onderdelen is in hoofdzaak gebaseerd op: - het stimuleren van het hergebruik van batterijen of hun onderdelen, voor zover de technische, economische en milieuomstandigheden het mogelijk maken, waarbij ook rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en belemmeringen voor dergelijk hergebruik; - de ontwikkeling van technieken voor het hergebruik van HEV-batterijen.
De producenten die EH-voertuigen op de markt hebben gebracht, informeren de terugnamepunten over efficiënte methoden voor de veilige verwijdering van batterijen uit EH-voertuigen.
Art. 19.Secundair gebruik § 1. Zodra de batterij (of haar onderdelen) niet langer wordt gebruikt voor de tractie van HEV-voertuigen, maar voor een ander type toepassing, valt ze niet langer onder het toepassingsgebied van deze milieuovereenkomst. De persoon die deze nieuwe aanvraag indient, moet als de nieuwe producent worden beschouwd, met alle verantwoordelijkheden die op hem rusten in het kader van het systeem van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Hij treedt dan toe tot het beheersorganisme dat industriële batterijen voor deze toepassingen beheert, of legt een individueel afvalpreventie- en -beheersplan ter goedkeuring voor aan de autoriteiten. § 2. In overleg met het Waalse Gewest zetten de producenten een systeem op dat, in overeenstemming met het bestaande wettelijke kader, de mogelijke overdracht van batterijen naar een secundair gebruik mogelijk maakt, met als doel: - de Administratie te informeren over de overdracht van de eigendom; - in het geval van een effectieve eigendomsoverdracht, de daaruit voortvloeiende beëindiging van de uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent van de HEV-batterij. § 3. Het secundaire gebruik van herbruikbare HEV-batterijen of hun onderdelen vindt plaats binnen het bestaande wettelijke kader, volgens de marktmechanismen, met respect voor het milieu, met inachtneming van de preventie- en veiligheidsregels en alle andere daarmee verband houdende voorschriften. HOOFDSTUK VI. - Verwerking en recycling van de HEV-batterijen
Art. 20.Algemeen Afgedankte HEV-batterijen voor industrieel gebruik moeten selectief worden ingezameld conform artikel 34 van het besluit, met het oog op hun verwerking, en mogen bijgevolg niet worden verwijderd.
Art. 21.Recylingrendement § 1. De producenten verzekeren een recyclingrendement van ten minste 50 % van het gemiddelde gewicht van de afgedankte HEV-batterijen, overeenkomstig de Europese Richtlijn 2006/66/EG en berekend volgens de Verordening nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's. § 2. Het beheersorganisme neemt initiatieven om een waarheidsgetrouw beeld te krijgen van de verwerking en recycling van alle verwerkte HEV-batterijen, al dan niet in het kader van een collectief systeem voor de terugname van HEV-batterijen in het Waalse Gewest.
Art. 22.Verwerking Het beheersorganisme houdt rekening met de beginselen van het mededingingsrecht bij de toewijzing van de stroom van afgedankte HEV-batterijen voor verwerking aan een of meer operatoren. Deze operatoren moeten erkend zijn.
Het beheersorganisme legt aande Administratie zijn advies voor over de keuze van de geselecteerde operator(en), samen met een verantwoording van deze keuze, die een beschrijving kan zijn van de recyclingprocessen en -rendementen (recyclingprocessen en -rendement, gebruikte technologieën, innovatie, lokale opdrachten, enz.).
Het beheersorganisme of de producent houdt bij de selectie van de operatoren altijd rekening met de milieuaspecten. HOOFDSTUK VII. - Terugnamesysteem
Art. 23.Algemeen § 1. De producenten, of door hen aangewezen derden, zamelen de HEV-batterijen in bij de terugnamepunten. § 2. Het beheersorganisme fungeert als centraal informatiecontactpunt tussen de actoren die betrokken zijn bij het beheer van HEV-batterijen. § 3. Om aan hun terugnameplicht te voldoen, kunnen de producenten kiezen tussen een van de volgende systemen: - individueel systeem, via de invoering van een individueel preventie- en beheersplan bij de Administratie; - collectief en volledig systeem; - hybride systeem.
Art. 24.Collectief en volledig systeem § 1. Alle taken, variërend van de registratie van het op de markt brengen van HEV-batterijen tot de verplichte rapportagetaken, met inbegrip van communicatie, bewustmaking, preventie, planning, controle, administratie, operationeel beheer van de taken van terugname, verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik van HEV-batterijen van aangesloten producenten/leden, vallen volledig ten laste van het beheersorganisme. § 2. De terugnamepunten zijn volgens artikel 14: - officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent (of van het eigen merk); - distributeurs van HEV-batterijen van alle merken; - garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers; - erkende centra.
Het beheersorganisme wijst de terugnamepunten voor HEV-batterijen aan.
De officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent worden in overleg met de producent door het beheersorganisme aangewezen. § 3. De terugnamepunten moeten voldoen aan de norm van FEBELAUTO voor HEV-voertuigen, die door de Raad van Bestuur zal worden goedgekeurd De terugnamepunten nemen HEV-batterijen die voldoen aan de voorwaarden van artikel 15, kosteloos terug van de laatste houder.
De HEV-batterijen kunnen afkomstig zijn van: - HE-voertuigen die door de producent op de markt worden gebracht na: * het onderhoud van deze HE-voertuigen of de vervanging van de batterij, al dan niet onder garantie; * een ongeval; * een totaal verlies; * het depollueren van het HE-voertuig in een erkend centrum; - de afzonderlijke verkoop van HEV-batterijen door de producent. § 4. De inzameling van HEV-batterijen bij de terugnamepunten gebeurt door derden die het beheersorganisme aanwijst. De HEV-batterijen moeten maximaal na 45 dagen bij de terugnamepunten worden opgehaald.
Mits een specifieke overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan deze termijn worden aangepast. § 5. Indien het terugnamepunt de batterij door de producent laat inzamelen, is de producent verantwoordelijk voor de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik, alsook voor alle bijbehorende verantwoordelijkheden zoals de rapportageverplichtingen. § 6. Het beheersorganisme organiseert op optimale wijze de selectieve inzameling, verwerking en recycling van de afgedankte HEV-batterijen die worden teruggenomen bij producenten en terugnamepunten in het Waalse Gewest, door specifieke overeenkomsten over met name de hoeveelheid, de plaats en de aard van de in te zamelen batterijen. § 7. Indien het terugnamepunt zelf de batterijen voor verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik wenst te verzenden, draagt het de exploitatiekosten en -verantwoordelijkheden, in het bijzonder in verband met de rapportageverplichtingen van het beheersorganisme. § 8. De inzameling en het transport van HEV-batterijen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante regelgeving, in het bijzonder de ADR- en afvalwetgeving.
Voor het transport van defecte of beschadigde batterijen worden de specifieke aanvullende modaliteiten van de reglementering toegepast.
De inzameltermijn voor deze defecte of beschadigde HEV-batterijen bij de terugnamepunten en de erkende centra die overeenkomst met het beheersorganisme hebben ondertekend overeenkomstig artikel 17, is maximaal 5 dagen. Mits een overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan van deze bepaling worden afgezien (dreigend gevaar). Mits een overeenkomst tussen het beheersorganisme en het terugnamepunt kan van deze bepaling worden afgezien. § 9. De terugnamepunten verstrekken het beheersorganisme overeenkomstig artikel 35 de informatie over de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kilogram, aantallen en chemische samenstelling.
Art. 25.Hybride systeem § 1. Het administratieve gedeelte wordt verzorgd door het beheersorganisme, met inbegrip van de planning, controle, communicatie, bewustmaking en rapportage op basis van de gegevens die worden verstrekt door de door de producenten aangewezen terugnamepunten en door de verwerkingsbedrijven.
Het operationele gedeelte wordt verzorgd door de betrokken producent, met inbegrip van de aanwijzing van operatoren voor de terugname, de groepering, de centralisatie, het vervoer naar verwerkingscentra of de taken gekoppeld aan hergebruik of secundair gebruik, evenals de verzameling van informatie over het recyclingrendement van het gebruikte proces. § 2. De afgedankte batterijen moeten worden gerecycled door bedrijven die in staat zijn de doelstellingen te halen die zijn vastgelegd in bijlage III bij de Europese Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's en hun afval.
Producenten die afgedankte HEV-batterijen hebben ingezameld of ontvangen, geven de informatie over de inzameling, verwerking en recycling door aan het beheersorganisme, zodat dit zijn rapportagetaken ten aanzien van de Administratie kan uitvoeren.
In afwijking van de bepalingen in deze paragraaf dienen afgedankte HEV-batterijen die onderworpen zijn aan kennisgeving overeenkomstig Europese Verordening 1013/2006 te voldoen aan de goedkeuringsprocedure en de verklaringen van nuttige toepassing zoals opgenomen in deze Verordening. § 3. Het beheersorganisme wijst de terugnamepunten voor HEV-batterijen aan. Overeenkomstig artikel 14, zijn de mogelijke terugnamepunten: - officiële autodistributeurs van HE-voertuigen van het merk van de producent (of van het eigen merk); - distributeurs van HEV-batterijen van alle merken; - garages voor reparatie en onderhoud, carrosseriebedrijven, eindverkopers; - erkende centra die voldoen aan de voorwaarden van de norm van FEBELAUTO. § 4. De terugnamepunten nemen de door de laatste houder overhandigde HEV-batterijen kosteloos terug volgens de voorwaarden van artikel 15.
De HEV-batterijen kunnen afkomstig zijn van: - HE-voertuigen die door de producent op de markt worden gebracht na: * het onderhoud van deze HE-voertuigen of de vervanging van de batterij, al dan niet onder garantie; * een ongeval; * een totaal verlies; * het depollueren van het HE-voertuig in een erkend centrum; - de afzonderlijke verkoop van HEV-batterijen door de producent. § 5. De inzameling van HEV-batterijen bij de terugnamepunten gebeurt voor rekening van de producent en wordt uitgevoerd door de producent of door hem aangewezen derden. De HEV-batterijen moeten maximaal na 45 dagen bij de terugnamepunten worden opgehaald. Mits een specifieke overeenkomst tussen het organisme en het terugnamepunt kan deze termijn worden aangepast. § 6. Indien het terugnamepunt met toestemming van de producent de HEV-batterij zelf voor verwerking, recycling, hergebruik of secundair gebruik wil verzenden, draagt het terugnamepunt zelf de kosten en neemt het de bijbehorende verantwoordelijkheden, zoals de rapportageverplichtingen, op zich.
Indien het terugnamepunt de batterij door de producent laat inzamelen, is de producent verantwoordelijk voor de verwerking, de recycling, het hergebruik of het secundaire gebruik, alsook voor alle bijbehorende verantwoordelijkheden zoals de rapportageverplichtingen. § 7. De inzameling en het transport van HEV-batterijen moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante regelgeving, in het bijzonder de ADR- en afvalwetgeving.
Voor het transport van defecte of beschadigde batterijen worden de specifieke aanvullende modaliteiten van de reglementering toegepast.
De inzameltermijn voor deze defecte of beschadigde HEV-batterijen bij de terugnamepunten en de erkende centra die overeenkomst met het beheersorganisme hebben ondertekend overeenkomstig artikel 17, is maximaal 5 dagen. Mits een overeenkomst tussen het terugnamepunt en de producent kan deze termijn worden aangepast. § 8. De terugnamepunten verstrekken de producent overeenkomstig artikel 35 informatie over de totale hoeveelheid opgehaalde HEV-batterijen, uitgedrukt in kilogram, aantal en chemische samenstelling. De producent verstrekt deze informatie overeenkomstig artikel 34 aan het beheersorganisme. HOOFDSTUK VIII. - Taken en verantwoordelijkheden
Art. 26.Taken van de producenten De producenten verzekeren: - de organisatie van de terugname, inzameling, centralisatie/groepering en verwerking van HEV-batterijen; - de terugname van alle HEV-batterijen of hun componenten die in het Waalse Gewest op de markt werden gebracht en overeenkomstig de artikelen 24 en 25 werden overgedragen aan een terugnamepunt in een collectief of hybride systeem, mits de voorwaarden van de artikel 13 tot 17 worden nageleefd; - de verwerking van teruggenomen afgedankte HEV-batterijen of hun onderdelen, in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk 6; - de rapportage volgens het besluit en zoals beschreven in artikel 33. elke producent stelt de gegevens met het oog op de rapportage uiterlijk op 15 februari van elk jaar ter beschikking van het beheersorganisme; - het nemen van preventieve maatregelen en de jaarlijkse verstrekking van de relevante informatie aan het beheersorganisme, rekening houdend met de bepalingen van de artikelen 8 en 9; - het verstrekken aan het beheersorganisme, aan de HEV-distributeurs van de betrokken producent en aan de terugnamepunten van de nodige informatie over de gelosten overeenkomsten met betrekking tot de terugnameplicht voor HEV-batterijen; - de informatie van de terugnamepunten en van alle erkende centra, in voorkomend geval door het beheersorganisme, over efficiënte methoden om batterijen uit HE-voertuigen te verwijderen met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften; - de voorlichting en bewustmaking/communicatie naar de consument over de terugnamepunten en de terugnamevoorwaarden, hetzij zelf, hetzij via het beheersorganisme; - de financiering van alle taken die voortvloeien uit de terugnameplicht in het gekozen systeem, zoals bedoeld in hoofdstuk 7.
Indien een producent tijdens de duur van deze milieuovereenkomst van systeem zou veranderen, stelt hij Leefmilieu Brussel en het beheersorganisme daarvan ten minste zes maanden vooraf in kennis.
Art. 27.Taken van het beheersorganisme Het beheersorganisme zal alle beheerstaken op zich nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de huidige milieuovereenkomst, onder meer: - de uitvoering van het beheersplan, het financiële plan, het preventieplan en de bewustmakings/communicatiemaatregelen; - het beheer van het controlesysteem voor de HEV-batterijen. Dit systeem registreert alle gegevens die nodig zijn om aan de terugnameplicht en de rapportage te voldoen; - de terbeschikkingstelling van een informaticamodule voor de rapportage van de HEV-batterijen ten behoeve van de erkende centra voor HE-voertuigen, de producenten van HE-voertuigen, de terugnamepunten die rechtstreeks aan het beheersorganisme rapporteren; - de rapportage aan de Administratie in overeenstemming met artikel 37 van het besluit; - het opstellen en de publicatie van een jaarverslag met de in artikel 32 vermelde punten, dat het beheersorganisme in beknopte vorm op zijn website publiceert; - de coördinatie van het overleg met de actoren die betrokken zijn bij de inzameling van HEV-batterijen, in samenwerking met de gewesten; - de werking als contactpunt voor de verschillende actoren betrokken bij het beheer van HEV-batterijen; - het verzekeren dat de doelstellingen binnen het collectieve systeem worden bereikt; - het jaarverslag, voor elk recyclingbedrijf waarop een beroep is gedaan, over het recyclingrendement van het proces, berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012 van 11 juni 2012; - samenwerking in het kader van Europese certificeringsinitiatieven voor inzamelings-, verwerkings- en recyclingactiviteiten en hun uitvoering zodra ze beschikbaar zijn; - het verlenen van toegang tot alle eventuele onlinetoepassingen aan de persoon of personen die bij de Administratie verantwoordelijk zijn voor de controle en het toezicht, zodat de informatie die nodig is voor de uitoefening van hun controle- en beheerstaak, kan worden aangevuld; - de aanwijzing van de terugnamepunten in het collectieve stelsel.
De producent of de laatste houder kan een beroep doen op het beheersorganisme voor de inzameling, verwerking en/of recycling van afgedankte HEV-batterijen die deel uitmaken van een ander individueel of collectief systeem of waarvoor de producent bij een ander beheersorganisme is aangesloten. In dit geval moet vooraf een overeenkomst worden gesloten tussen het beheersorganisme en de partij die er een beroep op doet. Deze overeenkomst voorziet in de betaling van alle kosten in verband met de dienstverlening door het beheersorganisme. Het beheersorganisme doet voor de verwerking en de recycling een beroep op operatoren die over alle vergunningen beschikkten.
Art. 28.Beheersplan § 1. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van de milieuovereenkomst een beheersplan voor de duur van de milieuovereenkomst ter goedkeuring voor aan de Administratie. Het geeft hierin aan hoe het de bepalingen van de overeenkomst zal uitvoeren. Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisering van het beheersplan voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring aan de Administratie voor. § 2. Het beheersplan is als volgt samengesteld: - uitvoeringsmodaliteiten van hoofdstuk II van het besluit; - het preventieplan zoals gedefinieerd in artikel 9; - Het communicatieplan zoals gedefinieerd in artikel 12; - het financiële plan zoals gedefinieerd in artikel 30; - de te volgen punten vermeld in bijlage I bij deze overeenkomst. § 3. Het beheersplan wordt besproken met de Administratie en/of een door haar aangestelde technische expert, van zodra het is opgesteld, tegelijk met de inwerkingtreding van de overeenkomst, of uiterlijk 6 maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst, en in het midden van de overeenkomst voor een tussentijdse evaluatie, en op het einde van de overeenkomst voor een eindevaluatie. § 4. Op basis van het initiële beheersplan, de tussentijdse en de eindevaluatie door het beheersorganisme kan de Administratie een bijkomende technische evaluatie uitvoeren, met name van de elementen van het beheersplan vermeld in § 2 en van de tussentijdse en eindevaluatie van dit beheersplan. Deze technische evaluatie wordt gefinancierd door de Administratie. § 5. Deze technische evaluatie heeft tot doel de correcte implementatie van de bepalingen van deze overeenkomst door het beheersorganisme te evalueren. Ze heeft eveneens tot doel de positieve resultaten van het beheer van de afvalstromen door het beheersorganisme te benadrukken, maar ook verbeteringen van het beheer voor te stellen als wordt vastgesteld dat er meer performante methoden kunnen worden gebruikt. Deze performantieverbeteringen zullen door het beheersorganisme en de Administratie worden besproken. Het beheersorganisme is verantwoordelijk voor de implementatie van deze verbeteringen. § 6. De technische expert vertegenwoordigt geen belangenconflict ten opzichte van het beheersorganisme en is onderworpen aan een vertrouwelijkheidsovereenkomst. De rol van technisch expert vervangt in geen geval de rol van de Adminstratie. HOOFDSTUK IX. - Financiering
Art. 29.Algemeen § 1. De producenten die lid zijn van het beheersorganisme zijn verantwoordelijk voor de financiering van het beheersorganisme en voor het beheer van het HEV-systeem voor de terugname van HEV-batterijen en hun onderdelen. De producenten moeten een financieringssysteem voorzien dat het mogelijk maakt een volledig en gesloten systeem op te zetten voor de terugname, de behandeling en de rapportage van HEV-batterijen of de op de markt gebrachte stacks, modules en cellen als zodanig, met inbegrip van de financiering van de inzameling van batterijen bij terugnamepunten en erkende centra die voldoen aan de norm van FEBELAUTO en die HEV-batterijen kunnen terugnemen. De financiering voorziet ook de kosteloze terugnamegarantie voor de laatste houder van HEV-batterijen of hun onderdelen, van producenten die niet langer op de markt aanwezig zijn. § 2. Er wordt geen milieubijdrage geheven wanneer HEV-batterijen op de markt worden gebracht, om de aanschaf en het gebruik van HE-voertuigen niet te ontmoedigen en omdat er onzekerheid bestaat over de hoeveelheden die in de toekomst daadwerkelijk zullen worden ingezameld en over de verwerkingskosten. Bovendien hebben de meeste producenten op Europees of zelfs mondiaal niveau systemen voor het beheer of de terugname van batterijen georganiseerd, waarbij de producenten op basis van een diagnose beslissen of de batterij of hun onderdelen afgedankt zijn of opnieuw kunnen worden gebruikt. § 3. De producenten dekken de operationele en administratieve kosten van collectieve, volledige en hybride systemen.
Art. 30.Financieel plan § 1. Het beheersorganisme legt uiterlijk 6 maanden na de ondertekening van de milieuovereenkomst een financieel plan voor de duur van de milieuovereenkomst ter goedkeuring voor aan de Administratie. Dit financieringsplan voorziet onder meer de maatregelen die nodig zijn om de werking van het systeem te waarborgen. § 2. Het financiële plan moet ten minste de volgende informatie bevatten: - een begroting voor de duur van de overeenkomst, waarin een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de exploitatiekosten van het beheersorganisme, de inkomsten in verband met elke betrokken afvalcategorie (voertuigen, HEV-batterijen, enz.), de verschillende opgezette systemen (collectief en hybride) en de operationele en administratieve taken (zie punt 3 hieronder) van het beheersorganisme; - de berekening van de financiële bijdragen van de leden; - het beleid inzake voorzieningen en reserves; - de wijze van inning; - de financiering van de eventuele verliezen; - het investeringsbeleid.
Het beheersorganisme legt jaarlijks voor 1 oktober een actualisering van het financiële plan voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring aan de Administratie voor.
De Administratie kan bijkomende informatie vragen aan het beheersorganisme. § 3. Het financieringsplan van het beheersorganisme maakt een onderscheid tussen de operationele en de administratieve opties, afhankelijk van het type hybride of collectieve (of volledige) terugnamesystemen zoals beschreven in hoofdstuk 7, naar keuze van de producenten. § 4. De leden van organisaties die zich aansluiten bij het beheersorganisme in hun hoedanigheid van producent en die rechtstreeks deelnemen aan het systeem, betalen het beheersorganisme een lidmaatschapsbijdrage voor de financiering van de administratieve taken van het beheersorganisme.
Het bedrag van deze bijdragen wordt door het beheersorganisme bepaald, rekening houdend met de verwachte kosten voor het beheer van de afgedankte HEV-batterijen. Het totale bedrag van het lidmaatschapsgeld maakt deel uit van het financiële plan. Het bedrag van de bijdragen kan jaarlijks worden herzien. Het beheersorganisme beheert zijn financiële middelen met de nodige zorgvuldigheid.
Alle operationele kosten worden maandelijks aan de producenten gefactureerd. § 5. Het financieel plan dient de volgende principes na te leven: - het beheersorganisme moet ten minste over voldoende financiële reserves beschikken om gedurende 6 maanden te werken zonder inkomsten; - de reserves mogen niet groter zijn dan 18 maanden werkingskosten voor de implementatie van deze terugnameplicht, berekend over het gemiddelde van de 3 voorgaande jaren; in geval van overschrijding van deze regel gedurende 2 opeenvolgende jaren, legt het organisme een plan voor de aanzuivering van de reserves ter goedkeuring voor aan de Administratie. § 6. Het beheersorganisme wijst een controleorganisme aan dat belast is met de controle van de rekeningen van het beheersorganisme en de gegevens vermeld in artikel 29, om te verzekeren dat de financiële stromen worden aangewend volgens de doelstelling van deze overeenkomst. Het onafhankelijke externe bureau rapporteert jaarlijks, door middel van een schriftelijk rapport, aan het beheersorganisme en aan de Administratie.
Art. 31.Financiering door de producenten § 1. § 1. De producenten verzekeren de financiering van een volledig en gesloten systeem voor de terugname, verwerking, recycling en rapportage van HEV-batterijen of hun onderdelen.
De producenten waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme. § 2. De producenten financieren de terugname, eventuele centralisatie/groepering, verwerking, recycling, rapportage en communicatie van op de markt gebrachte HEV-batterijen overeenkomstig artikel 26, evenals de taken die het beheersorganisme volgens het gekozen systeem overneemt. § 3. Deze financiering garandeert dat batterijen van producenten die niet meer bestaan altijd kosteloos door de laatste houder kunnen worden ingeleverd. In dit verband worden de volgende maatregelen genomen: - de producenten die niet langer op de markt bestaan, nemen maatregelen voor de bescherming van de consument overeenkomstig de geldende regelgeving; - de producenten nemen voorzieningen om ervoor te zorgen dat de producenten die ophouden te bestaan, in een dergelijk uitzonderlijk geval de volledige verantwoordelijkheid voor het beheer van HEV-batterijen op zich kunnen nemen; - het beheersorganisme neemt een uitzonderlijke voorziening, die jaarlijks kan worden aangepast, rekening houdend met het aantal op de markt gebrachte HEV-batterijen en een realistische inschatting van de toekomstige financieringsbehoeften na de verschijning van batterijen waarvan de producent is opgehouden te bestaan, evenals de verwachte levensduur van de HEV-batterijen en de bestaande garanties daarvoor.
Deze voorziening moet jaarlijks worden goedgekeurd door de Administratie. § 4. De producenten verzekeren de financiering van de verwerking en recycling van HEV-batterijen die, bij wijze van uitzondering volgens de voorwaarden van artikel 16 in een ander inzamelkanaal zouden komen.
Art. 32.Financiering van het beheersorganisme De financiering van het beheersorganisme voor de uitvoering van de in artikel 27 bedoelde taken wordt gedragen door de producenten overeenkomstig artikel 31.
De producenten waarborgen de continuïteit van de werking van het beheersorganisme. HOOFDSTUK X. - Rapportage
Art. 33.Algemeen § 1. Conform het Besluit betreffende het beheer van afvalstoffen machtigen de producenten het beheersorganisme om hun meldingsplicht voor HEV-batterijen na te komen.. § 2. De producenten bezorgen de Administratie via de databank van het beheersorganisme informatie over de totale hoeveelheid HEV-batterijen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de markt wordt gebracht, uitgedrukt in kilogram, aantal en chemische samenstelling. § 3. Het beheersorganisme dient te beschikken over een registratiesysteem voor producenten die HEV-batterijen op de markt brengen. Dit registratiesysteem moet de Administratie in staat stellen om correct te rapporteren aan de Europese Commissie, ter uitvoering van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's. Het beheersorganisme stelt middelen voor de rapportage aan het beheersorganisme ter beschikking van de erkende centra, de producenten van HE-voertuigen en de terugnamepunten. Het beheersorganisme verstrekt de resultaten van de verwezenlijking van de doelstellingen op basis van een controlesysteem. § 4. Alle voor rapportage ingediende elementen, zoals hieronder uiteengezet, maken deel uit van het jaarverslag. Deze elementen worden samen ingediend bij de Administratie, met inbegrip van de elementen die betrekking hebben op de verwerking. § 5. De rapportage moet de volgende regels naleven: - de statistieken die in het kader van de terugnameplicht aan de Administratie worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme; - de statistieken die de verwerkingscentra aan het beheersorganisme of de producent leveren in het kader van de terugnameplicht, worden ten minste één keer om de drie jaar gecertificeerd door een onafhankelijk controleorganisme, aangesteld door het beheersorganisme; ; - de statistieken die de producenten en de terugnamepunten aan het beheersorganisme verstrekken in het kader van de terugnameplicht, worden door het beheersorganisme gecontroleerd. Het beheersorganisme controleert ten minste eenmaal om de drie jaar alle aangesloten producenten en brengt jaarlijks verslag uit aan Leefmilieu Brussel over de actie en haar resultaten.
Art. 34.Rapportage door de producent De producent deelt het beheersorganisme vóór 15 februari van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee: - de totale hoeveelheid HEV-batterijen die in het Waalse Gewest op de markt werd gebracht, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die door de terugnamepunten werden teruggenomen; - de inrichtingen waar de HEV-batterijen werden verwerkt, hun massa in kg en de verwerkingsmethode; - de totale hoeveelheid herbruikbare HEV-batterijen, uitgedrukt in kg; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, die voor secundair gebruik werden bestemd; - de mate waarin de verwerkte HEV-batterijen werden gerecycled; - het recyclingrendement van de recylingprocessen, berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012.
Art. 35.Rapportage door het terugnamepunt Het terugnamepunt deelt de producent of het beheersorganisme, naargelang het gekozen systeem, uiterlijk op 31 januari van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee: - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die door het terugnamepunt werden teruggenomen; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, die voor diagnose werden verzonden; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor verwerking en/of recycling werden verzonden, hun bestemmingen en de prestaties van het recyclingproces; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor hergebruik werden bestemd; - de totale hoeveelheid teruggenomen HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling, die voor secundair gebruik werden bestemd.
Art. 36.Rapportage door het beheersorganisme § 1. Het beheersorganisme deelt de Administratie uiterlijk op 20 april van elk jaar de volgende gegevens over het voorgaande jaar mee: - de totale hoeveelheid HEV-batterijen die in het Waalse Gewest op de markt werden gebracht, uitgedrukt in kg, aantal en chemische samenstelling, en per hybride of collectief of compleet systeem; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg, in aantal en in chemische samenstelling, en per hybride of collectief of compleet systeem, die door de terugnamepunten in het Waalse Gewest werden teruggenomen of ingezameld; - de inrichtingen waar de HEV-batterijen werden verwerkt, hun massa in kg en de verwerkingsmethode; - de totale hoeveelheid hergebruikte HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en in chemische samenstelling; - de totale hoeveelheid HEV-batterijen, uitgedrukt in kg en naar chemische samenstelling, die voor secundair gebruik werden bestemd; - de mate waarin teruggenomen HEV-batterijen werden gerecycled; - het recyclingrendement van de recyclingprocessen berekend overeenkomstig de Verordening nr. 493/2012. § 2. Het beheersorganisme rapporteert de Administratie jaarlijks op 1 april: - de resultaten en hun uitleg; - de preventie- en bewustmakingsmaatregelen; - de terugname-, verwerkings- en recyclingmethoden, met inbegrip van de lijst van terugnamepunten; - de rapporten over verwerking en recycling; - het financieel beheer. § 3. Het beheersorganisme verstrekt de resultaten van de verwezenlijking van de doelstellingen op basis van een controlesysteem. Het beheersorganisme kan voor het beheer van de systeemgegevens een eigen platform ontwikkelen of eventueel gebruik maken van bestaande platformen. Dit systeem wordt, na implementatie en eventuele aanpassing, gevalideerd door de Administratie.
Art. 37.Financieel rapport § 1. Het beheersorganisme wijst in samenspraak met de Administratie een doorlichtingsbedrijf aan dat controle zal voeren op de rekeningen van het beheersorganisme en op de gegevens vermeld hierboven in artikel 36, zodat er kan worden nagegaan of de financiële stromen worden aangewend overeenkomstig de doelstellingen van deze overeenkomst. HOOFDSTUK XI. - Rol van het Gewest
Art. 38.Overleg en beheer § 1. Het Waalse Gewest werkt, in overleg met de andere Gewesten, aan een geharmoniseerde regelgeving voor heel België met betrekking tot de terugnameplicht voor HEV-batterijen. § 2. De Administratie zal er namens het Waalse Gewest over waken dat de Waalse wetgeving betreffende het beheer van afvalstoffen strikt wordt toegepast en overtredingen worden geverbaliseerd. § 3. Indien het Waalse Gewest de wetgeving betreffende HEV-batterijen wil aanpassen, verbindt het zich ertoe vooraf overleg te plegen met de sector. § 4. Waar nodig worden de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen aangepast aan eventuele wijzigingen van de bepalingen van de Richtlijn 2000/53/EU betreffende autowrakken, de Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's en de Verordening (EU) nr. 493/2012 van de Commissie van 11 juni 2012 houdende nadere bepalingen voor de berekening van de recyclingrendementen van de recyclingprocesssen van afgedankte batterijen en accu's. § 5. Het Waalse Gewest verbindt er zich toe, na overleg met het beheersorgaan, initiatieven te nemen die bijdragen tot het halen van de doelstellingen van deze overeenkomst, onder andere door: - op zijn niveau de nodige aanvullende reglementaire schikkingen te treffen; - de nodige aandacht te besteden aan de correcte afvoer van afvalstoffen; - een voorbeeldfunctie te vervullen bij de gunning van overdrachten van diensten en werken en bij de aankoop van producten via een duurzaam en ethisch aankoopbeleid ; - de bevordering van norm FEBELAUTO te verzekeren. § 6. Het Waalse Gewest houdt toezicht op de uitvoering van de milieuovereenkomst en maakt om de 2 jaar een verslag aan het Parlement betreffende de uitvoering van de terugnameplicht van de HEV-batterijen.
Art. 39.Adviesprocedure aan de Administratie § 1. In de gevallen bedoeld in de milieuovereenkomsten waarin het beheersorganisme een document ter advies aan de Administratie voorlegt, brengt de Administratie een met redenen omkleed advies uit binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag. Het beheersorganisme zorgt ervoor rekening te houden met het advies van de Administratie. § 2. Bij gebrek aan advies binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag wordt het advies geacht gunstig te zijn. § 3. De Administratie moet opnieuw geraadpleegd worden indien het beheersorganisme te veel afwijkt van het oorspronkelijke voorstel. § 4. Minstens de helft van de termijn van dertig dagen valt buiten de schoolvakantieperiodes. Wanneer de Administratie aanvullende informatie vraagt, kan de termijn met maximum één maand na ontvangst van alle gevraagde inlichtingen verlengd worden. § 5. Het document dat ter advies aan de Administratie wordt voorgelegd, wordt in het Frans opgemaakt.
Art. 40.Goedkeuringsprocedure door de Administratie § 1. In de gevallen bedoeld in de milieuovereenkomsten waarin het beheersorganisme een document ter goedkeuring aan de Administratie voorlegt, brengt de Administratie een met redenen omklede beslissing uit binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de aanvraag. Een negatieve beslissing is dwingend wanneer ze behoorlijk met redenen omkleed is overeenkomstig de bepalingen van de milieuregelgeving of deze milieubeleidsovereenkomst. Het beheersorgaan mag zich slechts daartegen verzetten indien het een beroepsprocedure voor de Geschillencommissie overeenkomstig artikel 50 inleidt.
Dit beroep moet slechts ingesteld worden als het gesprek niet tot een akkoord heeft geleid. § 2. Bij gebrek aan advies binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de aanvraag wordt de beslissing geacht gunstig te zijn. § 3. Minstens de helft van de termijn van vijfenveertig dagen valt buiten de schoolvakantieperiodes. Wanneer de Administratie aanvullende informatie vraagt, kan de termijn met maximum één maand na ontvangst van alle gevraagde inlichtingen verlengd worden. § 4. Het document dat ter advies aan de Administratie wordt voorgelegd, wordt in het Frans opgemaakt.
Art. 41.Er wordt een begeleidingscomité opgericht.
Dat Comité bestaat hoe dan ook uit: - een vertegenwoordiger van de Minister van Leefmilieu ; - een vertegenwoordiger van de Administratie; - een vertegenwoordiger van het beheersorganisme.
Elke vertegenwoordiger mag zich door een plaatsvervanger laten vervangen.
Deskundigen kunnen punctueel naar gelang van de agenda uitgenodigd worden.
Het Begeleidingscomité vergadert bij voorkeur twee keer per jaar.
Omstreeks maart-juni voor de presentatie van het jaarverslag en omstreeks oktober voor de presentatie van het preventie- en beheersplan. Alle andere vergaderingen vinden plaats op aanvraag van de vertegenwoordigers van het Begeleidingscomité.
Ten minste de volgende onderwerpen worden aan het Begeleidingscomité voorgelegd: - Het meerjarig preventie- en beheersplan; - de jaarlijkse actualisering van het preventie- en beheersplan; - het financiële plan; - de jaarlijkse actualisering van het financieel plan; - de elementen waaruit de bijdragen van de leden bestaan; - het strategische communicatieplan; - het jaarverslag en de verwerkingsrapporten.
Het beheersorganisme kan alle elementen die in het kader van deze milieuovereenkomst voor goedkeuring of advies aan de Administratie worden voorgelegd aan het Begeleidingscomité voorstellen. Beslissingen worden bij consensus genomen.
Art. 42.Discussieforum § 1. De Administratie en het beheersorganisme houden tijdens de looptijd van de milieuconvenant eenmaal een discussieforum. Bedoeld forum brengt actoren betrokken bij dit akkoord bijeen, meer bepaald vertegenwoordigers van de consumenten (gezinnen en professionals, evenals in voorkomend geval kmo's en zko's); milieuverenigingen; actoren van de afvalinzameling en -verwerking, inclusief de erkende centra; de rechtspersonen van publiek recht; het beheersorganisme en de Administratie. § 2. Het Discussieforum is een raadgevend orgaan waarin de aanwezige vertegenwoordigers adviezen kunnen formuleren over de presentatie van de documenten en over alle op de vergadering besproken onderwerpen, en ten minste over de elementen van het in artikel 33 vermelde beheersplan, zijn tussentijdse en eindevaluatie en het jaarverslag vermeld in artikel 36.
De adviezen worden opgesteld in de maand waarin de vergadering van het Discussieforum heeft plaatsgevonden. Als de goedkeuring van de Administratie is vereist, worden de eventueel door de aanwezige vertegenwoordigers geformuleerde adviezen bij de goedkeuringsaanvraag gevoegd. § 3. Van elke vergadering worden notulen opgemaakt die aan alle aanwezigen worden bezorgd. § 4. De implementatiemodaliteiten en de samenstelling van het Discussieforum worden in overleg door de Administratie en het beheersorganisme bepaald. § 5. Het doel van het Discussieforum is constructieve oplossingen aan te brengen voor de in de vergadering besproken onderwerpen. HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Duur en einde van de overeenkomst
Art. 43.§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel D85 van Boek I van het Milieuwetboek. § 2. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een vaste periode van twee jaar. Ze kan hernieuwd worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel D88 van Boek I van het Milieuwetboek.
De eindevaluatie van het beheersplan door het beheersorganisme, zes maanden voor de einddatum van de overeenkomst, dient als basis voor de onderhandelingen over de hernieuwing van deze overeenkomst.
Alle wijzigingen die aan het wettelijk kader werden aangebracht sinds de aanvang van deze overeenkomst worden geacht verworven te zijn door het algemeen belang en zijn van rechtswege van toepassing op de partijen vanaf hun inwerkingtreding.
Zolang deze overeenkomst van kracht is, kan ze gewijzigd worden met de instemming van alle partijen en met inachtneming van de procedure waarin artikel D89 van Boek I van het Milieuwetboek voorziet. § 4. De bepalingen van deze milieuovereenkomst worden in gezamenlijk overleg aangepast om te voldoen aan een eventuele wijziging van het Europese recht terzake of aan elke andere verplichting voortvloeiend uit het internationale recht. § 5. De partijen mogen de overeenkomst elk ogenblik opzeggen, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Indien de opzegging niet uitgaat van het Waalse Gewest, moet zij gezamenlijk uitgaan van alle andere partijen.
De opzegging wordt betekend bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot, op straffe van nietigheid. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag van de maand na de betekening.
De terugnameplichtigen die de overeenkomst opzeggen, moeten de nodige maatregelen genomen hebben om vanaf de dag na de datum van opzegging te voldoen aan de bepalingen van het besluit. Ze stellen de Administratie vooraf in kennis daarvan.
Art. 44.Toetreding Het beheersorganisme mag de aansluiting van geen enkele onderneming weigeren waarop de in deze milieubeleidsovereenkomst bedoelde terugnameplicht van toepassing is. Het beheersorganisme kan daarvan afwijken in geval van ernstige redenen en na voorafgaande goedkeuring door de Administratie. Afdeling 2. - Geschillencommissie
Art. 45.§ 1. In geval van geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie bestaat uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorganisme.
De voorzitter wordt onder de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest gekozen met de instemming van de vier vertegenwoordigers. § 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de Geschillencommissie verslag uit aan de bevoegde Minister. § 3. Bij een conflict en in afwachting van een bemiddeling zet het beheersorganisme zijn activiteiten verder volgens de werkwijze die voor het conflict gold. Afdeling 3. - Bevoegdheidsclausule
Art. 46.Elk geschil voortvloiend uit of in verband met deze overeenkomst en waarvoor de Geschillencommissie bedoeld in artikel 45 geen oplossing vindt, wordt voorgelegd aan de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen. Afdeling 4. - Strafclausule
Art. 47.. Als het Gewest overtredingen van bovenstaande bepalingen vaststelt, wordt het beheersorganisme daarvan bij aangetekend schrijven in kennis gesteld. Het beheersorganisme maakt binnen twee maanden, te rekenen van de datum van kennisgeving van de vastgestelde overtreding, een bijsturingsplan over aan de Administratie. Als de Administratie het plan verwerpt, deelt ze dit mee in een aangetekend schrijven waarin ze de redenen van de weigering opgeeft.
Het beheersorganisme moet dan binnen een maand een bijgestuurd plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met de opmerkingen van de Administratie, op straffe van een boete van 15.000 euro die door de producenten aan de Administratie betaald moet worden via het beheersorganisme. Tegen de beslissing van de Administratie kan een beroep worden ingediend bij de Minister van Leefmilieu. De Minister beslist over het beroep binnen een termijn van veertig dagen. Afdeling 5. - Slotbepaling
Art. 48.De overeenkomst is op ... te Namen gesloten en ondertekend door de vertegenwoordigers van elke partij. Elke partij bericht ontvangst van één exemplaar van de getekende overeenkomst.
Voor het Waalse Gewest: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Dierenwelzijn en Rurale Renovatie, C. TELLIER Voor de organisaties: De voorzitter van de VZW FEBIAC, Ph. DEHENNIN De voorzitter van de VZW TRAXIO, D. PERWEZ De voorzitter van de VZW Federatie Automateriaal, E. DUBOIS De voorzitter van de VZW FEBELCAR, E. LEYN
Bijlage 1: Inhoud van de technische evaluatie De technische evaluatie heeft onder meer betrekking op de volgende elementen: 1. Milieu-impact: - Continue verbetering van het systeem (innovatie, regelmatige update ...); - Onderzoek naar en gebruik van de best mogelijke technologieën voor afvalbeheer (inzameling, vervoer, hergebruik, innovatieve recyclingprocessen ...), bijvoorbeeld door middel van studies; . duurzaam communicatiebeleid ten opzichte van de doelgroep(en) (bijvoorbeeld: gebruik van goodies beperken ...); . Milieucriteria in de bestekken: een beroep doen op operatoren die een duurzaam beleid voeren (vermindering CO2-uitstoot, duurzaam wagenpark ...), afstand (vermindering CO2-uitstoot) ...; . proactiviteit in het zoeken naar potentiële afzetmarkten; 2. Statistieken (en methodologie): - Berekeningsmethode voor de opgehaalde hoeveelheden ten opzichte van de op de markt gebrachte hoeveelheden en de regionale verdeling; - evenwichtige en voldoende verdeling van de terugnamepunten in het Gewest; - Bereiken van het verwerkingspercentage; - Berekeningsmethode voor de verwerkte percentages en hoeveelheden per type afval (zie Europese Verordening); - Overeenstemming tussen de cijfers inzake op de markt gebrachte, opgehaalde, opgeslagen hoeveelheden en de hoeveelheden die naar de verwerking worden gestuurd (zorgt voor opvolging vanaf het op de markt brengen, via de inzameling en uiteindelijk de verwerking en wat eruit voortkomt). (link met het zoeken naar potentiële bronnen); 3. Aanvulling bij het financieel plan: - Toewijzing van de uitgaven en inkomsten per type/categorie die het mogelijk maakt de verschillende financieringsbronnen voor het gehele budget te identificeren, zonder kruisfinanciering tussen de stromen van de huishoudens en die van de niet-huishoudens; - Berekeningsmethode voor de bijdragen van de leden, naleving van het principe van de reële en volledige kostprijs, identificatie van de verschillende types/categorieën afval (geen kruisfinanciering).