gepubliceerd op 19 januari 2007
lnterministeriële Conferentie Volksgezondheid Protocolakkoord Vergadering 19 juni 2006 Bouwkalender Interkabinetswerkgroep "Bouwkalender" Tijdens haar werkzaamheden, heeft de werkgroep « bouwkalender » samengesteld uit leden v Ondertekening van Protocolakkoord Wij stellen voor aan de Ministers bijgevoegd Protocolakkoord t(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
lnterministeriële Conferentie Volksgezondheid Protocolakkoord Vergadering 19 juni 2006 Bouwkalender Interkabinetswerkgroep "Bouwkalender" Tijdens haar werkzaamheden, heeft de werkgroep « bouwkalender » samengesteld uit leden van de Beleidscel van de Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, leden aangeduid door de Gemeenschappen en Gewesten en de administratie van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, principes geformuleerd met het oog op het bereiken van een optimale aanwending van de bouwkalender voor de periode 2006-2015.
Ondertekening van Protocolakkoord Wij stellen voor aan de Ministers bijgevoegd Protocolakkoord te tekenen.
Dit Protocolakkoord heeft als doel de bouwkalender voor de periode 2006-2015 vast te stellen en de optimale aanwending ervan te verzekeren rekening houdend met de huidige noden van de ziekenhuispolitiek en deze van de ziekenhuizen.
Protocolakkoord over de bouwkalender 2006-2015 Rekening houdende dat de huidige bouwkalender op 31 december 2005 ten einde loopt en dat er vanaf 1 januari 2006 in een nieuwe bouwkalender moet worden voorzien;
Rekening houdende dat de gefedereerde overheden slechts over beperkte middelen beschikken om aan de behoeften van de sector het hoofd te bieden;
Rekening houdende met de informatie waarover de federale overheid beschikt, heeft deze de sector aanzienlijke middelen ter beschikking gesteld voor het afschrijven van medisch materiaal, meubilair, niet-medisch materiaal en informaticamateriaal, en dit om een eind te maken aan de onderfinanciering van de ziekenhuizen;
Rekening houdende met de huidige stand van de ziekenhuiswetgeving, de beleidslijnen inzake het beheer van de kosten voor gezondheidszorg en van concrete elementen met betrekking tot de organisatie van het ziekenhuisaanbod;
Overwegende dat het Belgische ziekenhuispark ongeveer 30 jaar oud is, dat aanpassingen nodig zijn met name m.b.t. de invloed van de medischtechnische evolutie op de architectuur van de ziekenhuizen;
Hecht de Interministeriële Conferentie haar goedkeuring aan de volgende bepalingen : 1. Bouwkalender Deze moet worden vastgesteld voor de periode 2006-2015 met mogelijkheid tot herziening na 5 jaar. Het federale budget van de voor 2006 vast te stellen bouwkalender moet binnen de grenzen van de bouwkalender van de 5 vorige jaren blijven.
Voor eik van de dienstjaren 2006-2015 wordt in een bedrag van 7.580.000 duizend euro voorzien (index 01/01/2006).
Men stelt voor de omslagsleutel zoals gebruikt voor de verdeling van de bedragen van de kalender 1996-2005, te hanteren voor de verdeling van de bedragen van de kalender 2006-2015, zijnde : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De 7.580.000 euro per jaar komen, op basis van de huidige regels, overeen met een 100 % jaarlijkse theoretische investeringscapaciteit van 555.235.000 euro die op basis van de onderstaande tabel, als volgt worden verdeeld : Vlaamse Gemeenschap 318.760.000 Waals Gewest 174.345.000 Franse Gemeenschap 4.275.000 FGC 4.275.000 GGC 47.585.000 Duitstalige Gemeenschap 5.995.000 Ten voorlopige titel zal de Franse Gemeenschap zich verzekeren een bedrag te ontvangen, in overeenstemming met zijn aantal erkende bedden en de huidige bepalingen betreffende oppervlakten en bouwplafonds.
Men dient op te merken dat een enquête van de F.O.D., Dienst Boekhouding van de Ziekenhuizen, met als doel het ramen van de ouderdom van het ziekenhuispark en het schatten van de nodige middelen tot de instandhouding of aanpassing ervan, lopende is.
Rekening houdend met de resultaten hiervan, belast de Conferentie de werkgroep om eventueel later (tweede helft 2007) een meer aangepaste alternatieve oplossing voor te stellen.
De investeringen met betrekking tot de vorige bouwkalender zullen gefinancierd worden op basis van de door de gemeenschappen en gewesten gesubsidieerde bedragen, rekening houdend met de in voege zijnde reglementen en procedures.
De definities van de reglementen en procedures tot het verkrijgen van subsidiëringakkoorden en inschrijvingen van budgettaire vastleggingen zullen in het kader van de volgende besprekingen van de werkgroep, uitgewisseld en vastgesteld worden.
Een eventuele harmonisering van bovenbedoelde reglementen en procedures, met het oog op een betere controle van de vaststelling van het budget, zal aldus binnen de werkgroep besproken worden.
De eerste oefening van de nieuwe kalender zal beginnen op 1 januari 2006 en eindigen op 31 december 2007.
In functie van de beslissingen van de regering/Gemeenschappen/Gewesten, kan het jaarlijks resterende saldo naar het volgend jaar overgedragen worden.
Op het einde van elke dienstlaar zal een afrekening gemaakt worden. 2. Definitie van subsidieerbare investeringen 2.1. Zijn niet-subsidieerbaar door hun aard : - grote onderhoudswerken; - vervangingsinvesteringen; - kleine investeringen en/of aanpassingswerken;
Deze categorieën van investeringen hebben geen betrekking op de bouwkalender en zijn ten laste van de federale overheid wat de in het koninklijk besluit van 25 april 2002 bedoelde diensten betreft. 2.2. Zijn subsidieerbaar door hun aard : - de werken en investeringen m.b.t. de toepassing van de door de wet op de ziekenhuizen opgelegde normen. Dit betreft de nieuwe ziekenhuizen, uitbreidingen en de verbeteringswerken.
Op het vlak van de uitrusting echter, wordt, rekening houdende met de middelen die aan de ziekenhuizen worden toegekend om een eind te maken aan de onderfinanciering, enkel de uitrusting van de hierna vermelde diensten gesubsidieerd : operatiekwartier, bevallingskwartier, neonatologie, MIC-bedden, sterilisatie, intensieve zorgen en spoedgevallen. Hetzelfde geldt voor het materiaal dat een verbetering betekent voor de patiënt en/of het personeel. Voor wat het gesubsidieerd medisch materiaal voor bovenbedoelde diensten betreft, bedraagt het afschrijvingspercentage 10 % i.p.v. 20 %. - de dagziekenhuizen; - de werken en investeringen (met uitzondering van de uitrusting) m.b.t. de diensten radiotherapie, bedoeld in onderdeel A3 van het budget van financiële middelen; - wat de medisch-technische diensten en de consultaties betreft, worden enkel de « onroerende » werken gesubsidieerd met uitsluiting van de uitrusting en materiaal; - de overdekte parkings.
De Conferentie belast de werkgroep de notie "verbeteringswerken" te preciseren en tenlaste te herzien. 3. Regels en subsidiepercentages Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3.2 Alle werken bedoeld in punt 3.1 moeten de goedkeuring krijgen van de regering Gemeen/gewest. Deze neemt het dossier in behandeling en verzekert de opvolging (respecteren van het plafond). 3.3 Voor de werken bedoeld in punt 3.1.4, kan de gefedereerde overheid, in afwijking van de 40/60 regel, de toepassing van de 90/10 regel vragen, en dit binnen de enveloppe van de kalender. In dat geval zal het in de bouwkalender in te schrijven bedrag dienovereenkomstig worden aangepast.
De eindbeslissing tot het al dan niet subsidiëren alsook het vaststellen van het subsidiepercentage in het kader van punt 3.1.4 (prioritaire werken), blijft de bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten. 3.4 Worden beschouwd als prioritair : Voor wat de algemene ziekenhuizen met uitsluiting van de Sp-diensten en Sp-diensten voor palliatieve zorg betreft : - de noodzakelijke investeringen om te beantwoorden aan nieuwe normen; - de investeringen die leiden tot het rationaliseren van het zorgaanbod, d.w.z. : - de investeringen als gevolg van ofwel interne herstructureringsmaatregelen, ofwel binnen het kader van een tussen twee of meerdere ziekenhuizen juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst, die leidt tot een concentratie van activiteiten en een beperking van het aantal vestigingsplaatsen; - de investeringen als gevolg van een specialisatie van activiteiten tussen ziekenhuizen binnen het kader van een juridisch geformaliseerde overeenkomst, die bijdraagt tot het bewerkstelligen van zorgprogramma's of programmatie- en erkenningsnormen van diensten en functies inzake ziekenhuiszorg; - de investeringen betreffende dagziekenhuizen; - de investeringen die in de lijn liggen van de politiek ter bevordering van de toegankelijkheid of het comfort van de patiënten;
Voor wat de Sp-diensten, Sp-diensten voor palliatieve zorg en de psychiatrische ziekenhuizen betreft : - de werken met het oog op de rationalisering van vestigingsplaatsen (hergroepering); - de werken betreffende de concretisering van overeenkomsten, verleend binnen het kader van de herstructurering van deze sectoren; - de werken betreffende uitbreidingen, dewelke noodzakelijk werden door een toename van de activiteiten; - de investeringen die in de lijn liggen van de politiek ter bevordering van de toegankelijkheid of het comfort van de patiënten.
Bij de indiening van de vergunningsaanvraag, moet het ziekenhuis het bewijs leveren dat de geplande investeringen wel degelijk in het hier aangegeven kader passen en de reorganisatie van het ziekenhuisaanbod tot doel hebben. Het ziekenhuis moet ook het bewijs leveren dat de werking van de instelling niet door die investeringen wordt ondermijnd, en dit zowel betreffende de investeringslasten als de tenlasteneming van werkingskosten die hieruit voortvloeien alsook het globaal financieel evenwicht.
De gefedereerde overheden bakenen jaarlijks de ziekenhuisprojecten af, die in aanmerking kunnen komen voor een door de federale regering prioritaire tenlasteneming.
De lijst van deze projecten wordt overgemaakt, zodat bij elke I.M.C. van juni van het jaar "T", een evaluatie van de prioritaire ten laste te nemen projecten van net jaar "T+1" kan worden gemaakt.
De I.M.C. zal akte nemen voor elke Gemeenschap of Gewest of de lijst ter beschikking werd gesteld van de federale overheid. Enkel de projecten, overgelegd op deze datum, zullen in beschouwing genomen worden.
Na afloop van de eerste periode van 5 jaar en op verzoek van de I.M.C., kan worden overgegaan tot de herziening van de criteria, die prioritaire werken definiëren.
Wat het saldo van de vorige bouwkalender (19962005) betreft, kan elke Gemeenschap of Gewest dit verder benutten, en dit overeenkomstig de in voege zijnde subsidiëringregels met betrekking tot de voorgaande bouwkalender voor zover de werken de dienstjaren 2006 en 2007 betreffen, dus tot 31 december 2007.
Wat het gebruik van de vorige kalender betreft, zal de werkgroep de weerslag van de door de gewesten en gemeenschappen genomen maatregelen in het kader van de bouwplafonds en toegelaten oppervlakten analyseren.
Aldus overeengekomen te Brussel op 19 juni 2006.
De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE