gepubliceerd op 27 februari 2002
Protocolakkoord gesloten tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de preventie van, en in het bijzonder de vaccinatie tussen infecties door meningokokken van groep C Gelet op de r Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad van november 2000 inzake de vaccinatie tegen mening(...)
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
Protocolakkoord gesloten tussen de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet betreffende de preventie van, en in het bijzonder de vaccinatie tussen infecties door meningokokken van groep C Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de Federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 135 van de Grondwet, hierna « De Gemeenschappen » genoemd, beschikken op het gebied van het gezondheidsbeleid en in het bijzonder voor wat de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve geneeskunde betreft, overeenkomstig artikel 5, § 1, I, 1° c) en 2° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad van november 2000 inzake de vaccinatie tegen meningokokken;
Overwegende dat een doeltreffend preventiebeleid de gezondheid van de bevolking ten goede komt en bijgevolg kan bijdragen tot de beheersing van de uitgaven ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, zeker wat de vaccineerbare aandoeningen betreft ;
Overwegende dat, naar aanleiding van de Interministeriële Conferentie voor Volksgezondheid van 29 maart 2000, een werkgroep belast werd met het uitwerken van voorstellen tot het verbeteren van de onderlinge afstemming van de Federale Overheid en de Gemeenschappen om een politiek kader scheppen waarin de permanente structuren voor de financiering en levering van vaccins worden gedefinieerd opdat de vaccinale bescherming van alle kinderen in ons land van optimale kwaliteit zou zijn.
Overwegende dat de Ministerraad in zijn overleg van 12 oktober 2001 heeft beslist om een maximumbudget van 8.250.000 euro (332 804 175 BEF) vrij te maken voor een programma voor de vaccinatie tegen infecties door meningokokken van het type C, tegelijk gefinancieerd door de federale overheid en de Gemeenschappen, naar rato van 2/3 voor de federale overheid mist het resterende 1/3 vooraf door de Gemeenschappen wordt betaald;
Deze som zal aangerekend worden op de begroting van het RIZIV, overeenkomstig artikel 56 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1999 en 10 augustus 2001;
Overwegende dat er, gezien de epidemiologische gezondheidsgegevens en de hoogdringendheid dienaangaande, reeds in 2001 budgetten werden vrijgemaakt door de Gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, wat de uitwerking van een akkoord met het oog op een gemeenschappelijke aankoopprocedure in de vooropgestelde termijn onmogelijk maakt.
De ondertekende partijen komen wat volgt overeen : 1. Verbintenissen van de Federale overheid : De Federale overheid verbindt zich ertoe, via het RIZIV, twee derden van het bedrag voor de aankoop van de entstof tegen de meningokokken van groep C te vergoeden aan de leverancier bij wie de Gemeenschappen het vaccin aankochten, mits de Gemeenschappen aantonen reeds één derde van de entstof te hebben vergoed. In het bedoelde bedrag voor de aankoop van de entstof zijn eveneens de spuiten, de naalden en de kosten voor de rechtstreekse levering aan de inenters begrepen.
De tussenkomst van de Federale Overheid voor vaccins gefactureerd tussen 15 november 2001 en 31 december 2002, zal de som van 4.772.625 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de som van 3.423.750 euro voor de Franse Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de som van 53.625 euro voor de Duitstalige Gemeenschap niet mogen overschrijden. 2. Verbintenissen van de Gemeenschappen : De Gemeenschappen verbinden zich ertoe om, tegen 31 december 2002, de inenting aan te bieden voor de prioritaire cohorten en ten minste voor de kinderen van 1 tot 5 jaar. Hiertoe zullen zij de bevolking informeren en de vaccinatie aanbieden onder andere via « Kind en Gezin », « l'Office national de l'Enfance », de « Dienst für Kind und Familie » en de Centra voor leerlingenbegeleiding.
De gemeenschappen verbinden zich ertoe om de vaccins aan te schaffen overeenkomstig de geldende regels inzake overheidsopdrachten/bestellingen.
De leverancier zal zijn facturen opsturen naar de betrokken Gemeenschap en het RIZIV zal 2/3 van de som bekostigen.
De gemeenschappen bezorgen het RIZIV het bewijs van verrichting van betaling van hun aandeel. Dit bewijs is voorwaarde voor een uitbetaling door het RIZIV. De gemeenschappen staan in voor een integrale betaling van alle facturen vanaf het moment dat het reeds aan het RIZIV gefactureerde aandeel de in punt 1 bepaalde limiet heeft bereikt.
Voor dit vaccin tegen meningokokken van groep C zal men de geconjugeerde vaccins gebruiken waarvoor het federale Ministerie van Volksgezondheid een verkoopsvergunning verleend heeft.
De gemeenschappen verbinden zich ertoe met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie de nodige afspraken te maken rekening houdend met hun respectieve budgetten. 3. Algemene bepalingen : Dit protocolakkoord treedt in werking de dag van de ondertekening ervan. In toepassing van de beslissing van de Interministeriële Conferentie voor Volksgezondheid mei 2001, verbinden de ondertekende partijen zich ertoe te onderzoeken hoe de afspraken in dit protocol kunnen worden voortgezet, in het kader van een harmonisatie van het vaccinatiebeleid. Niettemin, als tegen 30 juni 2002, geen akkoord in die zin wordt gesloten, zullen de in dit protocol vermelde verbintenissen, op 31 december 2002 vervallen.
Aldus gesloten te Brussel, 11 december 2001.
Voor de Federale Regering : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET Voor de Vlaamse Regering : De Minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest : Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, J. CHABERT