Etaamb.openjustice.be
Protocol van 11 december 2006
gepubliceerd op 05 juli 2007

Protocol tussen de Federale Regering en de in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van een gezondheidsenquête

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007023059
pub.
05/07/2007
prom.
11/12/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


11 DECEMBER 2006. - Protocol tussen de Federale Regering en de in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden inzake de organisatie en financiering van een gezondheidsenquête


Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de Federale Staat en de in artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bedoelde overheden, hierna de Gemeenschappen en Gewesten genoemd, op het vlak van het gezondheidsbeleid beschikken, Overwegende dat dit protocolakkoord tot stand kwam na gezamenlijk overleg tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, Overwegende dat voorliggend akkoord ertoe strekt de verbintenis aan te gaan om, in uitvoering van de beslissing genomen op de interministeriële conferentie voor de Volksgezondheid, een periodieke bevraging van de gezondheidstoestand van de bevolking te organiseren door middel van interviews, Overwegende dat de Wereld Gezondheidsorganisatie voorstelt dat de lidstaten dergelijke onderzoeken realiseren om op basis van internationaal vergelijkbare gegevens, aanbevelingen te formuleren, Overwegende dat de Europese Unie er sterk bij haar lidstaten op aandringt om een gezondheidsenquête in 2008 te organiseren, met een daaropvolgende periodiciteit van vijf jaar.

Overwegende dat de Europese Unie er sterk bij haar lidstaten op aandringt om gezondheidsgegevens ter beschikking te stellen ten einde indicatoren op Europees niveau te meten.

Is er het volgende beslist : 1. Algemeen protocol 1.1. Doelstelling 1.1.1. De Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten (voortaan 'opdrachtgevers' genoemd) zijn het er over eens dat, om de behoeften aan gezondheidszorg te kennen en om een coherent preventief en curatief gezondheidsbeleid te voeren, het noodzakelijk is de gezondheidstoestand van de bevolking onder meer te onderzoeken via een periodieke gezondheidsenquête door middel van interview (voortaan 'gezondheidsenquête' genoemd). 1.1.2. In een gezondheidsenquête wordt informatie verzameld over o.a. de gezondheidstoestand, de leefstijl, de zorgbehoeften en zorgvragen, de sociale en economische levensomstandigheden en de consumptie van preventieve en curatieve diensten. Een overzicht van de kernbevraging is als bijlage opgenomen. Deze informatie komt tegemoet aan de Europese wensen op dit domein. 1.1.3. De opdrachtgevers zijn overtuigd van het belang een gezondheidsenquête op eenvormige wijze te organiseren voor het ganse land terwijl ook de ruimte moet gegarandeerd worden opdat ten behoeve van elk der opdrachtgevers specifiek door hen gevraagde gezondheidsinformatie verzameld kan worden. 1.1.4. Een gezondheidsenquête omvat vier fases : een voorbereidingsfase, het uitvoeren van het veldwerk, een analysefase met het voorleggen van een rapport aan de overheden die de enquête aangevraagd hebben en twee jaren gewijd aan grondige analyses. 1.1.5. Het veldwerk omvat het interviewen van een representatieve steekproef van de bevolking en dit zowel op federaal niveau als op gewestelijk niveau; hierbij staan beleidsrelevantie en internationale vergelijkbaarheid voorop. 1.1.6. Een gezondheidsenquête wordt georganiseerd met een periodiciteit van 5 jaar. 1.1.7. De mogelijkheid wordt weerhouden om, in opdracht van een of meerdere opdrachtgevers, een oververtegenwoordiging van een populatie in de steekproef te realiseren om de precisie van de gegevensverzameling voor deze populatie te verhogen. 1.1.8. De gezondheidsenquête kadert binnen het bevolkingsonderzoek. De samenstelling van de steekproef, het verzamelen van gegevens, de analyse en rapportage van de onderzoeksresultaten verlopen in overeenstemming met de bepalingen van de Wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 1.1.9. De mogelijkheid wordt weerhouden om ook voor andere entiteiten, zoals bij voorbeeld steden of provincies, een oververtegenwoordiging in de steekproef te realiseren. Alle supplementaire kosten die met deze oververtegenwoordiging gepaard gaan, evenals een evenredig deel van de basiskost dienen door deze overheden te worden gefinancierd. De Commissie van Opdrachtgevers wordt officieel op de hoogte gesteld van zodra een complementair contract, bijvoorbeeld met een provincie, wordt afgesloten. 1.2. Organisatie 1.2.1. De opdrachtgevers vertrouwen de uitvoering van de gezondheidsenquête toe aan de afdeling Epidemiologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, verder WIV genoemd. 1.2.2. Een « Commissie van Opdrachtgevers » verzekert de opvolging, de begeleiding en de evaluatie van de werking van de Gezondheidsenquête.

Deze commissie dient met name de inhoud van de bevraging (modules en vragen) en van de analyse vast te stellen, het interministerieel akkoord en de betalingsmodaliteiten voor de enquête uit te werken, de realisatie van de enquête op te volgen, het financieel rapport bij de afsluiting van de cyclus te controleren, problemen met betrekking tot de koppeling van de gegevens van de Gezondheidsenquête met andere bestaande gegevensbanken te behandelen en de opvolging van het gebruik van de gegevens te verzekeren.

De opdrachtgevers vaardigen elk één persoon af die deelneemt aan de werkzaamheden ervan. Een Nederlandstalige en een Franstalige vertegenwoordiger van het WIV nemen deel aan de werkzaamheden, evenals een vertegenwoordiger van de administraties van de opdrachtgevers. Een reglement van inwendige orde wordt opgesteld ten einde de wijze van werken van deze commissie te bepalen. 1.2.3. De Commissie van Opdrachtgevers stelt een Wetenschappelijke Adviesraad samen met als opdracht de enquête wetenschappelijk te begeleiden, d.i. te reflecteren over de gehanteerde aanpak, de steekproeftrekking, de gebruikte vragenlijsten, de te berekenen indicatoren, de statistische analyse en de rapportage. De Adviesraad brengt verslag uit aan de Commissie van Opdrachtgevers en bestaat o.a. uit vertegenwoordigers van de universiteiten en uit andere, voor de enquête relevante, instellingen aangevuld met een afvaardiging van de betrokken opdrachtgevers. 1.2.4. De Commissie van Opdrachtgevers stelt een reglement op waarin o.a. het volgende wordt geregeld : de toegankelijkheid van de gegevens voor de externe gebruikers, de verwerking van de gegevens, de wijze van betaling van de bijdragen; in dit reglement worden verder alle praktische schikkingen schriftelijk vastgelegd. 1.2.5. Het WIV wordt belast met het bijeenroepen van de Commissie van Opdrachtgevers en de Wetenschappelijke Adviesraad. Zij neemt tevens het secretariaat ervan waar. 1.2.6. De Commissie van Opdrachtgevers, de Wetenschappelijke Adviesraad en de afdeling Epidemiologie stimuleren het gebruik van de gegevens op het domein van Volksgezondheid en zullen de enquêteresultaten dan ook zo ruim en zo toegankelijk mogelijk verspreiden. 1.3. Rapportage 1.3.1. Een volledig rapport met de onderzoeksresultaten wordt ten laatste op het einde van het derde jaar van een cyclus overhandigd aan elk der opdrachtgevers. Dit rapport omvat minstens een overzicht van de gebruikte methodologie, een karakterisering van de steekproef, een eerste analyse van de resultaten, besluiten of aanbevelingen met betrekking tot het gezondheidsbeleid en een geheel van tabellen met de berekende resultaten. De andere overheden bedoeld in 1.1.9 ontvangen een geheel van tabellen met de berekende resultaten. 1.3.2. De wijze waarop de onderzoeksresultaten verspreid dienen te worden, wordt bepaald door de Commissie van Opdrachtgevers. 1.4. Gebruik van het gegevensbestand 1.4.1. Het gegevensbestand, omvattende alle variabelen en de indicatoren samen met een handleiding voor het gebruik van het gegevensbestand wordt bij het beëindigen van het derde jaar ter beschikking gesteld van elk der opdrachtgevers met inbegrip van hun administraties. 1.4.2. Dit gegevensbestand wordt tevens ter beschikking gesteld van externe gebruikers. Onder externe gebruikers wordt verstaan : andere dan onder 1.4.1. bedoelde administraties op federaal, communautair en regionaal niveau; universitaire onderzoeksequipes of onderzoeksequipes verbonden aan een universiteit; andere onderzoeksinstituten niet verbonden aan een universiteit; internationale organisaties; private ondernemingen... 1.4.3. De modaliteiten voor het gebruik van het gegevensbestand worden vervat in een contract te ondertekenen door iedere externe gebruiker.

In dit contract worden o.a. gebruiksvoorwaarden en de financiële vergoedingen opgesomd. De inhoud van dit contract wordt bepaald door de Commissie van Opdrachtgevers. 1.4.4. Het WIV kan ten behoeve van externen bijkomende tabellen met resultaten opmaken op basis van de onderzoeksgegevens. De modaliteiten waaronder dit dient te gebeuren en de vergoeding ervoor worden vervat in een akkoord te ondertekenen door de aanvrager en het WIV. Dit heeft enkel betrekking op de opmaak van tabellen met cijfers op basis van bestaande indicatoren. 1.5. Diepgaande analyse In de loop van de overgangsjaren tussen twee enquêtes (dit wil zeggen tijdens de jaren 4 en 5), kunnen de opdrachtgevers die dit wensen beroep doen op de diensten van de onderzoeksequipe opgericht in de schoot van het WIV. De financiële voorwaarden waaraan beantwoord dient te worden om van deze diensten gebruik te maken werden omschreven door de Commissie van Opdrachtgevers.

Het WIV realiseert tijdens deze periode op vraag van de betrokken opdrachtgevers diepgaande analyses van de gegevens van de gezondheidsenquête. De beslissingen welke analyses uitgevoerd dienen te worden, worden genomen door die leden van de Commissie van Opdrachtgevers die deelnemen aan een bijkomende financiering, op basis van de voorstellen/aanvragen van de betrokken opdrachtgevers. 1.6. Evaluatie 1.6.1. Bij het beëindigen van een cyclus van vijf jaar wordt een gedetailleerd overzicht van alle uitgaven verricht in het kader ervan overhandigd aan elk der opdrachtgevers. 1.6.2. Bij het beëindigen van een cyclus van vijf jaar wordt de gezondheidsenquête geëvalueerd. De modaliteiten van deze evaluatie worden door de Commissie van Opdrachtgevers bepaald. 2. Specifiek protocol 2.1. Dit onderdeel van het protocol betreft specifiek de organisatie van een Gezondheidsenquête 2008. Het wordt afgesloten voor een periode van 5 jaar, die ingaat op 1 januari 2007. In het kalenderjaar 2007 worden de voorbereidende werkzaamheden verricht, in het kalenderjaar 2008 het veldwerk, in het kalenderjaar 2009 worden de gegevens geanalyseerd en gerapporteerd. De meer diepgaande analyses zullen worden gerealiseerd in de jaren 2010 en 2011. In het licht van het jaar van uitvoering wordt deze cyclus verder de 'Gezondheidsenquête 2008' genoemd. 2.2. In de Gezondheidsenquête 2008 wordt ernaar gestreefd in totaal 10.000 individuen effectief te bevragen : 3.500 in het Vlaams Gewest, 3.500 in het Waalse Gewest en 3.000 in het Brussels Gewest. Voor de Duitstalige Gemeenschap wordt een oververtegenwoordiging in de steekproef gerealiseerd (300 interviews) om de betrouwbaarheid van de gegevensverzameling voor deze meer beperkte subpopulatie te verhogen. 2.3. Wijze van financiering 2.3.1. Tussenkomst in de kosten Alle opdrachtgevers participeren in de financiering van de eerste drie jaren van de cyclus. 2.3.2. Wijze van betaling De volgende opdrachtgevers hebben ervoor geopteerd hun bijdrage te spreiden over de 5 jaren van de cyclus : de Federale Overheid, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

De volgende opdrachtgevers hebben geopteerd hun bijdrage te spreiden over de eerste drie jaren van de cyclus : de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest.

De kosten voor de enquête bedragen 1.414.266 euro voor de eerste drie jaren van de cyclus, als volgt te verdelen tussen de opdrachtgevers (in Euros) : - Federale Staat : 766.917 euro - Vlaamse Gemeenschap : 312.974 euro - Franse Gemeenschap : 157.825 euro - Waals Gewest : 100.313 euro - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 76.237 euro De Federale Staat betaalt, gedurende de vijf jaren jaarlijks een forfaitair bedrag van 153.383,4 euro .

De Vlaamse Gemeenschap betaalt gedurende de eerste drie jaren jaarlijks een forfaitair bedrag van 104.324,8 euro .

De Franse Gemeenschap betaalt, gedurende de eerste drie jaren, jaarlijks een forfaitair bedrag van 52.608,4 euro .

Het Waals Gewest betaalt, gedurende de eerste drie jaren, jaarlijks een forfaitair bedrag van 33.437,5 euro .

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betaalt, gedurende de vijf jaren, jaarlijks een forfaitair bedrag van 15.247,4 euro . 2.4. De opdrachtgevers zijn het erover eens dat alle overheden hun financiële bijdrage moeten leveren om deze enquête te realiseren; indien een van de betrokkenen zijn verplichtingen niet zou nakomen, wordt dit akkoord herzien. 2.5. In het kader van de financiering van de enquête worden bilaterale contracten gesloten tussen de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en elk van de opdrachtgevers. 2.6. De opdrachtgevers zijn het eens over de volgende betalingsmodaliteiten : de verschuldigde bedragen worden gestort op het rekeningnummer 001-1660480-13 van de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en dit overeenkomstig de volgende timing : 1e en 2e jaar : - In het begin van het jaar, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het eerste trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het tweede trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldige bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het derde trimester, de resterende 10 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur, een gedetailleerd overzicht van alle uitgaven en een voortgangsrapport; 3e jaar : - Bij de aanvang van het jaar, 30 % van het voor het jaar verschuldigde, na voorlegging van factuur; - Na het eerste trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het tweede trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het derde trimester, de resterende 10 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van het eindrapport, de factuur en een verrechtvaardiging van alle uitgaven verricht in de drie jaren; 2.7. De mogelijkheid wordt weerhouden dat andere entiteiten een oververtegenwoordiging in de steekproef zouden vragen (tot een globaal maximum van 3.000 individuen). Hiervoor wordt een financiële bijdrage gevraagd van 110 euro voor elk effectief bevraagd individu, zijnde in totaal 330.000 euro voor een oververtegenwoordiging van 3.000 individuen. De helft van dit bedrag - 55 euro of 165.000 euro bij een oververtegenwoordiging van 3.000 individuen - wordt gebruikt om de kosten die een oververtegenwoordiging met zich meebrengt, te dekken.

Het komt de Commissie van Opdrachtgevers toe te beslissen wat er met de andere helft van dit bedrag gedaan moet worden. 2.8. Het geïnformatiseerde gegevensbestand wordt gratis ter beschikking gesteld van de opdrachtgevers bedoeld in punt 1.4.1 en hun administraties, alsook van de entiteiten bedoeld in 2.7. en de administraties op internationaal niveau.

Voor universitaire onderzoeksequipes of onderzoeksequipes verbonden aan een universiteit wordt het gegevensbestand ter beschikking gesteld tegen een eenmalige vergoeding van 1.750 euro per universiteit.

Voor andere onderzoeksinstituten niet verbonden aan een universiteit wordt een vergoeding van minimaal 6.000 euro vooropgesteld. In dit laatste geval bepaalt de Commissie van Opdrachtgevers het juiste bedrag van de vergoeding. 2.9. De vergoeding voor het WIV voor het ten behoeve van externen verrichten van supplementaire analyses wordt als volgt bepaald : gratis voor de opdrachtgevers en hun administraties, alsook voor de entiteiten bedoeld in 2.7 en de administraties op internationaal niveau. een forfait van 300 euro + 150 euro per werkdag voor universitaire onderzoeksequipes of equipes verbonden aan een universiteit; een forfait van 600 euro + 260 euro per werkdag voor andere instituten of ondernemingen niet verbonden aan een universiteit. 2.10. De financiële middelen verkregen via het ter beschikking stellen van het gegevensbestand en het verrichten van supplementaire analyses worden integraal ter beschikking gesteld van de Gezondheidsenquête. De Commissie van Opdrachtgevers bepaalt op welke wijze deze middelen besteed zullen worden.

Gelezen en Goedgekeurd, 11 december 2006.

Voor de Federale Regering : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE Voor de Vlaamse Regering : De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE Pour le Gouvernement wallon : Le Ministre des Affaires sociales et la Santé, C. VIENNE Pour le Gouvernement de la Communauté française : La Ministre de l'Aide à la Jeunesse, de la Santé et de l'Enfance, C. FONCK Pour le Gouvernement de la Communauté germanophone : Le Ministre de la Jeunesse et de la Famille, des Monuments et des Sites, de la Santé et des Affaires sociales, B. GENTGES Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest : Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor Gezondheidsbeleid, G. VANHENGEL Pour le Collège réuni de la Commission Communautaire Commune de la Région de Bruxelles-Capitale : Le membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de Santé, B. CEREXHE

ADDENDUM Protocol tussen de Federale Regering en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (Brussels Gewest) aangaande een diepgaande analyse van de gegevens van een gezondheidsenquête 1. Algemeen principe 1.1. Een gezondheidsenquête wordt georganiseerd met een periodiciteit van 5 jaar in het kader van een interministerieel protocolakkoord. 1.2. Een gezondheidsenquête omvat vier fases : een voorbereidingsfase, het uitvoeren van het veldwerk, een analysefase met het voorleggen van een rapport aan de overheden die de enquête aangevraagd hebben en twee jaren gewijd aan grondige analyses. 1.3. Diepgaande analyse In de loop van de overgangsjaren tussen twee enquêtes (dit wil zeggen tijdens de jaren 4 en 5), kunnen de opdrachtgevers die dit wensen beroep doen op de diensten van de onderzoeksequipe opgericht in de schoot van het WIV. De financiële voorwaarden waaraan beantwoord dient te worden om van deze diensten gebruik te maken werden omschreven door de Commissie van Opdrachtgevers.

Het WIV realiseert tijdens deze periode op vraag van de opdrachtgevers diepgaande analyses van de gegevens van de gezondheidsenquête. De beslissingen welke analyses uitgevoerd dienen te worden, worden genomen door die leden van de Commissie van Opdrachtgevers die deelnemen aan een bijkomende financiering, op basis van de voorstellen/aanvragen van de betrokken opdrachtgevers. 2. Specifiek protocol 2.1. Dit onderdeel van het protocol betreft specifiek de organisatie van een Gezondheidsenquête 2008. Het wordt afgesloten voor een periode van 5 jaar, die ingaat op 1 januari 2007. In het kalenderjaar 2007 worden de voorbereidende werkzaamheden verricht, in het kalenderjaar 2008 het veldwerk, in het kalenderjaar 2009 worden de gegevens geanalyseerd en gerapporteerd. De meer diepgaande analyses zullen worden gerealiseerd in de jaren 2010 en 2011. In het licht van het jaar van uitvoering wordt deze cyclus verder de 'Gezondheidsenquête 2008' genoemd. 2.2. Wijze van financiering 2.2.1. Tussenkomst in de kosten De Federale overheid en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommisie participeren aan de financiering van deze twee jaren van diepgaande analyses (2010 en 2011). 2.2.2. Wijze van betaling De opdrachtgevers hebben ervoor geopteerd hun bijdrage te spreiden over de 5 jaren van de cyclus.

De kosten dewelke de twee jaren (2010 en 2011) van diepgaande analyses met zich meebrengen bedragen 524.391 euro, als volgt te verdelen tussen de opdrachtgevers (in Euros) : - Federale Staat : 511.278 - Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : 13.113 De Federale Staat betaalt gedurende de vijf jaren (2007 tot en met 2011) jaarlijks een bedrag van 102.255,6 euro .

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betaalt gedurende de vijf jaren jaarlijks een bedrag van 2.622,6 euro . 2.3. De opdrachtgevers zijn het erover eens dat alle overheden hun financiële bijdrage moeten leveren om deze enquête te realiseren; indien een van de betrokkenen zijn verplichtingen niet zou nakomen, wordt dit akkoord herzien. 2.4. In het kader van de financiering van de enquête worden bilaterale contracten gesloten tussen de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en elk van de opdrachtgevers. 2.5. De opdrachtgevers zijn het eens over de volgende betalingsmodaliteiten : De verschuldigde bedragen worden gestort op het rekeningnummer 001-1660480-13 van de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid en dit overeenkomstig de volgende timing : 4e jaar : - Bij de aanvang van het jaar, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het eerste trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het tweede trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het derde trimester, de resterende 10 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag na voorlegging factuur en een gedetailleerd overzicht van de uitgaven. 5e jaar : - Bij de aanvang van het jaar, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het eerste trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het tweede trimester, 30 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag, na voorlegging van factuur; - Na het derde trimester, de resterende 10 % van het voor het jaar verschuldigde bedrag na voorlegging factuur en een verrechtvaardiging van de uitgaven tijdens het vierde en het vijfde jaar en het voorleggen van een eindrapport m.b.t..de diepgaande analyses Gelezen en Goedgekeurd, 11 december 2006.

Voor de Federale Regering : De Minister van Sociale Zaken enVolksgezondheid, R. DEMOTTE Voor het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest : Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor Gezondheidsbeleid, G. VANHENGEL Pour le Collège réuni de Commission Communautaire Commune de la Région de Bruxelles-Capitale : Le membre du Collège réuni, compétent pour la Politique de Santé, B. CEREXHE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^